Who’s afraid of Virginia Woolf? door Dood Paard
In 2012 was het vijftig jaar geleden dat het legendarische Who’s afraid of Virginia Woolf? op Broadway in première ging. Het werd nadien verfilmd, met onder meer Richard Burton en Elizabeth Taylor.
In Edward Albee’s roemruchte, onnavolgbare toneelstuk toont de toneelschrijver hoe wreedheid en zelfbedrog mensen ervan weerhouden om persoonlijke relaties met elkaar aan te gaan. Geen lange monologen, maar verhitte, op de spits gedreven dialogen, een slagveld vol in uptempo uitgesproken, bijtende oneliners. Een spelletjesavond. Zo kun je Who’s afraid of Virginia Woolf? ook zien. Een nachtelijke escapade ‘onder professoren’ die uitmondt in een uitputtingsslag: George en Martha komen thuis van een drankorgie op de universiteit, waar haar vader de scepter zwaait en hij het vak geschiedenis doet. Martha heeft in haar kielzog en op verzoek van haar vader de onlangs aangestelde bioloog Nick en zijn poppetje Honey meegenomen, want Nick is de beoogde opvolger van haar vader op de universiteit. Onder professoren, zogezegd. Wat volgt is een moedwillige, rituele dans die bol staat van gesar en glasharde, tergzieke verwijten en insinuaties. Die komen tot een hoogtepunt op het moment dat George besluit om hun fictieve zoon die hij en Martha na aan het hart ligt teneinde hun huwelijk niet te laten derailleren, te doden. Maar niet voordat Martha en Nick overspel gepleegd hebben, George daarbij lijdzaam heeft toegezien, en de tere Honey het eigenlijke kind van de rekening is als speelbal in handen van nietsontziende bruten.
Ze blaft, siddert, kijft,spint, vit, donderjaagt, fluistert, schreeuwt – en wat niet al. Actrice Manja Topper trekt haar duivelachtige kleurenpalet volledig open in Who’s afraid of Virginia Woolf? van toneelgroep Dood Paard. “De tekst prikkelt de fantasie”, meent de actrice. “Maar het is vooral een erg goed stuk, wat eng, en toch ook grappig en hilarisch. De wat ‘ouderwetsige’ vertaling van Gerard Reve die wij spelen, leidt er toe dat we niet wegglijden in realisme. Dat gevaar ligt in dit stuk wel steeds op de loer”. De versie van Dood Paard is uitverkoren voor het Theaterfestival 2013, dat de beste stukken van het vorige seizoen bijeenbrengt. Maar deze versie dateert eigenlijk uit 1994. Topper: “Toen we vorig jaar werden uitgeroepen tot het huisgezelschap van het Amsterdamse theater Frascati, kregen we de zalen een week tot onze beschikking en besloten we dit stuk terug te halen. We brachten het oorspronkelijk uit in 1994, toen we vers van de toneelschool kwamen. Deze versie benadert de manier waarop we het toen brachten, al zijn niet alle rollen hetzelfde bezet. Bij het repeteren dachten we nog eventjes dat het stuk, deze versie, misschien gedateerd zou aandoen, maar de mise-en-scène is zo sterk, met de vier als pionnetjes tegenover elkaar, zo zonder opsmuk, dat die nog steeds prima werkt. Het is een feest om dit te spelen”.
In de voorbije twintig jaar is de tijdgeest veranderd, is toneelgenre als kunstvorm veranderd, en is Manja zelf ook veranderd. “Indertijd was ik eigenlijk te jong voor deze rol. Nu kom ik aardig in de buurt. Ik ben moeder van een kind, en dat zorgt ervoor dat ik mezelf meer herken in Martha”.
In Theater aan het Spui is begin oktober trouwens nog een versie van Who’s afraid of Virginia Woolf? te zien, met George van Houts en Raymonde de Kuyper. En over een halfjaar, op dinsdag 8 en woensdag 9 april 2014, een versie met Maria Kraakman en Jacob Derwig. Een Albee-minifestival in den dop dus! Ga kijken, laat u verbazen en zoek de tweeduizend verschillen.
Who’s afraid of Virginia Woolf? door Dood Paard is op vrijdag 20 september 2013 te zien in Theater aan het Spui. Meer informatie: www.doodpaard.nl en www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72.