Vluchten om veiligheid te vinden

Theaterschool Rabarber met twee eigen producties

Dit voorjaar bulkt het theaterleven in Den Haag van jeugdtheater en van voorstellingen voor jongeren. Theater Merlijn, van en in Theaterschool Rabarber, is de plaats van handeling voor twee opvallende producties: ‘Een Sneeuwwitje’ (5+) en ‘Moederland’ (12+).

Een omgekeerd sprookje, zegt Marjet Moorman over ‘Een Sneeuwwitje’. Onder leiding van de regisseur en scriptschrijver nemen in ‘Een Sneeuwwitje’ meiden van 13 en 14 lentes jong het in de kern duistere sprookje van de gebroeders Grimm onder de loep: ‘Wat betekent het vandaag de dag, wat is de relevantie?’zo werpt Marjet Moorman (o.a. ‘Elektra’) op, regisseur en bedenkster van deze voorstelling bij Rabarber. ‘Wakker gekust worden door een prins en een giftige appel? Wie wil dat niet?’ De gevoerde gesprekken tussen de jonge acteertalenten wierpen een andere blik: ‘De spelers,’zegt Moorman, ‘verbaasden zich over de rol van de prins, die ogenschijnlijk uit het niets te voorschijn komt en Sneeuwwitje redt. Ze vroegen zich ook af: wíl ze wel gered worden door een prins? En ook: is Sneeuwwitje echt zo stom dat ze zomaar een hap van een giftige appel neemt? Het lijkt alsof Sneeuwwitje alles gewilloos overkomt. Wat zou er gebeuren als Sneeuwwitje probeert haar lot in eigen handen te nemen?’

Afzetten
Deze Sneeuwwitje probeert heel hard niet Sneeuwwitje te zijn, zich daarentegen af te zetten tegen het sprookje dat voor haar is geschreven, legt Moorman uit. ‘Eigenlijk net als kleuters en pubers zich verzetten tegen hun omgeving, vooral om hun identiteit te kunnen vormen.’ De opborrelende vragen heeft Moorman aan de hand van improvisaties bij ‘haar’ acteurs afgetast. ‘Ik vind het belangrijk dat spelers zich echt verbonden weten met wat ze doen. Dus: wat ze spelen, dat het echt van hun is.’
In de kern gaat ‘Een Sneeuwwitje’ om vragen over lotsbestemming, over het plegen van verzet tegen wat van je wordt verwacht, gedacht of geëist. ‘Klinkt dat zwaar op de hand? Misschien, maar dat zijn wel de thema’s waarmee we zijn begonnen. Wat ik vooral belangrijk vind is dat de spelers een aandeel hebben in de totstandkoming van de voorstelling. Dat hun mening een rol speelt en dat ze betrokken zijn bij het materiaal.’

Moederland
Van heel andere snit is ‘Moederland’. Daarin is een moeder met haar elf kinderen op de vlucht. Ze doorkruist verschillende landen, op zoek naar een veilig heenkomen. ‘Het gaat mij niet per sé om het vluchtelingenvraagstuk dat nu zo speelt, want dat is op de keper beschouwd van alle tijden. Door de eeuwen heen zijn er steeds mensen en volkeren geweest die noodgedwongen op de vlucht moesten slaan. Met de spelers, in de leeftijd van 13 tot 19 jaar, ben ik op zoek gegaan naar een meer algemeen, universeel beeld rond vluchtelingen,’ zegt Marcel Roijaards, regisseur en maker van ‘Moederland’. Volgens hem wordt het ‘een absurde voorstelling waarbij we humor als wapen gebruiken om onrecht aan de kaak te stellen.’

Extra laag
Hij wil met dit stuk graag vele jongeren bereiken, en daarom hebben muziek en dans uit verschillende culturen een plaats gekregen. ‘Dat biedt troost. Niet te zwaar allemaal. Ik wil niet dat bezoekers en spelers uit de voorstelling komen met een gevoel van ‘wat is het toch erg allemaal. De voorstelling moet eerder een wat knagend gevoel van onbehagen opwekken omdat deze mensen op deze wereld kennelijk geen plekje lijken te kunnen vinden.’ Die keuze voor dans en muziek leidde tijdens de repetities trouwens tot hevige gesprekken. ‘In het stuk ontstaat gespeelde ruzie over de vraag of de aandacht zo niet te veel van de inhoud wordt afgeleid,’ verklaart Roijaards, ‘maar uiteindelijk heeft dat een extra laag in de voorstelling opgeleverd.’

