Welke vlag is de goede om achter te lopen?

Acteur Yorick Zwart vertelt en speelt ‘Montyn’

Montyn was in 1982 de doorbraak van Dirk Ayelt Kooiman (1946). Maar het is ook de titel van de theaterbewerking die binnenkort in het schilderachtige theatertje Branoul te zien is.

‘Op de vraag naar de zin van het leven antwoordt iedereen met zijn levensloop’, schijnt de Hongaarse auteur György Konrad gezegd te hebben. Montyn, de roman van Dirk Ayelt Kooiman, beschrijft de uitwerking van de Tweede Wereldoorlog op de collaborerende graficus Jan Montyn. Kooimans relaas, dat het midden houdt tussen feit en fictie, verhaalt over een rusteloze jongeman die het doodsaaie dorpsleven van Oudewater wil ontvluchten, en nadat de Tweede Wereldoorlog is uitgebroken het besluit neemt om het leger te dienen. Hij belandt na aanvankelijk wat kwajongensachtige avontuurlijke omzwervingen uitgerekend aan het Duitse Oostfront, zij aan zij aan de kant van de daar gestationeerde Duitsers, voor wie Montyn gaandeweg een groot begripsvermogen ontwikkelt. Pas na de oorlog beseft hij welke consequenties zijn keuze heeft. Op de vlucht voor zijn omgeving en zichzelf draait hij door. Langzaam maar zeker verliest hij de grip op zijn leven en komt in een gesticht.

In een regie van Ludo Hoogmartens vertelt en speelt Yorick Zwart (1978) Montyns levenswandel. Ze hebben zich in hun bewerking beperkt tot het eerste deel van Kooimans roman: “De voorstelling gaat over keuzes maken, tussen passiviteit of activiteit, tussen het goede of het kwade. Maar wat is goed en wat is kwaad? Het gaat ook over de vraag wanneer doden mag en wanneer niet, en de vraag om welke vlag de goede is om achter te lopen. En hoe zat het met de mens onder de Duitse helm? Deze en andere vragen worden in het tijdsbestek van vijf kwartier indringend over het voetlicht gebracht.”
De in de ik-vorm geschreven biografische roman, geknipt voor een monoloog, maakte in zijn studententijd al een verpletterende indruk op Zwart. “Op een goede dag tijdens mijn opleiding aan de Toneelschool in Arnhem stopte een vriend die naar Joegoslavië was uitgezonden, en die aan posttraumatische stress leed, me het boek van Kooiman toe en voegde er betekenisvol aan toe: ‘Dit heeft me er doorheen gesleept’. Daarna ben ik het gaan lezen.”

De roman bleek een openbaring. “Ik heb de dienstplicht niet hoeven vervullen, die was toen al afgeschaft, maar dit boek greep me naar de keel, greep me aan als een jongensboek, een rauwe avonturenroman. Ik lees het boek ieder jaar weer.” Hij besloot op zijn beurt het boek door te geven aan collega-acteur Ludo Hoogmartens, rond 2008, toen ze gezamenlijk bij het Noord Nederlands Toneel speelden. “Ook Ludo was onder de indruk en riep meteen dat we hier een voorstelling van moesten maken.” Zo gezegd, zo gedaan. Maar de daad bleek nog niet zo gemakkelijk bij het woord gevoegd. “We zouden het als coproductie maken met de Belgische theatergroep BAFF en een Nederlands gezelschap, maar dat trok er op het laatste moment tussenuit vanwege bezuinigingen. Toen heeft BAFF het alleen geproduceerd. Daardoor konden we in 2009 Slachtlam uitbrengen, met muzikant Wim Lots en videokunstenaar Arjen Hosper. We merkten echter dat de Tweede Wereldoorlog in België heel anders ervaren wordt dan hier. België heeft de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog doorgemaakt, verschrikkingen die ons bespaard zijn gebleven. Gevolg was dat de voorstelling daar een beetje doodsloeg.” Pas twee jaar geleden heeft Zwart de draad van de productie weer opnieuw opgevat. Het is uiteindelijk een drastische bewerking van de roman geworden, verklaart Zwart. “We hebben de productie aangepast, zo zit er bijvoorbeeld geen muziek meer in en hebben we de videokunst weggelaten.”

Montyn is te zien in Literair Theater Branoul op vrijdag 21 en zaterdag 22 maart 2014. Meer informatie op www.branoul.nl. Telefonisch kaarten reserveren: (070) 365 72 85.

Advertentie

De revolutie eet vaak haar eigen kinderen op

Dantons dood van Georg Büchner bij Toneelgroep Amsterdam

Met de urgentie van een politiek pamflet is Dantons dood een bespiegeling over idealisme en opportunisme, macht en verantwoordelijkheid, revolutie en geweld.

