Magiër of massamoordenaar?

OPERA2DAY, New European Ensemble & D.D.D.D.D. in Dr. Miracle’s Last Illusion

Opera, illusionisme en horror dat wordt samengesmolten tot mirakels magisch muziektheater. OPERA2DAY komt na Mariken in de tuin der lusten opnieuw met een sterk staaltje voor de dag. Het heet Dr. Miracle’s Last IIllusion en speelt zich af op de grens van leven en dood.

‘Je moet dus zó lopen, een beetje waggelen eigenlijk. Je moet je voorstellen dat je overmand bent door emoties, onthutst bent. En opeens zie je dan wat er zich op datzelfde moment werkelijk voor je eigen ogen ontrolt’.

Serge van Veggel, artistiek directeur van het Haagse gezelschap OPERA2DAY en regisseur van de gloednieuwe opera Dr. Miracle’s last illusion legt in het Engels aan Vera Hitbrunner, understudy voor sopraan Lucie Chartin, uit hoe het moet, gretig en tot en detail hoe hij het wil.

Twee weken is het nog alvorens de première plaatsvindt, en de bijbehorende repetities in gebouw MOOOF verlopen voorspoedig; een ‘proefdag’ in Theater aan de Schie (Schiedam) heeft een week eerder uitgewezen dat alles op schema ligt. Toch blijft er nog zo ontzettend veel te doen voor de groep van OPERA2DAY, dat in 2014 werd uitgeroepen tot operagezelschap van het jaar en eerder successen vierde met Mariken in de Tuin der Lusten, Médée en La troupe d’Orphée.

Van Veggel: “Dit is misschien wel de meest gecompliceerde voorstelling uit onze geschiedenis, hoewel die nog maar kort is, dat is waar. Maar deze productie trekt echt een grote wissel op ons allemaal. De moeilijkheidsgraad ligt ‘m dit keer vooral in de inpassing van een groot aantal goocheltrucs en illusionistische acts: zweefacts bijvoorbeeld, Houdini-achtige ontsnappingen uit een watertank, net als tal van verdwijnmomenten en lichaamshalveringen.” En dat alles vergt natuurlijk een uiterste, minutieuze, precisie, vertelt Van Veggel. “Niet alleen in spel en zang, in de juiste noten en de juiste expresse, bij deze productie komt het ook ongelooflijk aan op timing. Daarbovenop heb je dan de technische snufjes en foefjes die móeten lukken, plus de belichting die geraffineerd is en tot in de puntjes moet kloppen, anders werkt de magie niet.”

In deze voorstelling tovert hij de uit 1804 daterende Koninklijke Schouwburg, indertijd begonnen als operahuis, als het ware om in een tijdmachine, zowel in de zaal als erbuiten. “Vooral omdat in de muziek en de muzikale interpretatie de sfeer van rond 1900 herleeft. Dat maakt de Koninklijke Schouwburg tot de ideale speelplek.”

Tragisch ongeluk
In de voorstelling weet de ongrijpbare en verontrustende illusionist Dr. Miracle het publiek te betoveren. Totdat een van assistentes daarbij het leven laat. Een tragisch ongeluk? Miracle raakt totaal bedwelmd door de schoonheid van haar overgang naar het eeuwige, verlangt ernaar om deze ervaring opnieuw te ondergaan. Zo raakt hij verzeild in een mysterieuze wereld van ogenschijnlijke slaapwandelaars, halve waanzinnigen en dolende zielen. “De vraag die hier wordt opgeworpen”, zegt Van Veggel, “is deze: Kijken we naar lichtvoetige illusies, of zien we een gedetailleerd verslag van een reeks gruwelijke moorden?”

Kampioen
Het afschuwwekkende heerschap dat deze rol op zich neemt is de Nederlandse illusionist Woedy Woet, veelvuldig bekroond prijswinnaar in Parijs, Brussel, Wenen en Tokyo. Woet maakte jaren deel uit van de denktank rond theatermaker Jakop Ahlbom, de meester van het visueel theaterspektakel, van wie ook in Den Haag regelmatig voorstellingen te zien zijn. Woet: “Stel je dat eens voor: Door mijn toedoen komt iemand te sterven als gevolg van mijn illusies! Miracle ziet daarbij een glimp van het leven na de dood, het leven in het licht. Hij raakt erdoor gefascineerd en gaat op zoek naar methoden om die ervaring opnieuw te beleven,” zo licht de meervoudig Nederlands kampioen goochelen toe. “Het personage van Dr. Miracle heb ik samen met Serge ontwikkeld.”

Bloemlezing
Van Veggel noemt Dr. Miracle’s last illusion een flamboyante én melancholische voorstelling, een ode ook aan de volgens hem magische genres opera en dans met hun vele, vaak tot waanzin gedreven heldinnen. “Het wordt een surrealistische avond vol suspense waarin humor en horror niet ontbreken, een avond die tot leven wordt gewekt aan de hand van letterlijk betoverende scènes uit beroemde en minder bekende opera’s en balletmuziek van operakanjers als Bellini, Offenbach, Verdi, Wagner en Stravinski.”

De muzen – lees: slachtoffers – van Dr. Miracle worden vertolkt door drie vocale toptalenten, Martina Prins, Kristina Bitenc en Lucie Chartin – en belichaamd door danseres Violet Broersma van De Dutch Don’t Dance Division. Voor de live muzikale begeleiding tekent het New European Ensemble – ook al zo’n belangwekkende kunstenaarsgroep die hier in Den Haag zetelt.

