Onvrouw

Mozarts ‘Cosi fan tutte’ bij Nederlandse Reisopera

Vertrouwt u uw vrouw? Ach, vertrouwt zij u? Een ‘school voor geliefden’, zo ondertitelde bijna 250 jaar geleden Mozart Cosi fan tutte. Maar wat zegt zijn muzikaal magistrale dijenkletser over vrolijke vrouwelijke ontrouw ons nu nog?

Cosi fan tutte: een verhaal over liefde en overspel, met twee jonge officieren die zeker zijn dat de zusjes Dorabella en Fiordiligi hun altijd trouw zullen zijn. Voor de oudere Don Alfonso is dat een leuke weddenschap. En binnen vierentwintig uur zijn de vier geliefden een pijnlijke ervaring rijker. In februari werpt Xander Straat zich bij de Nederlandse Reisopera op Mozarts erkende meesterwerk waarvoor Da Ponte het libretto leverde, net als voor de opera’s Don Giovanni en Le nozze di Figaro.

“Ach”, relativeert Xander Straat op de opmerking dat Mozart niet eens in staat was zijn lopende schulden af te lossen met werk-in-opdracht Cosi fan tutte. “Mozarts bewonderaars zeiden in de tijd dat de opera als onzedig werd aangemerkt, dat geldnood zijn drijfveer was. Uit eigener beweging zou hij nooit zoiets vunzigs hebben gemaakt”. Mozart was, volgens Straat, populair gezegd een ZZP’er. Straat: “Naast compositieopdrachten van vorsten en andere hooggeplaatsten leefde Mozart vooral van de pianoconcerten die hij voor de toen opkomende klasse van de bourgeoisie in Oostenrijk gaf”. Geen thuisfluiter niettemin: “Vergis je niet in hem: Mozart beschimpte graag de personages in zijn opera’s en zette daarvoor uitgekiende muzikale middelen in”.

Muzikaal mag Cosi een wonder van vernuft en melodie heten; de vertelling is een raadselachtig aandoend relaas. Want wát was eigenlijk de boodschap die schuilgaat achter Cosi fan tutte, gedaan bij monde van de orakelende Don Alfonso, namelijk dat vrouwen a priori ontrouw zijn – en die mening gratis hardop twee verliefde mannen op de mouw speldt? Zijn alle vrouwen daarmee hoeren? Het mondt uit in een ontluisterend vrouwbeeld. Of is het Mozart die juist een dikke middelvinger optrekt naar de burgerlijkheid?

Weerslag
Want Cosi is, allicht, op te vatten als een weerslag, een kind van de tijd waarin het geboren werd. Geënt op de roman Liaisons Dangereuses, die toen net uit was. Ook wordt hardop gefluisterd dat hier en daar autobiografische trekken van beide operamakers in het libretto zijn opgenomen. “Mozart schrijft in een brief aan zijn vader dat hij geregeld last had van venerische ziekten en eindelijk eens wenste te trouwen, niet langer dag in dag uit naar de hoeren wilde. Dat zegt ook wat over die tijd”.

Mozarts geesteskind was meteen een doorslaand succes, maar verdween niettemin allengs van het ijzeren operarepertoire – om pas een eeuw terug weer ten tonele te verschijnen in de Europese operahuizen. “Lange tijd werd Cosi gewoonweg genegeerd, als onzedig beschouwd”. En aldus verandert mettertijd de zienswijze op de twee-eenheid seks en liefde.

Al het voorgaande verklaart – toch tenminste ten dele – de fascinatie die regisseur Xander Straat voor deze opera buffa uit 1790 opvat. Straat: “De openlijke en olijke worsteling met seksualiteit tussen man en vrouw in Cosi fan tutte, rond vragen over monogamie en bigamie, die is in de kern eeuwigdurend van karakter. Toen en nu actueel. Hedendaagse wetenschappers hebben verschillen in stofwisseling tussen man en vrouw aangetoond. Desondanks is het frappant dat tot op de dag van vandaag een man die pronkt met meerdere vrouwen als statusverhogend wordt bejegend, terwijl een vrouw, andersom, dan al snel als hoer wordt weggekeken. Maar de vraag blijft gloeien: Liefde, wat is dat in de kern dan toch?”

Is Cosi na bijna 250 jaar aan uitvoeringspraktijk langzamerhand niet uitgekauwd? Straat: “Ik zoek naar een versie van Cosi die respect betoont aan de oorsprong van het werk. Mijn Cosi wordt wel een hedendaagse enscenering, maar eentje die dan wel iets universeels behoudt. Het moet in ieder geval zeker niet naar een opgeplakte actualisering rieken. Geen enkele toeschouwer zal de zaal verlaten zonder na te denken over wat trouw en vertrouwen op persoonlijk niveau betekenen. Ik wil graag een betekenislaag toevoegen”, zo belooft hij.

