‘Als een dronken lor door het leven’

Marleen van der Loo als Vrouw Koster in Kruimeltje

“Vrouw Koster is in mijn ogen een wat zielige vrouw die het slachtoffer is geworden van de omstandigheden waarin ze te verkeren is gekomen”, zegt Marleen van der Loo. Zij geeft in de musical Kruimeltje vorm aan de rol van stiefmoeder van het aandoenlijke geesteskind van schrijver Chris van Abcoude uit 1923. De rol van Vrouw Koster staat Hagenaars wellicht nog levendig voor ogen omdat die in de filmversie werd vertolkt door de vorig jaar overleden Appel-actrice Sacha Bulthuis. De film heeft Van der Loo niet gezien: “Ik vind het fijn om research te doen, maar een rol kleur ik graag blanco in, anders voel ik me belemmerd om die naar eigen inzicht te ontwikkelen. Dat er een boek, een film, en nu een musical van gemaakt is, vind ik geen enkel bezwaar. Je kijkt er immers toch ook steeds naar uit als er een nieuwe versie van Hamlet uitkomt?”

Volgens Van der Loo mist Vrouw Koster de intelligentie om haar eigen frustraties in banen te leiden. “Ze reageert dat af op Kruimeltje en gaat daarom al te vaak als een dronken lor door het leven. Zo stuurt ze Kruimeltje in een woede-aanval de straat op en mag hij pas weer bij huis en haard terugkomen als hij voldoende geld heeft vergaard om zijn eigen kost en inwoning te betalen.” Kruimeltje, een olijke, innemende straatjongen van 10 jaar, heeft geen vader of moeder, geen broers en zusters, en dreigt voor galg en rad op te groeien. Ooit is hij als baby door zijn moeder achtergelaten bij vrouw Koster. Vaak voelt Kruimeltje zich eenzaam, maar het is ook een taaie. “De musical geeft een mooi tijdsbeeld”, meent Van der Loo, “Het is de romantiek van het straatbeeld anno 1912 in een Nederlands havenstadje, met mooie kinderkopjes en zo.”

Van der Loo, in [1995] winnares van de tv-hit Op zoek naar Evita, straalde in de gelijknamige musical, maar ook in talloze andere musicals, onder meer in de theaterhits Cats, 1953 en Mamma Mia. Verleden jaar kreeg ze een nominatie voor voor de John Kraaijkamp Musical Award voor beste vrouwelijke hoofdrol in een kleine musical, voor haar aandeel in Vloed. In Kruimeltje vond ze evenwel een nieuwe uitdaging. “Normaal word ik, als zijnde een lyrische sopraan in het bezit van blond haar en blauwe ogen, algauw gecast voor ‘lieve’ moederrollen. In Kruimeltje mag ik van regisseur Carolien Frerichs een slechterik spelen, een meer extreme kant van mezelf laten zien, mag ik graven naar het slechte in me, en dat is fijn om eens te kunnen doen. Daar komt bij dat de rol van Vrouw Koster bepalend is voor de manier waarop Kruimeltje in het stuk door het publiek wordt gezien. En ik kan in deze musical mijn ei bovendien op verschillende manieren kwijt, want na de vroege dood die Vrouw Koster overkomt, ben ik in nog tal van andere rollen te zien. Maar let vooral ook op de kinderrollen. De kinderen die meedoen in deze musical leveren echt een ongelooflijke prestatie.”

Kruimeltje (6+) door REP is te zien in de Koninklijke Schouwburg van di 3 tot en met do 5 januari. Meer informatie en online reserveren: www.kruimeltje.nl en www.ks.nl. Reserveren: T 0900-3456789.

Advertentie

‘Quasimodo is van binnen lief, hartelijk en goedaardig’

Rabarber speelt De Klokkenluider van de Notre Dame

In de kerstvakantie speelt Rabarber traditioneel een voorstelling met leerlingen van de eigen jeugdtheaterschool die de rollen voor hun rekening nemen. Dit jaar is gekozen voor De Klokkenluider van de Notre Dame. Een wat griezelig verhaal met een poezelig randje.

Hij houdt van de luid bimbambeierende klokken in de toren van de kathedraal. Daar wordt hij door zijn ‘pleegvader’ Frollo als een gestrafte crimineel van de wereld weggehouden – en van het beeldschone zigeunermeisje Esmeralda. Quasimodo. Een griezel. Neus als een piramide, de mond een hoefijzer, tanden schots en scheef in zijn mond en eentje die bijna als een slagtand naar buiten steekt, eenogig, en dat ene oog verscholen achter een wrat, borstelige wenkbrauwen en…  een bult op zijn rug. Hij is wat we monsterlijk mismaakt zouden noemen – maar daar heeft hij zelf maar nauwelijks weet van. De duivels uitziende bultenaar is de spilfiguur in Victor Hugo’s beroemde boek De Klokkenluider van de Notre Dame (1831), dat zich afspeelt in het geurende en meurende Parijs van de late Middeleeuwen. Het aangrijpende verhaal over het goede zowel als het slechte dat in elke mens huist is door Rabarber bewerkt tot een uitbundige en muzikale voorstelling voor jong en oud, die in de kerstvakantie speelt, en waarin liefst zo’n veertig (!) leerlingen van de eigen jeugdtheaterschool de rollen voor hun rekening nemen.

