Emotionele extremisten

HNT en Oostpool in Kinderen van Judas van Jeroen De Man

In het leven valt er in uiteenlopende soorten en mate(n) gezellig te griezelen. In boeken, op TV, het filmdoek, de muziek. Maar er is nu ook effectbejag op het aloude toneelpodium.

Met satanisch genoegen zet Jeroen De Man met Kinderen van Judas zijn messcherp gevijlde hoektanden in een fenomeen dat menigeen rillingen bezorgt: dat van de eeuwig levende vampiers. ‘Vampiers bestaan, Punt.’

Secret societys zijn er in overvloed. Dark web, ruige motorclubs, KKK, vrijmetselaars, tempeliers. Heksen, spoken, geesten, zombies en weerwolven. Vampiers zijn evenwel van een andere orde. Bovennatuurlijke buitencategorie. Van een andere dimensie want menselijke ‘ondoden’. Dracula en Nosferatu zijn tot stijliconen uitgegroeid van een grofkorrelige nostalgie. Want tel maar op: vampiers zijn machtig en onsterfelijk, en ze waren aanwezig bij zowat alle heuglijke mensengebeurtenissen die de wereld hebben gevormd tot wat hij nu is – ehh, voor zover ze tenminste ingeroosterd waren.

Intussen heeft een van de vampiers in Kinderen van Judas’er tabak van. Hij is ongelukkig. Een ijzige grafstemming heerst derhalve in uitzichtloos vampierenland. Na millennia van steeds weer richting geven aan de dagen, iedere dag opnieuw, heeft hij het he-le-maal gehad, een burn-out ligt op de loer. Bijna doodverveeld. Slechte PR doet de rest. Net een mens. Doel: Hij wil de wereld zuiveren van poëzie.

Het is voor Jeroen De Man en zijn acteurs, een mix van spelers uit het tableau van Het Nationale Theater en Toneelgroep Oostpool, een dankbare opmaat om tot een exuberant spektakel vol galgenhumor en ‘sick jokes’ over te schakelen, die evenwel verder gaan dan louter gegriezel om gruwelijke griezels.

Nee, hun vampierlandschap is een speeltuin in fluorescerende plastictinten op huiskamerformaat, maar laat ook een mooi ‘memento mori’ zien voor de sterfelijke diersoort die de mens is, kalm uitgesproken door Joris Smit. De tragedie van de mens is immers niet dat hij weet dat hij sterft, maar juist dat de wetenschap dat de laatste deur wijd openstaat voorwaarde om tot handelen over te kunnen gaan. Anders gezegd: In de allerlaatste momenten van het leven beseffen je poriën pas echt dat ze leven.

In Kinderen van Judas wemelt het ondertussen van verwijzingen naar popmuziek (dat met death metal en types als Marilyn Manson en Alice Cooper rijk toebedeeld is), naar filmhistorie (True Blood en Only Lovers Left Alive) en zelfs naar apocalyptische facetten van de bijbel.

De Man tart graag theaterwetten. Dat liet hij bij De warme Winkel al zien. En ook in Ondertussen in Casablanca, zijn veelgeprezen debuut vorig jaar bij HNT / Oostpool, deed hij zulks met genoegen.

Dit keer echter even vaak hilarisch als melig. Een fantasierijke maar gedurfde mislukking die toch vier sterren waard is. Waarom? Wel, De Man haalt het beste in acteurs naar boven, geeft ze hun spelplezier terug. Een lesje in pure levenslust dat overslaat. Maar twee uur aan zuivere speeltijd blijkt wat veel van het goede. Of slechte dan. Dat trekt zelfs een eeuwig levende vampier niet.

Met halloween (met jaar op jaar een recordaantal moorden in de VS) op komst, horrorclowns die aan de orde van de dag zijn en Harvey Weinstein lijken we trouwens allang in een wereld van ondoden beland.

HNT/Oostpool: Kinderen van Judas. Van ma 6 tot en met wo 8 november 2017 en vr 15 en za 16 december 2017 in Theater aan het Spui. Meer informatie: hnt.nl.

