Veertigers met onbeheersbare peuterneigingen

C3 met drie topcabaretiers in de gelederen

Wat voltrekt zich bij twee mannenveertigers op het moment dat zich een mooie, jonge vrouw voegt? Mike Boddé, Onno Innemee en Jelka van Houten maakten er als C3 een vrolijke voorstelling over, met sketches maar vooral ook veel muziek.

“Peuters”, zegt Mike Boddé. “Volwassen veertigers vertonen vaak serieus peutergedrag. Er hoeft zich maar een enkele mooie, jonge vrouw in hun midden aan te dienen en het lijkt erop dat ze zich spontaan en met veel succes oneindig lijken te willen degenereren. De vrouw trouwens net zo goed als de mannen die haar omringen”. Boddé, inmiddels zelf meer dan hartstochtelijk veertiger, lijkt uit eigen ervaring te putten. “De aanwezigheid van die vrouw heeft bij veertigers de uitwerking van een knuppel die in het hoenderhok wordt gegooid. Alleen is in dit geval de knuppel een vrouw, en zijn het geen hennen maar hanen. En zo’n knuppel, dat past eigenlijk beter bij een man. Gelukkig gaat deze vergelijking voor het overige geheel en al mank!”, schatert de cabaretier die ooit begon als pianist in een cabaretprogramma van Onno Innemee, de man met wie hij nu al jarenlang de spil van C3 vormt. “Ik leerde Innemee via Thomas van Luyn op studentenvereniging Quintus kennen, op de eerste dag dat ik Chinees studeerde in Leiden. van Luyn dwaalde daar net als ik, volkomen verloren en doelloos door de faculteitsgangen. Hij was het die me vroeg om piano te spelen in het programma van Innemee. De meeste aandacht op het podium ging vervolgens uit naar Van Luyn. Ik besloot dat aandacht hetgene was dat ik ook wilde bereiken. Mijn kennis van het Chinees is in de loop der jaren trouwens aardig verroest.”

Vervolgens vormde hij met Van Luyn het gekende cabaretduo Ajuinen en Look, dat jarenlang succes aan succes reeg op festivals en in de theaters. Ze wonnen in 1991 het Groninger Studenten Cabaret Festival en daarna ook het Amsterdams Kleinkunst Festival. Daarna ging hij enkele jaren solo het theater in en maakte hij met Van Luyn in 1994 een nieuw programma. Bij het grote publiek verwierf Boddé daarna bekendheid door het populaire televisieprogramma Kopspijkers. Naast de ‘barman zonder naam met paardenstaart en Rotterdamse tongval’, gaf hij onder hilarisch herkenningsgelach pastiches ten beste van personages als Henk van Dorp, Billy Joel, René Froger, André Hazes, Saddam Hoessein, Ferry Hoogendijk, Hans Liberg, Hilbrand Nawijn, Harry Mens en Mohammed al Sahaf. Ook schreef hij de dodelijk geestige deuntjes van de CD BZN in Bagdad. Toen Kopspijkers door De Mols Talpa werd weggekocht bij de VARA, volgde Boddé aanvankelijk de ‘move’ van Jack Spijkerband. Maar de verhuizing bleek geen succesformule en algauw verscheen hij met Thomas van Luyn op tv in enkele edities van de Mike en Thomas Show.

K3
Ondertussen bleef Boddé de theaters in Nederland aandoen, met Innemee als vaste counterpart in het gelegenheidstrio C3, en eerst met Klaas van der Eerden als gast in 2004, en in 2008 met de inmiddels wegens een ‘sabbatical’ teruggetreden ‘taalcabaretier’ Kees Torn. Nu is er dan de derde editie van C3. “De naam van de groep heeft te maken met een pastiche op de Vlaams/Nederlandse meidengroep K3. De ‘C’, die staat uiteraard voor ‘cabaret’. En in eerste instantie zou cabaretier Jochem Myjer meedoen, maar die moest wegens ziekte afhaken”. Geregeld is Boddé zalf ook ‘uitgeschakeld’. Over zijn depressie heeft Boddé een veelverkocht boek geschreven, Pil, dat in maart 2010 verscheen.

