Toneelgroep Maastricht speelt ‘knallend’ stuk
Aan het eind van de negentiende eeuw broeide het in Rusland – en in Europa. Dostojevski schreef met De bezetenen een politiek pamflet maar zorgde ook voor een intrigerend verhaal.
Een grijpgrage ‘Dostojevski’ laat zich verslinden als Goede tijden, Slechte tijden in het kwadraat voor gevorderden. Neem zijn over 22 taferelen uitgespreide Demonen uit 1870, zoals dat dezer dagen door Toneelgroep Maastricht wordt gespeeld in de bijkans honderdvijftig pagina’s tellende toneelbewerking De bezetenen die Albert Camus zeventig jaar later maakte van de dikbedrukte negenhonderd bladzijden. Listige liefdesintriges, affronteuze affaires en complexe complotten zijn er in overvloed te vinden, rommelige familieverhoudingen en vileine vetes strijden er om voorrang, en maatschappelijke tendensen steken er bij voortduring de kop op. Bijna vijf uur knallend toneel, door Toneelgroep Maastricht ingedikt tot dik tweeënhalf uur. In het stuk staat ‘tsjechoviaanse’ verveling tegenover amusement, een gelukzalige liefde versus een gebroken hart, een berustende vader tegenover een opstandige zoon en – last but not least – nihilisme tegenover idealisme. “Het is Dostojevski’s magnum opus”, zegt Arie de Mol, artistiek leider van de toneelgroep en regisseur van de voorstelling. Hij noemt het ‘een rijk stuk dat alles van en in het leven omvat’. Er wordt inderdaad nogal wat overhoop gehaald – laat dat maar aan de Russen over. Om maar wat te noemen: twee zelfmoorden, drie moorden en een verkrachting van een twaalfjarig kind. “De bezetenen toont aan waartoe overtollige rijkdom en verveling kunnen leiden”, zo legt De Mol uit, “het laat zien wat er kan gebeuren op het moment dat realiteitsbesef het loodje legt”.
Dostojevski baseerde zijn lijvige werk op actuele gebeurtenissen rond het proces tegen de groep Nestjajev, dat heel tsaristisch Rusland in opschudding bracht. Dostojevski: ‘Ik wil een aantal ideeën uitspreken, desnoods ten koste van mijn artisticiteit. Laat het maar een pamflet worden, ik moet me uitspreken’, zo laat hij naderhand in zijn Brieven weten. Zijn schotschrift was gericht tegen de revolutionairen en de in verval verkerende, dolende adel, die volgens hem tot een broeinest van socialisme was verworden en vervreemd geraakt van het Russische volk. Zij waren, aldus Dostojevski, ‘demonen’ die de orde verstoorden, chaos in Rusland veroorzaakten en de jeugd demoraliseerden. Een oorzaak was volgens Dostojevski de levenshouding van de ‘westerlingen’ uit de jaren veertig. Deze ‘vaders’ waren een generatie van verlichte, liberale ‘salonsocialisten’, die niets beters deden dan de tijd doorbrengen met gezellig gezwets over atheïsme, kunst en de toekomst van de mensheid. Hun gesprekken vormden de grondslag voor het ‘politieke socialisme’ oftewel nihilisme uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De revolutionaire ideeën van Nestjajev en zijn aanhangers waren de denkbeelden die in 1914 de opmaat zouden zijn tot de Russische revolutie. Binnen de groep heerste indertijd niet alleen onenigheid over de vraag hoe te leven, maar ook over de maatschappij die ze willen bestrijden en hoe ze dat willen aanpakken. Naijver en passie, maar ook de keuze tussen pragmatisme of romantiek, maken van de groepsleden twijfelkonten, dode zielen – demonen – zoals Dostojevski ze noemt.