Advertentie

De eeuwige Laatste Sigaret

Branoul speelt ‘Bekentenissen van Zeno’

Antiheld. Slapjanus. Beroepshypochonder. Klaploper. Rasopportunist. Luiwammes. Aartstwijfelaar. Rare snuiter. Maar tegenwoordig gezien als held van onze tijd. Branoul zet de tanden in Bekentenissen van Zeno. ‘Laatste Sigaret.’

Svevo schiep als een der eersten met Zeno een existentieel, doodziek getormenteerde modelburger als held van onze tijd, ook al was dat honderd jaar geleden. Een observator van zijn eigen bestaan. Zes belangrijke gemoedstoestanden uit het leven van Zeno Cosini, tegen wil en dank zakenman te Triëst, komen aan bod in diens nauwgezette aantekeningen.

“Je treft ze vast ook aan in de eigen kennissenkring” zegt Sijtze van der Meer , “van die figuren die breeduit vertellen over zichzelf, maar dat met een jaloersmakend joie de vivre en flair doen, dat je toch van ze gaat houden. Het slag dat zich op het oog zo makkelijk door het leven lijkt te slaan.” “Een ijdeltuit inderdaad,” valt Remco Melles hem over Zeno bij. “En een heerschap hè. Maar altijd goudeerlijk. Bedrog rakelt hij uit zichzelf op.”

Melles geeft gestalte aan de figuur van Zeno Cossini, de wonderlijke, ontwapenende en o zo herkenbare creatuur die Italo Svevo rond 1920 van hem maakte; Van der Meer aan Dokter S., voor wie Zeno zijn levensverhaal op papier zet om via die omweg voor eens en altijd van zijn rookverslaving af te komen.

In de roman steekt Zeno op sleutelmomenten immer een Laatste Sigaret op. Dat heeft alleen maar voordelen, vindt hij. Want mocht het lukken om te stoppen, ja dan is er geen enkele drogreden meer om daadwerkelijk uit te groeien tot de grote belofte die hij diep van binnen is. ‘Laatste Sigaret.’ Een strijd tegen perfectie.

En zo geeft ‘Bekentenissen van Zeno’ een beschrijving van de ontdekking van de vrije wil, maar legt het werk tegelijkertijd ook onze verslaafdheid aan onze driften vast.

Buitenwereld
Regisseur Manon Barthels werkte de vuistdikke, uiterst amusante roman om tot een toneelstuk voor twee acteurs. Barthels: “In eerste instantie wilde ik er een monoloog van maken. Maar toen dat eenmaal had gedaan ontdekte ik dat de figuur van Zeno op het toneel pas interessant wordt als je hem afzet tegen de buitenwereld. Daarom heb ik samen met Sijtze de rol van Dokter S. doorontwikkeld.” S. is aanhanger van Freuds leer van de psycho-analyse, destijds een revolutionaire, nieuwe behandelmethode waar Svevo zich tegen afzette.

Barthels wil Zeno op het podium tot leven wekken ‘omdat hij een boeiend karakter is, een mens van vlees en bloed, omdat hij iemand is die graag de weg van de minste weerstand bewandelt. Dat is herkenbaar. En dan zijn er natuurlijk die prachtige elegante, precies geformuleerde beschrijvingen uit het innerlijk van Zeno die Svevo opschreef.”

Zeno weet door zijn menselijkheid sympathie op te wekken. “Superleuk om naar hem te luisteren,” meent ‘dokter’ Sijtze van der Meer. “Je gaat allengs in je eigen personage geloven, ” antwoordt Remco Melles. “Zeno is een deel van mezelf geworden, dat kan bij deze rol ook bijna niet anders.”

Stroom
Zeno staat te boek als de eerste (anti-)held in de literatuur, iemand wiens twijfels, slapheid en zelfreflectie een heel boek lang op het programma staan. De roman wordt beschouwd als ‘de eerste freudiaanse roman’ omdat aan de hand van een vrij minutieuze verkenning van de menselijke psyche is gemaakt, maar het is ook een milde satire op de psycho-analyse.