Versnipperde kranten
Roijaards merkte aan den lijve dat theater verbindt, en dat jongeren opeens wél interesse kunnen opbrengen voor actuele vragen. Alleen, zo zegt hij: ‘Zij weten vaak niet wat ze met de dagelijkse hoeveelheid nieuws aan moeten, raken onverschillig. Ikzelf raak ook geregeld afgestompt van al het nieuws dat dagelijks op me afkomt. Maar tijdens het maken van deze voorstelling kwam ik tot de ontdekking dat dit onder jongeren nog tien keer erger het geval is. Daarom spelen we dit stuk op een laag van versnipperde kranten. Alsof we niet kunnen ontkomen aan het nieuws dat ons letterlijk en figuurlijk overspoelt. De groep spelers is zeker betrokken geraakt bij het thema, getuige het randprogramma dat is ontstaan door een ontmoeting met jonge vluchtelingen en Nederlandse jongeren die zich om hun lot bekommeren. We willen met ‘Moederland’ een positief tegengeluid laten klinken.’

Rabarber speelt ‘Een Sneeuwwitje’ (5+) van 26 februari t/m 4 maart 2017; en ‘Moederland’ (12+) van 9 t/m 19 maart 2017 in Theater Merlijn. Meer informatie en tickets via rabarber.net.

Advertentie

‘Theater is blank bolwerk’

Farbod Moghaddam met nieuwe editie van ‘Frappant Comedy’

Te klein voor Theater Diligentia, te groot voor PePijn. Tussen servet en tafellaken. En dus streek Farbod Moghaddam met zijn ‘Frappant Comedy’ neer in Theater Dakota. Zaterdag presenteert hij alweer de 16e editie.

Rond 2008 en later toog Farbod ‘Frappant’ Moghaddam week in week uit naar Amsterdam, het Nederlandse Mekka van de stand-up comedy. Hij trad er geregeld zelf op, zag er geestverwanten tot bloei komen maar soms ook sneuvelen. Tot hij op een dag het gereis naar de hoofdstad moe was. Hij besloot zijn woonplaats Den Haag op te vrolijken, te ‘frappanten’ met comedy. Erik Pals, toenmalig directeur van Diligentia/PePijn verwees hem door naar Theater Dakota. En sinds 2011 presenteert hij daar, aan de Zuidlarenstraat, vier keer per seizoen ‘Frappant Comedy’, komende zaterdag alweer de 16e editie. Hij is MC, gastheer, maar treedt ook zelf voor het voetlicht. En er zijn iedere keer gastoptredens door talentvolle, opkomende comedians, zoals deze keer Hagenees Marco Horta Lopes, finalist Leids Cabaret Festival 2016, Bugra Gedik, Jennifer Evenhuis en Justin Samgar.

Farbods selectiecriteria: het te berde te brengen ‘artistieke materiaal’, de door hem gevoelde energie van wat wordt gebracht, en het aanbrengen van diversiteit in het aanbod. Farbod: ‘Maar het gaat steeds om comedians die ik persoonlijk ken, en van wie ik weet wat ze op het podium brengen. Zo ben ik het best in staat om een uitgebalanceerd programma samen te stellen.’

Levensbehoefte
Zijn geboorte als comedian is voor een deel op het conto te schrijven van Eddie Murphy en Mr. Bean. Tegenwoordig behoort de Canadese komiek Jim Carrey tot een van zijn all-time favorieten. Farbod: ‘Carrey is fucking bizar.’ Al in zijn geboortestad, het Iraanse Teheran, was ‘familieleden amuseren na het avondeten’ zijn tweede natuur, zo ziet hij nu in. Bij zijn komst naar Nederland in 1993 bleef die innerlijke drang, al deed hij vooreerst een hbo-studie journalistiek en werkte hij een tijdje bij het AD.

‘Niets fijners denkbaar voor mij dan om mensen een leuke avond te kunnen bezorgen. Noem het een eerste levensbehoefte. Om dat op mijn eigen podium te kunnen doen, en dat in mijn eigen stad, is voor mij de ideale manier van communiceren, want in direct wisselwerking met ‘zijn’ publiek.’ Dat publiek is in Dakota, heeft hij gemerkt, heel divers van oorsprong. Vindt hij heel fijn.