Het drietal Quasimodo, Frollo en Esmeralda wordt in de versie van Rabarber gespeeld door de talentvolle jongelingen Max de Vogel (18), Milan Rang (18) en Maud van Leeuwen (15). Van de drie heeft alleen Maud, uitgerekend de jongste van het stel, een moedige maar desondanks slechts halfgeslaagde poging gedaan om het vuistdikke werk van Hugo te lezen; de anderen hielden het bij een oppervlakkige verkenning van de nu en dan wel erg romantisch gekleurde Disney-variant van dit verhaal. “Esmeralda is een charmant en wat flirterig zigeunermeisje”, weet Maud, die met dit personage haar eerste grote rol in een heuse voorstelling speelt . “Ze is in wezen een verlegen jonge vrouw, maar raakt gaandeweg zekerder van zichzelf omdat ze bemerkt dat een aantal mannen om haar hand dingt. Uiteindelijk weet ze zich omringd door drie mannen: Frollo, Quasimodo en dan nog een wat onduidelijke figuur uit de stad. Vaak laat ze zich overweldigen door de sfeer die van de situatie uitgaat en ze leeft steeds met het gevoel dat alle gebeurtenissen haar overkomen, ondanks haarzelf.” “Quasimodo, voor hem is iedereen bang of ziet hem als een zotterik”, zegt Max de Vogel. “Maar hij is van binnen lief, hartelijk en goedaardig. Hij werd als baby door zijn moeder te vondeling gelegd en kwam daarna in onder de voogdij van de kwaadaardige kardinaal Frollo, die hem opvoedde als een gevangene. Hij weet daardoor niet beter dan dat hij het goed heeft, ondanks het regime van de machtige kerkvader. Als hij op een dag naar buiten mag, naar de mensen die hij vanuit zijn toren altijd gadesloeg, wordt hij door hen bekogeld met tomaten. Dat begrijpt hij niet. Maar dat is wel de dag dat hij Esmeralda ziet.” “Frollo?”, vraagt Milan Rang. “Frollo is een door en door wrede en egoïstische kerkvorst die zigeuners als ongedierte ziet en Quasimodo alleen als een mormel. Hij bezit veel macht omdat kerkelijke leiders indertijd ook stadsregenten waren. Daardoor kan hij, wat hij ook doet, vrijwel met alles ongestraft wegkomen.”

Volgens Wim Serlie, vaste regisseur en toneeldocent bij Rabarber, zijn in de bewerking die David Geysen voor Rabarber maakte, ook verwijzingen naar de actualiteit te vinden. “De zigeunerhaat die in de tijd van Victor Hugo leefde bijvoorbeeld; zagen we zoiets van de zomer in Italië en in Sarkozy’s Frankrijk ook niet? Vreemdelingenhaat. L’histoire se repète. Of een kerkleider die zich niets gelegen laat liggen aan machtsmisbruik. Zeer herkenbaar. Je probeert met de keuze voor een voorstelling natuurlijk ook altijd iets over de dag van vandaag te zeggen.” Dat is het drietal hoofdrolspelers snel met hem eens: “Maar het wordt ook een voorstelling die voor een breed publiek leuk is,” zegt Milan, die vorig jaar ook in de toenmalige kerstproductie Alice in Wonderland van Rabarber meedeed. “En er zitten ook grappen in die dan afwisselend voor jong maar ook voor oud leuk zijn”. Hij heeft een visie ontwikkeld op zijn rol: “Ik wil de aftakeling van de verziekte geest van Frollo laten zien, en de schijnheiligheid van een man tonen die zijn woord ooit aan de kerk heeft gegeven maar juist daardoor zijn ondergang tegemoet gaat. Hij is iemand die ik langzaam maar zeker zichtbaar gek moet laten worden in zijn hoofd, een man die bij mensen weerzin moet oproepen. Voor mijn rol is het belangrijk dat ik een pure slechterik ben, want daardoor kan ik Quasimodo des te mooier uit de verf laten komen.”

Ook Max de Vogel heeft goed nagedacht over zijn plaats en rol in het stuk: “Mijn Quasimodo moet vooral in staat zijn om medelijden op te wekken, maar toch ook een winnaar kunnen worden. Iemand die tot uitdrukking brengt dat je zonder over een mooi uiterlijk te beschikken toch als een lieve man kunt worden ervaren.” “En Esmeralda”, vult Maud aan, “komt tot gedurende het stuk tot de ontdekking dat het innerlijk, de inhoud, belangrijker is dan de verpakking.”

Het verhaal kent een gevoelig slot. Uiteindelijk ‘krijgen’ Quasimodo en Esmeralda elkaar, maar laat een verteller ons weten dat er weinig bekend is van wat daarna met het tweetal gebeurde.

De Klokkenluider van de Notre Dame door Rabarber is bedoeld voor iedereen vanaf 5 jaar. Van 26 tot en met 31 december te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.rabarber.net. Reserveren: www.theateraanhetspui.nl. of T (070) 346 52 72.

Verbazingwekkende eigenheimers

De koude kermis van het leven in een notendop

Dames voor na vieren heet het duo. Voor hun programma Koude Kermis kregen ze voor de tweede keer, na Hijgende Hakken, een nominatie voor de Neerlands Hoop. In Diligentia speelt het tweetal voorlopig de laatste voorstelling van de serie. ‘Dat stemt weemoedig, ja.’

