Nationale Toneel speelt geruchtmakend stuk van Elfriede Jelinek
‘Is anale seks zonder condoom inbegrepen? Wat kost een maagdenvlies?’ Elfriede Jelinek schreef een huiveringwekkende tekst over porno en mensenhandel. Het Nationale Toneel zette er keihard haar kaken in. ‘Ik dien dus ik ben.’
Een vrouw is een hoer – en een man een dito loper. Zo luiden de stereotyperingen. En ze fascineren, ieder afzonderlijk, maar ook elkaar. Pornografie maakt de geest corrupt en verloedert de maatschappij. De vrouw wordt er tot object gedegradeerd. Bovendien nemen ideeën over seksualiteit de meest extreme vormen aan door het kijken naar porno. En als het misbruik van kinderen door katholieke priesters iets aantoont, dan is het wel dat zelfs zij, of: juist zij die behoren tot hoogste kringen, hun vergrijpen met de habijt der liefde (sic) wisten toe te dekken.
Uit onderzoek blijkt dat hoerenlopers meer dan gemiddeld eindigen in scheidingen, depressies, ontslagen en soms zelfs suïcidale gedachten. Er is veel geschreven en gefilosofeerd over pornografie, op internet wemelt het van dagboeken van hoerenlopers, en er zijn tentoonstellingen over porno en het hoerenvak geweest. Met steeds een vrijwel eenzelfde ‘uitkomst’: porno, misbruik, hoer en hoerenloper raken aan machtsverhoudingen, tussen klant, producent en aanbied(st)er, en natuurlijk tussen man en vrouw. Porno en prostitutie als survival of the fittest.
Waar seks – soms voorgeschoteld als erotiek – en kunst al te vaak onlosmakelijk verbonden lijken, daar is de liaison van porno met kunst een moeizame gebleken. Natuurlijk, er zijn de voorbeelden van De Sade en Bataille, en, in onze tijd Jeff Koons bijvoorbeeld. Dat porno nu gemeengoed en onder jongeren zelfs ronduit populair is, komt trouwens grotendeels voort uit de seksuele revolutie van de sixties en seventies.
Op toneelgebied heeft nu Elfriede Jelinek zich op dit onderwerp gestort. Over Dieren (2006) groeide uit tot een geruchtmakende tekst, die het Nationale Toneel tot medio mei op de planken brengt. In het stuk citeert de Nobelprijswinnares onder meer uit afgeluisterde gesprekken tussen een escortbureau annex vrouwenhandelaar en haar klanten, tapes die de Weense politie in 2005 vrijgaf. Frappant is natuurlijk dat in Oostenrijk de laatste jaren meer onverkwikkelijke misbruikaffaires aan het licht zijn gekomen.
Jelinek, Oostenrijkse, heeft haar tekst niet als een doorlopend verhaal geschreven, maar als een lawineachtige opeenvolging van flarden zinnen, zonder daarbij voor te schrijven of zelfs maar aan te geven welke speler welke claus dient uit te spreken. Maar dat verschafte de onmiskenbaar zeer talentvolle regisseur Susanne Kennedy juist de vrijheid om het stuk naar haar hand te kunnen zetten. Net als eerdere regies van haar hand bij het Nationale Toneel, De Parasieten en New Electric Ballroom trekt ze een bizarre, groteske, aan absurdisme grenzende wereld op, die wordt bevolkt door de haar kenmerkende zuurstokachtige types van uiterlijk kennelijk onbewogenen die hun lot lijdzaam lijken te ondergaan. Als de tekst van Jelinek al niet bevreemdt of choqueert – ‘Ik dien dus ik ben’ – dan doet Kennedy daar nog een subliem schepje bovenop door geniale vondsten te presenteren en voor een fysieke acteerstijl te kiezen die de waanzin weergeeft van de wereld die we zijn binnengetreden. Een oplossing of uitkomst biedt de hermetische, onontwarbare en bij tijd en wijle academisch aandoende tekst van Jelinek niet, de bij vlagen bombastische en bijna snode regie van Kennedy evenmin. En dat hoeft ook niet. Vooral van belang is de reflectie die het stuk, de regie, teweegbrengt, dat de kijker tot voyeur verwordt, en dat deze tot het innemen van een verhouding ten opzichte van porno wordt gedwongen. Ondertussen wordt er prachtig toneelgespeeld, vooral door een uiterst vileine en intrigerende Antoinette Jelgersma.
Nationale Toneel met Over Dieren. Tot en met 15 mei in het Nationale Toneel Gebouw in Den Haag. Meer informatie op www.nationaletoneel.nl. Toegangskaarten online of bellen: 0900 3456789.