Dr. Miracle’s last illusion van OPERA2DAY is van donderdag 23 tot en met zaterdag 25 juni 2016 en van maandag 5 tot en met zondag 11 september 2016 te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: opera2day.nl of ks.nl. Telefonisch tickets reserveren: 0900-3456789.

Advertentie

Voor het zingen de kerk uit

Toneelgroep De Appel speelt Decamerone

De apotheose, even onvergetelijk als monumentaal: koningin Restituta sterft aan acute nymfomanie. Net daarvoor nog was ze statig en met pontificale pracht en praal, languit liggend op een draagbaar binnengebracht. Had ze krols en vol ongeduld bevolen: ‘In mij! Ín mij, hoor je! Ik eis het!’. Een ‘ora et labora’.

Maar de bisschop van Rouen moest passen, uit kennelijk onvermogen. Vijfentwintig jaar jonger (een glansrol van Marguerite de Brauw) had ze zich ook al eens moeten verlustigen aan de leuning van haar troon, toen een van haar dienders niet thuisgaf.
Het slotakkoord van ‘Decamerone’ heet bij Toneelgroep De Appel ‘De afwijzing’, en speelt zich af in een vanbinnen onttakelde kerk, pal naast het Appeltheater.  Maar het is, in alles, meteen ook het afscheid van Geert de Jong, ook een monument, die na meer dan veertig jaar bij de groep afzwaait. ‘De afwijzing’ is ook het klapstuk van een avond die in vijf delen wordt opgediend, die nu eens overloopt van absurdistisch jolijt, dan weer van kluchtige onderbroekenlol en soms van uiteenlopende soorten van sadistische genoegens.

Het gaat hier om de vertellingen uit de Decamerone van Boccaccio. In zijn ‘boek der tien dagen’ voeren leven, liefde, lust, list en bedrog de boventoon. Het zijn verhalen die door hem werden opgetekend toen de aristrocratie zich ver buiten de eigen stadspoorten vermeide toen in Florence de pest was uitgebroken. De in de veertiende eeuw opgetekende verhalen zijn kostelijk en smeuiig; ze vergunnen ons bovendien een stiekeme blik in de Italiaanse volksaard en ziel, juist op het moment dat in dat land het pad van de Renaissance werd betreden. Het moment ook dat de clerus na eeuwen van heerschappij voor het eerst het nakijken had.

Van de vijf Decamerone-verhalen die De Appel opdist, krijgt het publiek er op één avond vier voorgeschoteld. De eenakters concentreren zich op vertellingen die de tweede en de vierde dag onder de hovelingen de ronde deden: De bedrieger, Het hart, Het hoofd, Het lijk en dus De afwijzing. Twee van de opgediende vier verhalen waren niet aan mij besteed, wisten uiteindelijk te weinig te boeien, te meer omdat er een climax of pointe aan ontbreekt.

Maar dan is daar halverwege opeens Het hart. En blijkt het gekozen toneelbeeld (hier een moderne design living, halfopen keuken, hockeysticks en iPhone aan de muur) top, en weet dit stuk wél door te dringen. Marguerite de Brauw (opnieuw) speelt er een femme fatale die, onwetend, het hart van haar minnaar als galgenmaal krijgt voorgeschoteld , dat eerst schrokkend verorbert – en daarna kotsend uitspuugt als ze doorkrijgt wat ze at.

De avond wordt zoals gezegd afgesloten met het eerdergenoemde De afwijzing. Exuberant ogende maar toch stijlvolle, strakke kostuums stuwen de acteurs , tot een overtuigende finale. Vilein gespeeld, met veel gevoel voor humor en pathetiek gebracht. Zo is De afwijzing het beste van Boccaccio en De Appel in één.

De appel valt niet ver van de boom. Op de keper beschouwd is de Decamerone van Toneelgroep De Appel deels een herhaling van zetten. Want op de kop af drie jaar geleden bracht regisseur Arie de Mol een bloemlezing van precies dezelfde vijf verhalen bij diens voormalige acteursensemble Toneelgroep Maastricht, toen in een kasteelboerderij. Het Appeltheater is als locatie van een andere orde, al gaat het ook hier om geheiligde grond en muren die een roemrijk verleden ademen. Zoals bekend verkeert De Appel in doodsnood. Zo ziet dat er dus uit: spelen alsof je leven ervan afhangt. Letterlijk. De oproep van acteur Iwan Walhain na het slotapplaus in de kerk kreeg dan ook veel bijval.

Recensie # 2: voor Scènes:

Lust en bedrog bij Toneelgroep De Appel

ORA ET LABORA

Het heet een raamvertelling: tien vrouwen en mannen ontvluchten rond 1350 de stad Florence vanwege een pestepidemie. Tien dagen verblijven ze met elkaar in een villa in de heuvels. Ze doden de tijd met eten, drinken en… verhalen vertellen bij een knapperend kampvuurtje.

Bij elkaar honderd verhalen, die wat je zegt uit het leven zijn gegrepen; over leven liefde lust, list en bedrog. Boccaccio tekende ze op in tussen 1350 en 1360, in een tijd dat Italie als eenheid nog niet bestond, maar wel werd geteisterd door oorlog en hongersnood. Ze lijken recht uit het hart verteld, en zijn zo ook opgetekend. Boccaccio’s vertellingen werpen daardoor een interessante blik op de Italiaanse ziel, juist in een tijd dat de kerk het moest afleggen tegen de opkomende Renaissance.