In oktober van dit jaar mocht het duo voor de tweede keer in hun nog vrij jonge carrière een nominatie voor een Neerlands Hoop in ‘ontvangst’ nemen. De Dames voor na vieren Hanneke Drenthe en Anne van Rijn kregen de cabaretonderscheiding voor hun voorstelling Koude Kermis, nadat hen eerder in 2007 eenzelfde waardering ten deel viel voor Hijgende Hakken. ‘Een vlot programma dat een smakelijke mix biedt van revue, kermis, slapstick, clownerie en variété’, oordeelde de vakjury. ‘Acts en liedjes grijpen soms onverwacht in elkaar, zoals bij de rochelende kettingrookster die graag conservatorium wil doen en later opduikt als formidabel galmende operazangeres. Menselijke kwetsbaarheid en misverstanden in de communicatie zijn terugkerende thema’s. Het inzoomen op onmacht of onkunde werkt op de lachspieren, maar slaat bij de Dames bijna altijd om in ontroering.’

Het mooie is dat er geen letter overdreven is: Ze weten razendsnel en probleemloos te schakelen tussen ontroeren, verrassen en hilarisch of absurdistisch zijn, maar weten ondertussen ook prachtig te zingen, goed pianospelen, te observeren en zich voort te bewegen. Ze verraden een verbluffende speelsheid en overtuigen met een met uiterste precisie getimede mimiek. ‘Een autobiografisch programma over de achterkant van de tragiek van vermaak’, en ‘de kermis van het leven tot leven gebracht’, laat het duo op de flyer over Koude Kermis weten. “Er is sprake van een rode lijn waarin steeds twee clowntjes terugkomen”, zegt Hanneke Drenth, wederhelft van cabaretgroep Dames voor na vieren. “Zij staan symbool voor de artiest die steeds iets nieuws moet verzinnen, die steeds moet bedenken hoe je grappig en aantrekkelijk blijft voor het publiek. In die zin is het karakter van ons programma autobiografisch te noemen. Maar er zitten ook veel scènes in over ‘gewone’ mensen die hun uiterste best doen om iets van het leven te maken maar vaak in hun opzet mislukken en daardoor, figuurlijk, van een echte koude kermis thuiskomen.”

Met een unieke kijk op de dagelijkse dingen en kleinmenselijk leed trekt het cabarettweetal hun publiek mee in een kermisattractie, een gebeurtenis waarbij je soms eventjes vergeet dat je bestaat: de prachtige zang, mime, livemuziek en slapstick afgewisseld met tragikomische sketches belijven. De kracht van het duo schuilt met name in het op heerlijk tragikomische wijze verbeelden van alledaagse situaties en alledaagse mensen. Vaak schuren en schrijnen de sketches op een heerlijke intelligente manier. Als inspiratiebron voor hun acts geeft het duo onder meer de titel van het tv-programma ‘Man bijt hond’ op. “De gewone mens zoals die is,” verklaart Hanneke. “In alle kleuren en maten die er voorradig zijn. Het leven zoals het is. Op de keper beschouwd blijken juist de meest gewone mensen verbazingwekkende eigenheimers.” Maar de Dames zeggen ook veel plezier te beleven aan de films van Laurel & Hardy en van Charlie Chaplin. Hun talent voor mimiek is komen boven drijven tijdens hun studie aan de Koningstheateracademie in Den Bosch, tegenwoordig de opleiding bij uitstek voor cabarettalent. “Toen Anne en ik elkaar op die opleiding ontmoetten en we besloten om samen sketches te gaan maken, bleek dat we het mimische als vanzelf bij ons werd aangeboord. Natuurlijk, je moet het talent daarna nog dag in dag uit tot ontwikkeling brengen, de krachten naar boven halen. Maar geen van ons tweeën had er daarvóór ooit veel aandacht voor gehad.”

Op de academie leerden ze ook hoe ze het beste een avondvullend programma tot ontwikkeling konden brengen. “Voor ons werkt het het beste als we min of meer lukraak aan het associëren slaan. De theaters vragen al anderhalf jaar voordat we een nieuw programma maken om een titel. En daarom kiezen we voor een titel die ons voldoende aanknopingspunten biedt voor associaties. In het geval van Koude Kermis hadden we dar natuurlijk meteen gedachten bij van een heuse kermis en een circus. Vervolgens gaan we spullen verzamelen en tijdens de repetities soms ook gewoon de straat op om te observeren wat daar gebeurt. En soms hebben we nog een sketch op de plank liggen die we in kunnen passen. Vervolgens gaan we alles in elkaar passen en blijkt een inval van een minuut uitgesponnen te kunnen worden tot een deel dat tien minuten in beslag neemt. Tijdens de try-outfase leggen we de laatste hand aan een onderdeel. De reacties uit het publiek zijn namelijk cruciaal om de timing goed te krijgen.”