Ontwikkeling
Xander Straat doorloopt een opvallende carrière. Na een studie architectuur aan de TU Delft stapte hij over op de toneelschool, acteerde bij vooraanstaande Nederlandse toneelgezelschappen, zoals tot voor kort in Anne. Hij regisseerde muziektheaterproducties bij Belcanto, Het Gelders Orkest, het Internationaal Danstheater, de Dutch National Opera Academy en het Grachtenfestival.
Bij de Nederlandse Reisopera regisseerde hij Candide en Il segreto di Susanna), het OperaGala met het Nederlands Blazers Ensemble en vorig jaar de ‘reality opera’ The News op muziek van Jacob ter Veldhuis. Maar zo’n grote opera als Cosi fan tutte, dat is andere koek. “Mijn vuurdoop eigenlijk, en ook mijn vuurproef, want zo’n grote titel. Mijn motto? Je moet je blijven ontwikkelen. En in de toekomst blijf ik ook acteren, hoor”.

Nationale Reisopera met Cosi fan tutte. Met o.a. Gelders Orkest / HET Symfonieorkest onder leiding van Arnaud Oosterbaan. Tournee door Nederland. Meer informatie op reisopera.nl.

Advertentie

Bot vangen

Firma MES over onaardige mensen in ‘Bot’

Onaardige mensen, je komt ze veel tegen. Firma MES maakte er de voorstelling BOT over. Wat vind jij?

Laaf. Kaalkop. Alsof z’n hersenen eruit vallen. Bolle, wijdopenstaande, enge ogen. Baardje. Groot voorhoofd. Niet authentiek. Onzeker. Saaie man. Womanizer. Ontdaan kijkt Mes-acteur Daan van Dijseldonk – want over zíjn hoofd gaat het – de lens in, zet ongelovige ogen op als reactie op de meningen van de passanten, terwijl hijzelf daarbij ‘live’ op film wordt vastgelegd.

De affiches voor BOT hangen. Met datzelfde hoofd, medium shot, erop afgebeeld. Het hoofd van diezelfde Dijsseldonk is nu met signaalroze graffitiverf bespoten, beklad met duivelhoorntjes, extra lange baard), zijn contouren bespoten en weergegeven als een omlijnd scrotum. Eikel. Krassen door zijn hoofd. Danig toegetakeld.

Hoe BOT wil je het hebben? Na eerdere voorstellingen als TROEP (over verzamel- en opruimwoede), SCHREEUW (over aandacht vragen, krijgen en geven) maakt Firma MES dan nu een stuk over ‘onaardige mensen’. Dat ging in de aanloop dus zover dat twee (Roos Eijmers, Lindertje Mans) van de drie vaste acteurs van MES met een camera in de hand de Spuistraat opgingen om voorbijgangers te vragen naar hun reactie op het aangezicht van collega-acteur Daan. Die reacties waren eerlijk – maar vaak ook ronduit nietsontziend. De hilarische teaser die ervan gemaakt werd is terug te zien op YouTube en op de website van Firma MES.

“We dachten dat mensen niet zo snel bereid zouden zijn om hun mening prijs te geven, maar daarin hebben we ons schromelijk vergist”, stelt vaste MES-regisseur Thomas Schoots vast. “Misschien leven we inderdaad in een tijdperk waarin het veel eerder zo is dat het als ‘verdacht’ wordt aangemerkt als je zegt ergens geen mening over te hebben”.

De publiekelijke getuigenissen waren ‘gefundenes fressen’, koren op de molen voor Firma MES. Schoots wijst op tv-programma’s waar juryleden kandidaten afzeiken. “Waarom zijn mensen onaardig, waar komt onaardig gedrag vandaan? Is aardig zijn dan misschien het taboe van onze tijd?”, verklaart Schoots de insteek voor BOT. Hun voorstelling begint bijna alledaags, met een akkefietje in een treincoupé, als acteur Daan daar tegen een meisje opbotst. Een woordenwisseling volgt, een kale man bemoeit zich ermee, een middelvinger wordt opgestoken. “Aan de hand van deze ogenschijnlijk onbelangrijke herinnering”, legt Schoots uit, “gaan we tot in detail inzoomen op de vraag waar onaardig gedrag vandaan komt. We gaan het gebeurde extreem uitvergroten en willen daaruit een conclusie trekken”. Hij belooft een spannende, humoristische mix tussen theater en realiteit. De teksten van schrijver Daan Windhorst zijn daarvoor de basis.

Voor BOT verrichtten Schoots cum suis als ‘understudy’ een studie naar de ‘geschiedenis van de aardigheid’, langs lijnen van de filosofie. “Die begint in grote lijnen bij Epicurus”, doceert Schoots. “de Griek die het najagen van het eigen geluk predikte; en vervolgens langs de stoicijnse opstelling van de denkers van de Stoa naar wat vandaag de dag onder ‘(on)aardig doen’ wordt verstaan. Die opvatting blijkt sterk wortels te hebben in het christendom. Daar wordt aardigheid gestaafd als ‘iets doen voor een ander zónder welbegrepen eigenbelang’. Opofferingsgezindheid, daar draait het om in de Westerse opvatting”. De studie fungeerde als ‘understudy’ voor BOT en krijgt een plaats in een ‘contextprogramma’. “De ‘Deleted Scenes’”, lacht Schoots.

