Een apocalyptische liefde

Johanna ter Steege in Oerol-hit Hiroshima mon amour

Een versmeltend orgasme: het is feitelijk een kernexplosie in het klein. Het zijn ook precies die twee elementen die schrijfster Marguerite Duras en filmmaker Alain Resnais in de oorspronkelijk als documentaire bedoelde film Hiroshima mon amour vermengde. In die onderscheiden rolprent uit 1959 zijn zwart-witbeelden van twee innig verstrengelde lichamen versneden met schokkerige camerabeelden van een zich op typische wijze voortplantende paddenstoelwolk te zien, zoals die zich na een kernexplosies vormen, maar ook met apocalyptische beelden van Hiroshima, net nadat daar Litte Boy door de B-29 bommenwerper Enola Gay was neergekomen. 10.000 graden Celsius. 78.000 mensen kwamen in de eerste negen seconden om. Lijkt op: Pompei. Door gevolgen van de radioactieve straling liep het dodental uiteindelijk op tot ongeveer 140.000 aan het  eind van 1945. Resnais en Duras stelde er een liefdesgeschiedenis tegenover, die van een naamloze Française, een actrice die net na de gebeurtenis voor filmopnamen in de Japanse plaats is en, terwijl er Atomic Tours plaatsvinden, een verhouding aangaat met een naamloze Japanse architect. What’s in a profession. ‘Wie had ooit gedacht dat deze stad pasklaar gemaakt zou zijn voor de liefde? Wie had ooit gedacht dat jij pasklaar gemaakt zou zijn voor mijn lichaam? Alles is langzaam, plotseling. Alles is zacht.’

“De close-ups van de huid van die twee mensen, de mechanisch geregistreerde beelden van de verwoeste Japanse stad en de flashbacks op gebeurtenissen in het Franse dorp Nevers ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. En natuurlijk Emmanuele Riva, die in Resnais’ film de rol van actrice speelde”, antwoordt Johanna ter Steege, die in de gelijknamige Nederlandse toneelvoorstelling de rol van actrice voor haar rekening neemt, op de vraag wat zij van de film in haar herinnering meedraagt. Maar de toneelversie verschilt van de film. “Van de dialoog hebben we, dat wil zeggen: regisseur Karina Kroft en ik, een monoloog gemaakt. Maar ik spreek ook enkele scènes van de man uit, evenals regieaanwijzingen, zodat als het ware één grote wolk van herinnering beklijft”.

In Duras’ werk gaan liefde en dood hand in hand. Zo ook in Hiroshima mon amour. Ter Steege: “Het is in de kern een verhaal over verlies, over leven en over overleven. Een van de vragen die zich opdringt is of het verlies van de Duitser dat ‘haar’ overkwam, minder erg zou zijn dan het verlies van duizenden inwoners van Hiroshima. En die vraag tekent zich des te scherper af in het tegenlicht dat het politieke inneemt tegenover het persoonlijke”.

De voorstelling was in 2011 een doorslaand succes op Oerol. Nu is dan de versie voor theaterzalen in de maak. “Daarginds hadden we een sfeervolle manege van veertig bij twintig meter en bakken zand tot onze beschikking. Het is nu zaak een manier te vinden om die omgeving over te brengen naar de vaste setting van een theaterzaal en de voorstelling opnieuw tot zijn recht te laten komen. Dat is nog even zoeken, een zandbak kunnen we in ieder geval niet maken”. Vervolgens: “De uitdaging in dit stuk is voor mij om het altijd zuiver op de graat te kunnen spelen, om soms vertellend, dan weer overtuigend emotioneel te kunnen zijn. Zuiver blijven in het moment. Het is zeker geen appeltje-eitje”.

Ter Steege speelt momenteel ook in Lilet Never Happened, een film over kinderprostitutie die onlangs in première ging. Daarin speelt zij de rol van een sociaal werkster. “Ik heb geen voorkeur, film of toneel: het is me even lief. Wel heb ik het toneel een tijdlang gemist. Bij het toneel is er meer tijd om te zoeken, om te experimenteren, en zo jezelf opnieuw uit te vinden. In films word je vaak gecast om wat al bekend van je is, dus dat beeld, type of personage, daar moet je aan beantwoorden en herhalen, vooral omdat er meestal geen tijd voor uitprobeersels voorhanden is. Het fijne van toneel is bovendien dat een regisseur naar je kijkt en omkijkt. Dat is bij het maken van een film wel eens anders, daar ben je vaker op jezelf aangewezen.”