Aan volbloed actie gebeurt er dan ook niet zo gek veel. Het is eigenlijk een lang uitgerekte stroom van gedachtegangen. “Best lastig om dat te comprimeren. Ik heb de roman gelezen, herlezen en nog eens – maar daarna terzijde gelegd om die in de vorm van een toneeltekst op te schrijven in mijn eigen woorden,” zegt Barthels over het schrijfproces.

LS
Barthels steekt tegenwoordig, na lang niet te hebben gerookt, soms weer een sigaret op. “Stress wegblazen.” Sijtze van der Meer is vijftien jaar geleden definitief ‘bekeerd’. “Vanwege gezondheidsaspecten. En roken is duur.” Melles rookt vooral op dagen van premièrekoorts. “Dat is kalmerend. Ik ben overtuigd jojoër.” Laatste Sigaret.

Branoul producties: ‘Bekentenissen van Zeno’. In Theater Branoul. Première: Zondag 22 oktober 2017. Te zien tot en met zondag 12 november 2017. Meer informatie: branoul.nl.

Júúlius, binnenspelen!

Theater in de openlucht: Julius Caesar

Hoe prop je een buitenluchtspektakel in het dwingende kader van de toneellijst? En hoe plaats je een politiek steekspel uit het jaar nul over naar de theaterzaal anno 21e eeuw? De achterkant van het theaterbedrijf met Orkater’s Julius Caesar. Wat als je een heel loofbomenbos het toneel in moet loodsen?

Wat is de zoetste dood, zo werd hem tijdens een diner onder vrienden gevraagd. Zijn antwoord: De dood die zonder waarschuwing komt. Orkater laat met Julius Caesar muziek, taal en beeld samensmelten tot een voorstelling die haarfijn blootlegt hoe kleine mensen in staat zijn tot onvermoede daden. Met onafzienbare gevolgen.

Het Amsterdamse Bos meet 935 Wiki-hectares en is in de zomermaanden al ruim 25 achtereenvolgende jaren het decor voor een theaterfeest. Het openluchttheater aan de zuidwestrand van Amsterdam geurt naar vers geknipt grasland en fris regengeklater na niet eens zo’n warme zomerdag.

Verscholen achter een ruime blokhut en zomerzwanger loofbomengebladerte plus het nodige aan struikgewas, glimt daar het openluchttheater. Het Bostheater, groot gemaakt door de in 2014 teruggetreden artistiek leider Frances Sanders. Dit en de komende drie jaar geeft de programmering een samenwerking weer van Stadsschouwburg Amsterdam en het Bostheater.

Beide kunstinstellingen hebben gekozen voor vaste bespelers van de stadsschouwburg: dit jaar Orkater; in de komende jaren het Noord Nederlands Toneel, De Warme Winkel en Toneelgroep Oostpool. Orkater bijt het spits af met Shakespeare’s Julius Caesar In een regie van Michiel de Regt.

Poncho
Bij aankomst in het Bostheater, geruime tijd vóór aanvang voorstelling, is er alwéér een plensbui te verstouwen. Poncho-time. Bezoekers beschermen hun meegenomen voluptueus volgestouwde picknickmanden met plastic hoezen, schroefdoppen worden haastig op wijnfleshalzen teruggedraaid.

Zodra het dan weer droog geworden is, krijgen de nog weinige bezoekers een choreografie opgediend door bekwame technici die met droogtrekkers de speelvloer (zwarte vloerpanelen, een viertal witte loopbanen dat elkaar kruist rond een centraal opgestelde vierkantige, witte verhoging) van het kleurloze levenselixer bevrijden.

