Wat te zeggen als het einde in zicht is?

Het Zuidelijk Toneel en A Two Dogs Company: Conversations (at the end of the World)

Kris Verdonck behoort tot de top van internationaal opererende theatermakers. Hij integreert theater, video, beeldende kunst tot een performance. Met Conversations (at the end of the world) neemt hij, opnieuw, werk van Daniil Charms ter hand. Een vraaggesprek.

Kunt u mij een beschrijving geven van wat u ziet op de foto bij de voorstelling?
‘Ik zie een huis op een berg in een woestijnachtig landschap. Een huis in wankel evenwicht, op het punt van neerstorten. Een angstaanjagend beeld wat mij betreft. Het is een foto uit een land in Zuid-Amerika. Op die plaats lagen vroeger sneeuw en ijs metershoog. Als je de foto goed bekijkt zie je de kabel van de skilift.?!’

Jazeker! Maar wat zegt die majestueuze foto over de voorstelling die u gaat maken?
‘Onze wereld vult zich steeds meer met situaties die een mogelijk einde afkondigen: oorlogen, smeulende conflicten, geopolitieke spanningen. Er is terreur met wortels in fenomenen waar we als samenleving maar geen antwoord op lijken te vinden. Er gaat uitbuiting en agressie uit van een economisch systeem waarvan we niet weten hoe het te bestrijden is. In Conversations (at the end of the world) zien we hoe vijf figuren omgaan met het moment dat de ondergang zich laat aankondigen.’

Het werk van de Russische absurdist Charms is opnieuw uw inspiratiebron?
‘Het is inderdaad begonnen bij Daniil Charms en de avant-gardistische groep rond hem: de Oeberioeten, intellectuelen die ondergrondse salons hielden in het Rusland van tussen de beide wereldoorlogen. Vrijwel allemaal zijn ze omgebracht of omgekomen onder het Stalinistische bewind. Charms stierf, uitgehongerd, in een tehuis voor gestoorden. Uit een nieuwe publicatie van dialogen tussen Oeberioeten komt het beeld naar voren dat ze toch kunst maakten, terwijl ze donders goed wisten dat voor ieder van hen het einde der tijden nakende was. Niettemin was hun kijk op het leven, neergelegd in de genoemde dialogen, er een die in vrolijke, zoetzure dialogen was gesteld. Gitzwarte humor. En dat in een interessant tijdsgewricht met de industrialisering die in alle uithoeken begint door te dringen, en de wereld de drempel over gaat naar globalisering van economie en cultuur. Daar zitten we met z’n allen nu nog in.’

Wat zien we straks op het podium van al die gedachten rond uw voorstelling terug?
‘Je ziet vier acteurs: José Kuijpers, Jan Steen, Johan Leysen en Jeroen Van der Ven. Gaandeweg raken de acteurs onder 160 kubieke meter zwarte sneeuw bedolven, levend begraven, maar spreken nog. Een sprekend landschap. Hun eigen einde der tijden. Apocalyptisch. Wat zullen hun laatste woorden zijn? Weet u, zeventig procent van de mensen sterft in serene stilte. Hollywood maakt ons wijs dat de dood een veldslag van wapengekletter is. De vermaarde Italiaanse concertpianist Marino Formenti zorgt voor muzikale begeleiding. En in de voorstelling zijn getuigenissen van inwoners van Aleppo verwerkt.’

U beroept zich op ongepubliceerde dialogen van de Oeberioeten. Hoe komt u er aan?
‘Ik ken de vertaler van Charms’ werk van de tijd dat ik H, an Incident maakte. Daarin voerde ik naast acteurs een robotorkest op. Ik ben bekend met enkele van de dialogen uit een voorpublicatie die hij mij ter hand heeft gesteld.’

Uw werk sterkt zich uit van performance en bewegende beeldende kunst tot (muziek)theater. Is het lijsttoneel de juiste habitat voor uw werk?
‘Ik hou van het theaterframe. Daar ontstaat betekenis, daar krijgt de tijd die gezamenlijk doorstaan wordt een bepaalde lading. Het theater biedt de mogelijkheid op gedeelde belevenissen tussen mensen.’

kader
Paspoort Kris Verdonck
Kris Verdonck beweegt zich tussen beeldende kunst, architectuur en theater, tussen installatie en performance, en tussen dans en architectuur. Het werk van Kris Verdonck doet pogingen het onzegbare te zeggen, het kruipt onder je huid, het vraagt iets van je en het laat nooit onberoerd.

Verdonck presenteert vaak combinaties van installaties en performances, die hij ‘parcoursvoorstellingen’ noemt. Bekende parcours zijn VARIATIES en ACTOR #1.
In Nederland werkte Verdonck onder meer samen met ICK Amsterdam, het dansplatform van Emio Greco en Pieter C. Scholten, in I/II/III/IIII. A Two Dogs Company is het vaste voertuig van Verdonk. Hij werkt voor het eerst samen met Het Zuidelijk Toneel.

kader
Charms (1905-1942)
Daniil Charms wordt beschouwd als een van Ruslands grootste absurdistische schrijvers en dichters. Zijn naam past in het rijtje van Gogol, Dostojevski en Tsjechov – maar misschien nog meer in dat van Ionesco, Beckett en Van Ostaijen. Als auteur kwam hij met kinderversjes aan de kost. Zijn grote kracht ligt in het beeld dat hij geeft in de ongerijmdheid van het leven en in de grillige spelingen van het lot. Hij doet dat door vaak een lege wereld te schetsen waarin geweld en verlies van identiteit overheersen.

Charms werd in 1941 gearresteerd en kwam in gevangenschap om. Tijdens zijn leven werd nauwelijks werk van hem gepubliceerd. Na Charms’ dood vond zijn vriend Jakov Droeskin manuscripten in het huis van Charms. Daardoor is veel ervan voor de wereld bewaard gebleven.

In de jaren tachtig werd hij ook in Nederland beroemd met het werk Elizaveta Bam. Charms veroverde de wereld na de ‘glasnost’ van eind jaren tachtig. Inmiddels zijn er vele films en toneelstukken gewijd aan zijn werk.

Het Zuidelijk Toneel / A Two Dogs Company: Conversations (at the end of the World). Première: dinsdag 19 september 2017, Theaters Tilburg Tournee door Nederland en België.