Zijn ‘boek der tien dagen’ vormt de basis voor een avondvullend Appel-gerecht dat regisseur Arie de Mol opdient bij het Scheveningse gezelschap. Het ensemble leeft momenteel ergens tussen leven en dood, hoop en vrees, schim en schaduw. Want een adviescommissie heeft de stad Den Haag opgeroepen het gezelschap van stichter Erik de Vos in het Kunstenplan 2017-2020 te negeren. Dat is, natuurlijk, reuze tegen de klippen op spelen: en pas in oktober valt het definitieve besluit. In Decamerone wordt er in ieder geval gespeeld dat het een aard heeft, al is dat nu en dan alsof het leven ervan afhangt. Letterlijk.

Uit de honderd heeft De Mol er vijf naar zijn hand gezet, waarvan het publiek er drie te zijn krijgt op een route door het eigen Appeltheater, en eentje in de aanpalende van binnen totaal onttakelde kerk. De Mol heeft de natuurlijke omgeving van Boccaccio dus verlaten, en gekozen voor een andere setting: die van bijvoorbeeld een garage, een modern ingericht appartement of een zandstrand aan zee rond 1900. Dat verandert ook  de lading van die vertallingen.

In twee van de vier verhalen die ik bij De Appel kreeg opgedist, leek het alsof er onwennig gespeeld wordt, alsof de spelersgroep na dik anderhalf jaar nog steeds niet goed raad weet met de sturende regisseurshand van De Mol. Beter gelukt zijn de vertelling Het hart, waarin Marguerite de Brauw het culinair bereide hart van haar minnaar krijgt voorgeschoteld – en dat met veel vertoon kotsend weer uitbraakt; en De afwijzing. Vooral in het laatste stuk is te zien dat De Appel, De Mol en Boccaccio zeker wel tot een machtig hoogtepunt kunnen komen. In de desolaatheid van de gestripte kerk, daar pal naast het Appeltheater, speelt zich een ongewoon en fraai gestileerd kunststukje af, met in de hoofdrollen opnieuw Marguerite de Brauw, Martijn van der Veen en grande dame bij De Appel, de afscheidnemende Geert de Jong. We zien de oude koningin Restituta (De Jong) in conclaaf met de bisschop van Rouen. Zij nodigt hem in haar uit – maar hij kan niet leveren, uit kennelijk onvermogen. Vijfentwintig jaar eerder had Restituta (De Brauw) al eens een page de laan uitgestuurd en zich verlustigd aan de stoelleuning van haar troon.

Maar nu sterft Resituta, resoluut, op de draagbaar waarop ze eerder met veel vertoon van macht was binnengedragen.

Dat zijn enkele prachtige en kostelijke scènes, ook door de keuze van de locatie. Het maakt de avond bijna geheel goed. Voor nu: bid en werk, ora et labora. Maar dat is geen Italiaans.

Toneelgroep De Appel speelt Decamerone tot en met 3 juli in het Appeltheater.

 

Ketemoe Lagi

Toneelhuis Antwerpen met onpeilbaar diep Bezonken rood

Twaalf jaar al speelt Dirk Roofthooft de monoloog Bezonken rood. Bij een van de vorige keren dat hij het in 1981 vervatte ooggetuigenverslag van Jeroen Brouwers’ verblijf als kleuter in een Jappenkamp speelde, bleef het publiek in de Koninklijke Schouwburg in een beklemmend halfduister in de zaal achter – gedompeld in dik twaalf (!) minuten van ononderbroken achtereen doodstil bijeenzitten.

‘Ketemoe Lagi! ‘, zo wierp kleuter Brouwers zijn moeder steeds op onvervaard olijke toon toe als hij weer eens in een jongetjeskaravaan uit het kamp werd weggevoerd, zonder reden noch te weten waarheen. Vaart allen wel, heb het goed en wees gelukkig! De Indische afscheidsgroet was bestemd voor zijn moeder, die in Batavia dan zonder zoonlief achter bleef. Daarop deden steevast de wildste geruchten de ronde: dat de jongetjes waren afgevoerd naar een ander eiland, of doodgeschoten door de sadistische Jap. Maar steeds opnieuw verscheen de kleine Jeroen na een tijdje aan haar, net als de andere jochies, en mét de onafscheidelijke tropenhelm die sterk drukte op zijn parmantig hooggehouden hoofdje.

Rouwzang
Jappenkamp. Zo luidt de afgemeten benaming voor plaatsen waar burgers of krijgsgevangen militairen gedurende de Japanse bezetting van Nederlands-Indië tussen 1942 en 1945 gedwongen waren te verblijven op last en onder toezicht van het Japanse gezag. Nederlanders werden door de Japanse bezetter als vijandig beschouwd, want staatsburgers van landen waarmee Japan direct in oorlog was. Er was sprake van een harde en wrede behandeling in de kampen, soms met de dood tot gevolg. In 1943 werd de driejarige Brouwers samen met zijn zusje, moeder en grootmoeder opgesloten in het Japanse vrouwenkamp in het huidige Jakarta. De schrijver vertelt in ‘Bezonken rood’ hoe in het kamp de relatie tot zijn moeder voor de rest van zijn leven werd beschadigd, letterlijk kapotgemaakt werd en zich zo van haar afstootte. En hoe iedere liefdesrelatie met welke vrouw dan ook voor hem gedoemd is onder die last te bezwijken.
Brouwers schreef Bezonken rood in de weken na de dood van zijn moeder, precies tussen het schaven aan essays over zelfmoord in de Nederlandse literatuur, die verschenen in De laatste deur.
Het is een in onmiskenbaar bevend handschrift gestelde en aangrijpende rouwzang op zijn gestorven moeder, maar ook een traumatische herinnering aan de Jappenkampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nog voordat hij kon lezen, wist hij alles omtrent dood.