Kan niet anders of dat alles is verwoestend voor de staat van het toneelbeeld, dat bestaat uit een oversized witte voet, idem hand, en twee ‘eilanden’ met tarpen erboven. ‘Inwerking van zonuren, temperatuurverschillen tussen dag en nacht en vele regenbuien hebben ons de afgelopen tweeënhalve maand geteisterd,’zegt Steven Raapis Dingman, Orkater’s eerste inspiciënt, over de toneelschikking, ‘zozeer dat het nog maar de vraag is wat we er straks op tournee van kunnen inzetten.’

Backstage
Ondertussen prepareert Patrick Votrian van koperkwintet K.O. Brass! in een van de twee backstage opgestelde portocabins zijn tuba (‘zeg maar sousafoon’) met kwaliteitsventielvet, blaast Randall Heye met verve leven in zijn trompet. En dan komt daar Charlie-Chan Dagelet aangelopen. Zij speelt intrigant Cassius en Portia, echtgenote van Brutus, een interessante dubbelrol. ‘Inderdaad, een man én een vrouw in mij verenigd. Leuk toch? In de tijd van Shakespeare werden alle rollen allen door mannen gespeeld. Maar hier zijn het vrouwen van vlees en bloed.’

Ze beschouwt het Amsterdamse Bos bijna als een sprookjesbos. ‘Het is geweldig om hier te spelen, de sfeer, de mensen, het team, het stuk. Maar het is niet eenvoudig spelen. De personages staan vaak ver uit elkaar op de vloer. De locatie is wel erg weids en het publiek zit veraf en wijd uiteen. Dat maakt het lastig om te focussen. Want op wie richt je je?’

Bloedfontein
De zittribunes – onoverdekte houten plankieren, maar zitkussens zijn gratis voorradig – lopen ondertussen aardig vol. Plots: boem, paukenslag. Weer onweer? Neen, live muziek! Caesar stormt de vloer op: ‘Calpurnia, Calpurnia!’

Verderop in het stuk legt Caesars echtgenote hem uit dat de sterren niet gunstig staan voor een vertrek naar de senaat. Enkele scènes daarna komt het volbloed drama rond staatsman en veldheer Julius Caesar en samenzweerders Cassius en Brutus met de moord op de titelfiguur tot een hoogtepunt, hier onder meer culminerend in een beeldbepalende spuitende bloedfontein.

Weids
Het enorme speelvlak van het openluchttheater creëert een bijna onuitputtelijke scala aan mogelijkheden voor spectaculair openluchttheater. De gehele speelvloer als ook de omlijstende randen (het bos!) worden daarbij gretig bespeeld. Het speelvlak van het amfitheater meet 28 bij 30 meter.

‘In ons geval 28 bij 40 meter,’ corrigeert regisseur Michiel de Regt, als ik hem later door de telefoon spreek. “Want de catwalk die de tribunes in loopt, die nemen we ook mee op tournee.’Hij bevestigt de staat waarin de decorelementen in het bos verkeren. ‘We gaan de basiselementen nabouwen. De spullen hebben veel te lijden gehad, zijn opgebruikt.’

Maar ook wijkt de maatvoering van het Bostheater erg af van het beschikbare ruimtebestek in de theaterzalen. ‘We moeten voor het toneelbeeld een nieuwe balans zien te vinden. De manshoge hand en voet moeten wellicht kleiner, en tarpen zijn in de theaterzaal niet nodig. Ook moeten de posities voor opkomsten en afgangen opnieuw bepaald worden. Daardoor verandert de timing voor veel spelers.’

In feite verandert de gehele mise-en-scène. ‘We kunnen sowieso de weidsheid van bomen en bos natuurlijk niet op onze reis in een truck door Nederland meenemen,’ bevestigt De Regt met gevoel voor understatement. ‘Een weidse zee van wel tien meter ruimte tussen twee personages die een dialoog voeren, dat kan straks echt niet. Die ruimte is er in de zaal niet. Ook denken we nog na over de fontein. Het bassin past niet in alle theaterzalen.’