Advertentie

Steekspel met dood als inzet

Toneel over terreur

Een vliegtuig met 148 passagiers aan boord wordt gekaapt. De kaper dreigt het toestel neer te laten storten.

En dat nog wel op een volle Johan Cruijff Arena. Een gevechtspiloot grijpt in en schiet het burgervliegtuig op tijd neer. Het publiek bij het toneelstuk Terror bepaalt of zijn actie goed of fout is.

Mag het? Meer dan honderd mensen de dood in jagen om zo het leven van tienduizenden te redden? Het is een klassiek moreel dilemma. En wat zijn dan de juridische implicaties? De geschetste casus komt naar voren in het toneelstuk Terror, met onder anderen toneelkanonnen als Johanna ter Steege (De Vader) als officier van justitie en Jeroen Spitzenberger (ex-Het Nationale Toneel) als gevechtspiloot.

Journaliste/presentatrice Clairy Polak neemt de rol van rechter op zich. In het stuk komt de fictieve rechtszaak aan de orde waarin de piloot een gekaapt passagiersvliegtuig neerschiet om een grote terroristische aanslag te voorkomen, wordt aangeklaagd. Nadat in de rechtszaak alle argumenten zijn gewisseld, is het woord aan de kijkers. Interactief toneel: u bent de jury. Is de piloot schuldig of onschuldig? Per voorstelling kan de uitkomst verschillen – en die bepaalt het slot van het stuk.

Het toneelstuk uit 2014 van de Duitse strafadvocaat en bestsellerauteur Ferdinand von Schirach is wereldwijd een succes. Elf landen (tot in China toe) en zestig theaters gingen Nederland al voor. Alleen al in Duitsland werd het meer dan duizend keer gespeeld. Op de website ‘terror.theater‘ kun je zelfs alle opvoeringen en de stemresultaten bekijken: 60,9 procent van de 347.119 juryleden oordeelde dat de piloot vrijspraak verdient. In zijn geboorteland werd Terror integraal op tv vertoond, net als de filmversie. Die werd trouwens ook recentelijk in Nederland uitgezonden op de beeldbuis (nota bene op ‘nine eleven’).

Het drama werd in Duitsland al meteen bij verschijning met veel geestdrift ontvangen; de pers daar vergeleek het jubelend met werk van Friedrich Schiller (!) en expliciet met De nacht van de zestiende januari. Een moordzaak in drie bedrijven uit 1934 van de Russisch-Amerikaanse schrijfster en filosofe Ayn Rand (1905-1982). Haar toneelstuk haalde Broadway en werd in 1941 verfilmd. Rand liet in dat invloedrijke werk het oordeel over de gefingeerde magnaat Bjørn Faulkner over aan de lezer.

Johan Cruijff Arena
In de Nederlandse versie, die begin oktober in première gaat, is rekening gehouden met plaatselijke sentimenten. Een vliegtuig met 148 passagiers aan boord wordt gekaapt. De kaper dreigt het toestel neer te laten storten op de Johan Cruijff Arena waar op dat moment de interland Nederland-Duitsland wordt gespeeld met 54.000 juichende toeschouwers. Een dienstdoende gevechtspiloot besluit het burgervliegtuig neer te halen.

Is hij een held? Of is hij schuldig? Moet hij worden veroordeeld voor moord op de inzittenden van het toestel? Verdient hij vrijspraak omdat hij heel veel levens, van voetbalfans, heeft gered? En: Had het stadion niet snel ontruimd kunnen worden? En wat als de passagiers nog wilden proberen de kaper te overmeesteren? Handelde de gevechtspiloot volstrekt op eigen gezag, vóélde hij opdracht tot zijn daad? Of handelde hij in opdracht?

En wat als dit in het buitenland had plaatsgevonden, bijvoorbeeld als onderdeel van een vredesmissie? Is de piloot dan net zo goed schuldig c.q. onschuldig?

Terreur, terrorist, terrorisme. We worden ermee doodgegooid, excusez le mot. Wat eronder verstaan wordt, is soms academisch en houdt verband met de dan heersende opvattingen of de situatie. Het verschijnsel is bovendien van alle tijden. Wie al dan niet als terrorist  op de brandstapel (figuurlijk) eindigt, maakt vaak Vadertje Tijd uit: ‘achteraf afrekenen’. Bijna als een moreel kansspel waarbij wat vandaag ogenschijnlijk deugt, morgen alweer anders kan liggen.

Fidel Castro, Kim Young-un, ETA, IRA, FARC? Zijn (onze) bloedeigen oorlogshelden uit het verleden vlekvrij? In de Cariben wordt zilvervlootspecialist Piet Hein als een rasechte kaper beschouwd. Om nog maar te zwijgen van de gebeurtenissen in Nederlands-Indië, of die rond De Punt. Nee, na ‘Terror’ bleef het nog lang onrustig in de stad.

Terror, maandag 2 en dinsdag 3 oktober (première), Koninklijke Schouwburg. Later ook in de regio. Meer informatie: senf.nl en hnt.nl

 

Appelloods wordt theaterbroedplaats

De voormalige,Appelloods aan de Laan van poot wordt een broedplaats en presentatieplek voor theater. De theatermakers van Label Dégradé krijgen voor wat ‘De Verbeelding’ gaat heten, een ‘eenmalige waarderingssubsidie’ van 10.000 euro van de gemeente om hun ambities met de loods gestalte te geven. Dat zei wethouder voor cultuur Joris Wijsmuller (HSP) in het radioprogramma Kunstlicht op Den Haag FM.

Het pand diende voorheen als repetitieruimte en decoropslagplaats voor de inmiddels opgeheven Toneelgroep De Appel en Alba Theaterhuis. “De gemeente is eigenaar van de loods en wil deze beschikbaar houden als ontwikkel- en repetitieplek voor culturele initiatieven,” aldus Wijsmuller.

“De ambities van Dégradé reiken verder dan alleen zelf produceren, het label wil ook ruimte bieden aan jonge makers,” zegt Wijsmuller. Volgens hem is Label Dégradé één van de initiatieven die heeft aangegeven de loods te willen gebruiken als ontwikkel- en repetitieplek. In de toekomst zijn ook andere initiatiefnemers welkom met incidentele presentaties door derden. Voor haar eigen producties zal Dégradé een beroep moeten blijven doen op projectsubsidies, zo stelt de gemeente.

