Nationale Toneel brengt ´Het stenen bruidsbed´
Jazeker, het is een waagstuk – en welzeker, het is een briljant en fascinerend boek. “Maar we maken het niet simpeler”. Johan Doesburg zegt het, specialist in het brengen van romans op het toneel. Hij regisseert bij het Nationale Toneel Het stenen bruidsbed naar de beroemde roman die Harry Mulisch de doorbraak bezorgde. Doesburg vond dinsdag de erven Mulisch bereid tot een mondelinge toelichting op Mulisch’ beroemde meesterwerk en deed verslag van de voortgang van de repetities die drie weken geleden begonnen. Het NT koos een locatie met eeuwigheidswaarde: de Amsterdamse werkvertrekken van de eeuwige Nobelprijskandidaat aan de Leidsekade, die rond 2014/2015 in samenwerking met het Haagse Letterkundig Museum moeten transformeren tot een heuse ‘oudheidkamer’: Het Mulisch Huis. Sinds zijn dood is alles er volgens Kitty Saal, weduwe van Harry Mulisch, nog in vrijwel ‘onaangeraakte staat’ gebleven: parafernalia, boeken, boeken, boeken, twee pijpenrekken van een halve meter lengte die ieder twee etages bevatten vol zichtbaar ‘geliefkoosde’ pijpen, ook twee boekenkasten vol met zijn eigen romans, in het Nederlands, in exotische talen vertaald, op een van zijn leestafels een mini-ezel met daarop een ingelijst krantenknipsel (‘Planetoïde 10251 heet nu ‘Mulisch’), op een schrijftafel een laptop (IBM), en, weggestopt onder een bijzettafel in de salon, minstens tweeënhalve meter boeken over Hitler en de Holocaust. ‘Alles ligt er nog’, zegt Saal, ‘al kan ik er nu nog vrijelijk langsheen lopen. Als dit straks een museum is, dan wordt ieder object tot een ook voor mijzelf onaanraakbaar museumstuk.’
Onopvallende gevelpui, welbeschouwd – al pleiten vóór deze locatie het gegoede Amsterdam American hotel op een steenworp en het Leidsplein op rookafstand, en zie je er uit op de Singelgracht en de continue stroom aan rondvaartboten. De locatie voor een toelichting op Het stenen bruidsbed is daarom een schot in de roos. “Bij mij staat Mulisch naast Multatuli in de boekenkast”, aldus Doesburg. “Twee schrijvers voor wie ik diepe bewondering koester. Ik las Het stenen bruidsbed zo’n veertig jaar geleden, in 1957, op instigatie van mijn toenmalige leraar Nederlands. Ik was zeventien en begreep er toen vast niet al te veel van, maar al wel gegrepen door de beschrijving en Mulisch’ benadering van de Tweede Wereldoorlog. En dat in genuanceerde termen van goed en kwaad – wie is held, wie is slachtoffer – naast en tegenover elkaar plaatste. Maar ook door de erotiek die sterk naar voren komt en die hij beschreef in oorlogsbewoordingen, met een bombardement als synoniem voor de liefdesdaad.”
Het stenen bruidsbed wordt algemeen beschouwd als de beste roman uit Mulisch’ eerste periode. Het boek behelst de confrontatie van de Amerikaan Norman Corinth met de stad Dresden die hij elf jaar eerder als boordschutter op een VS-bommenwerper hielp vernietigen. Als hij terugkeert naar de plek des onheils herhaalt zich binnen enkele dagen voor hem het drama, als hij op een conferentie wordt geconfronteerd met de slachtoffers van zijn daad. Door Hitler-Duitsland plat te bombarderen bracht hij de genadeslag aan het regime toe, maar als deze mensen slachtoffers zijn, wat maakt dat dan van hem?, vraagt Doesburg zich hardop af. “Niemand komt ongeschonden uit de oorlog.”
“Geen gemakkelijk stuk”, oordeelt hij over de paradoxen die Mulisch aan de orde stelt. “Je wilt natuurlijk recht doen aan het boek. Maar ik maak toneel. Toch kun je straks het boek ernaast leggen, we eerbiedigen de zinnen die Mulisch opschreef. Maar het is en blijft theater, dus we verbeelden veelvuldig. In het theater hoef je niet alles te beschrijven. Soms zie je meteen dat twee mensen iets met elkaar hebben. Dat hoef je niet uit te leggen of hardop te laten uitspreken.”
“Het is belangrijk dit werk nu te tonen”, zegt Doesburg, die tijdens de voorbereidingen stuitte op een Duitstalige toneelversie waarvan hij nu dankbaar gebruik maakt. “Vanwege de actualiteitswaarde die er in schuilt, maar ook om jongeren duidelijk te maken dat Mulisch bestaansrecht heeft, al wordt hij voor de lijst nauwelijks meer gelezen. Terwijl we nog maar dertig jaar na De Aanslag, een van zijn andere meesterwerken, leven.”
Het stenen bruidsbed door het Nationale Toneel is vanaf eind mei te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: www.nationaletoneel.nl of www.ks.nl. Telefonisch kaarten reserveren: 0900-3456789.