‘Ik heb gemerkt dat het theater een overwegend blank bolwerk is gebleven. Ik wil daar op mijn manier tegenwicht aan bieden, noem het mijn idealistische inslag om dat te willen veranderen. Andersom wil ik ook mensen die niet zijn grootgebracht met de vanzelfsprekendheid van theaterbezoek, voor wie het niet gewoon is om die drempel over te gaan, laten ervaren en inzien hoe leuk en bijzonder theater kan zijn, ook al zijn de toegangsprijzen er vaak dubbel zo hoog als voor de bioscoop.’

‘Frappant Comedy’ in Theater Dakota op zaterdag 18 februari 2017 met Marco Horta Lopes, Bugra Gedik, Jennifer Evenhuis, Justin Samgar en Farbod ‘Frappant’ Moghaddam als MC/host. Meer informatie op theaterdakota.nl en farbod.nl. Telefonisch tickets reserveren: (070) 326 55 09.

‘Jeanne is vat vol tegenstrijdigheden’

Het Nationale Theater maakt groot opgezette ‘Jeanne d’Arc’

‘Jeanne d’Arc’ is het waargebeurde verhaal van een boerenmeisje dat uitgroeide tot nationale heldin van Frankrijk. Boodschapper van de hemel of van de hel? Een topcast speelt bij Het Nationale Theater Schillers ‘romantische tragedie’, met Sallie Harmsen als gedroomde Jeanne.

Radicalisering is vrijwel dagelijkse kost. Het verhaal van Jeanne d’Arc (1412-1431) past bijna naadloos op dat gegeven. Maar handelde zij vanuit een psychose, was zij de eerste feministe of vooral een rebel? Moet je jezelf opofferen om iets groots te bereiken?

“Ik krijg steeds meer mededogen voor haar,” antwoordt Sallie Harmsen, hoofdrolspeelster in ‘Jeanne’ van Het Nationale Theater (voorheen Het Nationale Toneel). “Zo gaat dat. Als actrice moet ik me volledig in haar gedachten laten zakken, in haar huid kruipen. Ik vind haar dapper. Door te gaan vechten voor Frankrijk, het land te redden van de ondergang, neemt ze een onomkeerbaar besluit. Later blijkt die beslissing als ‘radicaal’ te worden gezien. Dat kun je niet van tevoren weten. Ik heb met haar te doen.”

Jeanne d’Arc, maagd van Orléans, sterft op negentienjarige leeftijd. Ze was ervan overtuigd dat ze een goddelijke opdracht vervulde, die haar in visioenen werd aangereikt door aartsengelen. Dertien was ze. Daarna zette ze wonder boven wonder het leger en menige veldslag naar haar hand.

Ze werd zelfs ontvangen door de toenmalige paus. “Maar als ze op een dag op het slagveld, gestoken in een kuras, opeens oog in oog komt te staan met een Engelse soldaat, stort haar dat in een crisis: ze heeft immers gezworen af te zien van de aardse liefde. Even twijfelt ze: Moet ze hem nu wel of niet doden?”

Het is het kantelpunt in Schillers toneelstuk Die Jungfrau von Orléans uit 1801, bij Het Nationale Theater geregisseerd door Theu Boermans. Schiller baseerde zich op authentieke verslagen, documenten en processtukken, maar bracht ook eigenhandig veranderingen aan in Jeanne’s levensverhaal. Zijn stuk laat in vijf uitvoerige bedrijven zien dat Jeanne een duivelse moordmachine noch blind was voor haar omgeving. Schiller laat ons (in)zien dat de mens niet alleen feilbaar is, maar ook het risico loopt ten onder te gaan aan particuliere absolute opvattingen.

Maar zijn tot ‘romantische tragedie’ gedompelde stuk diende ook tot het creëren van een nationalistisch bewustzijn in Duitsland. De legende van Jeanne was daar volgens hem geknipt voor, omdat de burgerij en het volk konden worden bijgepraat over wat leiderschap is.

Psychologisch
Sallie Harmsen (o.a. Polleke, Tasso en Lucia de B.) kan zich niet goed herinneren wanneer ze voor het eerst over Jeanne d’Arc hoorde, voor het eerst met het verhaal rond de nadien door de paus heilig verklaarde boerenmaagd in aanraking werd gebracht. “Natuurlijk wist ik van haar bestaan, maar op school heb ik nooit les over haar gehad. Doordat ik in dit stuk speel heb ik nu een beter beeld van haar.”