Donkere kamer
Dit ontzagwekkende en somtijds weerzin opwekkende, maar tegelijkertijd ontroerende verhaal over een onmogelijke herinnering en zijn onvermogen tot vergeten, ensceneerde Guy Cassiers met Dirk Roofthooft in een glansrol. Cassiers: “Het is niet mijn bedoeling geweest om op het toneel een schrijver achter zijn tafel te tonen. We hebben gezocht naar een ándere metafoor. Het decor is daarom een soort van donkere kamer die gehuld is in rood licht, waar beelden uit het verleden getoond worden vanuit het donker. Uit het niet-licht worden de beelden tot ontwikkeling gebracht. Dat is bedoeld als een metafoor voor het werk van de schrijver maar ook voor de werkwijze van een kunstenaar in het algemeen.”
‘Bezonken rood’ is daarmee gebed, litanie, grafgedicht, afscheidsbrief, lofzang, vervloeking, wanhoopskreet en zelfbeklag ineen…  alles in een ontroerende, harde en poëtisch klinkende vertelling.

‘Bezonken rood’ door Toneelhuis Antwerpen is op dinsdag 14 juni 2016 te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: ks.nl en toneelhuis.be. Telefonisch tickets: 0900-3456789.

Ruiken aan cabaretiers en comedians

Theater Diligentia: Eén avond en zes cabaretiers in ‘Fudge’

Een avond ‘fudge’ gaat erin als koek. Fudge? Dat is snoep van boter, suiker en melk of room, zo leert Wikipedia. Die ingrediënten worden tot 116 Celsiusgraden verhit, en tijdens het afkoelen met een garde opgeslagen zodat een romige substantie ontstaat. De smaak komt in de buurt van de vulling van pralines, die op een vergelijkbare manier worden geproduceerd. Fudge wordt vervolgens bij kamertemperatuur gegeten.

Maar ‘Fudge’ staat ook voor een verhit avondje uit in Theater Diligentia. Waarop je warmbloedig kunt kennismaken met vijf, meestal zes artiesten, zo legt Mariette van Solingen van Diligentia uit. “In 2009 is Diligentia met dit type avonden begonnen, zoals we die eerder met De Haagse Spot in theater PePijn al  hadden opgezet, al was dat toen bedoeld als try-out. ‘Fudge’ is een preview door artiesten/cabaretiers die twintig, soms dertig minuten spelen. Altijd  brengen ze een deel uit het programma dat ze later in volle glorie en op avondvullende lengte brengen in Diligentia. Je kunt ‘Fudge’ zien als een mini-uitmarktje. Het publiek kan proeven en ruiken aan de optredens en bepalen wie of welk programma het lekkerst is. De avond wordt afgesloten met een feestje en dansmuziek in de foyer, die daartoe wordt aangekleed. Daarbij  worden altijd cocktails geschonken door bar/café Havana.”

Kilometers
“Ik houd erg van deze avonden, zegt cabaretier René van Meurs, die voor de komende editie van ‘Fudge’ in de line-up staat. Het is leuk om een breed samengesteld publiek voor je te hebben, en voor mijzelf is het een manier om collega’s te ontmoeten en ze aan het werk te zien. Want ja, je bent zelf altijd onderweg.” Het komende theaterseizoen toert René van Meurs met de reprise van zijn tweede avondvullende programma ‘Even goede vrienden’.
Daarnaast duikt hij op in de line-up van Comedytrain, toert hij met Cabarestafette en speelt hij enkele ‘dubbels’. Op 12 november 2016 staat hij in Diligentia met zijn eigen show. Van Meurs is de winnaar van de jury- en publieksprijs van Cameretten 2012. Is hij inmiddels niet een tikkeltje te groot voor dit soort previews? “Zeker niet! Van de week vroeg ik bij een preview nog aan een zaal van 150 mensen wie van hen een voorstelling van mij heeft gezien. Nou, niemand dus. Die kennismakingsavondjes zijn dus heel nuttig – en je ziet daarna de kaartverkoop ook omhoog vliegen. Bovendien is het goed om kilometers te maken. Pas nu, na tien jaar, begin ik op een punt te komen dat ik mijn naam kan uitbouwen. Overigens speel ik in ‘Fudge’ geen fragment uit Even goede vrienden. Ik wil het spannend houden voor mezelf, want dat programma heb ik dit seizoen zeventig keer gespeeld en komend seizoen nog eens. Als comedian probeer ik altijd te verrassen met nieuwe grappen. Het is leuker als een grap ‘vers’ is, dus bewaar ik de grappen uit mijn show liever voor later.”