In het Haagse cabaretpaleis Diligentia speelt het duo de dernière van Koude Kermis. Daarna zijn ze anderhalf jaar lang niet meer als duo op de podia te zien. “Dat stemt wat weemoedig, ja”, geeft Drenth toe. “Maar we willen weer eens wat meer ruimte voor onszelf. Bovendien hebben we tijd nodig voor het ontwikkelen van een nieuw programma. En dan ben je al snel een realtief lange tijd uit het zicht. Maar het schouderklopje dat uitgaat van de verworven nominatie voor een Nederlands Hoop stemt het duo opbeurend. “Je bent gezien. In deze moeilijke tijden van economische recessies die het theaterleven bedreigen, is dat een waardevolle erkenning. Als artiest wordt het er niet makkelijker op. Het navrante is dat mensen vaak niet beseffen dat cabaretiers doorgaans niet gesubsidieerd worden, en in feite altijd al zelfstandig ondernemers waren. Als we try-outen dan doen we dat vaak geheel op eigen kosten. Het is jammer dat het zo met de kunsten moet. Maar als ik voor mezelf spreek is optreden nog altijd de moeite waard. Theater maak ik vanuit het hart.”

Koude Kermis door Dames voor na vieren is te zien op vrijdag 23 december in Theater Diligentia. Meer informatie op: www.damesvoornavieren.nl en www.diligentia-pijn.nl. Telefonisch reserveren: (070) 3610540.

Theater De Regentes bundelt talent in PIEK!

Van Ketelhuis tot Het Diepe

Het Haagse Regentessekwartier bulkt van talent. In PIEK! krijgt een aantal podiumkunstenaars de gelegenheid dat talent tot uitdrukking te brengen in een gezellig en feestelijk programma, dat zich afspeelt in Theater De Regentes.

PIEK! is een piek-ervaring in tijden van eurocrises op weg naar de feestdagen ,” grapt Laudie Vrancken van Theater de Regentes over de op stapel staande feestelijke avond in theater en ‘cultuuranker’ De Regentes aan de Haagse Weimarstraat. Voor de gelegenheid van PIEK! wordt het gehele theater ondersteboven gespeeld – van Grote tot aan Kleine zaal en van Ketelhuis en Het Diepe tot aan de dansstudio van het aloude, gewezen zwembad – terwijl de foyers van het theater in gezellige kerstsferen zullen worden gehuld. “Het bijzonder van de avond zit ‘m, naast de kwalitatief hoogstaande optredens, in het feit dat de optredende artiesten stuk voor stuk wonen in het Haagse Regentessekwartier”, weet Vrancken. “Het Regentessekwartier is echt een bijzondere buurt, het loopt hier over van kunstzinnig ingestelde mensen. Het leuke van PIEK! is nu dat bezoekers en tal van artiesten die elkaar al zouden kunnen kennen van de supermarkt elkaar hier kunnen ontmoeten, in een informele maar kwalitatief hoogstaande setting, en in een theater dat graag een ontmoetingsplek is.” Daarnaast hoopt zij op spannende artistieke ontmoetingen en kruisbestuivingen her en der. “Het zou leuk zijn als, bijvoorbeeld, choreografe Cora Bos-Kroese en het Haagse tango-ensemble Orquesta Tipica del Mosa die avond zouden besluiten om in de toekomst eens gezamenlijk een voorstelling te gaan maken.”

De avond bestaat uit vijf totaal verschillende, omstreeks vijftien minuten durende en kleinschalige optredens die achtereenvolgens door het in groepen opgedeelde publiek worden bezocht. Op stapel staan optredens van het klassiek georiënteerde maar naar concertvernieuwing strevende Matangi Quartet, het jonge, energieke DanceMixTheatre (DMT) en het al genoemde Orquesta Tipica del Mosa, het grootste tango-amateurorkest van Nederland. Uiteindelijk komen alle bezoekers samen in de Grote zaal, waar ze voorafgaand aan een spetterend afsluiten van DJ TigraT een bijzonder optreden van ex-NDT-coryfee en choreografe Cora Bos-Kroese (‘Ik woon om de hoek’) met haar buurtbewoonster, de uit Irak afkomstige maar in Syrië opgegroeide zangeres Baider al Basri plaats vindt, een optreden dat in aanleg werd gemaakt en uitgevoerd ter ere van het toenmalige vijftigjarige jubileum van het Nederlands Dans Theater in september 2010. Cora: “Baider al Basri is werkelijk een vrouw apart. Haar familie, die uiterst muzikaal is en sinds 1997 in Den Haag woont, beschikt over een fenomenale stem waarmee ze onwaarschijnlijk mooi zingt. Bovendien beschikt ze over een heel mooie, sensuele uitstraling. Een cd met oosterse orkestmuziek die van haar is opgenomen is in voorbereiding.”

Bos-Kroese tekent ook voor een van de andere optredens op de Regentes-route van die avond, door een fragment te tonen uit de première van haar nieuwe duet Amor. “Het stuk gaat over het blinde vertrouwen van twee mensen,” zegt Cora Bos-Kroese. “Het uiterst aan elkaar vertrouwde koppel en net als Bos-Kroese eveneens voormalige NDT-dansers Sabine Kupferberg en David Krugel vertelt hun geschiedenis.” In de voorstelling Amor, die van dinsdag 13 tot en met donderdag 15 december de première beleefde in de Waalse Kerk aan het Noordeinde in Den Haag, werden de bewegingen van de voormalige NDT-sterren omlijst met voordrachten van Firma MES-actrice Lindertje Mans. Zij las gedichten van Ilja Leonard Pfeijffer voor.

PIEK! is een goed voorbeeld van een nieuwe weg die theaters in de toekomst vaker zullen bewandelen, meent Laudie Vrancken. “De avond is min of meer spontaan ontstaan. Het zijn allemaal artiesten die geregeld van de repetitiefaciliteiten van De Regentes gebruik maken die wij ze bieden. Op deze manier willen zij iets voor ons terugdoen.”

