2015-2016: Theater aan het Spui opent met ‘best of’
Toneel vindt hij na dertig jaar in het metier nog altijd ‘ongelóóflijk leuk’. En hij maakt graag deel uit van de dynamiek van de stad. Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui.
Niet eens zo lang geleden, het afgelopen seizoen nog, gebeurde het. Aan de bar in de foyer van Theater aan het Spui stond actrice Manja Topper uit te hijgen van haar rol als Lady slash Courtney Love in Macbain, een voorstelling waarin het leven van rocklegende Kurt Cobain werd gemixt met dat van Shakespeares Macbeth. Een bezoekende scholiere wendde zich tot Topper. Of zij en haar medescholieren haar even konden spreken over de voorstelling. Zeker wel, was het antwoord van Topper. ‘Maar kennen jullie Macbeth’, vroeg Topper daaropvolgend. ‘Jawel hoor, dat stuk hebben we laatst zelf gespeeld’.
Cees Debets wil maar zeggen. Hij is trots dat jongeren de weg naar zijn vlakkevloertheater steeds beter weten te vinden. “Dit is het publiek van de toekomst”. Debets reikt verder dan de doorsnee meet & greet. “Tuurlijk kunnen ze hier met Nasrdin Dchar, bekend van Shouf Shouf en Rabat, op de foto. Maar het is wél zo leuk als er een inhoudelijk gesprek tot stand komt. Acteurs vertellen me meer dan eens dat zo’n gesprek stof tot nadenken heeft gegeven”. Hij treedt volwassenen trouwens net zo tegemoet. Zijn Dans- en Toneelkijkers, heavy users, zien vijftien voorstellingen en schrijven recensies. “De mening van de kijkers is belangrijk voor de gezelschappen. Maar ook voor ons, want het is goed je vaste publiek te kennen. En het is de basis voor onze jaarlijkse Publieksprijs, een van de weinige in Nederland”. Die prijs werd in juni gewonnen door Kunsthart van Mugmetdegoudentand. De winnende voorstelling prijkt in oktober opnieuw op het programma van Theater aan het Spui.
De maand daarvoor, september, opent het vlakkevloertheater met een maand lang ‘the best of the season before’. Amuses, noemt Debets het. “Waarvan de kwaliteit onbetwist is, voorstellingen die het afgelopen seizoen de toets der kritiek hebben doorstaan. Met prijswinnende acteurs en voorstellingen zoals die van Marjolein van Heemstra, Fahd Lahrzaoui en onze meervoudige Spui-Publiekswinnaar Jakop Alhlbom”. Met diens voorstelling Horror koestert Debets speciale plannen. “Ik ben van plan alle Toneelkijkers uit te dagen om iemand uit hun omgeving mee te nemen die nooit eerder in Theater aan het Spui is geweest. Die persoon mag er dan voor niks in”. De openingsmaand is zo een uitstalkast vol snoepgoed en bovendien een graadmeter voor wat verderop in het seizoen aan het Spui op stapel staat. Debets: “Want we presenteren ook de nieuwe voorstellingen van al die prijswinnaars van het vorige seizoen”.
Kruispunt
Breed. Dat is het enkelvoudige woord dat de programmering van Theater aan het Spui samenvat. Van erkende festivallocatie (Writer’s Unlimited, Holland Dance Festival en Movies that Matter) tot kindertoverplein voor jeugdtheater en familievoorstellingen (Festival De Betovering, en een zuigelingenconcert, voor baby’s tussen 5 en 15 maanden); van rotonde voor moderne dans (Nederlands Dans Theater is er kind aan huis) tot huis voor muziektheater en toneel. En Debets is graag ook letterlijk de spreekstalmeester voor nieuwe Haagse theatermakers, waaronder Firma MES en Sytze Schalk. Bijvoorbeeld.
Nu dan toch namen zijn gevallen: Hij gaat dus drie keer Toneelgroep Amsterdam ontvangen. “Uitroepteken!”, zegt Debets. “Halina Reijn in La Voix Humaine. Claus’ Een Bruid in de Morgen, geregisseerd door talent Maren Bjørseth. En Song From Far Away van Ivo van Hove. Op toneelgebied werkt Theater aan het Spui trouwens samen met de Koninklijke Schouwburg: “Een voorstelling moet daar te zien zijn, waar die het best tot zijn recht komt”. Waarvan acte, want een van de rode draden in zijn programmering is een aantal voorstellingen met en rond de wonderbaarlijke duizendpoot Josse de Pauw, auteur, acteur, regisseur en wat al niet meer. Een van die programma’s is te zien in de Koninklijke Schouwburg.
En dan Eric de Vroedt, medio 2016 aantredend artistiek directeur van het Nationale Toneel. Hij situeert bij Oostpool in Fresh Young Gods bankiers aan de rand van een tropisch zwembad terwijl een project van Shell in de Rotterdamse haven dreigt te ontsporen. En natuurlijk is het Nationale Toneel weer te gast. Met twee voorstellingen van regisseur Casper Vandeputte. “Als geen ander weet hij de tijdgeest te vatten”.
Actueel
Verder kijken dan je neus lang is. Het zou Debets’ in tegelwijsheid vervatte waarheid kunnen zijn. Hij wil graag actuele thema’s aan elkaar knopen. Identiteit & migratie, dat zijn volgens hem de vraagstukken van deze tijd. “Terwijl wij, Europeanen, waar dan ook naartoe kunnen, zijn velen daarbuiten daartoe niet in de gelegenheid. Ik kijk ernaar uit om pogingen tot een antwoord daarop te kunnen zien op het toneel, bijvoorbeeld door Wunderbaum”. De Rotterdamse theatergroep timmert al een tijdje aan een langjarig project, The New Forest, en verbindt dat aan verduurzaming. “We volgen ze al wat jaren. Dit jaar houden we een tiendaagse festivalweek met hun nieuwe voorstellingen. Die omringen we met debatten en randprogramma’s. Niet alleen hier in huis, maar ook op andere plekken in de stad. We trekken trouwens vaker de stad in, onder meer met The Summer of ’96, de Oerol-hit die Casper Vandeputte maakte bij het Nationale Toneel”.
In 2014 werd de drempel van Theater aan het Spui 111.000 geslecht. De ingezette groei voortzetten acht Debets als zijn voornaamste uitdaging. Hoe? “Het al nauwe contact met het publiek verder intensiveren”. Bijvoorbeeld met programma’s zoals hij dat in dependance Zaal 3 aan het De Constant Rebecqueplein nu al doet met het initiatief Buurtbewoners: “Een hapje eten en daarna samen een voorstelling bezoeken”. Zaal 3 is daarnaast een plek bij uitstek voor talentontwikkeling. “Een jonge garde theatermakers vindt er zijn plek”.
Met de sloopkogel en diepe bouwputten die het Spuiplein na deze zomer opwachten, lijkt de omgeving van Theater aan het Spui voor bezoekers minder aantrekkelijk te worden. “Weet je”, besluit Debets, “samen met het naastgelegen Filmhuis Den Haag zijn we goed voor 250 duizend bezoeken. We bekijken daarom heel goed en in samenwerking mét de gemeente hoe we het Spuigebied goed bereikbaar en plezierig voor bezoekers kunnen houden”.