Jelka van Houten
Het tweetal Innemee en Boddé kwam Jelka van Houten – zus van – op het spoor tijdens haar optreden in de musical Turks Fruit. “Onno zag haar een aantal malen aan het werk, en ik kende Jelka van een weekend in 2008 van het kerstprogramma met Chantal Janzen, toen we met een aantal bekende Nederlanders een weekend lang op een of andere berg verbleven. Jelka is grappig, zeker voor een vrouw, vooral door haar zelfspot en de manier waarop ze de dingen pleegt te zeggen. Bovendien: Jelka kan geweldig tetteren. Ze heeft veel affiniteit met countrymuziek en wil graag een countryzangeres zijn En Jelka kan heel grappig een tirade afsteken. Ik heb twee monologen geschreven waarin ze helemaal los kan gaan. En ze kan bepaalde liedjes gewoon heel mooi en heel gevoelig zingen. Daar heb ik dankbaar misbruik van gemaakt . Ook zit er bewust moderne dans in. Ik dacht: daar houden vrouwen wel van.”

Boddé voelt zich in de eerste plaats en in hart en nieren muzikant – pianist dan toch met name – en niet allereerst cabaretier. “In 2014 stop ik een tijdje met optreden. Na jaar in jaar uit theaters aangedaan te hebben wordt me het reizen me nu te veel. De behoefte om thuis te zijn dient zich aan. Ook wil ik tijd en ruimte creeren om me weer eens op te kunnen laden. Bovendien ga ik binnenkort filmmuziek schrijven. Dat is een hele uitdaging die ik graag aanga, vooral omdat ik aanvullend aan mijn eerdere studie van een jaar als negentienjarige jongen aan een conservatorium in de Verenigde Staten, een studie ‘compositie’ heb gevolgd aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Voor die opdracht is het nodig dat ik me voorlopig uit het theaterleven terug trek  en dat ik rust vind, na al het vermoeiende tourneegereis dat ik jarenlang vaak avonden achtereen gedaan heb”, aldus de ook als stemmenleverancier van animatiefilms bekende acteur.

De tiltel Wil je in ons groepje?”, verklaart Boddé, heeft te maken met het feit dat zodra je met z’n drieën bent het al snel uitdraait op een min of meer traditionele ‘een tegen twee’. “De mannen tegen de vrouw bijvoorbeeld, dan wel het ene tegen het andere tweetal”.

Wil je in ons groepje? door C3 is te zien in Theater Diligentia op donderdag 29 maart. Meer informatie op www.bunkertheaterzaken.nl en www.diligentia-pepijn.nl. Telefonisch kaarten reserveren: 070-3610540.

Advertentie

Een requiem voor illusies

Vijftig jaar Wie is er bang voor Virginia Woolf?

In 2012 is het vijftig jaar geleden dat Edward Albee’s Who’s afraid of Virginia Woolf? op Broadway in première ging. Het stuk is in die vijftig jaren uitgegroeid tot een van de iconen van het moderne toneel. Nederland maakte er pas in 1964 kennis mee, toen de toenmalige Nederlandse Comedie het stuk in de Stadsschouwburg van Amsterdam in première bracht, met Ank van der Moer, Han Bentz van den Berg, Femke Boersma en Hans Boswinkel als respectievelijk Martha, George, Honey en Nick.

De titel van het stuk is ontleend aan een liedje dat in het stuk wordt gezongen, en is in het Engelstalige grondgebied een dronkemansparafrase van intellectuelen op het bekende kinderversje ‘Who’s afraid of the big bad woolf?’ In Wie is er bang voor Virginia Woolf? komen George en Martha thuis van een feest op de universiteit waar hij werkt. Hij is moe, maar zij heeft jonge docent Nick en zijn vrouw Honey uitgenodigd voor een borrel. Hoe meer drank er vloeit, hoe meer frustraties op tafel komen. Terwijl ze allemaal hartstochtelijk vechten voor de liefde, het leven en elkaar wordt het langzaam ochtend. “Voor mij is het een verhaal over liefde, maar ook over een ouder echtpaar dat een eigen wereld om zich heen optrekt”, zegt Eva van de Wijdeven. “Een echtpaar dat zich op de been houdt door spelenderwijs illusies te scheppen tussen elkaar. Zoiets speelt zich volgens mij tussen heel wat stellen af. Jij noch ik kunnen weten wat er achter gesloten deuren gezegd wordt of wat er gebeurt tussen mensen die jaren achtereen een liefdesrelatie met elkaar onderhouden. Nick, gespeeld door  Mohammed Azaay, en ik worden die avond ongewild deelgenoot gemaakt van dat overlevingsspel tussen het tweetal. Wij zijn eigenlijk de ‘aangevers’ van hun treiterijen en pesterijen”. Volgens Van de Wijdeven speelt Honey het spel, het ‘systeem’, op overlevingsinstinct mee. “Honey is een leuke, spontane jonge vrouw die net getrouwd is. Ze komt wat dommig, naïef over, maar ook zij heeft haar geheimen, zoals de meeste vrouwen geheimen in hun graf plegen mee te nemen. Uiteindelijk voelt Honey zich verraden en beseft ze dat er tussen haarzelf en Nick nog een lange weg te gaan is”.