Kwartiermaker David Geysen van Dégradé was tot 1 januari vast verbonden aan Toneelgroep De Appel. Hij lanceerde vorig jaar een plan voor het voortbestaan van de toneelgroep, dat het echter niet haalde in de gemeenteraad. Label Dégradé brengt vrijdag in Korzo theater de première uit van haar nieuwe voorstelling België, waarvoor het in de Appelloods repeteerde. In het andere deel van de loods is momenteel de voorstelling De Dansende Madonna van Het Vijfde Bedrijf te zien.

De ontwikkeling tot theaterbroedplaats is te meer opmerkelijk daar Het Nationale Theater (HNT) officieel de taak heeft jonge theatermakers een kans te geven. Met Zaal 3 aan het De Constant Rebecqueplein heeft een plek in handen voor talentontwikkeling op het gebied van theater. “Dat is ook prima. Hoe meer bloemen bloeien, hoe beter,” reageert Wijsmuller.

De loods is en was eerder ook in gebruik bij Theaterschool Rabarber. “Binnenkort wordt met Rabarber besproken of zij hun rol van huurder willen voortzetten voor de komende twee jaar,” aldus Wijsmuller.

Een leven tussen seffens en amai

Een hallucinerende roadtrip tussen hoop en vrees door België

Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. Marsmans beroemde dichtregel werd in 2010 door David Geysen gebruikt in zijn voorstelling ‘Water’. En denkend aan België dan? Het oneindige heuvelland van de Ardennen wellicht? Pajottenland? Trappistenbier? “Persoonlijk gaat België voor mij vooral over eten”zegt David Geysen. “Garnalenkroketten, mosselen, waterzooi. Maar ook over Dutroux, Zaventem en  Molenbeek.”

Theatermakers David Geysen en Carl Beukman, de initiatiefnemers van label Dégradé, voegen aan hun landenreeks nu onze zuiderbuur toe. Saillant, want Geysen is ‘uit de Vlaamse klei getrokken’ maar woont en werkt al sinds jaar en dag in Nederland, tot voor kort bij Toneelgroep De Appel.

Het tweetal legde eerder de theatrale loep over de Verenigde Staten en Rusland.
In de woorden van Geysen is België ‘een land dichtbij en toch onbekend’. Volgens hem ‘een land van cowboys en indianen’. “Een land waar niks mag, maar alles kan. En van Walen en Vlamingen.”

Dégradé toont België aan ons door de denkbeeldige ogen van Louis Seynaeve. Het autobiografisch getinte joch uit Hugo Claus’ epos ‘Het verdriet van België’ doet bij Geysen dienst als talisman. “De bijbel in België”, zo motiveert Geysen zijn keuze voor Claus’ magnum opus, “dat bij iedereen op de boekenplank ligt- maar niemand die het gelezen heeft. Zelfs in België niet.” Claus, Amsterdamse Belg dan wel Belgische Amsterdammer, en meest bekroonde auteur uit het Nederlandse taalgebied, beschrijft in de roman zijn jeugd in de oorlogsjaren.

Als slotzin werpt hij een vage blik in de toekomst door te eindigen met een suggestieve vraag : ‘We gaan zien, we gaan zien, toch?’ In de voorstelling maken we daarom mee hoe het Louis in zijn verdere leven vergaan is . Het oprijzende pessimistische toekomst- en wereldbeeld telt gaandeweg de voorstelling hoopgevend terug. En draait bij Dégradé uit op een surrealistisch circus. “Belgen zijn de uitvinders van het genre”, volgens Geysen, daarbij verwijzend naar, bijvoorbeeld, de beeldende kunst van René Magritte.

Wat zij als theatermaker met ‘België’ willen bereiken? “We maken graag extreem beeldend geluidstheater waarin je de vrijheid vindt om je er volledig in onder te kunnen dompelen. We voelen ons als het ware architecten van theatrale dromen, die soms ontaarden in boze dromen. En van belang voor mij is de drie-eenheid België, Europa en Seynaeve belangrijk.”

Is er leven op Pluto? zong Het Goede Doel zich in 1982 vragenderwijs af, onderwijl Nederland ontvluchtend. België was volgens Henk Westbroek en consorten een welkome optie, ‘want dat taaltje is zo zacht.’ Inmiddels zijn de Belgen ons op velerlei fronten voorbijgestreefd.

Alhoewel: Belgen? ‘Er zijn geen Belgen, sire. Alleen Walen en Vlamingen.’ Aldus luidden de gevleugelde licht-ironische woorden van Jules Destrée, Belgisch politicus van de Belgische Werkliedenpartij. “Dat Molenbeek het centrum is van aanslagen die in Parijs plaatsvonden, ook dat is België. En voor mij zijn de Walen nog altijd de belichaming van de vijand.”

Dégradé: België. Op donderdag 21 en vrijdag 22 september 2017 in Korzo; donderdag 14 en vrijdag 15 december 2017 in Zaal 3.

Op voet van oorlog

‘Troje Trilogie’: door de ogen van Andromache

Zijn stukken uit de oudheid gedateerd? Ze zijn juist van moderne ruis ontdaan.

Oorlog is van alle tijden. Met de Troje Trilogie van Toneelschuur Producties zitten we figuurlijk opeens in de rookpluimen van Aleppo, Jemen of Myanmar. Neem nou Andromache.  Ze verloor in de oorlog met de Grieken haar echtgenoot Hektor, de grootste held aan Trojaanse zijde. Maar ook haar vader en zeven broers, door de hand van Achilles.

In drie delen wordt de mythische Trojaanse oorlog bezien vanuit haar ogen. Van oorlogsbuit na de val van Troje en de dood van haar echtgenoot, tot slavin van Neoptolemos, de zoon van Achilles. Maar eerst nog wierpen de Grieken haar zoontje Astyanax van de stadsmuur van Troje. Als bedgenote van Neoptolemos, schenkt ze hem drie zonen. Na de moord op hem, door haar broer Orestes, huwt ze Helenos, met wie ze regeert over het Griekse Epiros. Zeker, Griekse klassiekers zijn vaak pure horror.