Voor de grootste botheid die hemzelf overkwam gaat Schoots terug naar de kleutertijd. “Op een dag kreeg ik een pakje limonade met het plaatje van een olifant erop afgebeeld van mijn moeder mee naar school. Daar was ik heel erg trots op. Een meisje in de klas had ook altijd precies diezelfde limonade. Toen ik het pakje pakte begon zij enorm te krijsen, zei dat ik het pakje van haar had gestolen. Van de juf moest ik toen in de hoek, en het pakje aan haar afstaan. Echt een jeugdtrauma”.

BOT van Firma MES is te zien van woensdag 9 tot en met zondag 13 december 2016, evenals dinsdag 29 tot en met donderdag 31 maart 2016 in Theater aan het Spui; en op vrijdag 5 en zaterdag 6 februari 2016 in Theater Dakota. Meer informatie op firmames.nl.

Een man van alle tijden

Rockopera ‘Jesus Christ Superstar’ opnieuw tot leven gewekt

Ronduit hip: Jezus is hip! Niet alleen bij de jongste Paus, afgezant van god, maar ook hier ter stede, in Den Haag! Met Ted Neeley als levende legende.

Jezus aan het kruis had het beter dan ik thuis, parafraseerde Hans Dorrestijn zijn levensleed. Ondertussen stromen al decennialang Zijn kerken leeg. Maar vorig seizoen was zijn zoon in het theater opeens veelvuldig onderwerp van devotie in Zie de mens bij Toneelgroep De Appel, met David Geysen als Jezus. En bijna gelijktijdig speelde Genesis van het Nationale Toneel, een opmaat tot de testamentische lotgevallen van de man die over water kon lopen.

Veel eerder, in de seventies, was de reïncarnatie van de onbevlekt ontvangen zoon van God ook al populair onder theatergangers. Toen waren het de film en de ‘rockopera’ Jesus Christ Superstar die records brak, onder meer door hitgevoelige songs als I don’t know how to love him en Superstar. Tegen de legendarische rockopera met de opvallende muziek van Andrew Lloyd Webber en teksten van Tim Rice werd destijds door religieuze groeperingen geprotesteerd: Jezus zou te veel als een gewone sterveling zijn geschetst. Dat zit er nu niet in. De lui van Monty Python maakten snel na het succes trouwens hun onvergetelijke parodie Life of Brian (1979).

De rockopera Jesus Christ Superstar verhaalt over de laatste week uit het leven van Jezus, gezien door de ogen van vriend / verrader Judas Iskariot. Het begin van Jesus Christ Superstar ligt in 1969, als het nummer Superstar op single wordt uitgebracht, gezongen door Murray Head. Een conceptalbum volgde in 1970, met Ian Gillan (Deep Purple) als Jezus, Head als Judas en Yvonne Elliman als Maria. In Pittsburgh (VS) wordt een jaar daarna de rockopera voor het eerst concertant opgevoerd, al snel gevolgd door een complete versie op Broadway. Ted Neeley, die toen en nu nog de rol van Jezus vertolkt, is in deze productie ‘understudy’ voor de titelrol.

Jesus Christ Superstar is de eerste musical van Andrew Lloyd Webber en Tim Rice. In 1972 wordt de filmversie opgenomen, in Israel, geregisseerd door Norman Jewison. De rol van Jezus wordt in eerste instantie aangeboden aan popster Ian Gillan – maar die kiest voor zijn carrière met Deep Purple. Micky Dolenz, van The Monkees, en David Cassidy worden overwogen, terwijl ook John Travolta auditie doet. Uiteindelijk krijgt Ted Neeley de titelrol aangeboden, naast Carl Anderson als Judas en Yvonne Elliman als Maria, drie acteurs die hun rol al eerder op het toneel hebben gespeeld. Neeley kwam in het gezichtsveld van regisseur Norman Jewison als deze hem in Los Angeles ziet in de rockopera Tommy van The Who. Jewison nodigde Neeley daarop uit voor een auditie, samen met Carl Anderson, die hij in de rol van Judas Iskariot voor zich zag. Neeley: “Ik moest voorzingen uit de partituur”, herinnert hij zich nog scherp. Hij kreeg de rol. “Ik was bijzonder opgetogen want het was bijzonder eervol om met hem te mogen werken”.

Oer
Van 1992 tot 1997 was een toert de originele cast vijf jaar aaneen door de Verenigde Staten en is opnieuw enorm succesvol met de rockopera. En van 2007 tot 2009 stond Neeley, gekend om zijn vocale bereik en in 1974 geëerd met een nominatie voor een Golden Globe Award als beste filmacteur, opnieuw in de spotlights met deze productie. Al met al neemt hij sinds de prille jaren zeventig de rol van Jezus van Nazareth op zich – en is hij daarmee uitgegroeid tot een ‘oer-Jezus’. “Inderdaad”, zegt Neeley, “ik speel de rol van Jezus van Nazareth nu al vele, vele jaren. Met tussenpozen, maar steeds met onnoemelijk veel plezier”.