Draaimolen
Fameus zijn de feestjes na afloop, bij ‘Fudge’ maar ook bij ‘Future Generation’. “Die laatste is een serie waarvan Diligentia zegt: ‘Deze aanstormende talenten móet je van ons gezien hebben!’ Daar ben ik er aankomend seizoen dus één van. Daar ben ik enorm trots op. En je mag je eigen after party kiezen:  een draaimolen, karaoke-show of een suikerspinmachine in de foyer. Dat regelen ze dan. Erg gaaf.”

‘Fudge’ in Theater Diligentia op zaterdag 4 juni 2016. Line-up: Fuad Hassen, Piepschuim, Nathalie Baartman, Rayen Panday, Oldenosborn en René van Meurs. Meer informatie: diligentia-pepijn.nl.

Hollands Siberië

Veenhuizen: het ‘vergeten’ pauperparadijs

In Het pauperparadijs beschrijft journalist Suzanna Jansen haar eigen familiegeschiedenis: anderhalve eeuw Nederlandse armoede. Het boek is de basis voor een grootschalig theaterspektakel van Tom de Ket (De Verleiders) en Jansen in Veenhuizen.

Rusland is de eerste gedachte die zich opdringt. Noord-Korea misschien.
Rond 1820 verrezen in het Drentse Veenhuizen en omstreken complete gestichtsdorpen, zogeheten vrije- en dwangkolonies. Lees: heropvoedingskampen. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw werd het experiment opgedoekt. In Het pauperparadijs beschrijft journalist Suzanna Jansen haar eigen familiegeschiedenis. Ze ontdekte dat haar overgrootmoeder in 1856 werd geboren in een van de drie gestichtsdorpen.

Ex-premier Ruud Lubbers, nieuwslezer Philip Freriks en ook D66-politicus Alexander Pechtold: net als nóg 1 miljoen Nederlanders stammen zij af van sloebers die de negentiende-eeuwse armenkolonies rond Veenhuizen bewoonden in arbeidersinrichtingen ‘ter disciplinering en bestraffing’. Meer dan honderdduizend mensen hebben in de pauperkoloniën gebivakkeerd. Toch bleef dit gebiedsdeel van Drenthe volstrekt afgelegen.

‘Ik heb me verbaasd dat ik niks van deze geschiedenis wist en er als goed geïnformeerd burger nooit iets over gehoord had,’ zegt theatermaker Tom de Ket op licht aangedane toon. ‘Op tien minuten fietsen van mijn geboorteplaats Assen vandaan heeft een compleet kamp bestaan – en wij wísten het niet.’

Het genealogische spitwerk van Jansen is de basis voor de gelijknamige theatervoorstelling die Tom de Ket (Van Houts & De Ket, en o.a. De Verleiders) samen met schrijfster/journalist Jansen maakt. Toen regisseur, acteur en cabaretier De Ket Het pauperparadijs in handen gedrukt kreeg door Gusta Geleijnse van theatergroep de Peer GrouP en het in welgeteld een ademteug uitlas, wist hij twee dingen: ‘Het gaat hier om geschiedenisstof die is verdonkeremaand, en de Canon van de Nederlandse Geschiedenis niet eens heeft gehaald, schandelijk! ’. En: ‘Dit is theater!’

Weldadig
Rond Veenhuizen kregen armoedzaaiers onderdak. Wezen, landlopers, armelijke stadsgezinnen en anderen die aan de bedelstaf waren geraakt, werden door hard werken, tucht en orde opgevoed tot nuttige, keurig aangeharkte burgers. Dat was althans het nobele plan van Johannse  Van den Bosch, oprichter van de Maatschappij van Weldadigheid. Zijn utopistische, Verlichte organisatie zou kansarmen een bestaan laten opbouwen als boer in de vervening. Zijn idee werd naast opbrengsten uit de koloniën bekostigd uit besparingen op stedelijke crisiscentra voor armenopvang, want die konden immers dicht. Dat waren er heel wat, want na de Franse tijd verkeerde Nederland, nog verenigd met het toen al wel sterk geïndustrialiseerde België, in een diepgewortelde misère. Door Van den Bosch’ Maatschappij werden steden veiliger, en paupers kregen een beter bestaan in de schoot geworpen. Een winwin-situatie. Maar ook een experiment.

Het bestaan was er geen pretje. Goed, je kreeg gratis onderdak in ruil voor noeste arbeid, maar moest dan wel een ruw en bars regime zien te overleven terwijl; de vreselijkste ziektes er ongenadig huishielden; potentiële kweekplaatsen van ontucht waren het, waar straatarme bewoners uiteindelijk op een hoop werden geveegd met landlopers en criminelen. De meesten verloren bovendien hun vermogen tot zelfstandigheid, want afhankelijk gemaakt, en later dus niet meer in staat zich zelfstandig in de buitenwereld staande te houden. Als het al lukte aan het kamp te ontsnappen. Van den Bosch’ goedbedoelde project bleek al snel een fuik: wie eenmaal in de Kolonie zat, kwam er vrijwel nooit meer uit. Bewoners bleken gebrandmerkt, tot voor altijd daarna. Tot hun nazaten aan toe.

Voetbalveld
‘Gigantische rijdende decorstukken met onder meer een spreekgestoelte van 7 meter hoog, dwarsdoorsnedes van het Derde Gesticht, een rijdend korenveld en een kraan die grote decorstukken overzet. Maar er is ook een miniatuur-Jordaan die zich verplaatst,’ zet De Ket uiteen. ‘De geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid ademt een megalomane en utopische sfeer. Dat zien we ook terug in de vormgeving. We spelen met schaal’.