De akoestische balans wijzigt eveneens. ‘In de buitenruimte is geluidsversterking nodig, voor de muziek maar ook voor de stemmen van de spelers. De vraag is of dat met koperblazers ook nodig is in de zaal.’ Daarenboven zijn speltechnisch veel verschillen, en niet alleen stemtechnisch van aard: ‘Van het grote gebaar naar meer ingetogen spel, met meer ruimte voor nuances.’

Gender
Zo wordt Julius Caesar voor een belangrijk deel een andere voorstelling. Het komt er op neer dat een geheel nieuwe regie wordt bepaald voor de tourneeversie. ‘En dan in een enkele montageweek inclusief de repetities’, legt De Regt uit. Daarenboven worden de rollen van Charlie-Chan straks ingenomen door vast Lars Doberman-lid Reinout Scholten van Aschat. ‘Hij werd op het laatste moment gecast voor een Italiaanse speelfilm en besloot die te gaan draaien. Toen is Charlie-Chan voor Reinout in de plaats gekomen. Zij doet in het najaar echter weer mee met een andere productie, Reinout is dan klaar met de film en gaat alsnog de rollen van Cassius en Portia spelen.’

Hoe hij dat gaat aanpakken? ‘Reinout zal de video-opnamen gaan bestuderen. Er is al een rijke voedingsbodem voor hem klaargelegd natuurlijk, net als voor ieder van de cast trouwens. In grote lijnen kan hij dus voortborduren op wat Charlie-Chan op de mat heeft gelegd.’

Maar, zegt hij, ‘uiteraard en onvermijdelijk zal hij zijn eigen invulling aan de rollen geven.’ ‘Grappig hè’, reageert Dagelet. ‘Net als ik speelt Reinout straks een man én een vrouw. Ik ben benieuwd hoe die rollen en het stuk er dan uitzien.’

Een geselende zon, striemende regen en rukwinden, die zijn er straks niet. En geen overvliegende Jumbo jets. ‘Al vond ik de weersomstandigheden zelden van negatieve aard,’ zegt De Regt.’ De regen leverde ook vaak mooi beelden op. Maar die vliegtuigen zal ik niet heel erg missen.’

kader:
Caesar
Gaius Julius Caesar veroverde als gouverneur van Gallië het merendeel van Frankrijk, België en Engeland. In 49 ontketende hij een burgeroorlog door met zijn leger de Italiaanse grensrivier de Rubico over te steken (‘de teerling is geworpen’).

Na de overwinning op zijn rivaal Pompeius en een korte veldtocht in Klein-Azië (‘Ik kwam, ik zag, ik overwon’) werd hij dictator voor het leven. Op de Idus (15e dag) van maart 44 werd hij door bezorgde republikeinen onder leiding van zijn vriend Brutus ( ‘Ook gij, Brutus?’) vermoord. Een nieuwe burgeroorlog is het gevolg.

Shakespeare
Shakespeares politieke thriller en psychologisch drama diende onder meer als leerstof voor zijn treurspel Hamlet. Volgens Shakespeare-kenners weerspiegelt het de toenmalige algemeen gevoelde ongerustheid in Engeland over de troonopvolging.

Als voornaamste bron voor Julius Caesar maakte Shakespeare waarschijnlijk gebruik van de in 1579 verschenen Engelse vertaling van Plutarchus Bioi paralleloi (“Parallelle Levens”) (1e eeuw), een serie biografieën van beroemde Grieken en Romeinen wier morele deugden en waarden hij prees.

kader:
De Regt
Regisseur Michiel de Regt (1980) ontving in 2007 de Ton Lutz Prijs voor beste regiedebuut (Pontiac Hotel). Van 2009 tot 2016 was hij als vaste maker verbonden aan Toneelschuur Producties: Antigone, Wreed en Teder en Wachten op de Barbaren. Bij Orkater regisseerde De Regt naast 237 redenen voor seks en Lutine ook de grotezaalproducties Op de Bodem en Distel.