En nu dus opnieuw een ‘revival’. Omdat veertig jaar geleden de filmversie in de bioscopen verscheen. Een Europese tournee is het gevolg. Een internationale cast komt naar Nederland. Neeley, de ‘originele’ Jezus uit de gelijknamige film, zal de rol van Jezus opnieuw op zich nemen. In zijn kielzog om en bij vijftig castleden. Neely: “Het zijn de muziek en de tekst die nog altijd, ook voor mij, ongelooflijk mooi zijn, iedere keer weer. En verder word ik door uitstekende musici en andere vakmensen omringd. Het lijkt steeds weer ‘de eerste keer’. Het is een terugkerend feest om in deze voorstelling te spelen en er zijn vele dierbare momenten die ik koester”, zegt Neeley.

Jesus Christ Superstar, van zondag 13 tot en met woensdag 23 december in het World Forum Theatre. Meer informatie: jesuschristmusical.nl. Telefonisch reserveren: 0900-1353.

Oscar Wibaut directeur in Maastricht

Oscar Wibaut, in juni weggegaan bij de Koninklijke Schouwburg, is benoemd tot algemeen directeur van Toneelgroep Maastricht.

Wibaut treedt op 1 januari aan en is benoemd voor een periode van twee jaar, met uitzicht op verlenging.

Toneelgroep Maastricht is een van de acht grote theatergezelschappen van Nederland. Bij de toneelgroep is met de komst van Servé Hermans (NT Gent) en Michel Sluysmans (o.a. Annet Speelt en het Nationale Toneel) ongeveer een jaar geleden, een nieuwe artistieke, relatief jonge leiding aangetreden. Door het plotselinge vertrek van Marcel ’t Sas bij het Zuid-Limburgse ensemble, die daar na de komst van Hermans/Sluysmans kortstondig de functie van algemeen directeur bekleedde, kwam die betrekking dus recentelijk vacant.

De Hagenaar Oscar Wibaut, bij de Koninklijke Schouwburg (KS) eerder ook werkzaam als algemeen directeur, vertrok daar in juni, na een dienstverband van bijna dertig jaar. Wibaut had er toen een stroeve periode op zitten met zijn toenmalige zakelijk directeur Hedwig Verhoeven. Zij verliet de KS precies een jaar geleden. Ook de aangekondigde fusie tussen de Koninklijke Schouwburg, het Nationale Toneel en Theater aan het Spui zat Wibaut in de weg. Al formuleert en ziet Wibaut dat zelf anders: “Voor mij was het een goed moment om te besluiten dat het tijd was voor iets anders”.

De bestuurlijke opdracht die Wibaut heeft meegekregen is om de onlangs ingezette profilering als toneel- en muziektheatergezelschap uit te bouwen en ‘de toekomst zeker te stellen’. Daarmee doelt Wibaut op de komende Kunstenplanperiode 2017-2020, waarvoor de plannen op 1 februari 2016 ingediend moeten worden. Hoewel Wibaut is aangesteld als algemeen directeur blijft de artistieke leiding (Hermans, Sluysmans) autonoom. Wibaut: “Zij blijven zelfstandig verantwoordelijk voor het artistieke beleid. Mijn instemming is nodig voor de verwezenlijking van hun artistieke plannen. Maar ik was natuurlijk nooit ingestapt als ik geen vertrouwen in ze had gehad”.

De benoeming van Wibaut wordt in Haagse kringen als een verrassing beschouwd. Artistiek leider van Toneelgroep De Appel, Arie de Mol, die voor zijn overstap naar het Haagse ensemble directeur was van Toneelgroep Maastricht, reageert verrast. En daarna: “Ik wens hem veel succes”.

In Maastricht komt Wibaut naast Michel Sluysmans – de twee kennen elkaar nog uit het Haagse – nóg een bekende tegen in Joyce Lenssen, marketing- en PR-hoofd van Toneelgroep Maastricht. Zij was eerder in dienst bij de Koninklijke Schouwburg. Ook het feit dat Wibaut het vorig seizoen de grotezaalvoorstellingen van Toneelgroep Maastricht in de KS voor het nu lopende seizoen 2015-2016 programmeerde, heeft wellicht meegeholpen. In de KS waren eerder dit seizoen de voorstellingen Othello en Waar het vlakke land gaat plooien te zien. Later is daar nog de voorstelling Not the Tommy Cooper Story te zien.

Ook voor Wibaut ligt Maastricht bepaald niet ‘om de hoek’. Desondanks blijft hij in residentieel Den Haag wonen. “Er wordt mij daarginds een pied-a -terre ter beschikking gesteld. En je kunt tegenwoordig ook veel ‘op afstand’ doen”, aldus Wibaut.

Wassenaar weg bij Diligentia

Directeur stapt op

Hendrik Wassenaar en theatercombinatie Diligentia/PePijn gaan na dik twee jaar alweer uit elkaar.