Alles in deze ‘Troje Trilogie’ wordt ‘achterstevoren’ opgedist, van gevolg naar oorzaak, zodat inzicht ontstaat in Andromache’s drijfveren, die zelf niet geheel vlekvrij is. Het is ronduit een waarachtige en diepe theaterbelevenis, en drie uur aan onverholen toptoneel. Eigenlijk was dat dik 20 jaar geleden ook al zo. Koos Terpstra kreeg destijds niet alleen de Toneelschrijfprijs maar zijn regie werd ook geselecteerd voor het Theaterfestival.

En dat geldt ook voor deze nieuwe versie van regisseur Paul Knieriem. In juni kreeg het stuk ook de publieksprijs van Theater aan het Spui, de zogeheten Toneelkijkerprijs. Bijna-hoofdrolspeelster Keja Klaasje Kwestro maakt bovendien kans op de Colombina, de prijs voor beste vrouwelijke bijrol. Zelden zo’n vulkaan als zij zien spelen. Binnenkort, zijstapje, doet ze mee in The Nation bij Het Nationale Theater. En als klap op de vuurpijl maakt hoofdrolspeelster Janneke Remmers volgende week kans op de Theo d’Or, Nederlands hoogste toneelprijs.

“Best trots, een hele eer. Het is ook zo’n grote prijs natuurlijk,” zegt Remmers erover. “Al denk ik nooit in termen van ‘beste’ en ‘mooiste’. Ik loop tijdens het ophalen voor de komende reeks ook echt niet naast mijn schoenen. Je moet open staan voor je medespelers – en straks ook voor wisselwerking met het publiek. Hoe ik er straks bij de uitreiking bij zit? Geen idee. In ieder geval opgetut. Natuurlijk! Met het hart in de keel? Dat is nu moeilijk te zeggen.”
Hadden ze tijdens de repetities door dat ze aan iets bijzonders bezig waren? “Het was vooral hard werken, proberen te verbeteren tot de laatste snik. Na de première merkte ik aan de reacties uit het publiek wel dat het stuk veel losmaakt, íedereen haalde er wel iets voor zichzelf uit.” Remmers mag uitpakken: Andromache kent tegenkantige liefde, jaloeziegevoelens, verraad en extreem geweld. “Het is fijn om uiteenlopende emoties gestalte te geven. Zelfs nu nog ontdek ik nieuwe kleuren.”

Ze speelt in deze versie zij aan zij met Oda Spelbos, in Terpstra’s ‘oerversie’ Andromache. Nu is Spelbos Hecabe, en Remmers Andromache. Hoe is dat voor haar? “Ik ken Oda van een eerdere voorstelling waarin we samen acteerden. Hier heb ik de samenwerking met haar als prettig ervaren, voelde me niet gestuurd of zo. Aan de andere kant heeft zij mij er bij momenten doorheen getrokken.”

Er is nóg heel wat aan Grieks drama te zien in Den Haag. Zo speelt Toneelgroep Amsterdam ‘Medea’ in de Koninklijke Schouwburg op wo 21 en do 22 september, en Theatercompagnie couRage op vr 23 en za 24 sept in Zaal 3 van Het Nationale Theater/Theater aan het Spui een eigen versie van ‘Trojaanse vrouwen’.

Toneelschuur Producties: Troje Trilogie. Op dinsdag 12 september 2017 in Theater aan het Spui. Informatie: toneelschuur.nl of hnt.nl. Telefonisch tickets reserveren: 0900-3456789.

Diepmenselijk jeugdtheater

NTjong in seizoen 2017-2018

Het theaterseizoen van NTjong – een van de bedrijfsonderdelen van Het Nationale Theater – draait In grote lijnen draait om twee grote producties. Dat zijn Ifigeneia Koningskind en Bloedlink, “naast enkele reprises van bewezen successen en een veelheid aan projecten,” vertelt artistiek directeur Noël Fischer. Het jeugd- en jongerentheatergezelschap trekt land in maar is ook veelvuldig in Den Haag te zien.

In Ifigeneia koningskind (8+) staat koning Agamemnon voor de gruwelijke vraag of hij zijn lievelingsdochter moet offeren om de goden gunstig te stemmen. Als hij dat doet en de goden hem helpen zal hij misschien zijn volk kunnen redden. NTjong neemt als vertrekpunt voor de aloude Griekse klassieker de versie van schrijfster Pauline Mol ter hand. “Het mooie is dat zij het oorlogsverhaal beschrijft vanuit de ogen van het kind Ifigeneia. Mol doet dat in poëtische maar ook aansprekende taal van nu. Er komt ook wat Engels in voor, op de momenten dat Ifigeneia niet mag te weten mag komen wat haar ouders over haar aan het bespreken zijn.”

Voor Fischer, die met deze productie voor het eerst een Griekse tragedie regisseert, is ‘Ifigeneia’ in de eerste plaats een verhaal over loyaliteit. “Een kind is immens loyaal aan familie, probeert iedereen bij elkaar te houden. ‘Ifigeneia’ is voor mij dan ook een diepmenselijke vertelling waarin ook veel plaats is humor en waarin ook lichtheid voorkomt.”

‘Ifigeneia’ vormt met de ‘Oresteia’ die Theu Boermans dit seizoen bij Het Nationale Theater gaat maken, en met ‘The Nation’ van Eric de Vroedt een driehoek. “De eerste twee zijn overgeleverd uit de oudste theatergeschiedenis, terwijl De Vroedt onze huidige tijd fileert.”

In de hoofdrollen van Ifigeneia Koninsgkind zien we Jaap Spijkers in de hoednaigheid van koor (rei) en verteller, en Sallie Harmsen als Klytamnestra. Sarah Bannier, bekend als de lievelingspiet van Sint, speelt Ifigeneia.

Dat is meteen een mooi bruggetje naar de reprise van ‘Klaas’ (5+). “We kregen veel verzoeken om dit nostalgische stuk rond de muts van de Sint weer te spelen,” legt Fischer uit.

De andere grote productie is voor NTjong Bloedlink, een stuk voor veertienplussers waarin een docente haar leerlingen het nodige aan cultuur wil bijbrengen. Als uit de rugzak van een van haar pupillen een wapen te voorschijn komt, ontaardt de les in een gijzeling. “Klinkt zwaar”, geeft Fischer toe, “maar het onderliggende thema is waarom kinderen verplicht moeten leren wat ze voorgeschoteld krijgen. We maken deze voorstelling samen met DOX, en de regie is van Casper Vandeputte.”