Ze ziet Jeanne als een vat vol tegenstrijdigheden. “Volgens mij geeft de strijd, het vechten, blijk van haar onderdrukte seksualiteit. In de middeleeuwen was maagdelijkheid en zuiverheid in het licht van een vroom godsdienstig leven een bepalende factor. Ze onderdrukt haar ontluikende seksualiteit in dienst van haar geloof. Als acteur ga ik mee in haar visioenen, maar als je haar van een afstand bekijkt kan je haar overtuigingen ook voor een psychose houden. Die opvatting is gevaarlijk voor mij, want ik moet het publiek laten geloven dat zij puur is, en maximaal overtuigd. Ik wil de processen in het hoofd van Jeanne d’Arc voelbaar en inzichtelijk maken. Als kijker ga je daardoor hopelijk in haar ‘waan’ mee. Hoe komt iemand tot radicale daden? Met dit stuk willen we vertellen welk psychologische mechanisme daar achter zit.”

Beeldend
Naast prijswinnend film- en theateractrice heeft Harmsen zich ontwikkeld tot beeldend kunstenaar. Heeft ze Jeanne al aan het tekenpapier of het canvas toevertrouwd? Ze glimlacht. Neen dus, zover is het nog niet gekomen op haar site sallieharmsen-art.com.

Wel heeft ze het haar gekortwiekt tot een kort kittig kapsel. Staat stoer. Maar die haardracht komt niet voort uit Jeanne d’Arc, zo vertelt ze. “Dat heeft te maken met een film waar ik in speel. Die komt later dit jaar uit, de  Hollywoodfilm Bladerunner 2049.”

Het Nationale Theater speelt ‘Jeanne d’Arc’ van dinsdag 7 tot en met zaterdag 25 februari 2017 in de Koninklijke Schouwburg. Aldaar ook van woensdag 12 tot en met vrijdag 14 april 2017. Première op zaterdag 11 februari 2017. Meer informatie: nationaletoneel.nl en ks.nl. Telefonisch tickets reserveren: (0900) 3456789.

‘Dans moet sensueel zijn’

Ballett am Rhein Düsselfdorf Duisburg danst Ein deutsches Requiem

De laatste jaren ging Martin Schläpfers dansgezelschap liefst drie keer met de titel ‘beste van Europa’ aan de haal. Het Zuiderstrandtheater ontvangt zijn Ballett am Rhein met een van zijn beste choreografieën.

Op zijn zeventiende, toen hij aan de Royal Ballet School in Londen studeerde, was Brahms’ meesterwerk Ein deutsches Requiem een van de eerste platen die hij aanschafte, op vinyl dus, en zij aan zij met Nina Simone. ‘Wonderschone, opwindende muziek en bovendien gaat het om een werk dat onlosmakelijk deel uitmaakt van het Duitse erfgoed,’ legt Martin Schläpfer zijn keuze voor dit tussen 1865 en 1868 gecomponeerde koorwerk uit. ‘Belangrijk voor mij is dat Brahms er per se geen liturgisch werk mee schreef; hij was, net als ikzelf, niet gelovig; de gezongen bijbeltekst heeft dan ook eerder betrekking op humanisme dan op religie.’ Hij noemt zijn keuze voor dit werk ‘riskant’ en ‘gevaarlijk’.

‘Omdat het een koorwerk is, dat is ongebruikelijk in het ballet, en omdat de dodenmis bij iedere Duitser in de platenkast staat.’ Schläpfer kiest graag voor extremen, levert zich bij voorkeur over aan het onbekende. En haalt ten bewijze de choreografie aan die hij op de Zevende Symfonie van Mahler maakte. Ein deutsches Requiem is in de aard net zo’n keuze. Maar choreograferen op uitgesproken treurmuziek? ‘De uitdaging zit erin om de betekenis van de choreografie ‘open’ te houden, geen betekenis te willen opleggen aan de kijker, terwijl het toch ook niet een abstract ballet moet zijn want het moet ontroering teweeg kunnen brengen.’ Een nog belangrijker uitgangspunt voor hem: ‘Dans is niet louter esthetisch, maar moet ook sensueel zijn.’