Moeten we van het leven genieten of in opstand komen voor een betere wereld? Dantons dood is een toneelstuk over rekkelijken en preciezen rond de bloedig verlopen Franse Revolutie (1789). Ook het publiek moet kiezen: is het bereid tot actie? In Büchners ideeëndrama uit 1834 staan de ‘precieze’ Robespierre (Gijs Scholten van Aschat) en de ‘rekkelijke’ Danton (Hans Kesting) lijnrecht tegenover elkaar. Zij aan zij stonden ze ooit op de barricades, aan de wieg van de bloedig verlopen revolutie. Het stuk beschrijft dat de opstand tegen het absolutistisch systeem van de koning en de adel door terreur en geweld, een ander, soortgelijk regime heeft voorgebracht – dat van de tirannie. Wie zich tegen Robespierre en zijn volgelingen keerde of anders dacht over een volksrepubliek, werd tot vijand van het volk verklaard en ter dood veroordeeld. Een schrikbewind werd door een soortgelijk systeem opgevolgd.

Büchner (Leonce en Lena, Woyzek) beriep zich voor zijn ogenblikkelijk geruchtmakende stuk – dat hij drie jaar voor zijn voortijdige overlijden aan tyfus op 24-jarige leeftijd schreef en waarvoor hij werd gezocht, maar nooit werd gespeeld tijdens zijn korte leven – op geschiedkundige geschriften: ‘Een toneelschrijver is in mijn ogen (…) een geschiedschrijver’, merkt hij in een van zijn brieven op, ‘maar hij staat boven ze door het feit dat hij de geschiedenis opnieuw creëert, in plaats van een droog relaas te geven. (…) Zijn hoogste opgave is zo dicht mogelijk in de buurt te komen van de geschiedenis zoals ze zich werkelijk heeft afgespeeld’. Maar ook: ‘Ik kan van iemand als Danton en van de bandieten van de revolutie geen brave Hendriken maken!’ Regisseur Johan Simons (Münchner Kammerspiele, NTGent, ZT|Hollandia) heeft in Dantons Dood niet hardop verwezen naar de actualiteit, maar die zijn  er legio: de Arabische Lente, Oekraïne, Syrië.

Dragan Bakema, bekend van toneel (Naar Damascus, Platonov), film (Joy, Zwarte Zwanen) en tv (Loverboy, De Geheimen van Barslet) speelt de rol van Dantons medestander Camille Desmoulins. “Door de regie van Johan Simons van dit stuk bij Toneelgroep Amsterdam heb ik een nieuwe ingang tot spelen ontdekt, die ik meeneem voor mijn toekomstige rollen. Gewend om royaal te spelen, om behoorlijk tekeer te gaan, moest ik van Johan juist ‘afgesloten’ spelen, uitsluitend op mijn stem vertrouwen. Moeilijk, maar ik houd ervan als ik tevoren niet weet hoe ik een opdracht moet aanpakken. In m’n studio thuis heb ik de tekst vele malen hardop uitgesproken, opgenomen en bijgeschaafd. Het moest lijken op muziek, vooral geen exposé worden, en er mocht vooral geen emotie in doorklinken, alles ten dienste van de zin waar het in deze rol wat mij betreft om draait: ‘De staatsvorm moet een doorzichtig gewaad zijn dat zich rond het lijf van het volk vlijt’”.

Desmoulins, door Danton op zijn ministerie van justitie tot secretaris benoemd, en ooit schoolkameraad van Robespierre, publiceerde in 1792 de Rede van de lantaarnpaal tot de Parijzenaars, waarin hij aan iedere lantaarnpaal een aristocraat zag hangen. Bakema: “Ik verricht nooit studie naar het personage dat ik speel; ik ben de schrijver noch de regisseur. Een regisseur heeft een concept voor ogen en het is mijn taak als acteur om daar aan te voldoen. Er is simpelweg geen tijd voor experimenten. Mensen vergeten vaak dat bij een gezelschap zoals Toneelgroep Amsterdam een productie in zes weken geproduceerd wordt. Zo kon het gebeuren dat we drie dagen voor deze première nog aan het zoeken waren naar de juiste toon, de juiste houding, de juiste beweging.”

De opruiende toon Desmoulins geschriften brak hem uiteindelijk op. Hij werd in 1794 door ‘overwinnaar’ Robespierre en diens aanhangers, na een schijnproces, gelijktijdig met Danton ter dood gebracht. Met behulp van de guillotine – ondanks de juist daarvoor aangenomen Rechten van de Mens. Een revolutie eet al te vaak haar eigen kinderen op. “L’histoire se répète”, erkent Bakema. “De winnaar is wie het beste de vox populi bespeelt”.