Van de Wijdeven biedt deze keer partij aan het koningskoppel van deze avond: Linda van Dijck (Martha) en Victor Löw (George), maar ze heeft ondanks haar jonge leeftijd van mid-twintiger ook zelf al geregeld voor hete vuren gestaan. Zo was ze onder meer te zien in verschillende versies van de tv-series rond Dunya & Desi, en stond ze centraal in A’dam – E.V.A. evenals in verschillende films en theaterstukken, onder meer bij De Mexicaanse Hond. “Het is bijna een wonder”, zegt de actrice. “Ik heb nooit een toneelopleiding doorlopen en toch mag ik zoveel spelen in belangrijke series en theaterstukken. Ik houd van de afwisseling die het werken voor theater aan de ene en tv of film aan de andere kant me biedt. Als je aan een film werkt moet je vanwege het licht vaak vroeg in de ochtend op en worden straten of pleinen afgesloten, terwijl het theater juist om een avondritme vraagt. In beide gevallen ontstaat een eigen wereld om je heen, maar steeds is er de warmte van de crew om je heen. Zoals deze keer ook: het is erg fijn om met deze acteurs op te trekken”.

Wie is er bang voor Virginia Woolf? is een productie van Hummelinck Stuurman Theaterbureau, en is op donderdag 22 en vrijdag 23 maart te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: www.hummelinckstuurman.nl en www.ks.nl. Telefonisch kaarten reserveren: 0900-3456789.

‘Een open vizier is juist nu nodig’

Tamar van den Dop bij Toneelgroep Amsterdam in Na de zondeval

Zijn we trouw aan onszelf of proberen we te voldoen aan een droom waarin we nobeler, heldhaftiger en minder egoïstisch zijn? In Na de zondeval stelt Arthur Miller een man centraal die het (on)geluk had met een vrouw als Marilyn Monroe van het paradijs te mogen proeven – om er vervolgens onherroepelijk uit te worden gegooid. Actrice Tamar van den Dop licht de doopceel.

‘Happy birthday, dear president… happy birthday to you’. Ze zong het zwoel, koket, wulps bijna, Marilyn Monroe, en nog wel ten overstaan van een afgeladen Madison Square Garden in Manhattan, met op de eerste rij de toenmalige First Lady. Seksbom Monroe zong het vol overgave in 1962 ter ere van de vijfenveertigste verjaardag van de later vermoorde Amerikaanse president John F. Kennedy.
Monroe blijft fascineren. Het is in augustus van dit jaar vijftig jaar geleden dat Marilyn Monroe, pseudoniem van Norma Jeane Mortenson en met als kerkelijke doopnaam Norma Jeane Baker, stierf. Als eerbetoon of herdenking van dat feit worden her en der producties uitgebracht. Onder meer De Nederlandse Opera brengt in juni de wereldpremière uit van Waiting for Miss Monroe op muziek van Robin de Raaff.