De groot gemonteerde muziektheatervoorstelling speelt zich af op de binnenplaats van het huidige Nationale Gevangenismuseum in Veenhuizen, het is het oude, nu geheel gerestaureerde Tweede Gesticht uit 1823. ‘Zo groot als een voetbalveld’, zo schetst De Ket het formaat van de plaats van handeling, ‘per keer kunnen duizend bezoekers de voorstelling zien. Je voelt hier de geschiedenis, je hoort de muren grommen, de daken piepen en knarsen. De architectuur eist onzegbaar de hoofdrol voor zich op. Denk aan het leed dat opgeborgen ligt… De voorstelling is daarmee ook een postuum eerbewijs aan slachtoffers van hooggestemde idealen.’

Weeskind
Het als spektakelstuk aangekondigde schouwspel over arm en rijk concentreert zich rond Teunis en Cato. Tom de Ket: ‘Anders dan in het boek is Teunis een weeskind. Na een ‘razzia’ wordt hij uit het Aalmoezeniersweeshuis in Amsterdam naar Veenhuizen weggevoerd. Onderweg sterft zijn broertje.’ In de ‘koloniën’ stapt hij in het huwelijksbootje met de straatarme bewakersdochter Cato, die daar ook al als kind terecht was gekomen.

Als protestantse huwde zij daarmee een man van katholieken huize, ver beneden haar stand. Je wist dat je jezelf dan welgemoed in armoede stortte.’ Teunis legt zich neer bij hun lot, maar Cato wint aan innerlijk kracht. Totdat ze uit elkaar groeien. De Ket: ‘En het tussen hen tot een dramatisch einde komt.’ Muziek van Lavalu begeleidt een ensemble van 30 spelers/bewegers en acht topacteurs, onder wie Paul R. Kooij en Dragan Bakema, tot een uiterst wrang en pijnlijk steekspel.

Actueel
De Ket: ‘Dit gaat over de ‘maakbaarheid’ van de samenleving. Het debat van nu verloopt soms net als toen: lukt het niet het hoofd boven water te houden, dan is dat een eigen keuze. Het duo pech en toeval doet niet meer mee. Ook in onze zogeheten participatiemaatschappij ben je verantwoordelijk voor je eigen geluk, dat je daarmee dus zelf ‘organiseert’. Onlangs vertelde een gevangenisdirecteur mij dat zich een kentering heeft voorgedaan. Vroeger bestond de gevangenisbevolking uit mensen van ‘bad’ en ‘mad’.

Tegenwoordig zijn er de ‘sad’. Net als vroeger wordt het sociale kapitaal verkwanseld. Wat we met de verzorgingsstaat hebben opgebouwd, wordt alweer verkwanseld. Neem asielzoekerscentra. Als we niet goed opletten worden dat onze nieuwe dwanggestichten.’

kader:
Tom de Ket
Tom de Ket is bekend van radio, televisie en het theater. Hij werkte bij Theatergroep Hollandia, het Ro Theater, het Zuidelijk toneel en het Noord Nederlands Toneel, en verwierf bekendheid als wederhelft van het cabaretduo Van Houts en De Ket. In 2011 richtte hij met Van Houts en theaterproducent Inge Bos De Verleiders op, met De Vastgoedfraude en Door de bank genomen als gerealiseerde theaterhits.

Tickets
‘Het pauperparadijs’ is te zien van 15 juni tot en met 7 augustus 2016. Meer informatie en tickets: 0900-9203. Rond de voorstelling is er een randprogramma met discussies en lezingen.

 

De firma list, liefde, leugen en bedrog

Toneelgroep De Appel speelt de ‘verboden’ Decamerone

Hun namen klinken als een klok: Madonna Finale, Ambrogiolo, Restituta, Sismonda, Violante, Girolamo. Edele namen, maar hun verhalen zijn allersmeuiigst. Toneelgroep De Appel zet haar tanden in de beroemde laat-middeleeuwse vertellingen van Boccaccio. Ondeugd verheffen tot iets begeerlijks.

‘Gatvardamma!’ roept Rinuccio met wijd openvallende mond uit als hij Betta hoort beschrijven wat zij zag gebeuren: Seks! Met een plantenbak! Nota bene vol basilicum. Hun gesprekspartner Nello geeft ten antwoordt dat hij opeens geen pesto meer kan zien of ruiken. Maar ja: die Lisa, die had dus wél een enorme oogst. ‘Gatvardammagatvardamma’.

Het zijn kleurrijke personages. Vlees en bloed anno 1350. Ooit een ‘verboden’ boek. De Decamerone is een verzameling van liefst honderd verhalen die de Italiaanse dichter en geleerde in het ‘volkse’ Italiaans in plaats van het toen gangbare Latijn, ergens tussen 1349 en 1360 op schrift stelde, het herfsttij der mediterrane middeleeuwen. De veelal scabreuze vertellingen leggen het middeleeuwse bestaan bloot, maar bieden ook een inkijkje in de Italiaanse volksaard.