PIEK! door Theater De Regentes met het Matangi Quartet, C-Scope, DMT, Orquesta Tipica del Mosa, Baider al Basri en DJ TigraT op wo 21 december. Meer informatie en online bestellen: www.deregentes.nl. Telefonisch reserveren: (070) 363 77 98.

Een dodelijke vriendschap

Shakespeare’s Othello in een nieuw jasje

Ziek van aangeprate jaloezie vermoordt de met blindheid geslagen Othello zijn geliefde Desdemona. Toneelgroep Dood Paard bracht de bezetting terug tot twee spelers en een technicus die alle rollen spelen. “Juist daardoor is het mogelijk om de jaloezie op de spits te drijven”, zegt Kuno Bakker, een van de drie acteurs in Bye Bye.

“De zakdoek”, antwoordt Kuno Bakker na enig nadenken. De vraag luide wat volgens hem de sleutelscene van Shakespeares beroemde tragedie is. “Het moment dat de onwankelbaar gewaande legerleider Othello onder ogen moet zien dat ‘zijn’ Desdemona diens tedere liefdesgeschenk moet hebben weggegeven. Aan een andere man nog wel.” Het is het moment dat de druppels van jaloezie die hem door Othello’s vaandrig Jago werden toegediend, uitmonden in het noodlottige besluit om zijn geliefde te zullen doden. De vileine, afgunstige en boosaardig gestemde Jago probeerde ogenschijnlijk net daarvóór de Moorse legerchef van die daad te weerhouden, door hardop uit te spreken en te verzoeken haar leven juist te sparen. “Door dat  verzoek expliciet te maken weet Jago dat Othello door zal schieten in zijn woede en is Jago er zeker van zijn doel te bereiken: wraaknemen op deze zwarte man die in tegenstelling tot hem een mooi blank meisje aan zijn zijde weet, een goeie baan heeft en die hem bovendien onlangs  in zijn carrièrepad dwarsboomde.”

Kuno Bakker is al sinds zijn studie aan de Toneelschool Amsterdam gefascineerd door Shakespeares moorddrama, een tijd waarin hij meermaals ‘losse’ scènes van dit stuk ten tonele voerde. Nu mag hij het eindelijk integraal spelen, bij toneelcollectief Dood Paard, onder de titel Bye Bye. “Het is wat mij betreft het beste dat Shakespeare geschreven heeft. De tekst is werkelijk briljant. Zo mooi dat het een lust en genot is om die zinnen te mogen uitspreken. Ik hoef dan ook geen jaloezie in mezelf op te zoeken om dit goed te kunnen spelen.” Bakker acht het bovendien een stuk met een hoge actualiteitswaarde. “Xenofobie,” zegt hij. “Othello is een buitenlander die het goed voor elkaar heeft. En dat roept aversie bij inlanders op.”

De rol van buitenlander wordt in Bye Bye letterlijk genomen. De voorstelling opent met een gruwelijk verhaal door de Marokkaans-Nederlandse acteur Chaib Massaoudi over een kamermeisje dat een verminkt vrouwenlijk vindt. Bakker: “Toen we aan de repetities bezig earen zagen we in een krant een werkelijk gruwelijke foto van een vrouw wier gelaat was verminkt doordat het met zoutzuur werd overgoten. Een foto die oom de selectie van de World Press Photo haalde. Kennelijk is dat wat jaloezie, vroeger zowel als nog altijd heden ten dage, teweeg kan brengen .” In de voorstelling wordt Massaoudi daarna door de zwartgeschminkte Kuno Bakker en Gillis Biesheuvel terzijde geschoven, twee blanke mannen, die allebei de donkere Othello willen spelen. Ze vechten en plein public uit wie de rol van legerleider mag spelen. Het is een bijzondere vorm voor een stuk dat doorgaans loodzwaar wordt aangezet. “De keuze voor slechts twee spelers en een sidekick nodigt uit tot het spelen van dubbelrollen. De ene keer speel ik Jago, dan weer Desdemona, dus het kan dus gebeuren dat ik eerst als Jago Desdemona zwart maak bij Othello, om vervolgens Desdemona te spelen die niet begrijpt waarom Othello zo gemeen tegen haar is. Dat geeft het stuk een diepere laag, want je kunt alles en iedereen spiegelen. Daardoor wordt het één groot toneelspel over de vraag hoe mensen zich tot elkaar verhouden, mensen van vlees en bloed.” Het appelleert aan nog een fascinatie van Bakker: dubellevens. “De vraag naar wat de achterliggende bedoeling is van iemand, zodat niets lijkt wat het is, dát is een spanningsveld dat ik graag zie, in toneelstukken maar ook in films. Het gegeven dat een vriend diens vijand is, zonder dat hij of zij dat zelf beseft. Het zijn mensen die een geheim met zich meedragen. Zoiets vind ik een buitengewoon interessant gegeven.”