Als seizoensopening wordt de voorstelling In mijn hoofd ben ik een dun meisje hernomen. “Die was vorig seizoen vaak uitverkocht, zo hoorde ik mopperen. Nu krijgen ze dus een nieuwe kans.”

hnt.nl

Air BNB voor draagmoeders

Firma MES werpt een blik babyvoedingsmelk in de toekomst

Het seizoen 2017-2018 staat voor Firma MES vooral in het teken van de reprise van ‘RISHI’ en ‘CarryMe’, de allereerste app voor draagmoeders.

De reconstructie die Firma MES dit voorjaar maakte over de geruchtmakende zaak-Rishi, keert in september nog drie keer terug in Den Haag. De toedracht werd in een minutieuze analyse uit de doeken gedaan, en toont van minuut tot minuut hoe een misverstand tot een noodlottig drama kon uitgroeien. Het Theaterfestival selecteerde ‘RISHI’ tot een van de meest belangwekkende van vorig seizoen. “Daar zijn we heel blij mee,” zegt MES-actrice Lindertje Mans opgetogen. “Het is voor ons een superspannend project geweest . We hebben lang getwijfeld om dit te doen. We hebben ons afgevraagd of we door onze ‘witte’ achtergrond wel juiste mensen voor waren.” Gelukkig maar dat MES heeft doorgezet, dat zijn ook betrokkenen het drama van mening, waarvan sommigen kwamen kijken, van politie en medewerkers van het Openbaar Ministerie tot familie en vrienden van de Hindoestaans-Surinaamse jongen die het misverstand met zijn leven moest bekopen. In RISHI kiest MES uitdrukkelijk niet partij, dat is de sterke kant ervan. “We hebben ons empathisch vermogen in al de personages gelegd.”

In het najaar staat voor MES opnieuw een spanend theaterproject op de agenda, als het Haagse theatercollectief een voorstelling gaat maken rond draagmoederschap. Volgens de aankondiging ‘een modern huiskamerdrama en sciencefiction thriller ineen’. “Stel je het Nederland van de toekomst voor,” legt Mans uit.

“Nog meer dan nu denken vrouwen straks aan hun carrière. Maarten en Eline zijn ‘wensouders’. Daarom installeert het stel de progressieve app CarryMe op hun mobiel. Daarmee is het mogelijk om als een soort Air BNB met een draagmoeder in contact te komen. En die draagmoeder, dat is Didi, mijn rol. Een van de vraagstukken die we in het stuk aanroeren is dat Didi feitelijk werknemer is van Maarten en Eline, maar ook dat ze macht heeft over hun meest kostbare bezit: dat bevindt zich in Didi’s buik.”

Als een doos van Pandora die opengaat ontrolt zich een aantal duivelse dilemma’s die prikkelend op papier worden gezet door schrijfster en columniste Hanna Bervoets, bekend van onder meer de boeken Fuzzle, Ivanov en Lieve Céline. MES werkte met haar al eens samen in 2010, toen voor de lucide theatertrip Roes.

Voorts pakt MES de draad weer op van True Stories, het halfjaarlijkse programma waarin mensen als u en ik verhalen vertellen rond een thema, het zijn vertellingen die door de ervaringsdeskundigen zelf uit de doeken worden gedaan. De eerstkomende editie is op 8 december, als MES hiervoor de bovenzaal van de Koninklijke Schouwburg bespeelt, gezegend met de naam Het Paradijs.

In het voorjaar van 2018 staat nóg een voorstelling op stapel. Daarover wil Mans nu niet veel kwijt. “We zijn nog zoekende. Schrijf maar op dat het stuk draait rond monologen,” zo hult ze zich genoeglijk in raadselen.

Firmames.nl

‘Live is de nieuwe luxe’

Het Nationale Theater deelt cadeautjes uit aan de stad

Cees Debets van Het Nationale Theater buitelt over zijn woorden. “Ik heb maar één kans om het seizoen feestelijk af te trappen. September is onze eigen feestmaand. We laten dan het mooiste van het afgelopen jaar zien. De hele stad is uitgenodigd.”

De voorbije maanden zag Het Nationale Theater (HNT) de zeilen bollen: nominaties voor de beste acteurs, vijfsterrenrecensies, gastoptredens in het Holland Festival en uitverkoren voor het Theaterfestival. Tel daarbij op de zalen die niet alleen hier ter stede mudjevol zaten, maar ook bij tourneevoorstellingen in den lande. Het kan beroerder voor een organisatie die net op gang is gebracht.

Want officieel zag de kernfusie van Koninklijke Schouwburg (KS), het Nationale Toneel, NTjong en Theater aan het Spui HNT pas op 1 januari het levenslicht. Het is het seizoen waarin hardop uitgesproken toekomstdromen waargemaakt moeten worden.

Eigen producties
Het Nationale Theater trapt af door veel van het succesvolle snoepgoed van vorig seizoen terug te brengen op de planken in Den Haag. “Ik ga er gewoonweg van stuiteren,” zegt Cees Debets, directeur programmering. “Zóveel topvoorstellingen alleen al in de eerste paar weken… Het gaat zinderen.”

Successen komen dus terug, te beginnen met enkele eigen HNT-producties, zoals Het verzamelde werk van Shakespeare (ingekort), dat vorig seizoen al een paar keer als try out te zien was en toen fantastische reacties teweegbracht. “Geknipt voor beginners, en voor kenners een feest der herkenning,” zegt Debets. Het stuk gaat nu officieel in première, en nog wel onder de schuimkragen van een eigen biertje: het in Scheveningen gebrouwen ‘Shakesbeer’. Debets: “Dat is zo’n cadeautje aan de stad.”

Ook RACE komt terug, het stand-up advocatenstuk over racisme, dat door het Theaterfestival (Amsterdam én pendant Brussel) wordt beschouwd als een van de belangwekkende voorstellingen van vorig seizoen. Voor haar rol in RACE werd HNT-actrice Romana Vrede genomineerd voor beste actrice, de Theo d’Or.