Conventies
Brahms morrelde graag aan de conventies van het gebruikelijke requiem. Die handschoen past Schläpfer. Want als dansmaker, zo zegt de Zwitser van geboorte, speelt hij graag met fysiek ongebruikelijke lichaamsbewegingen, met ‘off-balance’, lichamen die bijna lijken te vallen – ‘de ene keer van vreugde, dan weer van deemoed.’ Het toneelbeeld versterkt dat gevoel. ‘De set is een eindeloos lijkende kijkdoos die diep naar achteren wegloopt, en soms wel wat wegheeft van een kathedraal.’

In Düsseldorf en Ballett am Rhein’s zusterstad Duisburg heeft hij met zijn dansgroep, deel uitmakend van Deutsche Oper am Rhein, de beschikking over twee volwaardige podia, twee orkesten, twee koren en een tableau van 45 puike dansers. Zijn dansgezelschap werd de voorbije jaren driemaal tot het beste van Europa uitgeroepen – en hijzelf tot beste choreograaf. ‘Dat is exceptioneel en heel mooi, het helpt de dansers en het gezelschap vooruit, en helpt ook enorm mee om onze subsidie overeind te houden. Bovendien halen deze blijken van erkenning vele persoonlijke twijfels bij me weg. Toch kunnen we niet op onze lauweren rusten, zo houd ik ook mijn dansers steeds voor. Iedere dag opnieuw moet je het publiek veroveren.’

Vincent Hofmann:
… maakt sinds anderhalf jaar als danser deel uit van Ballett am Rhein.

‘Schläpfer heeft een heel eigen visie op ballet. Hij probeert je te pushen om tot extremen te gaan: langdurig in balans zien te blijven, benen en voeten erg uitgestrekt houden, en alle bewegingen ‘groot’ houden. Toch is zijn bewegingstaal vloeiend, organisch. Ik noem zijn idioom neo neoklassiek, moderne dans met een klassiek randje. Ein deutsches Requiem vind ik persoonlijk een van Schläpfers beste choreografieën. Het wordt gedanst op blote voeten. En de muziek van Brahms is werkelijk prachtig. Wel een beetje wennen, want er zit veel gezongen tekst in, maar je danst die tekst natuurlijk niet letterlijk. Het is geen popmuziek!’

‘We dansen in een seizoen doorgaans zo’n vier triple bills en een avondvullend ballet plus tourneevoorstellingen. We doen dus geen klassiekers of krakers als Giselle, The Sleeping Beauty of de Notenkraker. Ballett am Rhein is een erg divers gezelschap, met uiteenlopende gezichten, lichamen en persoonlijkheden. Dat bevalt me. Bij Het Nationale Ballet, waar ik een tijdje danste, moet je je vaak voegen naar het beeld van het corps de ballet. En zo’n gelijkvormig corps, dat hebben we hier bij Ballett am Rhein niet.’

‘In Duitsland is het prettig dansen. Ik krijg de vrijheid om veel van mezelf te laten zien. En als ik zes dagen wil dansen, dan kan dat gewoon. In Nederland stonden allerlei regeltjes dat weleens in de weg.’

Hans van Manen:
… meesterchoreograaf. Hij maakte in 2014 met Alltag een wereldpremière voor Ballett am Rhein, met Martin Schlapfer in een come-back als solist. Ballett am Rhein dans met regelmaat werken van Nederlands beroemdste choreograaf.

‘Ik ken Martin al 35 jaar. Hij heeft achtereenvolgens  Basel, Bern, Mainz en nu Dusseldorf en Duisburg op de kaart gezet. Martin is een buitengewoon begiftigd choreograaf, die momenteel met Marco Goecke, wat mij betreft tot de besten van Duitsland behoort. Als basis gebruikt hij altijd de klassieke techniek maar geeft daar een fantastische eigen draai aan, zoals niemand anders dat doet. Neoklassiek? Ach dat zijn van die kunstetiketjes. Soms laat hij op spitzen dansen, dan weer op blote voeten. Hij laat zich net als ik inspireren door wat hij om zich heen ziet. Eigentijds. En waarom zou je ook anders doen?’

Ein deutsches Requiem heb ik nog niet gezien. De keuze voor de muziek van Brahms is heel interessant. Juist muziekliefhebbers zou ik aanraden eens naar de choreografie te gaan kijken. Ik zou zeggen: Ren er naartoe!’