Hiroshima mon amour door Johanna ter Steege is op dinsdag 29 en woensdag 30 januari 2013 te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.viarudolphi.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72. Lilet Never Happened in het Filmhuis Den Haag. Meer informatie: www.liletneverhappened.org en www.filmhuisdenhaag.nl.

 

Advertentie

‘Rouwen op afroep: dat kan niet’

‘Honingjagers’ met Roos Ouwehand als Iris

In Honingjagers is de 77-jarige Frans, een man die twee maanden voordien als donderslag bij heldere hemel zijn vrouw verloor, van mening dat hij niet naar behoren wordt getroost door zijn kinderen. Maar dat is logisch, vindt hij al nadenkend, want daar werden ze destijds immers niet voor gemaakt – en dus kunnen ze er ook niet goed in zijn. Op een dag treffen zijn zoon en dochter van middelbare leeftijd hem aan – innig hand in hand verstrengeld – met een zeker veertig jaar jongere dame, beiden slapend op de sofa in zijn woonkamer – juist toen zij een bezoek gepland hadden aan zijn overleden vrouw, hun moeder, om op de afgesproken die dag een kunstzinnige hommage ter ere van haar op te richten.

Het is het zeer onalledaagse startpunt voor het schitterende nieuwe toneelstuk van het gezelschap Wittenbols Schrijft, Ligthert Regisseert. “Dit duo heeft in Nederland het absolute patent op moderne situatieschetsen”, zegt actrice Roos Ouwehand, die de rol van dochter Iris speelt in het stuk. “Het zijn vaak erg invoelbare gezinsdrama’s die in glasheldere en fijnzinnige taal beschrijven hoe noodlottige gebeurtenissen uitlopen op een sociaal en emotioneel ontwricht en ontwrichtend leven; waarin zich zonder al te veel opzichtig ‘gepsychologiseer’ of andere opsmuk, een universele wanhoop opdringt. En dat alles in een erg geestige en zeer lichtvoetige toonaard. Van veel mensen hoor ik dat ze erdoor aangedaan zijn, dat het heel dicht op hun huid zit.”

“Kinderen die erg aan hun ouders ‘hangen’ en ze als permanent opvangadres zien, in de mening oneindig en onverdeeld op hun aandacht te mogen rekenen”, zo formuleert Ouwehand de achtergrond van het stuk. “Terwijl het juist steeds vaker voorkomt dat een of allebei de ouders onafhankelijk van hun kinderen zelf hun leven willen inrichten, vooral na de dood van een levenspartner, en hoe moeilijk zoiets misschien op te brengen is voor de kinderen. Het is een kwestie die zich in onze samenleving meer en meer in gaat voordoen, ook door de almaar stijgende gemiddelde leeftijd.”

In Honingjagers staat het gezin na de dood van Neeltje als bindmiddel op de tocht en raakt iedereen gaandeweg hopeloos uit koers. Ouwehand: “De personages in dit stuk hebben uiteraard hun eigen sores, worstelen met hun eigen verdriet. De kern van het bezwaar van Frans’ kinderen is met name dat er geen moment is geweest voor een moment van diepbeleefde gezamenlijke rouw. Maar ja, je kunt nu eenmaal niet in gezamenlijkheid op commando rouwgevoelens doormaken. Je mag blij zijn als je af en toe bij elkaar op een beetje begrip mag rekenen. Dat besef is nog niet bij ze doorgedrongen”. Ze is opgetogen over haar aandeel als dochter Iris in het stuk. “Ik vind het een geweldige rol en een heel mooi toneelstuk. En ja, ik herken er veel in. Iedereen, denk ik. Zeker mensen die hebben meegemaakt hoe het is als er ineens iemand wegvalt in een familie, een gezin. Sta je daar opeens met zijn drieën in plaats van z’n vieren. Dan ontdek je al snel dat het niet lukt om je vast te klampen aan de gebruikelijke rituelen”.

Roos Ouwehand is naast freelance actrice en moeder van een zoon (11) en dochter (9) ook schrijfster van een wekelijkse column voor NRC en NRC Next over koken. “Het is leuk om te doen en ik kan er bovendien miniverhaaltjes over mijn belevenissen in kwijt. Wat ik vanavond klaarmaak? Een snelle pasta, denk ik, want vanavond moet ik opnieuw in Honingjagers spelen!”

Honingjagers door Wittenbols Schrijft, Ligthert regisseert is te zien op donderdag 24 januari 2013 in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.viarudolphi.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72.

