Shakespeare in beweging gebracht
In het Holland Festival 2014 brengt Het Nationale Ballet een nieuwe groot gemonteerde, avondvullende productie uit van vaste choreograaf Krzysztof Pastor, geïnspireerd op Shakespeares The Tempest. Pastor werkt voor deze voorstelling samen met de Iraanse, in New York gevestigde fotografe, film- en videokunstenares Shirin Neshat, vooral bekend vanwege de subtiele maar veelzeggende manier waarop zij de geïsoleerde positie van de vrouw in de islam belicht. Een onderzoek.
In het Westen behoort Shirin Neshat tot de meest bekende kunstenaars uit de islamitische cultuur. In 1999 won ze de Gouden Leeuw tijdens de Biënnale van Venetië. Sindsdien wordt haar werk over de gehele wereld getoond. Shirin Neshat onderzoekt in haar werk de dubbelzinnigheid van de werkelijkheid. En dat is precies wat Shakespeare ook deed in The Tempest (De storm).
Op een eiland, ver van de bewoonde wereld, voert de uit Milaan verbannen magiër Prospero een wisselvallig schrikbewind. Hij beheerst volkomen het leven van zijn dochter Miranda, de enige vrouw op het eiland, van de luchtgeest Ariel en van Caliban, de oorspronkelijke koning van het eiland. Dan vaart zijn broer Antonio, die hem twaalf jaar eerder van de troon stootte omdat hij zijn volk verwaarloosde, met zijn gevolg langs. Prospero ontketent een storm die het schip doet zinken en de opvarenden op het eiland laat aanspoelen. Wraak ligt op de loer. Maar zou vergeving hem niet nog machtiger maken?
In De storm geeft Shakespeare (1564-1616) een kritische blik op macht. Shakespeare laat ons, net als Prospero, nadenken over de betekenis van macht. Het stuk toont de storm in het hoofd van een man van middelbare leeftijd, maar schetst ook een tijdsbeeld van de positie van vrouwen, van aardse moeders tot witte heksen. Er zijn op zijn dochter Miranda na geen vrouwen op het eiland. Tegelijkertijd is De storm een sprookje van verloren illusies, van bittere wijsheid, maar ook van hoop. Alles lijkt dubbelzinnig: witte magie die demonisch werkt, en alleen door almacht is het mogelijk vergiffenis te schenken.
Vrouwenrollen
Shakespeare gaat in vrijwel al zijn stukken omzichtig om met vrouwenrollen. Hij kon indertijd eenvoudigweg niet beschikken over vrouwelijke actrices. Dat is althans de meest aannemelijke verklaring. De Brits-Amerikaanse theatermaakster Tina Packer, in november nog te gast op het The Hague Shakespeare Festival, dat gericht was op de rol en betekenis van vrouwelijke personages in het werk van Shakespeare, regisseerde bijna alle stukken van Shakespeare. Ze ontdekte dat hij zijn vrouwelijke personages in de loop der tijd steeds meer ging uitdiepen en zelfs pleitbezorger werd voor de vrouwelijke stem in een mannenmaatschappij. Packer in NRC Handelsblad: “In zijn vroege theaterteksten zijn vrouwen óf kwetsbare maagden óf hadden haar op hun tanden”. Maar bij Romeo and Juliet (1595/1596) zien we een omslagpunt. Nogmaals Packer: “Juliet is een zelfbewuste, intelligente vrouw die Shakespeare van binnenuit beschrijft. (…) Shakespeare heeft als jonge acteur zelf vast veel vrouwenrollen gespeeld; hij kon zich in hen verplaatsen.” In latere stukken zoals The Tempest (1611) groeien vrouwen zelfs uit tot de motor voor verandering. “Vrouwen toonden hoe we beter kunnen samenleven”, aldus Packer. Shakespeare hield ervan om het leven te vergelijken met een toneelstuk. In zijn komedies en tragedies gebruikte hij het theater graag als metafoor voor de rollen die mensen in de maatschappij volgens hem (zouden moeten) spelen. In De storm draait het om publieke en persoonlijke moraal: Prospero maakt bij aanvang degenen die hem omringen dienstbaar aan zijn eigen doelen. Het thema van onderdrukking was zeer actueel in Shakespeares tijd, want juist toen kwam het Engelse kolonialisme op stoom. De afkeer, in het stuk, voor de donkerhuidige Caliban die zowel Prospero als zijn dochter Miranda tonen, geeft de houding van het merendeel van de toenmalige Europeanen weer toen ze in contact kwamen met vreemdelingen van ‘West-India’ en andere koloniën.
Neshat en onderdrukking
In De storm groeit Prospero’s dochter Miranda als enig meisje op het eiland op. Ze is in leeftijd vergelijkbaar met Julia, amper dertien jaar, maar leeft volledig geïsoleerd van de buitenwereld. Moeders zijn de grote afwezigen. De naam van Miranda’s moeder wordt slechts terloops vermeld. Haar opvoeding is uitsluitend een patriarchale aangelegenheid. Twaalf jaar lang laat Prospero zijn dochter in de waan over haar afkomst. Haar wording tot vrouw, gesymboliseerd door haar hooggewaardeerde maagdelijkheid, wordt onwillekeurig tot het wisselgeld waarmee de patriarchale orde zich weet te herstellen. Geïsoleerd van de bewoonde wereld heeft zij nooit een andere man gekend dan haar vader en Caliban.