Het Zuiderstrandtheater en Holland Dance Festival presenteren Ballett am Rhein met Ein deutsches Requiem op donderdag 9 en vrijdag 10 maart 2017. Meer informatie op: zuiderstrandtheater.nl. Telefonisch tickets reserveren: (070) 88 00 333.

Powerlady of jihadiste?

Het Nationale Theater speelt Schillers meeslepende Jeanne d’Arc

Moet je jezelf opofferen als je iets groots wil bereiken? In tijden van radicalisering is het verhaal van Jeanne d’Arc weer hoogst actueel. Maar handelde zij vanuit een psychose, was zij de eerste feministe of toch vooral rebels? Hoofdrolspeelster Sallie Harmsen, presentatrice Leila Prnjavorac en hoofdredacteur Brahim Bourzik over hún Jeanne.  

Heldin. Verguisd, veroordeeld, op de brandstapel en … geheiligd. Die geschiedenis heeft zich in werkelijkheid voorgedaan rond Jeanne d’Arc. Het Nationale Theater grijpt haar levensverhaal aan voor een groots theaterstuk over radicalisering en liefde, zoals alleen regisseur Theu Boermans dat op de planken kan krijgen. Sallie Harmsen leidt als Jeanne een grote spelerscast van topacteurs.

In de ogen van regisseur Theu Boermans is Frankrijks nationale heilige zij is een nationale heldin (mijn fout) een jonge vrouw die gelooft in haar goddelijke opdracht. Als een blind werktuig geeft ze zich vanuit Orléans aan haar missie over. Ze voert een harde strijd op het slagveld. Op het moment dat ze even twijfelt over haar roeping, verliest ze haar bovenmenselijke beter: door god ingegeven kracht. Boermans: ‘Dan moet ze vechten met zichzelf, en met de liefde.’

Schillers meesterwerk uit 1801 laat zien hoe vatbaar de feilbare, veranderlijke mens is voor absolute opvattingen. ‘Jeanne d’Arc roept de vraag op of we onszelf moeten wegcijferen wanneer we iets groots willen bereiken.’

‘Seksueel onderdrukte vrouw’
Sallie Harmsen, hoofdrolspeelster: ‘In het dorpje waar ze opgroeit is Jeanne aanvankelijk erg vroom en op zichzelf. In haar tijd moesten vrouwen trouwen, kinderen krijgen en het huishouden doen. Maar ze vindt dat rolpatroon te beknellend. Op een dag verschijnt Maria aan haar. Zij geeft Jeanne de door God ingegeven opdracht om Frankrijk te redden van de ondergang. Dat geeft haar kracht en het lukt Jeanne door haar daden uit te groeien tot heldin. Al in haar tijd was ze een volkssymbool van moed. Maar Jeanne is ook een vat vol tegenstrijdigheden. Dat maakt haar ongrijpbaar, ook al wordt ze vaak in het hokje feminisme geduwd, of van patroon van het christendom.’

Toonbeeld
‘In het begin van het stuk is Jeanne een toonbeeld van pure onschuld en vroomheid. Dat vind ik moeilijk spelen. Ik houd niet van personages die alleen maar goed zijn. Maar dat uiterste heb je nodig om haar vervolgens te kunnen laten crashen. Ik vind het lekker om de ontwikkeling naar dat andere uiterste te kunnen spelen, dat maakt haar personage heel rijk. Een belangrijk omslagpunt in de voorstelling is het moment dat ze op het slagveld verwikkeld raakt in een duel met een Engelse soldaat. Op het moment dat ze hem wil doden en zijn helm afrukt om hem te kunnen aankijken, verlamt ze: opeens ervaart ze wat aardse liefde is. Overtuigingen die tot dan absoluut voor haar waren, komen op losse schroeven te staan. Ze vreest het oordeel van God, want ze heeft de gelofte gedaan van aardse liefde afstand te doen. Maar als ze besluit hem níet te doden, behoort ze dan de duivel toe? Tegelijkertijd vreest ze een doorgeslagen moordenares te worden. Uiteindelijk geven het visioen van Maria en de stemmen van aartsengelen in haar hoofd haar voldoende overredingskracht.’