Wassenaar heeft ‘na overleg met het bestuur’ besloten zijn positie bij de stichting neer te leggen. Dat blijkt uit een uiterst summier persbericht. Wassenaar was sinds medio 2013 directeur van de stichting die de theaters Diligentia en PePijn uitbaat. Voordien was hij onder meer directeur van het Circustheater in Scheveningen. Hij werd opgeleid aan de Haagse Hotelschool.

Wassenaar wil geen mondelinge toelichting geven op zijn vertrek maar laat in het persbericht optekenen dat hij ‘grote behoefte heeft zich te heroriënteren’. Bestuursvoorzitter Rodrique Engering wenst in hetzelfde persbericht Wassenaar ‘een mooie toekomst’ toe. Hij wil evenmin mondeling reageren. Volgens het bestuur heeft Wassenaar in de jaren dat hij directeur is geweest onder meer ‘nieuwe producties in eigen beheer’ tot stand gebracht, en is een nieuwe huisstijl ontwikkeld en doorgevoerd.

In Haagse kunstkringen doen en deden al langere tijd geruchten de ronde dat het tussen Wassenaar en Diligentia/PePijn niet wil(de) boteren. Sedert de komst van Wassenaar rommelde het intern geregeld bij de theatercombinatie. Volgens ingewijden bleek Hendrik Wassenaar niet in staat om een goede verstandhouding met zijn personeel op te bouwen, met een groeiende ziekenboeg tot een van de gevolgen. Ook wordt hem aangewreven dat hij niet over de juiste antennes zou beschikken voor het veeleisende vak van theaterdirecteur. Zo zou hij geregeld níet aanwezig zijn geweest bij voorstellingen in zijn eigen theater. “Maar dat wordt wel van een theaterdirecteur verwacht. Hij is gastheer. Het is geen deeltijdbaan”, zegt een ingevoerde uit het kunstenveld. “In theaterland heb je tegenwoordig grosso modo twee typen theaters: het ene wordt geleid door bevlogen hemelbestormers die met hart en ziel strijden en je persoonlijk welkom heten; het andere wordt ‘gerund’, door managers. Hendrik behoorde tot dat laatste slag. Maar ja, misschien moet je tegenwoordig een duivelskunstenaar zijn om te overleven. Het kunstklimaat is in sneltempo veranderd de laatste jaren”. Een verdere rondgang levert het beeld op dat Diligentia stuurloos was geworden en ‘niet meer liep’. “Knap om dat met zo’n top cabaretprogrammering te bereiken”.

Benefiet
Nog twee weken geleden was er in het Circustheater de jaarlijkse Benefietavond voor Theater PePijn, het door Paul van Vliet in 1964 gestichte theater. De opbrengst daarvan, in 2015 een bedrage van tachtigduizend euro, wordt aangewend voor het voortbestaan van Theater PePijn. Een succes. Maar dat heeft Wassenaar dus niet geholpen. Zijn vertrek lijkt dan ook op een verlies-verlies-situatie te duiden.

Opvolger
De dagelijkse leiding over beide theaters valt vanaf nu toe aan een nog aan te stellen interim-directeur die in samenwerking met het bestaande managementteam de theatercombinatie weer vlot moet gaan trekken. Wassenaar blijft nog tot 15 december op zijn post. Maar was dinsdag dus onbereikbaar voor commentaar.

‘Durf teder te zijn’

Laura van Dolron speelt ‘Liefhebben’ in NT Gebouw

Ze is milder geworden. En toch ook scherp. Laura van Dolron keert terug in het NT Gebouw, de plaats waar het Nationale Toneel haar vijf jaar geleden als jonge, veelbelovende maker in de armen nam. Ze is haar eigen weg gegaan. Nu speelt ze Liefhebben. Een voorstelling voor pure liefhebbers.

Dreigingsniveau. Daarnet verlaagd naar Niveau Drie. In het Brussels Gewest. Vrijdagmiddag, als ik haar spreek, groene thee voor zich, blijkt dat ze er later die avond haar goed ontvangen voorstelling Liefhebben speelt. Toeval? Bestaat niet. Dat blijkt eens te meer. Ze heeft, eventjes maar, overwogen haar optreden af te gelasten. Een gewetenskwestie. Maar ja, ze is toch ook de maakster van My name is Rachel Corrie? Nou dan! In die voorstelling, een diep ontroerend politiek pamflet, vertelde Van Dolron hoe de Amerikaanse studente Rachel Corrie naar de Gazastrook ging om Palestijnse burgers te helpen in het conflict met Israël, en zich in Rafah als levend schild opstelde. Met haar eigen dood tot gevolg. Van Dolron: “Ik ga toch maar wel naar Brussel. Ook voor al die lieve militairen met machinegeweren, die jongetjes van 21”. Later laat ze op Facebook weten: ‘Ik ben in Brussel, mooie stad. Die niet zo leeg is als de media liet zien, maar ook niet zo vol als de mensen in Brussel zouden willen. Ik maak Liefhebben, het boek, af en voel me veilig en gelukkig, tussen mijn zinnen, in mijn taal’.