Dood Paard brengt Shakespeare’s Othello in een eigen ‘hertaling’, die modern is en toch dicht bij het origineel blijft. Het stuk is mede daardoor uitgelopen op een kwajongensachtige slapstickkomedie, met nu en dan stotterende acteurs, en gespeeld vanaf een wankel podiumpje dat gedurende de voorstelling langzaam maar zeker in elkaar dondert. Juist bij Dood Paard kan zoiets ongekend hilarisch uitpakken. “Humor en drama gaan goed samen. Het is zo’n beetje de filosofie van Dood Paard en een manier bij uitstek om met lichtheid en humor een dergelijk dramatisch stuk te bestrijden. Juist de gulle lach kan de wrange ondertoon beklemtonen en een gezicht geven. De ernst van de situatie en zelfs van een heel stuk wordt daardoor zeer verteerbaar.”

Bye Bye van Dood Paard is in Theater aan het Spui te zien op vrijdag 16 december. Meer informatie op www.theateraanhetspui.nl en www.doodpaard.nl. Reserveren: (070)3465272.

‘Een laagje van craquelerende vernis’

Els Dottermans als Petra von Kant, geregisseerd door Susanne  Kennedy

In De bittere tranen van Petra von Kant zoeken zes vrouwen naarstig naar hun bestaanskern. Els Dottermans speelt de titelrol van de onsympathieke Petra von Kant. “Een afstotelijke vrouw die geen enkele relatie in stand weet te houden.”

“Vréselijk”, zegt hoofdrolspeelster Els Dottermans. “Werkelijk vreselijk”, herhaalt ze, “en vooral zo sáái en tráág ook. Die enorme aversie die wij allemaal voelden tegen die afstotelijke, mechanisch reagerende vrouwen en de kille distantie die we voelden toen we de filmversie bekeken! We vonden die bedreigend en problematisch voor de voorstelling die we toen op het punt stonden te gaan maken.” De gevierde Vlaamse actrice, die na bijna vijfentwintig jaar vrijwel alle Nederlandse en Vlaamse podia heeft bespeeld, vertolkt de gelijknamige rol van grillige, manipulatieve en hypersensitieve maar ook mondaine, gevierde en ontspoorde modekoningin. “Fassbinder legde een laag over de personages heen, een broos laagje van craquelerend vernis dat ‘uiterlijke omgangsvormen’ heet, of, preciezer: foute omgangsvormen.” Dottermans heeft het over de verfilming die de Duitse cineast Rainer Werner Fassbinder in 1971 maakte van zijn eigen tekst. “Laten we het maar op het woord ‘gedateerd’ houden”, besluit ze.

In Fassbinders door velen als magnum opus beschouwde werk lijkt de gelijknamige en gearriveerde upper-class modeontwerpster uit Bremen gedesillusioneerd te zijn in de liefde, totdat ze door een bezoek van een goede vriendin bij toeval in contact komt met de onomwonden en jeugdige Karin Thimm, klaarblijkelijk een lower-class meisje uit Frankfurt, dat zich aanvankelijk al te graag laaft aan de met dagelijkse champagne omklede seksueel getinte en bezitterige avances van Von Kant, maar het uiteindelijk toch niet blijkt te kunnen stellen zonder de door Von Kant versmade mannenliefde.

Toen de uiterst talentvolle jonge regisseuse Susanne Kennedy haar vroeg voor de titeltrol, wist Dottermans eerst niet goed wat er van haar zou worden verwacht. “Ik had nooit eerder met haar gewerkt en nooit eerder voorstellingen van haar gezien. Toen ik haar sprak over het stuk en daarbij bleek dat zij dezelfde mening over de film was toegedaan, was het ijs tussen ons meteen gebroken.” En, belangrijker, was de interesse om de rol te spelen definitief bij haar gewekt: “Zij zag het stuk allereerst als een soap, een in de kern ogenschijnlijk simpel verhaal over machtsrelaties tussen vrouwen onderling, en over omgangsvormen die vrouwen gebruiken om elkaar voortdurend te kunnen manipuleren. Vrouwen die, soms gelijktijdig, de rol spelen van dochter, moeder of vriendin – en zich alleen al daardoor volcontinu onder spanning voelen staan.”

Onbehaaglijk
Het beeld dat dat oproept wordt versterkt door de kenmerkende, compromisloze en stijlvaste regie van Susanne Kennedy. Ook voor deze voorstelling creëerde de Duitse een op het oog buitenissige, weerbarstige en onwelgevallige pruikenparade, die bij kijkers vaak een uiterst koele, vervreemdende uitwerking heeft, en die de verbeelding op hol doet slaan. In deze productie is dat ook zo. “Ik heb voor de lelijkheid en kleurloosheid die zij van haar spelers eist, en die er in essentie op neer komt om volledig emotieloos te spelen, enorm hard moeten werken. En je moet daarbij in staat zijn om volledig mee te gaan in de ranzige, zuurstokroze maar spannende en bij tijd en wijle komische snoepwinkel die zij om je heen bouwt. Je kunt bij haar niet op intuïtie alleen spelen.” Dat heeft volgens Dottermans onder meer te maken met de manier waarop Kennedy toneel beschouwt: ze is van mening dat vrouwen in het toneel vaak worden geportretteerd als min of meer willoze, zielloze ledenpoppen die aldoor een slachtofferrol wordt gevraagd aan te nemen – en worden alleen al daardoor tot afstotelijke wezens.
Kennedy stelt zich in haar regies in abstracto de vraag wat er zou gebeuren als nu eens een vrouw in plaats van een man op het toneel hunkering of begeerte toont. Dottermans: “Stel je voor dat Hamlet een vrouw zou zijn, wat zouden we dan van deze Hamlet vinden? Het is deze onbehaaglijkheid die Kennedy graag wil overbrengen op het publiek. Ze wil het vastgeroeste man/vrouw-beeld doorbreken en zelfs op z’n kop zetten.” Die rolomkering is in dit stuk voor zes vrouwen dubbel interessant, want Fassbinder stak zijn uitgesproken homoseksuele geaardheid niet onde stoelen of banken. Volgens Dottermans is zijn creatuur van Petra von Kant vrijwel autobiografisch. “Fassbinder werd publiekelijk altijd bewonderd en bewierookt. Maar ondertussen wist hij op persoonlijk niveau nauwelijks een vriendschappelijke relatie in stand te houden. In die zin heeft De bittere tranen van Petra von Kant zeker autobiografisch te noemen”, aldus Dottermans, die zich heeft verdiept in het leven van de Duitser.

