De Warme Winkel speelt… ‘De Warme Winkel’
Droste-effect. De Warme Winkel speelt De Warme Winkel speelt De Warme Winkel. Oftewel: De Warme Winkel verklaart zichzelf. ‘Na dertig producties zijn we nu zelf eens het vertrekpunt voor onze voorstelling. En het is ons magnum opus.’
Ongehoord in de dynamiek van de theaterzaal. Hardop, onverstoorbaar van 2014 terugtellen tot 1914. Kan het saaier? Acteurscollectief De Warme Winkel deed het in de veelbesproken en bekroonde voorstelling Gavrilo Princip. Het pakte enerverend uit. Tijdens de op serene, fluisterstil uitgesproken teruglopende getallenreeks kon je in de zaal als het ware een speld horen vallen.
Weesp. Een op het oog oersaai industrieterrein. Totdat opeens een nauw paadje leidt naar Het Domijn. Hoge populieren. Een groen rijk met opslagloodsen en kunstenaarsateliers. In een van de ogenschijnlijk halfvervallen gebouwen op het coöperatief beheerde grondgebiedje heeft De Warme Winkel zich sinds kort vanuit het Utrechtse genesteld. Het vrijstaatje dient, al sinds enige tijd, als vaste uitvalsbasis voor de drie vaste winkeliers Vincent Rietveld, Mara van Vlijmen en Ward Weemhoff, waarvan de laatste er voordien zelf een tijdje bivakkeerde. ‘Dit is,’ spreekt winkelier Weemhoff, ‘wij zijn een kerkhof van goede ideeen.’
De Warme Winkel zet de zinnen open, desnoods tot ver buiten de horizonten die het reguliere theaterpubliek gewoon is. Ze bekommert zich niet om een consequente speelstijl: van ballet tot slapstick. Uitbundig en vol op het publiek, dan weer ingetogen en abstract, ongrijpbaar – mystiek soms. Amadeus was volgens een recensent ‘een dramaturgische draaikolk met pesterige acteurs en een gierende post-punk soundtrack.’
En met Achterkant (2013) bespeelden ze niet de voor- maar inderdaad de achterkant van de toneelvloer: terwijl Toneelgroep Amsterdam in de Grote Zaal van de Stadsschouwburg speelde, gaven acteurs Vincent Rietveld en Ward Weemhoff aan de achterzijde van het decor een toelichting op wat er aan de voorzijde gebeurde. Eind juni sloten de Warme Winkeliers zich aan bij de Europe Endless Express, een driedaags rijdend festivalterrein van 500 meter lang en 3 meter breed dat over internationale grond denderde. In die nachttrein vol kunstenaars vonden theatermakers, dichters, denkers, musici en wetenschappers elkaar. Vijfhonderd passagiers reisden mee, keken theater en hoorden voordrachten.
Theater op het scherp van de snede. Zelfs hun ‘mislukkingen’ zijn goudomrand. Ze verschieten met genoegen geregeld van kleur. Hun toon is nu eens poëtisch, dan opeens strijdend en opruiend te noemen, en slaat soms regelrecht om in een bijna dadaïstisch exposé. Maar steeds is hun theatertaal, hun vormentaal vol gedrevenheid, bezield en bezielend tegelijk, en bezeten van vurig engagement. De Warme Winkel is buiten een gezelschap veeleer een beweging, die in grote veelzijdigheid met veel ambitie iets vernieuwends teweeg wil brengen.
Meer nog dan een speelstijl verbeelden ze, nee: zíjn ze de incarnatie van ware hartstocht. Met de wereldgeschiedenis als inspiratiebron en de theatergeschiedenis als bagage geeft De Warme Winkel in al haar voorstellingen een eigengereide visie op de hedendaagse wereld gestalte. Hun vaak associatief opgebouwde stukken vertellen over een persoon of een tijdvak (‘oeuvrestukken’ noemen ze het zelf), maar zeker ook over wat de aard is van toneelspelen. Voor de Winkeliers is spel het middel; agenderen-hoe-dan-ook het doel. ‘Altijd moet het gaan over zaken die ons erg aan het hart gaan,’ zegt Warme Winkelier Vincent Rietveld. ‘We bieden het publiek niet meer dan een wandelpad’, poogt Weemhoff te verduidelijken.
Dat symbolisch wandelen doen ze graag eerst onderling, zien zichzelf dan ook eerder als kunstenaars dan als acteurs. Polderjokers? ‘Transformers’ licht Vincent Rietveld toe. ’Zie ons als Barbapapa’s. Bij ons geen rondetafelconferenties, maar meteen, hup, de vloer op.’
Het repetitieproces is altijd de basis en behelst het spelen van een schier oneindig aantal losse ingevingen. ‘Die hogen we op en vervolgens komen de anderen van ons met een antwoord daarop. We spelen naast elkaar, niet tégen elkaar. Zo bouwen we scènetjes die eerst volledig van elkaar losstaan, maar haken we die schetsjes later aaneen. Gaandeweg komt dan, wonder boven wonder, een concept of een principe bovendrijven’, zo verwoordt Vincent Rietveld hun werkwijze. Een soort action painting? ‘Soms blijft van die oefeningen niets dan een enkel element als stijlfiguur over, zoals onze gezichten in Gavrilo Princip, die we volledig wit schminckten. We doen onszelf iets aan, leggen onszelf graag een beperking op. Daarmee spelen we dan letterlijk een voorstelling lang.’ Voor het opdoen van de nodige inspiratie houden ze net zo goed vlammende spreekbeurtavonden, pecha kucha-achtige voordrachten waarop ze elkaar vertellen over particuliere fascinaties.