Toneelgroep Amsterdam gooit het over een andere boeg door te kiezen voor het niet overdreven vaak gespeelde stuk After the fall van Arthur Miller. Nobelprijswinnaar Miller, vooral bekend  van Dood van een handelsreiziger, rekent in Na de zondeval, zoals het stuk in goed Nederlands heet, af met de dood, in 1962, van zijn toenmalige ex-echtgenote Marilyn Monroe en een aantal andere bepalende gebeurtenissen in zijn leven. Hun stormachtige relatie was zijn belangrijkste inspiratiebron. “Het is weliswaar zijn minst bekende stuk”, zegt actrice Tamar van den Dop, die in de voorstelling de rol van Holga speelt. “Maar ik vind het een erg boeiend stuk omdat Miller het niet alleen heeft over zijn eigen huwelijksbesognes, maar in het stuk ook de destijds heersende tijdgeest beschrijft. Het was de tijd van de van overheidswege aangestelde communistenjager McCarthy. Die komt in Na de zondeval ter sprake, evenals trouwens in Millers stuk The Crucible, ook omdat Miller zelf op een gegeven moment werd beschuldigd van ‘on-Amerikaanse activiteiten’. Daarmee is ook meteen een brug geslagen naar de huidige tijd, naar onze samenleving, waarin irrationele angst voor de islam wat mij betreft al te vaak de kop opsteekt, terwijl een open vizier juist nu nodig is”.

In Na de zondeval werpt Miller de vraag op hoe wij moreel kunnen overleven en hij knoopt daar de eeuwige seksestrijd tussen man en vrouw aan vast. Maar Miller verwerkte ook de economische crisis van de jaren dertig en zelfs de holocaust in zijn meest autobiografische  stuk, waarin als in een psychotrip aan Millers alter ego Quinten (Fedja van Huêt) onder meer diens ouders en eerste vrouw (Marieke Heebink) voorbijtrekken. “Holga is fotografe en na de dood van zijn tweede vrouw Maggie  (lees: Monroe, gespeeld door Karina Smulders) overweegt Quinten met haar te trouwen”, zegt Van den Dop. “Maar hij weet niet of hij opnieuw een hartstochtelijke liefde kan opbouwen. Hij twijfelt niet alleen aan zichzelf en aan de liefde, maar ook omdat in Holga’s familie enkele officieren werkzaam zijn, een beroepsgroep die hij hartgrondig verafschuwt”.

“Het lastige aan deze rol”, zegt Van den Dop, “is dat hij in wezen klein is in het aantal speelminuten, maar toch erg belangrijk is voor het stuk. Juist door die beperkte tijd dat ik op het toneel sta moet alles meteen honderd procent kloppen wat ik doe. Dat is erg spannend: ik krijg immers geen kans om een eventuele hapering of kleuring die ik speel in een later stadium  te herstellen”.

Naast Na de zondeval bij Toneelgroep Amsterdam is Van den Dop momenteel te zien in Midzomernachtdroom bij het Nationale Toneel. Daarin vervangt zij voor de resterende speelbeurten in dit seizoen de door een blessure geplaagde actrice Ariane Schluter. “Zij had het zelf voorgesteld aan de regisseur van het stuk, Theu Boermans, met wie ik de laatste jaren een aantal malen heb samengewerkt, onder meer inde voorstelling Olie. Ik kreeg precies twee dagen om de rol van Amazonekoningin Hippolyta in te studeren. Daarna moest ik meteen het diepe in en voor een volle bak in Leeuwarden spelen. Gelukkig ging het allemaal goed en voelde ik me met open armen ontvangen bij mijn medespelers en bij het publiek”. Maar Van den Dop neemt nog meer hooi op de vork. Vanaf eind maart speelt ze in Schuldeisers, een, zoals dat heet,  tragikomische eenakter over de pijn van het huwelijk, geschreven door August Strindberg en te regisseren door Boermans. “En dan te bedenken dat een aanvraag voor een film die ik wil maken is gehonoreerd”, vervolgt de actrice die haar bekendheid met de tv-serie Zwarte Sneeuw, maar recentelijk ook in Emilia Galotti bij het Nationale Toneel schitterde. “Al jarenlang doe ik een aanvraag bij het Filmfonds, en nu is die eindelijk gehonoreerd, en we hebben ook al geld uit België toegezegd gekregen. Dat betekent dat ik deze zomer flink aan de bak moet. De financiering is nog niet geheel rond, en daarom nodig ik graag iedereen uit om een bezoek te brengen aan de website EU1, dat is een platform waar mensen een financieel aandeel kunnen nemen in de film”.

Na de zondeval door Toneelgroep Amsterdam is op vrijdag 16 maart te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: www.toneelgroepamsterdam.nl en www.ks.nl. Telefonisch kaarten bestellen: 0900-3456789.