Dottermans weet zich in deze productie, een gezamenlijke onderneming van NTGent en het in Den Haag residerende Nationale Toneel, op het podium omringd met vijf tegenspeelsters die, evenals zijzelf, hun sporen in het professionele theater ruimschoots hebben verdiend: Bien de Moor, Nettie Blanken, Betty Schuurman, Marie Vink en Lien Wildemeersch. “Zes vrouwen die een en hetzelfde podium delen, die zijn geregisseerd door een vrouw! Dat is bijzonder. En we hebben gezamenlijk nog veel plezier ook.”

De bittere tranen van Petra von Kant door NTGent en Nationale Toneel is op woensdag 14 en donderdag 15 december te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie op www.ntgent.be en www.nationaletoneel.nl. Reserveren: (0900) 3456789.

In de val van de tijd

Beeldend en poëtisch muziektheater op tekst van Toon Tellegen

“Sedert de tijd dat ik in Den Haag woon ben ik herhaaldelijk met mijn fiets tegen plotseling openslaande autoportieren opgeknald. Terwijl ik dan en over de kop vloog, door de lucht buitelde en daarna pijnlijk ten val kwam schoot er van alles door mijn hoofd: ‘Oei, dit gaat weer pijn doen’ bijvoorbeeld, maar ook overkwam me het gevoel zwevend te zijn. En nog iets bijzonders: zo’n val is als een reis. Die in werkelijkheid misschien een enkele seconde duurt, maar soms wel een uur lijkt door te gaan.”

Beeldend kunstenaar en theatermaker Petra van der Schoot maakte over haar fascinatie voor het fenomeen van ‘de val’ de poëtisch-verstilde muziektheatervoorstelling Achterna Gedragen. Daarin combineert ze haar persoonlijke ‘val’-gewoonten met bewondering voor de ‘val’-voorstellingen en de  machinerieën van Dick Raaijmakers, haar voormalige docent aan het Koninklijk Conservatorium, alsook met het  wonderlijke, amusante, filosofische en absurdistisch getinte universum van de kinder- en jeugdboekenschrijver en dichter Toon Tellegen. “Ik vind het interessant om te zien wat er gebeurt als de alledaagse realiteit gaat scheuren”, zegt de geboren Bossche. “In de voorstelling verbeeldt een vrouw dat het uitzicht van het huis dat zij bewoont, niet klopt. Haar huis verandert op slag in een donker hol. Met piepende machinerie komt het panorama dat haar venster biedt, langzaam in beweging. De grond begint onder haar voeten te schuiven en in een flits ziet ze hoe ze valt en hoe de afgrond op haar wacht. Ze besluit te springen. Zonder drama. Want neerkomen zal ze toch. Tot die tijd reist ze als een nieuw personage de val achterna, gedragen door de kracht van haar verbeelding. Die val, dat moment, daar gaat het me om, dat is het ogenblik dat ik graag vertragen wil en min of meer stilzetten. Ik beschouw de val nadrukkelijk niet als een faalmechanisme maar als iets dat behalve narigheid juist ook persoonlijk ‘winst’ oplevert.”

Van der Schoot maakte er samen met componist Piet-Jan van Rossum een soort van operatesk objecttheater van, met bewegend decor, rekwisieten die spontaan de geest krijgen en spelers/muzikanten die verschillende beeldende en muzikale handelingen uitvoeren. De teksten die te berde komen zijn ‘weerberichten’ van Toon Tellegen. “Het zijn atmosferische beschrijvingen”, aldus Van der Schoot, “aanvankelijk gewone weersvoorspellingen. Gedurende de voorstelling roepen die vervreemding op en worden uiteindelijk stem van de hoofdpersoon.” Ze reciteert uit de teksten die Tellegen voor de voorstelling schreef: ‘In dunbevolkte gebieden kan plotseling onrust opkomen, met hier en daar zelfs tot orkaankracht aanwakkerende razernij en walging. Nadien zal het langdurig ijzelen van verdriet over de luchtdruk die weer zal stijgen en de mensen naar beneden zal laten storten.  Nooit zal de zon meer zo weemoedig schijnen, en nooit meer zal het zo ondubbelzinnig waaien.’