Onderdrukt
‘Zo bezien is Jeanne d’Arc het (levens)verhaal van een existentiële crisis, niet uitsluitend een verhaal over radicalisering maar juist ook over liefde en seksualiteit. Voor haar is – zonder dat ze dat volgens mij goed en wel beseft – de strijd, het vechten, een blijk van haar onderdrukte seksualiteit. Er ligt een enorme focus op haar maagdelijkheid en zuiverheid; in de middeleeuwen en in het licht van de godsdienst is dat een graadmeter. Ze onderdrukt haar ontluikende seksualiteit in dienst van haar geloof. Hoe komt iemand tot radicale daden? Met dit stuk willen we vertellen welk psychologisch mechanisme daarachter zit.

Jeanne’s levensloop was logisch noch onontkoombaar, en vooral een samenspel van de wereld zoals die er toen uitzag met de context waarin ze opgroeide en haar karakter. We gebruiken Jeanne als fictief personage maar laten ons daarbij wel inspireren door historische gebeurtenissen. Ik wil de processen in het hoofd van Jeanne d’Arc, waaronder haar geloofsradicalisering, voelbaar en inzichtelijk maken.

Als acteur ga ik mee in haar hoofd en in haar visioenen, maar als je haar van een afstand bekijkt kan je haar overtuigingen ook voor een psychose houden. Die opvatting is gevaarlijk, want ik moet zien te laten geloven dat zij puur is en maximaal overtuigd van haar daden en opvattingen. In Schillers toneelstuk zit je als kijker gevangen in haar waan en ga je erin mee. De toeschouwer bekijkt het stuk dus heel erg vanuit haar hoofd.’


‘Voorvechtster van vrouwenemancipatie’
‘Jeanne d’Arc is een power lady, een voorbeeld en voorvechtster van vrouwenemancipatie’, stelt Leila Prnajovorac. Ze is presentator, trainer, workshopleider, coach, motivator en spreker en werd geboren in Doboj , Bosnië-Herzegovina. In 1993 vluchtte Prnajovorac samen met haar ouders en broertje naar Nederland. ‘Jeanne liet de kracht zien die uit kan gaan van vrouwelijkheid en spiritualiteit. Dat zij uit letterlijk goddelijke ingeving handelde is goed in die tijd te plaatsen: geloven kan kracht geven en stimuleren.

Ik heb een islamitische achtergrond, maar ben niet belijdend, eerder een soefi. Wat je ziet is dat velen die zich jihadist noemen, vaak weinig van de islam weten, maar toch de nadruk leggen op bepaalde soera’s of citaten uit de Koran. Zonder de geloofsboeken en wetscholen te kennen, besluiten ze onder invloed van ronselaars om uit te reizen.

Wat mij vooral opvalt is dat mensen zo beïnvloedbaar zijn en bereid zijn tot volgen, als schaapjes. Religie en nationalisme werden tijdens de oorlog op de Balkan als machtsmiddel misbruikt om mensen uit elkaar te drijven. Belangrijk is dat je zelf blijft nadenken, je blijft informeren en met iedereen praat. Zo ontwikkel je een brede blik. Ik hoop dat mensen veel meer naast dan tegenover elkaar gaan staan.’

‘Rebelse moslima’
‘Iemand als Jeanne zie je misschien eens in de honderd jaar’, zegt Brahim Bourzik, hoofdredacteur van de Moslimkrant. Hij ziet haar eerst en vooral als een rebelse jongedame. ‘Zij kwam in opstand tegen de heersende macht die in handen was van mannen. Met een goddelijke boodschap in handen, opende ze de ogen van de toenmalige machthebbers. Maar je moet Frankrijk, haar verhaal en haar figuur ook plaatsen in de tijd dat Europa geteisterd werd door voortdurende godsdienstoorlogen.

In opdracht van een hogere macht handelen vind ik niet a priori verkeerd. Ik zou Jeanne willen vergelijken met de moslima Aisha, een fascinerende vrouw. Ook zij kwam tegen de uitdrukkelijke wil van haar vader vastberaden in opstand tegen de profeet. Het was eigenlijk zelfmoord. De bijbel is wat mij betreft niet per definitie slecht en rabbijnen noch priesters zijn dat evenmin van zichzelf. Ik zie de bijbel en de thora als het fundament waarop de koran het dak kon bouwen. God is er niet op uit om tweedracht te zaaien.’

