Alba Theaterhuis in voluptueuze versie van Griekse klassieker
‘Wát voor jurk?’, schreeuwt Pentheus het uit. Zijn toonaard is vragend maar ook uitdagend. De koning van Thebe probeert het gezag over zijn grondgebied te herstellen nadat Dionysos de vrouwen van zijn stad als een betoverende rattenvanger heeft weggevoerd naar de in nevelen gehulde bergen buiten de stadsmuren, ze daar in berenvellen heeft gestoken, en ze vervolgens als een drugsdealer in zijn greep houdt door kwistig met overmatig veel wijn en vileine gezangen te strooien. En nu wil Pentheus weleens zien hoe het er daar in de heuvelen aan toe gaat – al was het maar om zijn moeder daar te zien, als een van de vrouwen die huis en haard verliet, en die de oproep van Dionysos niet kon weerstaan. Hij gaat, maar ter plekke wordt hij ontmaskerd en uiteindelijk door zijn bloedeigen moeder op wreedachtige wijze vermoord: ‘I am falling’, heet het vervolgens in zijn zwanezang, zoals Alba Theaterhuis die vorm geeft.
Bij het Haagse Alba Theaterhuis gaat het in Euripides’ aloude – zo’n 500 voor onze jaartelling geschreven – toneeltekst op een wiegenzingende toon van: ‘Are you there? Are you watching me?’ De tekstbewerking die Alba van Bacchanten heeft gemaakt met als motto ‘zuipen tot je god ziet’, leidt tot een theatervoorstelling die bij de tijd ‘hip’ en ‘jong’ is en veel ruimte biedt voor muzikale intermezzi, bewegingstheater en vulkanische dans – maar die aan de andere kant helaas toch ook de diepte van het origineel ontbeert. Onvermijdelijk eigenlijk. Alba heeft van Bacchanten een nogal dynamische voorstelling gemaakt waarin het veelvuldig gutst, gulpt en drupt, die ronkt, schalt, schittert en schettert, en die even operatesk tot musicalachtig en ronduit showy van karakter is, en waar het kermisgevoel vaak levensgroot op de loer ligt. Rustpunten zijn er ternauwernood.
Maar in de razende estafette die de voorstelling is, komt wel de jonge spelersgroep maximaal tot zijn recht. Marne Miesen, die een kordate Pentheus ten beste geeft, en met name de zes op het eerste oog weinig opvallende meiden, ontpoppen zich alras en stuk voor stuk tot performers van het type dat er genoegen in schept om zich ongegeneerd en in aal tomeloze puurheid te geven.
En dat werkt. De rauwheid van en het punkgevoel in hun voordrachten, en de inleving die ze tonen, lijkt op het eerste oog authentiek. Daarmee krijgt het stuk ook een ietwat potsierlijke lading die het – zij het aan de randjes – actueel maakt. Want wat moeten we aan met de veelbezongen m.u.l.t.i.s.e.x.i.-marathonfeesten en het comazuipen van vandaag de dag? Was het in de Griekse oudheid zo dat Dionysos als oerkracht werd aanbeden door zijn apostelen: vrouwen, als ware hij een goeroe; de leermeesters annex volksmenners anno nu zijn natuurlijk de popidolen van weleer en nu, van Elvis Presley en The Beatles, via Madonna en Michael Jackson tot Lady Gaga.
Toch doet zo’n vergelijking de oerkracht van Euripides stuk geen recht: de klassieke tekst ontleent zijn kracht onder meer aan de tegenstelling tussen de strenge, haast archaïsche vorm, en de ongeremde, bijna wulpse inhoud van de vertelling. Euripides zelf had in zijn latere stukken vaak de koorzangen vervangen door zangsolo’s. En precies zo gebeurt dat in Alba’s versie. So far, so good. De gruwelijke verrichtingen van de Bacchanten vragen echter om een eigen oordeel tussen de emotionele discipelen van de extase, en de op rationele basis oordelende voorstanders van sobere regelmaat, tucht en orde. In dit stuk komt wel de exuberante extase aan bod, maar niet of nauwelijks de drijfveer van Pentheus die als heerser over zijn volk ook de veiligheid van zijn volk dient te bewaken. En daarmee ontbreekt de nuance die nodig is, ten faveure van een voorstelling die sist en siddert.
Bacchanten door Alba Theaterhuis, gezien op donderdag 16 september (try-out). Nog t/m 30 september in Theater De Regentes. Meer informatie: www.albatheaterhuis.nl en www.deregentes.nl.