Het gaat om tien verhalen die tien Florentijnse jongelieden – drie mannen, zeven vrouwen – op een buitenplaats op tien achtereenvolgende dagen aan elkaar vertellen, louter om de tijd te doden. Het aristocratische tiental is Florence ontvlucht vanwege de Zwarte Dood, de pest, die hen op de hielen zit. Erik-Ward Geerlings herschreef Boccaccio’s verhalenverzameling tot volbloed theater. “Volksverhalen, uit het leven gegrepen,” legt hij uit. “John Lantings kluchtige Theater van de Lach is er bij wijze van spreken nooit ver weg. Maar ik heb toch vooral de tragische dimensie gezocht.”

Duistere randjes
Berucht om zijn zinnenprikkelende verhalen en humor spot de Decamerone – bij velen bekend, door weinigen nog daadwerkelijk gelezen – met de geestelijkheid en andere moraalridders. Rooie oortjes dus? ”Het zijn verhalen met herkenbare gevoelens die hier tot in de uiterste consequenties door zijn getrokken”, zegt actrice Lore Dijkman. “Daardoor ontstijgen ze aan het dagelijks leven. In het boek is alles droog opgeschreven, maar Erik-Ward heeft prachtige speelscènes gemaakt die voorbij de grenzen van het anekdotische gaan. Erik-Wards taal moet je als acteur lading geven, dan komt de stijl ervan het best tot haar recht.”

Geerlings: “Het gaat voornamelijk om verhalen over liefde, bedrog en hartstocht – maar dan wel met duistere randjes. Al is dat is eigenlijk van alle tijden. Het mooie van de Decamerone is dat die je ertoe dwingt zelf een standpunt in te nemen ten aanzien van kwesties als trouw en begeerte, ontrouw en jaloezie. Dijkman: “De tragiek ervan drong pas tot me door na lezing van zijn bewerking. Het zijn verhalen die soms gruwelijk zijn, en de sterfelijkheid van de mens altijd in het achterhoofd hebben.”

Top vijf
Geerlings bracht voor Toneelgroep De Appel Boccacio’s raamvertelling terug tot wat je de essentie zou kunnen noemen: ‘vijf beste verhalen’. Deed hij dat drie jaar geleden niet ook al eens voor Toneelgroep Maastricht? ”Klopt,” bevestigt Geerlings. “Maar ik heb ze opgepoetst, en voor een deel herschreven.” Verbindende factor is artistiek directeur en regisseur Arie de Mol. Anderhalf jaar geleden ruilde hij Toneelgroep Maastricht in voor Toneelgroep De Appel. Waar ooit een kasteel nabij Maastricht de plaats van handeling was, is dat nu het Appeltheater en de naastgelegen kerk, in beide gevallen gewijde grond zogezegd. “Een andere locatie,”zegt Geerlings, “en Den Haag biedt een andere context, dus wordt het ook een andere voorstelling.” “Met nieuwe mogelijkheden en cadeautjes die je vooraf niet kunt bedenken”, beaamt Dijkman.” De vijf stukken, waarvan bezoekers er vier tijdens een enkel bezoek zien, concentreren zich op verhalen die in het boek op de tweede en de vierde dag de ronde deden.

Lore Dijkman speelde destijds mee in Maastricht, en nu in Den Haag. Net als De Mol is zij ‘overgestapt’. Op het moment dat dit gesprek plaats vindt, zo’n zes weken voor de première en met de eerste repetitieweek nog op punt van beginnen, heeft ze geen weet van de rollen die ze in Mols nieuwe versie gaat spelen. “Iedereen vertolkt straks de rol die het beste past. Het is erg leuk en spannend om nu met de Appelacteurs dit stuk te gaan spelen.”

kader:
Decamerone : van 1 juni tot en met 3 juli 2016 in het Appeltheater. Vooraf kan in het Appeltheater gedineerd worden. Meer informatie: toneelgroepdeappel.nl.

Randprogramma
De agenda van het randprogramma vermeldt onder meer elke zaterdagmiddag een workshop, en elke vrijdagavond is er een Italiaanse Nacht. Op dinsdag 21 juni vindt Decamerone Nu plaats, een avond waar migranten verhalen uit hun land van herkomst vertellen.

De Pier is hot & happening

Lachen, gieren en smullen op de Pier

In de seventies waren er uitgaansgelegenheden gevestigd die nu als legendarisch te boek staan, zoals de Club Veronica en discotheek Belle Amie; er waren attracties als een mini-wielerbaan, een schelpen- en koraaleiland, picknickplaats, aquarium, Wild-west-dorp en griezelhuis. En ooit huisde er een heus Flintstone-dorp, waar een robot-Fred Flintstone rondliep.

Maar tegenwoordig kun je je er avond aan avond laven aan een goedgemutst lachen tijdens copieus dineren. De geschiedenis van de Pier van Scheveningen is er een van (ver)vallen en opstaan: van het Wandelhoofd Koningin Wilhelmina in 1901, via wapendepot in de Tweede Wereldoorlog en een verwoestende brand in 1943; tot de wederopbouw in 1961, waarbij verscheidene eilanden verrezen, de verkoop in 1991 voor welgeteld één goudeerlijke Florijn aan horecaconcern Van der Valk – en de sluiting, opnieuw na een brand, in 2013. Over woelige baren gesproken.
Maar sinds vorig jaar is de Pier aan een nieuwe jeugd begonnen. Je kunt er weer met een gerust hart pierewaaien want de aloude Pier is aan zijn tweede, neen, derde jeugd begonnen. Vorig jaar juli werden de gerenoveerde promenade, het bovendek, het restaurant op het zonne-eiland, het pannenkoekenrestaurant, de uitkijktoren en de bungy jump-attractie weer opengesteld voor het publiek. Op het Schateiland zal nog een reuzenrad van zo’n 42 meter hoogte worden gebouwd. Het stalen eiland, dat ernstig door roest blijkt aangetast, zal worden gesloopt. Hoe goed het er inmiddels weer toeven is, liet festival TodaysArt zien, die er vorig jaar september een knetterend eerbetoon aan de Zero-beweging bracht.