In de openingsmaand keert De Troje Trilogie terug op het programma, met liefst twee gegadigden voor een toneelprijs in de gelederen: Janneke Remmers (Theo d’Or) en Keja Klaasje Kwestro (Colombina). En dat in een stuk dat de Publieksprijs 2016-2017 van Theater aan het Spui in de wacht sleepte. Ook staat vanuit vorig seizoen Moeders en Zonen met onder meer Anne-Wil Blankers en Paul de Leeuw en Medea van Toneelgroep Amsterdam geprogrammeerd.

Verder komt het bekroonde Svizdal van Berlin naar Den Haag, een 3D-performance en portret ineen van een koppig koppel dat vastbesloten is in Tsjernobyl te overleven. Wunderbaum licht de doopceel van onze macaroni-etende, Zuid-Europese vrienden in Wie is de echte Italiaan?, dat een ‘Italo-disco’ heet te zijn. Verderop in het seizoen leggen de Wunderbaumpjes opnieuw aan voor een vermakelijk verslag van een cruise-trip: ‘Superleuk, maar voortaan zonder mij.’

Uiteraard is ook Firma MES van de partij. Dat doet een duit in het herhaalzakje met het urgente ‘Rishi’. Ook is ruimte gevonden voor de metamodernistische manifestatie ‘Untitled’ van Nineties Productions, die in de Electriciteitsfabriek wordt gepresenteerd.

Niet te missen is in de openingsmaand de reprise van ‘In mijn hoofd ben ik een dun meisje’ van NTjong, het jeugd- en jongerentheatergezelschap van HNT (zie ook elders). Tel daarbij op de locatieproductie Old Gangsters Never Die van The Young Gangsters, en bij voorbaat ligt een topmaand in het verschiet. “Bewezen goed,” noemt Debets de gemaakte keuzes.

Uitersten
En dan hebben we het nog niet gehad over het vervolg van The Nation. Het stuk van Eric de Vroedt verraste op het voorbije Holland Festival en werd daarbij overladen met recensiesterren. Hagenaars hadden dat van tevoren al wel gedacht, want zij hadden de afzonderlijke drie delen al eens in eigen stad gezien.

De compilatie van de drie delen wordt in september in Den Haag nog drie keer gespeeld. Daarna waagt De Vroedt zich aan de vervolgdelen vier tot en met zes. Begin november moet alles culmineren in een theatermarathon, als onder het genot van een diner alle delen op één avond gespeeld worden.

Voor Het Nationale Theater wordt 2017-2018 in zekere zin een seizoen van uitersten. Debets: “Want we leggen het superactuele van The Nation naast Oresteia.” De 2500 jaar (!) oude trilogie van Aeschylos, de ‘vader’ van het Griekse drama, is zowat het oudst bewaard gebleven stuk uit de westerse theatergeschiedenis. Debets: “Het Nationale Theater brengt elk seizoen een klassieker uit de toneelgeschiedenis. En dit is dé oertekst.”

Het familiedrama laat een keten van moorden zien, met bloedwraak als voornaamste ingrediënt – totdat de goden ingrijpen. Debets spreekt van een radicale bewerking met de wereld anno nu als uitgangspunt, van HNT-directeur producties en regisseur Theu Boermans. “Met dit stuk heeft hij bijna een gedachte-experiment voor ogen: Hoe ziet de wereld er over vijf of tien jaar uit?” Boermans situeert het drama daartoe in een omgeving waarin een ‘clash of civilizations’ tussen Oost en West definitief gestreden is. Vervolgens laat hij zien wat er gebeurt als een vrouw in verzet komt tegen deze barbarij.

”Door de Oresteia en The Nation naast elkaar, tegenover elkaar of dan weer in elkaars verlengde te plaatsen,” zegt Debets, “kunnen we onszelf en onze bezoekers de volgende prangende vraag voorleggen: hoe willen we onze samenleving inrichten.”

De Oresteia wordt bij HNT een groot gemonteerde productie. En hij onthult nóg een cadeautje: “Hans Croiset, genomineerd voor een Louis d’Or, ‘grand père’ van het klassieke repertoire, gaat meespelen in deze productie.”

En, om maar een idee te geven van onze bandbreedte in dit seizoen,” zegt Debets, Ifigeneia Koningskind van NTjong, dat in oktober uitkomt, schetst wat er in werkelijkheid aan ‘Oresteia’ voorafging.”

Racisme
‘Ik wil het gewoonweg hebben over racisme’, zo vertelde Daria Bukvić aan Debets toen hij haar vroeg waarom zij juist ‘Othello’ wilde doen. Haar opmerking is gewettigd, en niet alleen omdat er deze zomer zoveel te doen was in Charlottesville: De Moorse legeraanvoerder Othello staat onder Romeinse bestuur en raakt tot over zijn oren verliefd op een wit meisje van hoge komaf.

“Shakespeares tekst wordt bij ons bewerkt door Esther Duysker, een schrijfster met Surinaamse wortels.” Bij HNT wordt Othello gespeeld door Werner Kolf, een zwarte acteur. Hij is onder meer bekend van RACE.

Debets: “In de theatergeschiedenis hangt aldoor deze vraag rond dit stuk: Laat je de rol van Othello spelen door een witte acteur die zwart geschminkt is, of door een zwarte acteur?” Bukvić, geboren in Tuzla (Bosnië-Herzegovina) maakte eerder de voorstelling Jihad en Nobody Home, en was onder meer regie-assistent bij ‘RACE’.

“Het is de eerste productie die zij voor ons maakt,” licht Debets toe. Aan het eind van het seizoen gaat ze nogmaals aan de bak bij HNT, dan met Melk & Dadels, geïnspireerd op het verhalen- en receptenboek Melk & Dadels – 100 geheime recepten voor Marokkaanse moeders. Debets: “En die voorstelling gaat niet toevallig in première op Moederdag.”

Verder is natuurlijk ook Jeroen De Man van de partij bij HNT. Vorig jaar verbaasde hij met Ondertussen in Casablanca. Dit jaar zet hij zijn tanden onder meer in Ondine, dat in de taal van HNT een ‘romantisch watersprookje’ heet, over de gelijknamige nimf. Voor De Man is het zijn regiedebuut in de grote zaal. Hij maakt ook in het najaar Kinderen van Judas met onder anderen Joris Smit en Betty Schuurman over vampieren.