‘Het gaat om de fantasie’

Servaes Nelissen als begenadigd poppenspeler in De Broekophouder

Ron Scherpenzeel. Misschien kent u hem wel vanuit de verte. Eerst was hij erkend buikspreker, daarna werd hij professioneel spindoctor bij een toonaangevende politieke partij. “Dezelfde baan in een andere hoedanigheid”, schetst Servaes Nelissen, de bedenker van Scherpenzeel, zijn poppenpersonage Norbert. “Maar van deze Scherpenzeel wordt gezegd dat hij een ‘affaire’ heeft gehad met de vriendin van zijn dochter. En dat maakt zijn positie onhoudbaar”.  Scherpenzeel wordt op zichzelf teruggeworpen, werkt vanaf de keukentafel keihard aan zijn rehabilitatie en zoekt naar rust, spiritualiteit en zuiverheid, maar belandt in al zijn radeloosheid op zolder bij een buikspreekpop die hij twintig jaar daarvoor heeft gemaakt en al die tijd achteloos in een koffer heeft achtergelaten. “Die pop voelt zich zwaar verwaarloosd natuurlijk”, zegt Nelissen, en Scherpenzeel krijgt daarop vanuit zijn nieuwe appartement elf hoog een gevoelig koekje van eigen deeg te verwerken. “Want die pop laat hem inzien hoe hij achtereenvolgens zijn moeder, vrouw en dochter heeft laten zwemmen louter en alleen ten faveure van zijn carrière in de communicatie”.

Bij Servaes Nelissen liggen humor en tragiek dicht naast elkaar in een eigenzinnige mengvorm van toneel, poppenspel en mime. Hij is winnaar van de jeugdtheaterprijs Gouden Krekel 2011 voor ‘meest indrukwekkende podiumprestatie’ ten gevolge van zijn rol in de voorstelling Lang zal die wezen van Beumer & Drost en is telg van een oude poppenthaterspelersfamilie. Zo was zijn vader een virtuoze handpoppenspeler. De appel valt dus niet ver van de boom. Servaes: “Hoe langer ik met Norbert optrek in deze voorstelling, hoe meer ik aan hem gehecht raak. Scherpenzeel denkt dat de pop van schuimrubber is vervaardigd en na twintig jaar vrijwel vergaan is, maar die gedachte moet hij laten varen op het moment dat hij opeens oog in oog staat met zijn eigen schepsel en alter ego staat.
De Broekophouder is een solovoorstelling van Nelissen. “Zoiets is soms best eenzaam om te doen, ja. Maar juist omdat ik deze keer solo speel kan ik zonder omhaal van woorden en afstemmingsproblemen en passant allerlei aanpassingen aan de voorstelling doen. Daar houd ik van. Perfectie vind ik niet interessant. Het gaat veeleer om de fantasie die wordt aangeboord”.

Norbert is bepaald geen lieverdje. “En gaandeweg de voorstellingenreeks moet, zoals eigenlijk altijd, de verhouding die ik aanneem tot de pop die ik gecreëerd heb, zijn definitieve beslag krijgen. Maar het is in principe een weerslag van de klassieke verhouding tussen buikspreker en zijn pop. De pop wil alras agressief en schuimbekkend zijn verhaal doen, en de buikspreker moet hem daarin afremmen. Het leuke van deze voorstelling is dat aan het eind de pop aan het langste eind trekt, waar het doorgaans de spreker is. Hoe? Kom daarvoor maar naar de voorstelling kijken”, aldus Nelissen.

De Broekophouder van Servaes Nelissen is op woensdag 14 maart te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie op www.servaesnelissen.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch kaarten reserveren: (070) 346 52 72.

John Cage een dag lang in de branding

Onderdompelen in toevalsmuziek

John Cage is de man die een muziekcompositie schreef voor ‘vliegtuigmotoren, voorbijtrekkende stoomschepen en een landverschuiving’. Aan de man die zijn tijd ver vooruit was wijdt Dag in de Branding een hommage: honderd jaar geleden vond zijn geboorte plaats.