Zijn het moeilijke tijden voor mensen die hartstochtelijk willen liefhebben zoals Laura van Dolron dat zo graag wil. “Juist niet”, antwoordt ze vol vuur. “Het is juist fijn om tegenkleuren te kunnen aanbrengen in al het leed, het verdriet en de onzekerheid van de laatste tijd. Nee, voor liefhebben zijn het dus eigenlijk bij uitstek góede tijden”. Ze fungeert graag als ‘wellnesscentrum voor de geest’. “Maar er zitten in Liefhebben ook echt wel cynische kantjes en stukjes, hoor”, stelt ze haar vaste gehoor gerust. En toch, ondanks het lieve mededogen dat uit haar voorstellingstitel spreekt, is Liefhebben ook, en tegen wil en dank, ontegenzeggelijk een politiek statement: “Níet over politiek praten. Dat is wat mij betreft óók een uitspraak. Kunst is altíjd politiek”.

Ze is de afgelopen tijd naar eigen zeggen milder, veel milder geworden, vriendelijker vooral ook. Vindt ze van zichzelf over zichzelf ook. Als zelfverklaard ‘stand-up philosopher’ (Sartre zegt Sorry, Iemand moet het doen, Wat nu nodig is) heeft de komst – na een eerdere miskraam – van haar dochtertje die nu welgeteld elf maanden telt misschien wel voor een dijkdoorbraak gezorgd. “Door dat ene, ooit verloren wezentje ben ik meer gaan relativeren. Heb ik er een levenslaag bij gekregen. Voor mij is ‘thuis’ nu echt een warmtebron. Vroeger keerde ik als alleengaande altijd in een donker, leeg huis terug. Facebookend de avond door. Ik handel en denk nu veel minder vanuit pijn en vanuit eenzaamheid dan toen. Want ik weet nu dat thuis een nieuw leven op me wacht. Ik ben écht geen getormenteerde Amy Winehouse hoor. Ook geen Kurt Cobain”.

Haar moment van grootste ‘liefhebbendheid’. Niet de geboorte van haar dochter, zoals je geneigd zou zijn te denken. Ook niet het huwelijk dat ze is aangegaan. Wat dan wel? “Eigenlijk heel veel ‘kleine’ momenten. Dat je samen met zijn drieën ontspannen op bed ligt, adrenalinepauze, en merkt dat je dochter nu al hard op weg nu al een eigen paadje kiest! Het is het niet precies aan te geven welke momenten dat zijn. Ze overvallen je, naderhand besef je het pas, ze gebéuren, opeens. Flits, zijn voorbij zonder dat je het zelf goed en wel in de gaten hebt”.

Ondertussen is Liefhebben een voorstelling om breeduit te omarmen. Op een onnavolgbare, typische Van Dolron-wijze, die het midden houdt tussen een openhartig persoonlijk statement, conference, collegeles en achtbaan-voor-de-geest: “Durf teder te zijn”. Een ding wil ze erg duidelijk stellen: Haar voorstelling is in iedere geval niet zoiets als uit Liefde is …, van die € 9,95 miniboekjes. Van Dolron: “Ik pluk er echt geen citaat uit hoor!”

Liefhebben van Laura van Dolron is van dinsdag 8 tot en met woensdag 16 december te gast in het NT Gebouw. Meer informatie: nationaletoneel.nl. Tickets reserveren: 0900-3456789.

Dansen – op de vulkaan van de wereld

The New Forest Fest, een manifest in de dop

Tien dagen lang de stad aldoor op stelten zetten, ondersteboven halen. Met onder meer de participatiesamenleving als inzet. Wunderbaum doet het. Het acteurscollectief ziet om naar nieuwe manieren om elkaar als naasten te begrijpen.

Ze prikkelen, zegt Cees Debets van Theater aan het Spui. Zetten aan tot denken, maar op een plezierige manier, ‘namelijk zo dat je zin krijgt om het zélf uit te zoeken. Zo van: Hè? Hoe zit dat dan?’ Hij heeft het over Wunderbaum, ‘een collectief steengoeie acteurs die niet weglopen voor de dag van vandaag, superslim en superhumoristisch’.

Theater aan het Spui is pal voor de aanstaande diepdonkerste dagen de plek voor anderhalve week aan voorstellingen en feest rond Wunderbaum. Met ‘dus’ ongewone toneelvoorstellingen, muziekoptredens, en een mee-debatteermoment (claim het Spuikwartier terug!). Maar ook met een copieus diner dat de Wunderbaumpjes eigenhandig en voor de ogen van hun publiek warm bereiden en serveren.

Acteursgoep Wunderbaum besloot in 2013 zijn volstrekt eigen weg in te slaan. Maar niet zomaar een pad. Onder de noemer The New Forest richtten ze een gedroomd vrijdorp op, gingen profetisch getinte theatervoorstellingen maken met denkers en doeners uit de meest diverse maatschappelijke hoeken als inspiratoren, presenteerden ze seminars en ‘interventies’ die tal van mogelijke én onmogelijke alternatieven boden voor de wereld om ons heen. Hun voorstellingen zijn nog steeds als ‘toneel’ te betitelen, zo onderkent Walter Bart van Wunderbaum, maar zijn ook best een tikkeltje ‘manifest’. “Met hoofdletter bedoel ik dat”.