‘Oorlogsgeweld, talloze pijnlijke en rare anekdotes’

Ro Theater speelt opvolger van Branden

Na het bejubelde Branden, waarvoor het Ro Theater een nominatie kreeg voor de Toneel Publieksprijs 2012, regisseerde Alize Zandwijk bij hetzelfde gezelschap Kust van Wajdi Mouawad, het eerste stuk van zijn vierluik Bloed van de Beloften. De in Iran geboren Nastaran Razawi Khorasani was te zien in Branden en speelt in Kust een aantal dubbelrollen.

De van geboorte Libanese schrijver Wajdi Mouawad (1968) vindt de thema’s voor zijn stukken in zijn familiegeschiedenis. Als achtjarige ontvluchtte hij met zijn ouders zijn geboorteland Libanon om in Frankrijk en later in Canada te gaan wonen. Zijn stukken dragen de verschrikking maar ook de verbroedering van die geschiedenis mee en vertellen grote verhalen. Voor Kust – oorspronkelijk: Littoral – ontving hij in 2005 de Prix Molière, een eerbetoon aan een Franstalige auteur die als de beste van dat jaar wordt gezien. Bij wijze van protest tegen de volgens hem heersende onverschilligheid ten aanzien van actuele teksten bij theaterdirecteuren in Frankrijk weigerde hij de prijs. In Nederland was het Alize Zandwijk, artistiek leider van het Ro Theater, die begin 2010 zijn werk introduceerde met Branden. Het werd hier meteen een doorslaand succes.

In Kust speelt vrijwel de volledige cast van Branden, waaronder Gouden Kalf-winnaar Nasrdin Dchar en Fania Sorel, die voor haar rol in Branden een nominatie ontving voor de Theo d’Or. De in Iran geboren Nastaran Razawi Khorasani (1987) speelde in Branden en neemt in Kust verschillende rollen voor haar rekening: ambtenaar, oom Michel, dokter, Issam en Josephine. “Het draait om Wilfried, een jonge jongen wiens vader is overleden, ergens in Het Westen. Zijn vader heeft hij nooit gekend, z’n moeder is jaren eerder overleden. Zijn familie dwarsboomt hem in zijn wens om zijn vader naast zijn moeder te begraven, maar hij besluit door te zetten. Wilfried ontvangt de spullen die de vader bij zich had toen hij overleed, een rode koffer en wat geld. Daarin vindt hij brieven, van zijn vader, gericht aan hem. Brieven die hij nooit heeft ontvangen. Na ze te hebben gelezen, besluit Wilfried z’n vader te begraven in het geboorteland van z’n vader. In het land Daar. Dat land heeft net een vreselijke oorlog meegemaakt, lijken liggen overal op de grond en er is geen plek om die vader te begraven. In zijn zoektocht desondanks een rustplaats voor zijn vader te vinden komt hij in aanraking met jonge mensen die, net als hij, wees zijn, geestverwanten dus eigenlijk”.

Net als Branden is Kust een heftige voorstelling. “De tekst zit vol beschrijvingen van oorlogsgeweld, met talloze pijnlijke en rare anekdotes, maar er zit toch ook veel humor in”, bevestigt de in Iran geboren, maar op haar vijfde met haar familie naar Nederland gevluchte actrice. “Of mijn achtergrond een verschil maakt om in dit stuk te spelen? Niet echt, Mouawad beschrijft volgens mij universele pijn, het leed dat hij beschrijft raakt ons allemaal, ongeacht waar je vandaan komt”.

De vertolking van een dergelijk groot aantal rollen ligt haar wel, zegt ze, al heeft ze met name een zwak voor de rol van Josephine. “Ze is een wees. Ze wil de dood van haar ouders en de dood van alle mensen die vemoord of vertrokken zijn een plek kunnen geven. Ze sleurt al die boeken met haar mee om de namen niet te vergeten, om de doden te eren”.

Naast Kust speelt en speelde Nasrat in veel jongeren- en kindertheatervoorstellingen, onder meer bij Max en Dox, en voert ze met gelijkgezinden van de Toneelacademie Maastricht een eigen theatergroep, KOBE. “Bij Kust duik in een rol en bij kindertheater speel ik vaak een uitvergroting van mezelf. De stukken van Alize vergen een heel andere manier van spelen, een heel ander soort concentratie, ook voor kijkers trouwens”.

Kust van het Ro Theater is op dinsdag 22 en woensdag 23 januari 2013 te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.rotheater.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72.

‘Onderling vertrouwen voortbrengen’

Matthew Rowe nieuwe muzikaal leider Het Nationale Ballet

Dirigent Matthew Rowe is per 1 januari de nieuwe muzikaal leider van Het Nationale Ballet. Hij combineert de functie met het leiderschap van Holland Symfonia.