Prospero’s almacht roept vragen op over dienstbaarheid en vrijheid. Hij manipuleert de eilandbewoners, én zijn dochter, via het woord. Neshat stelt beeld tegenover woord, waar choreograaf Krzysztof Pastor op zijn beurt dansante verbeelding tegenover het woord stelt. Maar er zijn meer dubbelzinnigheden. De fotografe, film- en videokunstenares concentreert zich in haar werk op grenzen die de islam opwerpt: grenzen tussen man en vrouw, tussen heilig en profaan, tussen werkelijkheid en magie. En dus op de dubbelzinnigheid van de opgeworpen beelden: is de chador een teken van onderdrukking of kan het een geuzenpak zijn? Daarnaast zijn er parallellen aanwijsbaar met Neshats leven en dat van Miranda, want ook Neshats vader bekleedde maatschappelijk een hooggeplaatst functie. Daardoor had haar familie de financiële middelen om haar voor een opleiding naar de Verenigde Staten te sturen, een land dat voor Neshat uitgroeide tot haar eigen eiland.
Shirin Neshat (1957, Qazvin, Iran) vertrok op haar zeventiende naar Los Angeles voor een opleiding aan de kunstacademie. Tijdens haar verblijf greep Ayatollah Khomeiny de macht in Iran. Onder zijn bewind werd het dragen van een chador verplicht gesteld. In 1990, na ruim 16 jaar, bracht Neshat voor het eerst weer een bezoek aan haar vaderland. Deze hernieuwde kennismaking maakte diepe indruk op haar. Sindsdien richt Neshat zich vanuit haar tegenwoordige standplaats New York City op het onderzoeken en becommentariëren van haar relatie tot de islam, in het bijzonder op de positie van de vrouw, en in algemene zin op de verhouding tussen man en vrouw.
Women of Allah
Neshat maakt het met vooroordelen behepte westerse beeld van de islamitische vrouw tot inzet van haar werk. Ze verwerkt clichés over de islamitische vrouw –die gekleed gaat in chador en boerka – soms geheimzinnig, dan weer militant of helemaal onschuldig. Vooral haar werk Women of Allah heeft veel aandacht in het Westen gekregen. In deze serie is Shirin Neshat zelf het model. De zwart-wit foto’s tonen een gesluierde vrouw, de ene keer met een pistool of geweer, een andere keer met een bloem. De lichaamsdelen die niet door de sluier bedekt zijn, de handen, voeten en het gezicht, zijn beschreven met een kalligrafisch aandoende schrift dat voor veel westerlingen niet te ontcijferen is. Door het Farsi krijgt het de uitwerking van een tweede sluier. Een van die poëtische bronnen van Neshat is de prerevolutionaire dichteres Farough Farochsad. In haar dichterlijke werk behandelt zij het thema van de vrouw, met name haar lichaam en haar seksualiteit. Door het toepassen van deze dichtkunst in haar foto’s construeert Neshat een contrast: de versluierde vrouw aan de ene kant en de geëmancipeerde poëzie aan de andere kant. De beschouwer wordt door de stoffelijke sluier op afstand gehouden, net zoals hij door de sluier van lettertekens op afstand wordt gehouden. Het is daardoor niet mogelijk echte toegang tot de in Neshats kunstwerken geïmpliceerde Iraanse cultuur te krijgen. Ze zet vrouwelijkheid en geweld als contrast naast elkaar: aan de ene kant laat ze de vrouw als militant en bewapend zien, aan de andere kant verschijnt de vrouw als onschuldig en spiritueel. Ze wil daarmee de antiwesterse agressiviteit van de politieke islam laten zien. In Women of Allah verzetten Iraanse vrouwen zich tegen het clichébeeld van de islamitische vrouw zoals dat in het Westen heerste, dat van de moslima die als een bezit wordt gezien, en de onderdanigheid van de vrouw tegenover de man. De gesluierde vrouw heeft aantrekkingskracht, iets geheimzinnigs dat de westerse wereld fascineert. Als de vrouw haar sluier aflegt wordt het geheime openbaar en kunnen we ons met haar identificeren. Door twee zeer verschillende culturen van binnenuit te vergelijken, weet zij achtergronden te duiden en onderliggende sociale thema’s zichtbaar te maken.
Uit gesprekken blijkt dat Neshat geen politiekcorrecte, multiculturele modelkunstenaar wil zijn. Een simpele politieke stellingname tegen de theocratie in Iran is voor haar niet genoeg. Het universele van een kunstwerk is van belang; haar werken moeten een algemene zeggingskracht hebben die haar publiek aan het denken zet. En dat is wat Shakespeare in zijn werk, en zeker in The Tempest ook deed: kafkaësk geconstrueerde macht van een zogenaamde werkelijkheid tonen.
Met dank aan Shakespearekenner en cultuurfilosoof Tom Dommisse
The Tempest is te zien van 18 tot en met 27 juni in Nationale Opera & Ballet te Amsterdam. Meer informatie op de website operaballet.nl.