Foodboulevard
Inmiddels zijn we na de heropening een klein jaar verderop. En zie: de Pier lééft, volop zelfs, al is het niet met de honderdduizend bezoekers na twee dagen van de (her)opening in 1961. ‘De misschien wel bekendste attractie aan de Nederlandse kust is inmiddels tot een ware foodboulevard uitgegroeid met een eigentijds en hoogwaardig aanbod van streetfood, restaurants, bars, terrassen en winkels,’ zo jubelt de gemeente Den Haag trots. Inderdaad is heel wat sympathieke, kleinschalige nering op de zeearm gaande en steeds vaker strijken er (weer) evenementen en manifestaties neer. De ‘vaste’ agenda vermeldt onder meer een ‘Pierwandeling’ onder begeleiding van een gids, en, tot deze week, een Open Pier waar je je eigen workshops kunt houden. Verder zijn er de komende weken een ‘hippiemarkt’, Summer of Love geheten, de Jazz Dayz, en Aircooled Scheveningen met een parade aan automobielende oldtimers, en is er ruimte ingeruimd voor weekends met pop-up stores. Voorts is er van 10 tot en met 19 juni het Festival Classique te gast, dat daarmee dit jaar voor het eerst ‘uitwijkt’ naar de arm waarvan de uiterste punt ooit 381 meter in zee stak. Het hart van het festivalterrein is te vinden in het Kurhaus, op de Pier en de boulevard daartussen. “De verhuizing richting zee is inspirerend en biedt nieuwe mogelijkheden om klassieke muziek bij zoveel mogelijk mensen te brengen,” laat festivaldirecteur Annemarie Goedvolk weten. Het aantal festivaldagen is en passant verhoogd van vier naar tien. “We willen verrassende voorstellingen presenteren die voor iedereen toegankelijk zijn. Scheveningen vormt een prachtig decor om deze vernieuwing te realiseren en meer mensen te bereiken.”

Tasty Comedy
Dat de nieuwe formule lijkt aan te slaan laat zich ook aflezen aan het nieuwe initiatief van de ‘Tasty Comedy’. Iedere donderdag tot en met zaterdag en ’s zondags een matinee kun je er lach-of-ik-schietavondjes of –middagjes beleven met nationale en internationale comedians aan het werk. En dat alles onder het genot van culinaire creaties die zijn bedacht door de Surinaams-Nederlandse televisiekok Ramon Beuk. Culinair lekkerbekken onder een spervuur van lachsalvo’s. De avonden worden geprogrammeerd door cabaretier Jörgen Raymann, die nu en dan ook zelf optreedt. “Programmeur is een groot woord,” zegt Raymann. “Ik ben meer de ambassadeur van het comedy-deel, waar Ramón het gezicht van de culinaire, tasty, kant is. Maar het is wel zo dat alle comedians door mij zijn ‘goedgekeurd’, mijn stempel gekregen hebben.” Hij heeft een keur aan upcoming en min of meer gevestigde stand-uppers en comedians aan zich weten te binden, getuige de namen van onder meer Martijn Oosterhuis, Kristel Zweers, Howard Komproe, Peter Shub, Tom Sligting, en Anuar. Raymann treedt in de Tasty Comedy ook zelf voor het voetlicht. “Na zeventien jaar van tv-werk ga ik me weer meer richten op het theater, mijn oude liefde. Waarom? Ach, ik ben misschien te lang doorgegaan op tv, voelde dat ik uit mijn comfort zone moest treden. Dus heb ik mezelf een schop onder de kont gegeven, en de rok afgelegd, omlaag gedaan”.

Panorama
Een en ander wordt onder het 360  ̐panoramische uitzicht op zee aan het hoofdeinde van de Pier smakelijk opgediend met live muziek door de Tasty huisband, met als leadzangeres Floortje Smit. In het hoogseizoen zijn er dan nog eens late night comedy shows. Ramon Beuk: “De Pier is weer helemaal hot en happening. Zie het zo: Aan het einde van een dagje strandzand en flaneren ben je hard toe aan een spetterende, avondvullende happening met lekker eten in vier gangen.” Raymann: “Ik heb de beste comedians uitgekozen. Het wordt lachen, gieren, smullen.” Op een avond die steeds zo’n drie uur in beslag neemt, treden twee Nederlandstalige comedians op en twee Internationale. “De laatste twee brengen stand-up comedy, maar doen ook veel physical comedy.” Raymann doet ook dienst als scout voor talentvolle nieuwkomers. Bij iedere voorstelling wordt een gevestigde naam uit het Nederlandse comedyvak aangevuld met een nieuw talent.”

Tasty Comedy op de Pier van Scheveningen. Van donderdag tot en met zondag. Meer informatie: tastycomedy.nl. Telefonisch reserveren: 0900-3000 200.