“De burger”, opnieuw volgens Walter Bart, “moet zich weer eigenaar kunnen voelen, houder worden van zijn eigen leven, het heft ferm in eigen handen nemen. Door een opeenstapeling van allerhande crises, door hangijzers rond asielzoekerscentra en privacy, tot schoolkeuze en kinderopvang, is ergens een zwartwitscheiding van geesten ontstaan, is een beweging in gang gezet die de burger tot klant/consument van zijn hoogsteigen bestaan heeft gedegradeerd”. Terwijl tal van de zaken die hij wordt geacht te regelen ondertussen compleet buiten zijn bereik liggen: De participatiesamenleving is aangebroken. “Een wensdenken op het snijvlak van zelf willen en zelf kunnen, van in gaten moeten springen. En daarbij dwingend aangemoedigd worden om de bijbehorende bezuinigingsmaatregelen maar voor lief te nemen”. Volgens Bart is de wereld sinds de start van The New Forest alleen maar dieper in het moeras gezonken. “Echt, het is stilaan tijd voor een revolutie”.

Het programma
De clustering van voorstellingen in het The New Forest Fest gedoopte festivalprogramma komt voort ui t de wens van Wunderbaum om intenser dan een enkele voorstelling lang met een stad, een theater en zijn publiek een relatie op te bouwen. Theater aan het Spui hield eerder dergelijke happenings, onder meer rond toneelschrijver/beeldend kunstenaar Peter Verhelst en muziektheatergroep The Sadists.

Op Wunderbaums bewust activistisch opgezette New Forest Fest wordt onder meer de voorstelling Unser Dorf soll schoner werden gespeeld. Walter Bart: “Met de klimaatbeweging bijna als een zelfstandig personage, een stuk waarin de opwarming gewelddadig wordt stopgezet, en een gewelddadige, cowboyachtige revolutie rond zonnepanelen wordt gepredikt”. Een onrustbare voorstelling over de kolen uit het vuur halen.

Helpdesk
De immer wondere actrice Wine Dierickx speelt de solo Helpdesk. Zij runt Caren’s Company: een helpdesk die voorziet in vrijwel alle diensten en producten. Een gesprek met deze ‘Caren’ is meer dan alleen maar een gesprek: het is een ervaring. Voor haar diverse klanten moet zij telkens andere specialisaties beheersen. Na een tijd raakt ze navoelbaar verstrikt in de geglobaliseerde en übergenetwerkte wereld die zij vanuit haar hooggelegen callcenter (de nog leegstaande Monarch Tower aan de Stadhouderslaan!) aan een touwtje dacht te hebben. Terwijl ze voortdurend nieuwe identiteiten aanneemt komt ze ondertussen steeds verder los te staan van haar oude ‘ik’.

We doen het wel zelf is een muziektheatraal spektakel over het aangekondigde einde van de verzorgingsstaat en de nu glorende participatiesamenleving. Kernvragen zijn: Hoe groot willen wij onze overheid? Voelen we ons in de steek gelaten of zijn we eindelijk bevrijd? “Een punky roadshow”, zo licht Bart toe, “met bottom-up-invloeden en een topdown samengestelde knokploeg van zelfredzame burgers”. Volgens Debets: “De mens in het zonnetje gezet. De viering van de participatiesamenleving. Het zit allemaal in de voorstelling waarin ook bewoners aan het woord komen, en vrouwen uit de Stationsbuurt koken”.

Zoals gezegd: er wordt ook volop gefeest, en gedanst. Tijdens The New Forest Fest zijn er na afloop van We doen het wel zelf twee bijzondere bands: De DSO-band – de huisband van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de Gemeente Den Haag – en de SZWing – een coverband met medewerkers van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten van de Gemeente Den Haag. Voetjes los!

Wunderbaum dus. De ‘Rotterdammers’ spelen geregeld in Duitsland, Groot-Brittannië, Brazilië, de Verenigde Staten, Canada – en slaan hun kampement voor tien dagen op in regeringsstad Den Haag. Er wordt dus gefeest. Gekookt voor u. En gegeten. Maar u kunt het ook allemaal zelf doen. De wereld is een draaitoneel. Ik zou er maar bij zijn.

The New Forest Fest door Wunderbaum. Meer informatie op wunderbaum.nl en theateraanhetspui.nl. Telefonisch tickets reserveren: (070) 346 52 72.

Happy hour met Anna Fedorova

Vijf miljoen views op YouTube

Vijf! Vijf miljoen views op YouTube. En dat dus met Rachmaninovs Tweede pianoconcert, ehh niet de gemakkelijkste muziek. Het gaat hier om een opname van het zogeheten Zondagochtend Concert uit 2013 met Anna Fedorova, in het Concertgebouw, en met de Nordwestdeutsche Philharmonie onder leiding van Martin Panteleev.