“Het lijkt op het eerste oog een gimmick, zo’n muziekcompositie als 4’33”, zegt pianist Gerard Bouwhuis.” Daarin loopt de pianist op de piano af maar raakt in exact 4 minuten en 33 seconden geen enkele toets aan. Het draait in dit stuk om totale stilte, waarbij alleen toevallig aanwezige en niet-geënsceneerde omgevingsgeluiden – gekuch van het publiek, schuifelende voeten, voorbijrijdende auto’s of dergelijke – hoorbaar zijn”. 4’33, ook wel vier minuten en drieëndertig seconden of vier drieëndertig genoemd, werd geschreven in 1952, en is een geruchtmakende compositie in de muziekgeschiedenis. Het was de bedoeling van de componist van het stuk, John Cage, om de muziek vrij te maken van smaak, geheugen en logische schikking, door deze te ‘ontpersoonlijken’. Cage (1912-1992) noemde het zelf een ‘silent piece’ en algemeen wordt aangenomen dat het een verklanking is van de White Paintings van schilder Robert Rauschenberg, zoals hij ook voorbeelden vond in de muziek van Erik Satie en de kunst van Marcel Duchamp.
John Cage en zijn muziek staan centraal op de 23e editie van Dag in de Branding. Het eendaagse festival voor nieuwe muziek in Den Haag eert de muziekvernieuwer bij uitstek ter ere van diens geboortedag, honderd jaar geleden in Los Angeles,  met een uitgebreid programma waarin onder meer de Nederlandse première is opgenomen van het hoorspel The city wears a slouch hat – Incidental music for the radio play. Het is Cage’s enige verkenning geweest in het genre van een expliciet muzikale zetting van een dramatische tekst. Op de tekst van Kenneth Patchen schreef Cage een partituur die enkel bestaat uit geluidseffecten, live en opgenomen, die nauwgezet de actie in de surreële tekst volgt. De partituur is trouwens pas enige jaren geleden opgevist, nadat lange tijd werd vermoed dat die teloor was gegaan. Volgens Aat Seger, bestuurslid van Branding-organisator de Johan Wagenaar Stichting is het een cruciaal stuk in Cage’s muzikale ontwikkeling. Seger: “Cage kreeg in 1942 van CBS Radio de opdracht om muziek te schrijven bij een experimenteel hoorspel. Cage was geobsedeerd door de radio doordat net daarvoor Pearl Harbour door de Japanners was aangevallen en van regeringswege overal en altijd een radio moest klinken zodat de bevolking tijdig gewaarschuwd kon worden. Bovendien was de radio voor de mensen toen wat de computer een jaar of tien, vijftien geleden voor ons was: een bron van oneindig lijkende mogelijkheden. Cage, leerling van Arnold Schoenberg en Henry Cowell, zag de opdracht als dé kans bij uitstek om zijn ‘liberation of sound’ te verwezenlijken. Zijn streven was om elk denkbaar klankbron tot onderwerp te maken van muziek, ook en vooral elektronische geluidseffecten. Een week voor de uitzending kreeg hij – terwijl hij net daarvoor op straat is geschopt door de Newyorkse weldoenster Peggy Guggenheim – te horen dat de 250 pagina’s tellende partituur niet te realiseren zou zijn. Daarop schreef hij in allerijl een versie voor percussie-instrumenten die onmiskenbaar de basis heeft gelegd voor de latere Cage.”

Preparatie
Net daarvoor, in 1939, had Cage de mogelijkheid bedacht van ‘pianopreparatie’, waarbij naar vorm en materiaal verschillende vormen worden aangebracht tussen de snaren en hamers (schroeven, moeren, bouten), waardoor de piano tot een éénmans-slagwerkorkest uitgroeit en in de verte doet denkeen aan de klank van een gamelan. Bouwhuis: “Een partituur voor prepared piano begint met een tabel waarin per snaar van de vleugels is aangegeven wat de afstand tot de demper behoort te zijn, de dikte en het type van de te gebruiken schroef in kwestie. Je moet als het ware met een gereedschapskist naar de uitvoering. Soms zijn de eigenaren bevreesd dat je de vleugel beschadigt, maar er komt geen schroevendraaier aan te pas. Dat preparen, dat doe ik zelf, er komt geen stemmer aan te pas”.