Wat hij zoal doet? Praten, veel praten. Dat ziet Matthew Rowe als zijn voorlopig voornaamste taak. “Gesprekken voeren met de dansers, proberen hen zo goed mogelijk te begrijpen, proberen aan te voelen wat ze willen. Hij laat zijn gezicht daarom ook veel bij repetities zien. “Onderling vertrouwen voortbrengen. Vergeet niet dat ze bij tijd en wijle moederziel alleen op het podium staan. De muziek moet ze dan het nodige houvast kunnen bieden. In de bak is de dirigent de enige die direct oogcontact met ze kan houden. De orkestleden zien alleen via een monitor wat er zich op het podium voltrekt.” Rowe staat voorts choreografen bij in hun keuze voor muziekstukken en hij neemt daarbij in ogenschouw wat de praktische implicaties zijn, met name voor de benodigde orkestbezetting.

De uit Londen afkomstige Rowe is een veelzijdig dirigent met een breed repertoire op het gebied van opera, ballet en eigentijdse muziek. Hij heeft een internationale staat van dienst en was als balletdirigent onder meer werkzaam bij The Royal Ballet, English National Ballet, Koninklijk Zweeds Ballet en Nederlands Dans Theater. Rowe dirigeerde in het verleden bij Het Nationale Ballet De hand van de meester (september 2012) en het jubileumprogramma Present/s (februari 2012).

De Brit is per 1 januari 2013 de muzikaal leider van Het Nationale Ballet. Hij is daarmee de opvolger van Ermanno Florio, die deze functie sinds 2004 vervulde. Florio blijft aan Het Nationale Ballet verbonden als ‘principal guest conductor’. Rowe is eveneens aangesteld als chef-dirigent van Holland Symfonia. Hij ziet als zijn voornaamste uitdaging om de twee organisaties dichter bij elkaar te brengen. Hij is in die zin vooral een bruggenbouwer en vooral een rol als moderator voor zich weggelegd.

Ook op het praktische, misschien alledaagse vlak van de artistieke logistiek kan hij de twee organisaties dichter bij elkaar brengen. De ‘dubbelfunctie’ biedt ook op dat vlak louter voordelen, meent hij. “Ik ben in staat de musici direct toe te spreken en ze beter dan voorheen uit te leggen wat de achtergrond is van de keuze voor een bepaald muziekstuk. Een eigen klankkleur? Er moet natuurlijk opnieuw een hecht symfonie-ensemble opgebouwd worden – vergeet niet dat er op 1 januari 2013 veel musici zijn afgevloeid – maar ik zou juist willen streven naar een orkest dat uiterst flexibel is. Orkestbegeleiding voor een spannend balletgezelschap als Het Nationale Ballet strekt zich immers uit tot vrijwel de gehele westerse muziekgeschiedenis,” zo licht hij, aldoor druk en enthousiast gesticulerend toe.

Opnieuw beginnen
Holland Symfonia is in overgang naar een nieuwe organisatie nadat het in 2012 werd getroffen door een bezuiniging op zijn rijkssubsidie van meer dan 65%. Het nieuwe orkest bestaat nu uit een bezetting van 45 musici in vaste dienst, die wordt aangevuld met musici met een freelance aanstelling. “Dat is een pijnlijk proces geweest. Stel je voor hoe het voelt als je in de bak zit naast iemand die jarenlang je collega is geweest, terwijl jijzelf nu als freelancer je broek moet ophouden. Dat is niet eenvoudig.” Een musicus in een orkest dat vrijwel puur en alleen aan balletbegeleiding doet, moet volgens Rowe over talloze eigenschappen bezitten. “Niet alleen in termen van een uitmuntende begeleiding bij de voorstellingen, maar waar velen tijdens hun opleiding dachten in de spotlights te staan, ontbreekt dat aspect ten enen male. En dan de bak, de nauwe ruimte naast en boven zich. Dat zijn elementen waarmee je om moet zien te gaan”.

Ted Brandsen over Matthew Rowe
Artistiek directeur van Het Nationale Ballet, Ted Brandsen: “Matthew Rowe is een fantastische dirigent met een groot muzikaal gevoel. Hij voelt zeer goed aan wat de dans en de dansers aan orkestbegeleiding nodig hebben om tot het hoogst haalbare artistieke resultaat te komen. Ook is hij de juiste persoon voor Holland Symfonia om de band tussen het orkest en artistieke team verder te versterken.” Matthew Rowe: “Ik ben erg opgetogen over deze stap. De afgelopen acht jaar werkte ik al regelmatig samen met beide organisaties en hebben we elkaar goed leren kennen. Ik ben blij dat ik de mogelijkheid krijg om onze wederzijdse relaties te verdiepen.”