De bezetenen speelt rond 1870 in een Russische provinciestad. In het toenmalige Rusland was er een grote groep ultrarijken, vaak van adellijke afkomst. Hun kinderen hoefden zich nergens om te bekommeren en sleten de dagen in decadente ledigheid, zoals we dat ook zo goed van Tsjechov kennen. Maar bij Dostojevski krijgt alles een groter soortelijk gewicht.“Je kunt de strijd van deze adellijke jongeren zien als het oorlogspad dat een tiener moet bewandelen om zich te kunnen bevrijden uit de ouderlijke wurggreep. Maar het laat ook zien dat perverse verveling tot een verschrikkelijke uitholling van het leven kan leiden, die op zijn beurt grenzeloos kan worden. Daarna is alles alleen nog om de kick te doen. Een stap daarna liggen nihilistisch geweld en terrorisme al snel op de loer”. De Mol ziet er parallellen in met de huidige tijd. “Met de rijkdom van het westen, Europa en van Nederland. Met de ‘opstapcultuur’ en ‘nu-opwellingen’ die de mediacratie ons opdringt en waar ieder van ons vaak al te graag aan meedoet. Enige humanitaire compassie voor mensen die blunders begaan is allang uitgestorven. Ondertussen denken we de natuur en de samenleving zo te kunnen kneden zoals we ons die wensen. Maar er ontstaan nu eenmaal rampen, momenten en situaties die zodanig uit de hand lopen, en een nieuwe Anders Breivik lijkt mede daardoor steeds slechts één stap van onszelf verwijderd”.
De hoofdpersonen in De bezetenen zijn de jonge Pjotr Werchowenski en diens leermeester Nikolaj Stawrogin. Pjotr staat model voor Nestjajev. Hij acht begrippen als eer en liefde als ‘te vaag’: ‘Als wij gerechtigheid en wetenschap krijgen, is er geen plaats voor liefde’. Hij blaat dat voor het bereiken van absolute vrijheid en gelijkheid voor allen algehele slavernij een voorwaarde is: ‘Allen zijn slaven, en in de slavernij zijn ze gelijk.’ Aldus schetst Dostojevski via de figuur van Werchowenski een gruwelijk toekomstperspectief, dat niet minder dan een profetie is gebleken.
In zijn bewerking volgde Camus de chronologie van het boek, maar maakte ook gebruik van Dostojevski’s dagboeken en voegde het omstreden hoofdstuk Bij Tichon, ook wel De biecht van Stawrogin genaamd, dat zo vaak door de censuur geschrapt is, weer in. De Mol: “Je merkt dat Camus geregeld veel woorden nodig heeft. Maar soms zegt een enkel handgebaar of een hoofdknik meer dan honderd woorden”. In de enscenering is De Mol enerzijds trouw aan de oorspronkelijke tekst (‘als er een rijtuig ter sprake komt, hebben we daar niet opeens een auto van gemaakt’). Anderzijds zijn enige sporadische ingrepen gedaan in de beeldtaal (‘er is een iPad te zien’). Hij wijst graag op de humor in het op het oog zo loodzware stuk, in 1982 door de aloude Haagsche Comedie gespeeld, met onder meer Pieter Lutz, Lou Landré en Jules Royaards. “Sommigen van de personages zijn rasechte clowns en zeker de vertegenwoordigers van de oudere generatie zijn geestig, zeker als ze gaan kiften, omdat hun tijd passé is. Maar het is en blijft een stuk over mensen die hun gewetenshuishouding niet op orde hebben. Toch verlaat je de zaal niet gebukt onder ellende. Wel kan de voorstelling een effect van ontreddering teweegbrengen”. Dat is, uiteraard, zeker ook de verdienste van Dostojevski. De Mol: “Zijn artisticiteit heeft geenszins te lijden gehad onder het feit dat het de bedoeling was een pamflet te schrijven tegen de politieke ideeën die Rusland en Europa in de tweede helft van de negentiende eeuw in hun greep hielden, integendeel, het boek is in de eerste plaats een kunstwerk van grote literaire waarde geworden.”
De bezetenen door Toneelgroep Maastricht is op dinsdag 2 april te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.toneelgroepmaastricht.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72.