Rond 1951 voegde hij in zijn werk de op toevalsoperaties gebaseerde ‘I Tjing’ toe, het Chinese Boek der Veranderingen, waarmee hij Oosterse filosofieën introduceerde in Westerse muziek. Zo gebruikte hij de muntenmethode, maar ook dobbelstenen en hemelkaarten waren aanwijzingen voor toevalsbewerkingen. Stippen of strepen stonden voor hem gelijk aan toonhoogte en tijdswaardering. “Wat hij deed”, vertelt Seger, “is bijvoorbeeld dat hij een blanco vel papier de lucht in stak en tegen een gloeilamp hield. De vliegpoepjes op het peertje nam hij als tekentjes op het papier over. En zo was een compositie geboren”.

Fluxus
Het hoogtepunt van zijn invloed viel in de jaren zestig: zowel de internationale Fluxusbeweging als de Amerikaanse grondleggers van de ‘minimal music’ en de nieuwe Europese generatie die het serialisme wensten af te zweren, beriepen zich op hem.

Bouwhuis heeft Cage meerdere malen in levenden lijve ontmoet.”Hij kwam eind jaren tachtig van de vorige eeuw weleens naar Nederland en is onder meer op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag te gast geweest. Hij is eens als eregast aanwezig geweest op een concert waar ik met Cees van Zeeland composities van hem speelde. Cage was een aimabele man, een man die niet was gespeend van enige humor, maar iemand die ook inzag dat een theoretische grondslag belangrijk is voor een kunstenaar, of het nu om muziek, beeldende kunst of bijvoorbeeld dans ging. Veel van zijn composities maakte hij bijvoorbeeld voor choreograaf Merce Cunningham. Hij maakte balletten terwijl de muziek van Cage pas op de première werd toegevoegd. Zo ontstond een op toeval gebaseerd kunstwerk”. Bouwhuis acht sommige van zijn composities razend lastig te spelen. “Ze zijn enorm gedetailleerd genoteerd. Maar er is daarom ook erg veel aan te beleven en ze zijn werkelijk uniek in de muziekgeschiedenis”.

Op de Dag in de Branding klinkt The city wears a slouch hat in Theater aan het Spui, uitgevoerd door Slagwerk Den Haag, STET The English Theatre en Edward Yankie. Bouwhuis en Slagwerkgroep Den Haag spelen Credo in us, Bacchanale en Root of an Unfocus, for prepared piano. Andere programmaonderdelen vinden plaats in Korzo theater, Paard van Troje en Theater De Regentes.

Dag in de Branding op zaterdag 10 maart in Theater aan het Spui, Korzo theater, Paard van Troje en Theater De Regentes. Meer informatie: www.dagindebranding.nl.

‘De menopauze is onsexy’

Yvonne van de Hurk over Hormonologen

“Alleen bij mensen en olifanten bestaat er zoiets als de menopauze. Bij alle andere soorten sterven de vrouwtjes zodra ze niet meer vruchtbaar zijn of hun laatste jong hebben grootgebracht”. Actrice en theatermaakster Yvonne van den Hurk is de bedenkster van de Hormonologen, een voorstelling waarin de overgang van vrouwen centraal staat. Meer dan een miljoen vrouwen in Nederland zitten er middenin, maar de menopauze is, vroeger en nu, nog altijd een taboeonderwerp, een fase in het leven die doorgaans geheimzinnig en lacherig als typische ‘vrouwenpraat voor bij het knapperend haardvuur’ weggewoven wordt, door vrouwen én mannen. Waarom dat zo is weet Van den Hurk haarfijn te benoemen. “Het thema is allereerst letterlijk erg onsexy,” aldus van den Hurk. “Een vrouw is na de menopauze immers niet langer vruchtbaar en ze meent dat ze daardoor niet langer aantrekkelijk of interessant is voor mannen. Ze houdt het moment dat de overgang zich aandient daarom liever maar voor zich. Bovendien gaat de overgang gepaard met onvoorspelbare momenten van emotioneel en fysiek ongemak waardoor veel vrouwen in een emotionele achtbaan terechtkomen, een periode waarin zich opvliegers aandienen, hartkloppingen, pijn in de botten en bijvoorbeeld een gevoel van opgejaagdheid.”