Opvallend: Onder aanvoering van Adelheid Roosen nemen meteen na Dantons dood honderd Haagse wijkbewoners bezit van het podium. Ze rollen er na hun matjes uit om te slapen en er de volgende dag te ontbijten.

Dantons dood door Toneelgroep Amsterdam , op dinsdag 18 en woensdag 19 maart in de Koninklijke Schouwburg. Informatie op www.tga.nl en www.ks.nl. Telefonisch kaarten reserveren: 0900-3456789.

Estafette van moord

Nood Nederlands Toneel speelt ‘Oresteia’

Wat is erger: een vader die zijn dochter vermoordt, een vrouw die haar man doodt of een zoon die zijn moeder ombrengt? De Oresteia van het Noord Nederlands Toneel werpt een duivels dilemma op.

Het lijkt in de verte op een familiedrama zoals dat bij tijd en wijle ook in de krant staat. Toch reikt de Oresteia, de Griekse tragedie van Aischylos veel verder: volgens velen begint de geschiedenis van Europa bij dit stuk, evenals het principe van de rechtsstaat. Het is een van de oudste theaterteksten en de enige bewaarde trilogie uit de Klassieke Oudheid. De eerste opvoering was op de Dionysia-feesten in Athene van het jaar 458 vóór de jaartelling, waar het op de toen gebruikelijke toneelfeesten de eerste prijs veroverde.
Acteur Michel Sluysmans, die in dit stuk drie rollen voor zijn rekening neemt: “Klassieke Griekse stukken zijn universeel, net als Shakespeare. Je kunt ze in alle tijden spelen. In de Oresteia komt de hoofdpersoon Orestes voor een duivels dilemma te staan omdat hij de opdracht krijgt zijn moeder te doden, die op haar beurt zijn vader heeft gedood. Kort door de bocht luidt de vraag in het stuk wat erger is: een zoon die zijn moeder doodt of een vrouw die haar echtgenoot vermoordt? De goden die daarover moeten oordelen denken hier heel verschillend over”.
Vanaf het moment dat Orestes de vadermoord heeft gewroken, wordt hij achtervolgd door woedende Wraakgodinnen, die de mensheid met eindeloze plagen kunnen achtervolgen. Uiteindelijk moet Orestes voor godin Athene en haar rechtbank verschijnen: als vadermoord zwaarder weegt, kan Orestes dan van moedermoord worden vrijgesproken? Wat volgt is het eerste court room drama uit de westerse literatuur. Orestes wordt vrijgesproken. En de Wraakgodinnen krijgen een plaats in de Atheense maatschappij. De rechtsstaat of een vroege variant ervan is geboren. “Maar aan dat vonnis kleeft de stank aan van corruptie. Rebellie volgt”, zegt Sluysmans.

De driedelige Oresteia werd oorspronkelijk afgesloten met een vierde deel, het saterspel Proteus, dat echter niet is overgeleverd. In ensceneringen ligt het accent meestal op de familietragedie als kern van het verhaal. Regisseur en bewerker Gerardjan Rijnders heeft echter zelf een vierde deel toegevoegd aan het drama. Daarmee plaatst Rijnders de duizenden jaren oude tragedie helemaal in de huidige tijd: Pussy Riot, de Oekraïense Femen, Tinkebel, Madonna. Het zijn volgens Rijnders anarchisten, kunstenaars en vrouwen die ons scherp houden, die vragen blijven stellen over de wereld waarin we leven. “Daarmee doet Rijnders een uitspraak die aansluit op de tijd waarin we leven, waarin geweld met geweld wordt betaald en gewone mensen zich afhankelijk voelen van hogere machten waarmee zij zich niet kunnen identificeren”, zegt Sluysmans, die in Den Haag als acteur en regisseur werkte voor toneelgroep Annette Speelt, maar ook veelvuldig bij het Nationale Toneel te gast is, onder meer in de reprise van De Prooi, later dit voorjaar.

De ‘punkbewerking’ die Rijnders van dit stuk vol bloedwraak (Sluysmans: “Er vallen vijf doden in twee uur, terwijl het klassieke stuk gewoonlijk zo’n vijf uur duurt”) voor het Noord Nederlands Toneel maakte, overstijgt het melodrama: in plaats van een lijdzaam schikken naar hun lot komen vrouwen in opstand. Van gestileerd begin, eindigt het stuk in chaos. De sterke, zelfbewuste Klytaimnestra – die tekenend voor dit in dit stuk ‘Klyt’ heet – mobiliseert ‘de kinderen van de nacht’ om de wereld wakker te schudden. “Voor Gerardjan Rijnders is vooral het laatste deel interessant, als de orde is hersteld en de rechtsstaat wordt ingevoerd. Maar op grond waarvan? Twee pagina’s daarna wordt de rechtsorde weer teniet gedaan. Volgens mij, maar dat is slechts mijn eigen mening, heeft een volk een leider nodig. Anders ligt chaos voortdurend op de loer”.