Divers
Een programmering die zo divers is als de stad, dat is het oogmerk. “We tonen een dwarsdoorsnede van het beste toneel en theater dat Nederland momenteel rijk is, we hebben de ambitie een ‘toneelhuis’ te zijn.”

Al blijft ook veel bij het vertrouwde. “De KS blijft een plek voor opera en cabaret, en Theater aan het Spui ook voor dans.” Op beide plekken komen jeugdtheater- en familievoorstellingen aan bod en festivals, met onder meer Todays Art en De Betovering die openen in de KS.” De voorstellingen in KS en Theater aan het Spui gaan vaak vergezeld van omlijstende programma’s, “van HOT-avonden tot recensies leren schrijven of vooraf soep eten. We blijven verschillende smaken bedienen.”

Het vervult Debets vooral van trots ‘dat we trouw zijn aan onze partners.’ “Zoals Opera2Day, dat Hamlet gaat uitbrengen. Dat we kanjers als Paul van Vliet opnieuw welkom gaan heten. En dat we theatercolleges hebben, met in het komende seizoen onder meer fotograaf Hans Aarsman, Nobelprijs-winnaar Ben Feringa en generaal buiten dienst Peter van Uhm.” Het zijn avonden voor mensen die verdieping zoeken, aan de hand van wat hij ‘uit de hand gelopen Powerpoint-presentaties’ noemt.

Trots is hij ook op Nasrdin Dchar, die opnieuw met Dad langskomt. “Zeven jaar geleden begon hij in de foyer van Theater aan het Spui door een monoloog, bijna voor de vuist weg, af te steken.” Inmiddels heeft hij een ‘fokking Gouden Kalf’ (aldus Dchar) in bezit. Dad is na drie keer een uitverkocht huis in Theater aan het Spui nu in de KS te zien. “Een applaus steeg op uit het publiek toen ik dat als spreekstalmeester in Theater aan het Spui bekendmaakte.”

Hij is blij met jonge gasten die nu op doorbreken staan. “Zoals ook de jonge makers van Orkater en een theatermaker als Jakop Ahlbom bijvoorbeeld. Niemand weet het, maar de laatste had de afgelopen zomer in Londen met ‘Horror’ drie weken op rij een uitverkochte zaal.”

HNT maakt zo in ieder geval waar wat het zich voornam: dat het makers én publiek meeneemt naar die plek die het beste past. Van vlakkevloerzaal naar lijsttoneel. Of andersom. “Maar ook door jonge makers de kans te geven uit de lijst te breken.”

Met vijf zalen plus de studio’s van het HNT-gebouw heeft Debets liefst zeven zalen ter beschikking – en dus steeds het meest geschiktste podium voorhanden voor welke voorstelling dan ook. Of het nu gaat om ingekochte of zelfgemaakte producties.: “Theatergroepen waaraan we ons hart hebben verpand en die vroeger exclusief verbonden waren aan de KS of Theater aan het Spui, krijgen voortaan de ideale zaal tot hun beschikking.

Zo kunnen bezoekers optimaal van hun favoriete theatergroepen, acteurs of regisseurs genieten en met ze meegroeien. We willen mensen verleiden uit hun huis te komen en collega-bezoekers te ontmoeten. We willen ze raken met kunst en cultuur, onder het genot en de wetenschap dat alles live onder hun ogen wordt toebereid. Live is de nieuwe luxe.”

Meer informatie: hnt.nl

 

Satyagraha: Ontmoetingsplaats voor een betere wereld

Mix van Indiase met moderne dans in operawerk Satyagraha van Philip Glass

Sinds 2011 is oktober in Den Haag tot ‘Indiase maand’ gedoopt. Hoogtepunt op het aanstaande India Dans Festival is Satyagraha, een inspirerende totaalhappening van dans, zang en muziek. De opera wordt voor het eerst integraal uitgevoerd als dansvoorstelling.

Nadat in de voorgaande edities twee van de drie delen afzonderlijk werden uitgebracht, breekt dan nu het moment aan dat deze Satyagraha in volle glorie en omvang kan worden getoond tot een unieke voorstelling over kracht en geweldloosheid, waarin de Indiase cultuur versmelt met hedendaagse opera.

Voor het eerst zijn de drie aktes in een enscenering voor dans als marathonvoorsteling te zien. Indiase meets moderne dans. De componist zelf gaf hoogstpersoonlijk toestemming aan de producenten om het zo te doen. Zestig westerse en Indiase koorzangers, operazangers, Indiase en moderne dansers en live muzikanten geven Glass’ operawerk uit 1979 nieuwe allure.

Het ligt niet voor hand om uitgerekend een operawerk van een componist die seriële muziek schrijft, tot brandpunt te nemen voor een festival dat draait om Indiase dans.

Niettemin: allereerst is ‘satyagraha’ een Indiaas begrip, het wees Mahatma Gandhi letterlijk de weg naar geweldloos protest. En dan is voor Glass, die dit jaar 80 is geworden, de kennismaking met Indiase muziek doorslaggevend geweest voor zijn ontwikkeling. Hoofdvakdocente Nadia Boulanger bracht hem als twintigjarige Parijse conservatoriumstudent in 1966 in contact met de toen 54-jarige Indiase sitarvirtuoos Ravi Shankar. Glass: ‘Mijn muzikale vader’. Boulanger droeg Glass op om de Indiase muziek van Shankar om te zetten in westerse muzieknotaties.

Hij reisde daarop af naar Noord-India en bleef het land ook daarna veelvuldig bezoeken. Tel daarbij op dat Glass altijd veel voor dans heeft geschreven, zo was al in zijn baanbrekende opera Einstein on the Beach een choreografe van Lucinda Childs opgenomen. Tot op de dag van vandaag componeert Glass nog geregeld voor deze kunstdiscipline.

De eerste steen
Satyagraha is Glass’ meest ‘Indiase’ opera,  twee jaar na het succes van zijn baanbrekende Einstein gecomponeerd. De kiem ligt in een reis naar Kalimpong (India) in 1969, schrijft Glass in het standaardwerk Words Without Music.

