Een erotisch geladen bloedbad

Nationale Toneel speelt Emilia Galotti

Bloedmooi is ze, Emilia, het burgermeisje dat op het punt van een goed huwelijk staat met graaf Appiani. ‘Ik heb bloed, papa, net zo’n warm bloed als iedereen’, zeg de wat timide, jonge deerne herhaaldelijk tegen haar vader. Ondertussen maakt de prins – hij raakte op slag verliefd toen hij haar zag en heeft daarenboven zin in een verzetje – jacht op haar. Hij bekent haar zijn liefde, in de kerk, uitgerekend op de ochtend van de dag van de huwelijksvoltrekking. Dit doolhof van begeerte moet wel uitdraaien op een bloedbad.

Een samenleving die voor eens en altijd alles anders moest zijn dan alle vorige. Zo een was er ook al medio achttiende eeuw. Een vorst mocht niet langer een tiran zijn, maar zich juist ontfermen over de zelfverwerkelijking van zijn onderdanen. En opeens moest een doorsnee vader geen vleessnijder zijn, maar de rol vertolken van liefhebbende gezinshoofd.  De Verlichte Duitse filosoof en literator Gotthold Ephraim Lessing, korte tijd rechterhand van Voltaire en omstandig geprezen door onder meer Goethe en Schiller, schreef er in 1772 een toneelstuk over. Het wordt nu door het Nationale Toneel gespeeld in een regie van de opmerkelijk met talent begiftigde regisseur Susanne Kennedy.
In het stuk dreigt de maagdelijke Emilia geschaakt te worden en ten prooi te vallen aan de aan haar opgedrongen charmes van de tirannieke en begerige prins. De prins zet duistere intriges op het voorgenomen huwelijk met een haar liefdevol gezinde graaf te dwarsbomen. De prins zet een hinderlaag op, rekent met de graaf en en passant met zijn eigen maîtresse, en lokt Emilia in zijn val: het prinselijk zomerverblijf annex lustoord Dosalo. Nadat alles uit is gekomen rest het arme wicht volgens de destijds heersende mores daarop niet anders dan te kiezen voor haar eer, dat wil zeggen: de dood, die haar vader voor haar voltrekt door het toedienen van een reeks messteken.

De parallellen in het stuk met het huidige tijdsgewricht lijken duidelijk. Eerwraak dreigt tot een (geïmporteerd) maatschappelijk probleem in onze samenleving uit te groeien, en standsverschillen – tegenwoordig tussen blank en zwart, of ook wel tussen moslim en christen – blijken onverhoeds nog aan de orde van de dag. Al zijn die niet meer zo ondubbelzinnig als in de achttiende eeuw.
De Emilia die de nog jonge (1977) regisseur Susanne Kennedy schetst bij het Nationale Toneel is in haar ogen een moderne jonge vrouw die wordt verscheurd door haar verlangens en, ten slotte, ten onder gaat aan de liefde van haar vader. ‘Ik kon niet naar voren, ik kon niet naar opzij’, herhaalt Emilia verschillende keren in een monotoon verwoorde, met bitterheid gevulde constatering, als uiting van het feit dat ze zich geketend voelt.

Emilia Galotti is een standaardwerk in de Duitse literatuur, en voor vrijwel iedere Duitse middelbare scholier is het lezen ervan verplichte kost. Misschien is dat de reden dat Susanne Kennedy – van Duitse komaf – het stuk heeft verknipt en er flashbacks in gemonteerd. Dat is een brug te ver voor de bezoeker die minder bekend is met deze Duitse klassieker, vooral omdat daardoor de verbanden tussen de zich opvolgende gebeurtenissen zoekraakt of soms maar moeilijk te vatten is. Toch blijft er meer dan genoeg over om te genieten, zoals onder meer de bewerking van het plechtstatige achttiende-eeuwse Duits tot een compact en modern klinkende spreektaal. Belangrijker is dat de theatertaal zoals Kennedy die de laatste jaren zo weergaloos heeft ontwikkeld, is uitgegroeid tot een wonderlijk maar subliem en rijk amalgaam, dat bulkt van ongewone vondsten in beeld, beweging en dictie, waardoor je ogen en oren wijd open houdt. Net als in eerdere regies als New Electric Ballroom en Over Dieren. Ze werd op basis van die stukken onderscheiden met de Erik Vos Prijs, een aanmoedigingsprijs voor beginnende theatermakers. Haar talent is inmiddels ook buiten ons land keihard doorgedrongen. Zo is ze nog dit seizoen te gast bij de Münchner Kammerspiele. Boven haar ideeënrijkdom torent Kennedy’s kennelijke vermogen om ‘haar’ acteurs tot grote prestaties te bewegen. Antoinette Jelgersma werd genomineerd voor haar rol in Over Dieren – en ook nu krijgt ze alle gelegenheid om te schitteren. De meeste aandacht gaat evenwel uit naar Çigdem Teke, die een prachtige, ontroerende en onderkoelde Emilia op de vloer legt, en naar Tamar van de Dop, die een bij vlagen een ‘über’wulpse gravin Orsina toont, zinderend vuig en vilein als het moet, zeldzaam sensueel op de momenten dat haar rol dat toelaat. De mannen blijven onder dat toneelgeweld wat achter, zo lijkt het. Maar ja, het zijn dan ook de mannen in dit stuk die de intriges opzetten, maar de vrouwen die in volle omvang de rekening gepresenteerd krijgen. Ook in dat opzicht is de zoektocht naar een nieuw wereldbeeld die ook toen al opgeld deed, toch ook nog altijd een ideaal voor ons, eenentwintigste-eeuwse westerlingen die zich graag wereldburgers noemen.

Emilia Galotti door het Nationale Toneel is in Den Haag te zien tot en met zondag 28 november. Meer informatie op www.nationaletoneel.nl . Toegangskaarten: 0900-3456789.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s