De vijfentwintigjarige Oekraïense pianiste bracht het werk, dat vele popmuziekminnaars hebben leren kennen door toedoen van John Miles (Music!) later uit op cd. Beetje jammer alleen dat er vervolgens geen vijf miljoen exemplaren van over de toonbank gingen. “Dat enorme aantal views op YouTube heeft me eerst overweldigd en nog steeds wel verbaasd”, zegt de vanuit Amsterdam opererende ster-in-wording door de telefoon over de online hit. “Ach, voorlopig heb ik er in ieder geval veel concertinvitaties en plaatopnamen aan overgehouden. En het is prima als mensen hierdoor gratis kennis kunnen nemen of in contact komen met dit prachtige muziekstuk”.

Ongeacht of ze Mozart, Ravel of Moessorgski speelt, altijd wordt haar enorme expressiviteit geroemd. Jaap van Zweden, tegenwoordig muzikaal directeur van vooraanstaande symfonieorkesten in Dallas en Hongkong, en in 2012 uitgeroepen tot dirigent van het jaar, laat op haar site optekenenen: ‘Anna is een prachtige kunstenaar, een grote pianiste en een zeer charmante, charismatische persoonlijkheid. Ik kan haar van harte aanbevelen!’

Bliksem
Fedorova maakt een bliksemcarrière. Op het moment dat ik haar spreek zit ze in de trein, onderweg naar een recital (Chopin, Moessorgski, Beethoven) in het plaatselijke Stadttheater van het Beierse Aschaffenburg. Komende zaterdag zet ze haar zegetocht met Rachmaninov voort in de Schönbergzaal van het Koninklijk Conservatorium. Deze keer met diens Derde pianoconcert en de Mitteldeutsche Kammerphilharmonie en Gerard Oskamp als dirigent.

“Dat behoort wel tot een van de uitdagingen, aldus Fedorova. Ze doelt op de moeilijkheid om onder steeds wisselende dirigenten en orkesten te spelen. “Je moet inschikken, je een beetje aanpassen. Meestal gaat dat wel goed, hoor, maar soms heeft het ook wel iets weg van een spel met geven en nemen als inzet”.

Rachmaninovs Derde pianoconcert (1909) wordt beschouwd als een van de moeilijkste werken uit de gehele pianoliteratuur en is derhalve een uitdaging voor vele professionele pianisten. Zelf noemt ze het een ‘Everest-piece’. “Een ongelooflijk werk, een echt meesterwerk. Intiem en introvert tegelijkertijd. Een enorm lyrisch werk ook, met grote emotionele kracht. Soms is het zelfs voor mij moeilijk om ernaar te luisteren, zoveel expressie gaat er van het stuk uit”.

Rachmaninov behoort als pianist zelf onbetwistbaar tot een van de groten van de vorige eeuw. Zijn opnamen getuigen van een grandioze opvatting van het pianospel, door de grootse opzet en de sterke geestelijke concentratie van zijn spel. Toch aarzelde hij tussen een pianistische en een compositorische loopbaan. Eigenlijk heeft hij deze bipolaire aanleg nooit kunnen oplossen. Uiteindelijk heeft hij beide roepingen weten te combineren, en dan vooral in de rol als vertolker van zijn eigen werk.

Binnenstebuiten
Vuurwerk. Bijna veertig minuten lang jezelf binnenstebuiten keren. Verschroeide handen. Voor de solist behoren de beginbladzijden tot de makkelijkste van welk pianoconcert dan ook, maar wat volgt wordt gerekend tot het moeilijkste uit het hele repertoire. Het gaat om  muziek met nauwelijks een enkele maat waarin de solist níet aan de bak moet. Als een van de grootste pianisten uit de historie bouwde pianist/componist Rachmaninov een waar lexicon aan pianistische uitdagingen op, waardoor zijn werk buiten het bereik raakte van menig pianist en alleen de grootste virtuozen het aankonden.

Welk van de drie delen vindt Fedorova het moeilijkst? “Alle drie! Het is een enorme rijgdraad. Maar toch ook een muziekstuk dat je weldadig beloont als het goed gaat. Dan blijft het bijna vanzelf bij je”.

Als favoriete vertolker noemt ze Erich van Clibum, die in 1958 onnavolgbaar zijn persoonlijke interpretatie gaf van Rachmaninovs Derde. “Maar het is erg moeilijk kiezen. Zeker ook de versies van Horowitz en Ashkenazy behoren tot mijn favorieten”.

De eerste keren dat ze haar virtuositeit in dit stuk en public aan de dag moest leggen, was ze best nerveus, zo bekent ze. “Ik wist niet wat ik moest verwachten. Maar tegenwoordig ben ik meer en meer relaxed en kan ik er zelfs van genieten”.

Anna Fedorova speelt Rachmaninovs Derde pianoconcert op zaterdag 21 november 2015 in de Schönbergzaal van het Koninklijk Conservatorium aan de Stolberglaan.