‘Op ochtendwandelingetjes ging ik gewoonlijk langs bij een tapijtenhandelaar aan de Tienmijlenweg. Met Mister Sarup, de eigenaar, dronk ik geregeld een kopje thee. Op een dag troonde hij me mee naar het plaatselijke filmzaaltje, waar hij een vertoning geregeld had. Het was een bioscoopjournaal uit 1930 over de Zoutmars. Daar viel me toen een klein mannetje op die werd omstuwd door een mensenmassa. Tuurlijk, ik was bekend met Gandhi, maar mijn god, was het dat in een dhoti gehuld ventje? Op dat journaal liep hij het water in, deed zijn lendendoek af en doopte die in het water. Zo omzeilde hij het verbod van de Engelsen om zout te winnen. I was on fire.’

Satyagraha (1979) vormt met Einstein on the Beach (1976) en Aknaten (1983) een ‘portrettrilogie’ over wereldhervormers – al zijn het muzikaal compleet verschillende werelden – met Gandhi in de eerstgenoemde opera als spilfiguur.

Samen vormen ze een drieluik over mannen wier leven en werk het aanzien van de wereld hebben veranderd: Einstein als man van de wetenschap; Gandhi, de man van de politiek; en Akhnaton, de man van de religie. Ze veranderden de wereld niet met geweld, maar met de kracht van ideeën. Satyagraha is op zichzelf ook een drieluik met in elk van de drie bedrijven een verwijzing naar een historisch figuur.

Glass: ‘Het verleden wordt vertegenwoordigd door Tolstoi, die met Gandhi correspondeerde en hem ‘broeder in Transvaal’ noemde. Het heden staat in het teken van de Indiase dichter en Nobelprijswinnaar Tagore, een tijdgenoot van Gandhi, die hem op marsen vergezelde en met hem vastte. De toekomst wordt verbeeld door Martin Luther King, die in zijn strijd voor burgerrechten in de VS Gandhi’s geweldloze aanpak overnam.’

Satyagraha als Koyaanisqatsi, die Glass eind jaren zeventig componeerde, waren zijn eerste werken waarin maatschappelijke kwesties centraal stonden. ‘Dit was een onderwerp waarover ik al geruime tijd met componisten in heel Europa in discussie was. (…) Het rode boekje van Mao was destijds heel populair onder Europese kunstenaars en sommigen waren zelfs maoist. Ik was daar verbaasd over omdat ik niet begreep waar het vandaan kwam.’

‘Ik was toen al tien jaar met Satyagraha bezig; ik las over Gandhi, dacht veel na over het Amerika van de jaren zestig en hoe zich dat verhield tot het Zuid-Afrika rond 1890, de tijd dat Gandhi zijn beweging voor geweldloze maatschappelijke verandering begon. Ik had ontdekt dat toen hij in Zuid-Afrika aankwam, gekleed in krijtstreeppak en bolhoed op, met zijn eersteklaskaartje in de trein stapte, hij er meteen weer uit werd gegooid. Het bracht Gandhi zelfinzicht: ‘O! Ik ben niet degene die dacht te zijn, ik ben de persoon die zij van mij maken, en wat mij overkomt is verkeerd.’’

De tweede steen
‘Wat ik mooi vind aan zijn muziek is hoe die aansluiting vindt bij een breed publiek,’ zegt Rick Schoonbeek van Kwekers in de Kunst, voorheen Dario Fo. Hij was het die Leo Spreksel, artistiek directeur van Korzo, op het spoor van Satyagraha zette. ‘Na eerder een geslaagd project op het India Dans Festival 2014 te hebben gedaan, stelde ik voor Satyagraha te doen. Niet in de oorspronkelijke vorm maar met Indiase dans. Meteen al was duidelijk dat we geen orkest van 50 musici op de been konden brengen, daarom heb ik een bewerking gemaakt voor dubbel strijkkwartet en piano. Dat is een uitputtingsslag voor de musici, vooral de celliste heeft het te verduren want die moet geregeld de hand in het ijs houden om dit muziekstuk live tot een goed einde te kunnen brengen. Niet alleen uiterst inspannende muziek om te spelen, het is ook vernuftige muziek, met ritmisch verschuivende patronen en invloeden van Indiase raga’s.’

De derde steen
‘We kregen toestemming van Glass voor deze enscenering omdat hij bekend is met de moeder van Revanta Sarabhai, choreograaf van de eerste akte,’ vertelt Leo Spreksel. ‘Zij was een beroemde danseres. Glass stelde daardoor vertrouwen in ons project.’
‘Het verhaal van de opera volgen we inhoudelijk niet letterlijk, wel gebruiken we de thematiek uit ieder van de afzonderlijke aktes en vertalen die in dans. ‘In elk van de drie delen mixen we de traditionele Indiase dansvormen kathak en bharata natyam met moderne dans. In het laatste deel zit ook urban dance, daarvoor tekent de inmiddels gelauwerde choreograaf Shailesh Bahoran, die zich laat inspireren door zijn Hindoestaanse roots.’

‘Ik was meteen overtuigd van het belang van dit project: De emancipatie van dansculturen, de verbinding die het legt met de stad Den Haag en met de hindoestaanse gemeenschap.

Ook ben ik er trots op dat het een artistiek project is. Zonder uitzondering toont het publiek zich ontroerd. Daarbij is de muziek geweldig en actueel. En het laat de dans zien als een mondiaal verschijnsel. De invloed die het Oosten op het Westen heeft in het DNA van de dans, is razend interessant.’

kader:
Professionele operazangers, muzikanten en dansers.
Korzo producties en Kwekers in de Kunst brengen in Satyagraha 60 zangers van het Indiase koor Zangam en Theaterkoor Dario Fo bijeen.  De voorstelling is te zien tijdens het India Dans Festival.

kader:
India Dans Festival
Het India Dans Festival is uitgegroeid tot een van de belangrijkste manifestaties voor Indiase dans in Europa. Vernieuwing en traditie gaan er hand in hand, van kathak tot urban Indiase dans en van bharata natyam tot moderne dans.

Korzo is het podium voor toonaangevende en beginnende talenten van over de hele wereld. Tijdens het festival zijn er ook concerten, workshops en dansfilms. Daarnaast zijn er ontmoetingen met de artiesten in de Korzo bar.
indiadansfestival.nl