Jeanne d’Arc is te zien in de Koninklijke Schouwburg van 7 t/m 25 februari 2017 en op 12 en 13 april 2017. www.nationaletoneel.nl

 

Eerst zien, dan geloven

Nieuwe ‘urban stories’ bij NTjong

Drie theatermakers en het derde oog van een fotograaf verzamelen in een Haagse voormalige kerk, een hindoetempel en een synagoge verhalen over religie en rituelen. Ook ontmoeten ze de buren van die gebedshuizen, want hoe kijken zij aan tegen deze plekken?

De verhalen zijn het startpunt voor een reeks theatervoorstellingen die zich in diezelfde gebedshuizen afspelen. Het zijn buurt-en-kerkhuis Bethel, hindoecentrum Sewa Dhaam in Laak en de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente aan de Prinsessegracht. “Allemaal gebedshuizen en ontmoetingsplaatsen die verscholen liggen in het straatbeeld”, zegt Hanna Timmers, artistiek coördinator van het project.
Het Nationale Theater zoekt nadrukkelijk de stad op en wil de stad het podium op brengen. Maar jeugdtheatergezelschap NTjong, deel uitmakend van Het Nationale Theater, startte al in 2014 een meerjarig theaterproject onder de verzameltitel ‘Urban Stories’. Oogmerk: een actuele stadsbiografie, een verzameling verhalen uit verschillende stadsdelen. Met ‘Urban Stories’ ging NTjong op zoek naar verhalen van deze tijd, en presenteert zij die op onverwachte plekken. De reeks buiten de muren van het theater wordt nu voortgezet met ‘Eerst zien dan geloven’, gemaakt door drie theatermakers: Martijn Klink, Khadija Massaoudi en Els van der Jagt; en fotograaf Johan Nieuwenhuize. Zij verzamelen verhalen rond de drie genoemde gebedshuizen en hun buren, “verhalen over religie, rituelen en gemeenschappen, “ aldus Timmers. De verhalen vormen een reeks theatervoorstellingen in de gebedshuizen, een serie die volgens haar ‘extreem laagdrempelig’ is.

Optocht
Theatermaker Martijn Klink trapt de nieuwe reeks af in Bethel in de Thomas Schwenckestraat, waar verschillende geloofsgemeenschappen hun plek vinden en allerhande sociale activiteiten plaatsvinden. Hij verspreidde kaarten door de buurt waar hij zelf woont: ‘Waar geloof jij in? En hoe doe je dat?’Van tachtig buurbewoners kreeg hij reactie. “De meest uiteenlopende antwoorden doken op. Van iemand die gelooft in de lijn van het verleden, het heden en de toekomst naar de ontwikkeling van de straat. Maar ook kwamen mensen op de proppen met godsbewijzen, met blijken van hun geloofsbelijdenis. En er was iemand die zei: ik geloof in kunst.”
Met deze antwoorden opent hij een ‘theatrale happening’ die eindigt in een optocht door de buurt, en eindigt in de kapel van Bethel. Daar spelen twee acteurs teksten die voortkomen uit interviews die zij eerder met buurtbewoners hadden. Hij noemt het “een zoektocht met het publiek”. En er is natuurlijk muziek, uit de buurt, met het koor De Buren.” Waar hij zelf vooral geloof in heeft? Klink: “Ik geloof in het goede van de mens en dat het geven van een tweede kans geven waardevol is.”

Binnenkant
De 2017-reeks van ‘Urban Stories’ komt voort uit een artikel dat Timmers las in dagblad Trouw over het voornemen om te komen tot een tempelcomplex aan de Gaslaan. “Een van de omwonenden riep in dat stuk letterlijk: ‘eerst zien, dan geloven’.” Maar ze is ook gegrepen door het gegeven dat in het buitenland iedere kerk het bezoeken waard is, al betrapt ze er zichzelf ondertussen op dat ze de binnenkant van de kerk aan de Hoefkade nooit heeft gezien, terwijl ze er nota bene tegenover woonde. Ze ziet kerken als ontmoetingsplaatsen, ook al liggen ze dan soms wat verscholen,

‘Eerst zien dan geloven’ start op 2 februari 2017 en is exclusief te zien in Den Haag in de maanden februari en mei. Meer informatie en tickets via Theater aan het Spui: (070) 346 52 72 en theateraanhetspui.nl.

Urban Stories is een actuele stadsbiografie| Foto: Johan Nieuwenhuize