Van den Hurk kwam op het idee om over het weggemoffelde verschijnsel een theatervoorstelling te maken toen tien jaar geleden een van haar vriendinnen zich tot de huisarts wendde met verschijnselen van heftige zweetuitbraken, waarbij zich ook tal van andere ongemakken aandienden. “Daardoor kwam ze na een tijdje in een neerwaartse emotionele spiraal terecht, die erin resulteerde dat haar toenmalige echtgenoot haar verliet. Niemand had door dat het de menopauze was die zich in een vroegtijdig stadium bij haar aandiende. Ook haar huisarts niet. Kennelijk weet niemand te benoemen wat de overgang met zich mee kan brengen.” Ze besloot tot een productie toen ze na jaren van achtereenvolgende drukte met tv-drama’s en toneelvoorstellingen, totdat ze tot de ontdekking kwam dat door een chronisch pijntje in haar elleboog zich opeens bij haarzelf de menopauze openbaarde. “Toen besloot ik dat dit het uitgelezen moment was om eraan te beginnen, omdat je vaak achteraf luchtig over allerlei zaken heenstapt. Maar het is vaak een ander verhaal als je zelf middenin zo’n worsteling zit. Dat moment ligt nu zo’n drie jaar achter me. Ik besloot als het ware in een trein te springen en gesprekken te gaan voeren met vrouwen; autochtoon, allochtoon, jong, oud, rijk, arm, dorpsvrouwen en stadsvrouwen. En ik heb verschillende artsen en gynaecologen gesproken. Aanvankelijk bleek geen enkel theater geïnteresseerd in een voorstelling rond dit onderwerp, maar ik kon er voor mezelf niet onderuit dat ik in mijn diepste zelf een uitgesproken theaterwezen ben. Daarop heb ik uiteindelijk doorgezet”. Zodat vorig jaar oktober haar voorstelling Hormonologen in première ging. Die bleek een schot in de roos, zozeer dat nu de reprisetournee van de voorstelling plaats vindt. “Ik heb over mijn ervaringen en de gesprekken die ik voerde ook een boek geschreven. Het leuke is dat je door deze manier van werken, door ‘veldwerk’ te verrichten een soort van ontdekkingsreis maakt. Dat was ook zo bij het maken van mijn concertvoorstelling Frau Bach, over het leven van componist Johann Sebastian Bach, en eerder Chopin. Ik ben van huis uit geen musicoloog en ook zeker geen musicus, maar op mijn niveau kon ik daardoor uitgroeien tot een heuse kenner en ben ik voor mezelf ‘dichter’ bij de prachtige muziek van Bach gekomen. En ben dat voor mijn gevoel nu ook een beetje geworden met betrekking tot de overgang”.

In het recente verleden zijn er tal van andere monologen-voorstellingen gemaakt. Zoals De Vagina Monologen, waar ze ook zelf aan meedeed, en Adelheid roosens Gesluierde Monologen. “Deze voorstelling wijkt van dat concept af”, zegt Van den Hurk. “Het is geen droog oplepelen van wat verhalen maar een echte theatervoorstelling die is gelardeerd met muziek en dans tegen een decor dat speciaal voor deze voorstelling is gebouwd”. Er is bovendien sprake van een ijzersterke cast, met ex-presentatrice Nelle van der Krogt en actrice en comédienne Anousha Nzume. “Ikzelf wissel mijn rol af met actrice en regisseur Hymke de Vries”.

Volgens Van den Hurk, die al in 1990 erkenning kreeg met het winnen van de Colombina voor haar memorabele aandeel in de toneelbewerking van Inez van Dullemens Schrijf me in het zand en ook bekendheid verwierf met onder meer de veelbekeken tv-series Pleidooi en Taxi, bieden haar ontledende Hormonologen niet alleen “ellende in overvloed”, maar juist ook een humoristische en zelfs ludieke benadering van het in nevelen gehulde fenomeen en een blik van herkenning voor vriendinnen en dochter(s): “Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid”, lacht Van den Hurk. “Ook voor mannen is het een interessante voorstelling. Daarna kunnen ze het gedrag van hun vrouw of een vriendin, of dat van de kassajuffrouw beter peilen”.
Uhh, verdomd, als man van onderhand middelbare moet ik bij nader inzien dat ook ikzelf ’s nachts weleens badend van het zweet wakker word en meer dan eens te kampen heb met vermoeide botten. Zou het dan toch?

Hormonologen door WinterSpelen theaterproducties is van dinsdag 6 t/m donderdag 8 maart te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.hormonologen.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72.