De Oresteia van Noord Nederlands Toneel is op dinsdag 11 maart te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie op www.noordnederlandstoneel.nl en www.ks.nl. Telefonisch kaarten reserveren op 0900-3456789.

Serieuze liefde

De Veenfabriek & de Nederlandse Reisopera in ‘The Fairy Queen’

Aanstekelijke humor en ontroerende muziek. Een gouden combinatie. In The Fairy Queen wordt bovendien in alle toonaarden échte liefde bezongen.

De wereld staat op zijn kop. Het is alsof de hemellichamen gelijktijdig verschijnen en de seizoenen ontregeld zijn. De liefde eist ruimte op en verlangt ingrijpen in de situatie die een seconde geleden nog overzichtelijk leek. De Veenfabriek en de Nederlandse Reisopera willen in de muziektheatervoorstelling The Fairy Queen laten zien wat echte, serieuze liefde teweeg kan brengen. “In een tijd die geregeerd wordt door politiek, geld en timemanagement vergeten we soms dat het leven pas echt zin en betekenis heeft als we bij elkaar zijn. Dat is wat liefde in de eerste plaats is: samenzijn,” legt Paul Slangen, dramaturg bij de Leidse theatergroep De Veenfabriek uit. “Als je echt tot over je oren verliefd bent, dan ben je ondersteboven, dan staat je wereld volledig op z’n kop. Niet die liefde van Romeo en Julia trouwens, want dat is toch vooraleerst wat we kalverliefde noemen”.

De verwijzing die Slangen maakt is uiterst relevant. Shakespeare schreef tegelijkertijd aan twee stukken over liefde, het genoemde Romeo en Julia en Midzomernachtsdroom. In de semi-opera The Fairy Queen zijn twee grootmeesters van de podiumkunst in een groots thema met elkaar verenigd: de gelijknamige barokmuziek van Purcell en de verzen van Shakespeares Midzomernachtsdroom. Ze stuwen elkaar in het bezingen van de liefde tot grote hoogte op, maar laten zich niet misleiden door louter idyllische romantiek. Slangen: “Liefde is immers veel meer dan romantiek alleen. ‘De liefde is een ontregelende natuurkracht, zegt Shakespeare in Midzomernachtsdroom; het is een kracht die voor net zoveel verwarring als geluk zorgt. En Purcell volgt hem daarin.” Het resulteert niet alleen in een opvallende voorstelling, maar ook in een chaotisch aandoend maar opvallend toneelbeeld waarin een zes meter hoog puntdakhuis als door een natuurkracht ondersteboven lijkt geworpen en een inboedelkermis met onder meer een kruimeldief, skippybal, paraplu en zitzak figureren naast 54 spelers, solisten, acteurs en musici. “We willen laten zien dat we in een maatschappij van het ‘teveel’ leven, en dat, hoewel de personages in het stuk zich persoonlijk verhouden tot deze spullen, er een herwaardering, een herijking van de hoeveelheid aan spullen dat we om ons heen denken nodig te hebben, op zijn plaats is”.

Daartoe heeft regisseur Paul Koek, onder meer, Purcells muziek opgeknipt. Slangen: “Als je de muziek van The Fairy Queen aaneengesloten beluistert, dan is het laatste gedeelte werkelijk te mooi om waar te zijn. Zoveel moois achtereen kun je als luisteraar eigenlijk niet aan. Te veel. Door negen aria’s die normaliter aan het eind van de semi-opera in een blok worden gespeeld, op de dramatische handeling reflecteren, hebben we de dynamiek, en daarmee de dramatische spanning van de opera weten te vergroten. Dat leidt tot een herijking; zo kun je van de esthetiek van Purcells compositie volledig genieten”. De aanpak verwijst ook naar de praktijk van Purcells tijd, toen de handeling en de muziek apart werden uitgebeeld. “Bezoekers, indertijd hooggeplaatsten, deden actief mee aan zo’n ‘voorstelling”, legt Paul Slangen uit.

Voor De Veenfabriek, dat recentelijk van de muziektheatervoorstelling Moby Dick een culthit maakte, is The Fairy Queen niets minder een monsteronderneming. “Voor het eerst maakt Paul Koek een operaregie. Hij werd door de Nederlandse Reisopera uitgenodigd. Op eigen houtje hadden we dit nooit kunnen doen”.

The Fairy Queen door De Veenfabriek en de Nederlandse Reisopera is op zaterdag 8 maart te zien in het Lucent Danstheater. Meer informatie op www.veenfabriek.nl en www.ldt.nl. Telefonisch kaarten reserveren: (070) 88 00 333.