Pieter Huijgen, adjunct-hoofd van de belichtingsdienst van Het Muziektheater Amsterdam, is met zijn afdeling verantwoordelijk voor de technisch razend ingewikkelde videoprojecties die de Duitse ontwerper Eno Henze maakte voor Dawsons werk timelapse/Mnemosyne.
“De ronde hoeken”, antwoordt Pieter Huijgen (28) zonder omwegen op de vraag waar volgens hem de kneep zit. Enthousiast pakt hij er meteen pen en papier bij, en tekent hij uit het hoofd de decoropstelling van timelapse/(Mnemosyne), de nieuwe choreografie die David Dawson bij Het Nationale Ballet maakt.
De opstelling die Pieter schetsmatig aan het papier toevertrouwt, toont de plaatsing van liefst zeven zestig kilo elk wegende projectoren – “noem het vooral geen ‘beamers’” – die straks op manshoge steigers in de coulissen staan. De projectoren belichten vanaf verschillende posities negen meter hoge, met canvas bespannen panelen, die – afgezien van uitsparingen voor opkomsten en afgangen, en met uitzondering van de zaalzijde – de speelvloer van Het Muziektheater in zijn geheel rondom omvatten. “Die hoeken”, vertelt Pieter, “zijn namelijk niet haaks, maar lopen rond”.
En dat is dus lastig, aldus de als technisch bedrijfskundige in Utrecht afgestudeerde Huijgen. “Eenzelfde hoek moet door die ronding namelijk gelijktijdig door twee projectoren bestreken worden, anders loopt de beeldprojectie niet naadloos door. Aan de andere kant willen we niet dat de ene plek feller oplicht of een contrastrijker beeld laat zien dan op welke willekeurig andere plek op de panelen dan ook. En evenmin willen we aan beeldscherpte verliezen,” licht Pieter toe. “En dus is, door de overlap van beeld die in de hoeken ontstaat, een haarfijne, tot op de uiterste millimeter nauwkeurige afstelling van de projecties en de projectoren noodzakelijk.” En dan te weten dat het niet om statisch, maar bewegend beeld gaat.
Pieter: “De truc is dat we in de hoeken het beeld van twee projectoren laten overlappen en qua intensiteit laten aflopen waardoor een naadloze ‘softedge’ ontstaat. Daarnaast moet het beeld op die plek ook iets vervormen zodat de ronde hoeken van het decor exact gevolgd worden.”
Klink best logisch allemaal. Maar, zoals vaker, is de praktijk ingewikkelder en weerbarstiger dan op het eerste goedwillende lekenoog lijkt. In slechts dertig minuten bouwtijd moet een en ander namelijk perfect opgebouwd en ‘gesteld’ zijn. De opstelling van de projectoren is cruciaal. Precisiewerkje. Pieter: “Daar komt bij dat de zogeheten mediaserver – die wel acht beeldlagen in HD tegelijk kan weergeven – de verschillende beelden opbouwt en de zeven projecties aaneenplakt tot een enkele, levensgrote projectie, uiterst precies moet worden ingesteld en ingeregeld. We werken daarbij op de pixel nauwkeurig”, aldus Pieter.
Teneinde een en ander zo gemakkelijk, simpel en eenduidig mogelijk aan te sturen is er voor gekozen om de bediening van de mediaserver en de aansturing van de projectoren te koppelen aan de lichtcomputer. “Dat heeft als voordeel dat alles vanuit één plek te bedienen is, waarbij in dit geval alle licht- en videocues direct gekoppeld zijn aan de muziek.” Niet te onderschatten trouwens, dat voordeel van één enkel aanstuurpunt, want de projecties moeten nauwkeurig uitgebalanceerd worden met het lichtontwerp van Bert Dalhuijsen. “Video is leading. Anders zie je de projecties straks niet eens.” Onderschat ook niet de gevaren van een mogelijke schaduwvorming op het doek die van de dansers uitgaat. “Als ze te dichtbij het doek komen, dan werpt dat een schaduw op het projectievlak. Daar moet tijdens de balletrepetities al rekening mee gehouden worden. Alles moet dus heel precies passen,” besluit Pieter. “Gelukkig kan de week voorafgaand aan de toneelperiode al met alle techniek gerepeteerd worden in de voorbereidingsruimte van de toneel-, licht- en video-operators.”