Ook Tellegen heeft trouwens iets met ‘vallen’, weet Van der Schoot. “In zijn verhalen komen vaak dieren voor die uit een boom vallen nadat ze er zelf in geklommen zijn of erg bang zijn om ten val te komen.” De keuze voor Tellegen sluit goed aan op de verwondering die Van der Schoot bij haar kijkers teweeg wil brengen. “Het gaat me erom dat bezoekers van mijn voorstellingen onbevangen, als een kind kijken naar hetgeen te zien is, zonder last te hebben van wat betekenisdragers doorgaans plegen te zijn. Dat vergt een ongedwongen basishouding van de kijker, een houding die ik in principe trouwens ook mijn spelers vraag in te nemen.”

Het ‘val’-mechaniek in Achterna Gedragen is gemaakt door Paul Beuk, in vroeger tijden ook bouwer van de installaties van Raaijmakers. Ook in die zin is de voorstelling een hommage aan de nog altijd in Den Haag woonachtige Raaijmakers, een van de voorlopers waar het gaat om elektronische muziek en avant-gardistisch getint muziektheater, aan wie onlangs de tiende Witteveen+Bosprijs voor Kunst en Techniek werd uitgereikt..

Achterna Gedragen is een coproductie van Tg Zoogdier ism Theater Zeebelt en is op za 10 december te zien in Theater Zeebelt. Meer informatie: www.zeebelt.nl. Telefonisch reserveren:  (070) 3656546.

In de woekerwereld van het grote graaien

Hans Kesting als ultieme botterik Harpagon in De Vrek van Molière

Een krentenkakker à la Scrooge en Dagobert Duck, dat is Harpagon, Molières hoofdpersonage in De Vrek. Het tragikomische stuk uit 1668 wordt op dit moment gespeeld door Toneelgroep Amsterdam, met een sublieme Hans Kesting in de weergaloze rol van Harpagon. Kesting zet met de rol zijn nu 25-jarige carrière op het toneelpodium luister bij. En treedt hij letterlijk in de voetsporen van Molière, want de Franse schrijver plachte zelf de hoofdrollen in zijn eigen stukken te spelen.

Op het eerste oog staat in De Vrek Harpagons egoïstische liefde voor geld centraal. Dat gaat ten koste van zijn inlevingsvermogen en daardoor vervreemdt hij van zijn bloedeigen kinderen. Maar die  staat ook de relatie tussen zijn kinderen en hún geliefden in de weg. “Ik heb nooit eerder iets van Molière gespeeld”, zegt Hans Kesting, “en tot dusverre nooit een vaderrol. Dus het leek me een interessant stuk om te doen, ook omdat ikzelf inmiddels 51 ben. Daar komt bij dat deze voorstelling rijk is aan kleuren en schakeringen, mede door de regie Ivo van Hove. In dit stuk zitten eigenlijk verschillende drama’s verweven. Het is niet alleen lachen geblazen over de verwikkelingen. Er zitten ook verschillende kanten aan die het veel dieper doen reiken dan alleen een eendimensionaal verhaal over een met ijzeren vuist regerende man die een fascinatie voor een pot goud heeft, en geld als machtsmiddel gebruikt, bijvoorbeeld door zich op financieel gebied weigerachtig op te stellen als het op uitgeven aankomt.” Van gierigaard naar de woekerwereld van het grote graaien en de heiligverklaarde economie van vandaag de dag is maar een enkele, kleine stap. Een stap die óók uit het zeventiende-eeuwse stuk te destilleren valt: “Je zou in Harpagon de rol van Nederland in het Europa van nu kunnen zien”, antwoordt Kesting. Zelf ziet hij het slijk der aarde niet als belangrijk “maar niet anders dan voor jou of andere mensen.”  Ook het beschikken over eigendom zegt hem niet al te veel: “Ik woon in een huurhuis.” Hij zegt zich niet blind te staren op geld en acht zich het tegendeel van gierig.

Na een periode van liefst 25 jaar op alle belangrijke toneelpodia van het land te hebben doorgebracht, in uiteenlopende films te zijn verschenen en veelvuldig voor tv te hebben gewerkt, verklaart Kesting zijn grote liefde aan het toneel. “Het is mijn biotoop, mijn thuis, mijn veilige haven. Ik heb op het podium een professionele en persoonlijke ontwikkeling doorgemaakt. En heb er veel bijzondere avonden en memorabele voorstellingen beleefd. Toneelspelen is altijd spannend: iedere avond is anders omdat steeds de zaal, het publiek anders is.” Terugkijkend ziet hij als persoonlijke hoogtepunten zijn terugkeer bij Toneelgroep Amsterdam in 2003, toen hij Othello speelde, en Angels in America, waarvoor hij werd onderscheiden met een Louis d’Or, ’s lands hoogste toneelprijs. Na een kwart eeuw van vooraanstaand toneel en het spelen van talloze grote rollen uit het wereldrepertoire, koestert hij nog altijd een grote wens. “Ik zou graag eens spelen in een stuk van Thomas Bernhard. Naar mijn mening een bijzonder schrijver wiens stijl van schrijven ik erg bewonder. De kans dat Toneelgroep Amsterdam iets van hem gaat spelen is minimaal, want artistiek directeur Ivo van Hove vindt het wat lastig diens werk op het reperoire te nemen.”

De Vrek door Toneelgroep Amsterdam in de Koninklijke Schouwburg op za 3 en zo 4 december. Meer informatie: www.ks.nl en www.toneelgroepamsterdam.nl. Telefonisch reserveren: 0900-3456789.