Magnum opus
De Warme Winkel speelt De Warme Winkel speelt De Warme Winkel. Dat is zoiets als: De Warme Winkel verklaart zichzelf. De Warme Winkel zet zich als het ware zelf in de etalage. ‘We zijn na dertig producties nu eens zélf het vertrekpunt voor onze voorstelling, spelen leentjebuur bij onszelf en elkaar. Die vrijheid doen we onszelf cadeau. En we willen ons eindelijk eens meten met de groten, zoals Pina Bausch. Het wordt dan ook meteen ons magnum opus.’
Grootspraak? Gezicht als een oorwurm, dan breekt een brede glimlach door op Rietvelds gelaat. ‘Hoe kan je nu zeggen dat iets je magnum opus wordt? Kan toch niet?’ Neen, dat kan inderdaad niet. Rietvelds opmerking moet daarom meer gezien worden als een ironisch knipoogje naar groepen die zulke marketingtrucs al te graag opentrekken. Hij legt daarop uit dat de nieuwe voorstelling ondanks de titel níet als een statement moet worden opgevat, ook niet nu ze van ‘underground’ tot de gevestigde orde van het theaterbestel zijn gaan behoren. De komende vier jaren kunnen ze immers met een redelijk gerust financieel hart tegemoet zien.
Alles goed en wel, maar wat wordt De Warme Winkel speelt De Warme Winkel dan wél? Weemhoff antwoordt met een tegenvraag: ‘Wat kenmerkt de fameuze canon?’ Hij verwijst naar iconische voorstellingen, illustere namen zoals van de Volksbühne tot die van regisseur Romeo Castellucci tot de genoemde Duitse choreografe Pina Bausch vallen.
‘De Warme Winkel heeft altijd vol bewondering gekeken naar ze, en zich erdoor laten inspireren. Wat onderscheidt voorstellingen van de middelmaat? En hoe komen wij daaroverheen? Dat is onze zoektocht. We zoeken ernaar door onze eigen wereld te creëren, een even uniek als herkenbaar universum, in onze never ending search naar authenticiteit.’Volgens Weemhoff dient hun aanpak als antiserum, ‘een tegengif tegen deze tijd waarin kunst en cultuur meer en meer eenvormig entertainment lijkt te worden.’
In De Warme Winkel speelt De Warme Winkel treden naast de drie vaste leden ook de stagair(e)s Sofie Porro, Kim Karssen en Rob Smorenberg aan. Het acteurscollectief werkt er ook in samen met de beeldend kunstenaars annex ‘subversieve museummedewerkers’ van het Amsterdamse Eddie The Eagle Museum, vernoemd naar de voormalige bij-voorkeur-nummer-laatst skischansspringer.
‘Waarom? Zij zijn, net als wij, wat je noemt ambivalent-militant van karakter, maken performances, en zoeken ook altijd de grenzen op van de publieke ruimte’, zegt Rietveld, intussen aldoor met een plastic speelgoedwapen dat eerder op tafel lag, in de hand spelend. ‘Samen nemen we voor de Amsterdamse editie de schouwburg compleet over.’ De Warme Winkel is onlangs een alliantie aangegaan met Stadsschouwburg Amsterdam. Deze productie is daartoe de opmaat. De komende jaren is De Warme Winkel veel en vaak in Amsterdam te zien. ‘Als enige plaats in Nederland is daar altijd een kritische massa voor ons type voorstellingen te vinden,’ zegt Rietveld.
De Warme Winkel doet dat graag, coöperatief samenwerken. ‘Door telkens met andere kunstenaars, gastacteurs, eindregisseurs en musici bij ons maakproces te betrekken, zetten we onze eigen ramen open. Dat werkt verfrissend, met als belangrijk neveneffect dat een grote groep sympathisanten bij ons is betrokken.’
Hernemingen
De Warme Winkel zit middenin een druk seizoen. Een seizoen met liefst drie brandnieuwe producties en vijf reprises. Een seizoen ook dat bijna overloopt van succeshernemingen. Privacy bijvoorbeeld, van Wunderbaum-actrice Wine Dierickx en Warme Winkelier Ward Weemhoff. En De meest zwaarmoedige voorstelling ooit, die Vincent Brons en Anneke Sluiters maakten voor De Warme Winkel & Artemis. ‘Een superseizoen,’zegt Rietveld. En ook met onszelf gaat het super. Super!, schrijf dat maar op.’
Kader: Collectief
Theatergroep De Warme Winkel startte in 2002 vanuit Utrecht. Het acteurscollectief bestaat uit theatermakers Mara van Vlijmen, Vincent Rietveld en Ward Weemhoff. Tot voor kort maakte ook Jeroen de Man deel uit van de groep.
Kader: Namen en theatergroepen:
Het Nederlandse theaterlandschap blinkt uit in opvallende namen. Een beknopt, dus verre van volledig overzichtje:
Dood Paard: Naar het gedicht van Gerrit Achterberg.
Wunderbaum: Naar een geurboompje voor de auto van het gelijknamige merk, maar een wonderboom is ook een snelgroeiende, giftige plant.
Mugmetdegoudentand: Grondlegger Marcel Musters werd in zijn kindertijd voor-het-slapen-gaan door zijn moeder een verhaaltje voorgelezen over een fictieve mug.
BOG.: Was ook de titel van de eerste voorstelling van BOG. Het woord boog, levensboog, verbindt een lijn van verschillende momenten, maar is ook de boog of koepel die boven ons hangt.
Schwalbe: Duits voor ‘zwaluw’, maar ook ‘vrouwelijke spion’. Een zwaluw kan goed wegduiken. Maar het is ook een voetbalterm. Als een speler zich na een tackle op een theatrale wijze laat vallen, wordt dat een ‘schwalbe’ genoemd.