De Regt is veelzijdig: hij regisseert op uiteenlopende plekken (theaterzaal, Oerol, Lowlands, Boulevard), speelde in enkele producties, zette stappen als choreograaf en hij schrijft, bewerkt en vertaalt toneelteksten. Ook was hij actief als speldocent.

‘Hoogmoedig durven zijn’

Eline Arbo regisseert Goethe bij Toneelschuur Producties

Gezeten aan zijn schrijftafel schiet Werther zich een kogel door de kop. ‘Het slaat twaalf uur! Zo zij het dan! Lotte, Lotte, vaarwel, vaarwel,’ zo eindigde Goethe het fictieve dagboek van zijn dweepzieke personage. In Het lijden van de jonge Werther koestert een jongeman een allesverzengende verliefdheid voor een voor hem onbereikbaar adellijk meisje. Zij wees zijn avances af omdat zij haar hart eeuwigdurend aan een ander heeft verpand.

Aanleiding tot de roman was voor Goethe het bericht dat Jerusalem, een jongeman die hij in Wetzlar (Duitsland, Hessen) had leren kennen, zelfmoord had gepleegd. Want diens liefde voor de vrouw van een vriend was onbeantwoord gebleven. Goethe herinnerde zich zijn eigen onbeantwoorde liefde voor Charlotte Buff en verwerkte die marteling in de genoemde roman die hij in het razende tempo van vier weken tijd, nog maar 25 jaar, aan het papier toevertrouwde. Overigens zonder zich daarbij aan te letterlijke feiten te houden.

Goethes debuutroman Het lijden van de jonge Werther werd na publicatie in 1774 te midden van de ‘Sturm und Drang’-periode direct een ongekend succes. Onder jongvolwassenen liep die zelfs uit op een heuse ‘Werther-Fieber’. Navolgers staken zich in de Werther-look: een blauwe rokjas met een geel vest en gele broek.

Goethe’s populair geworden beeltenis verscheen op serviezen en souvenirs. En jonge mannen maakten zich, net als hun held Werther, uit wanhoop van een onbeantwoorde liefde theatraal van kant. Een ware zelfmoordgolf raasde over Europa.

Romantiek, standsverschil, doodsverlangen, terug naar de natuur, ascese, Weltschmerz – en vooral die ‘Sturm und Drang’. Regisseur Eline Arbo – ze studeerde vorige zomer af, debuteert bij Toneelschuur Producties – ziet in de roman een aanklacht tegen het systeem van de Verlichting, dat ook in die tijd al leidend was. Hoofdpersoon Werther stelt zich in haar ogen teweer tegen de kille maatschappij die louter de rede centraal stelde. Ze legt een parallel met het hier en nu:

‘Onze ouders en voorouders hebben een paar stevige fouten gemaakt in de opbouw van deze neo-liberalistische samenleving. Ze hebben getracht alles in statistiek en economie te vatten, met als resultaat een kille maatschappij die zijn eigen aarde en mensen verwaarloost voor een paar centen meer.” Als het aan Arbo ligt begint de verandering bij haar generatie.

‘Wij zitten gevangen in het systeem van onze ouders en zijn zoekende naar een nieuwe vorm van samenleven. De valkuil in die zoektocht is apathie. Je kunt gemakkelijk denken: het heeft allemaal geen zin. Maar we moeten wakker worden en hoogmoedig durven zijn. Je móet geloven dat je de wereld wel degelijk kunt veranderen. De kracht uit hoogmoed verandert uiteindelijk de wereld.’

Ze stelt haar vizier graag nog wat scherper: ‘Kan idealisme bestaan zonder fundamentalisme? Dat vraag ik me steeds vaker af.’ Prikkelend.

Toneelschuur Producties: Het lijden van de jonge Werther. Met: Diewertje Dir, Victor IJdens en Sander Plukaard. In Toneelschuur Haarlem van donderdag 21 t/m zaterdag 23 september 2017 en op tournee van woensdag 27 september t/m donderdag 19 oktober 2017. Meer informatie: toneelschuurproducties.nl.

 

Door het vuur gaan

NTjong speelt Griekse klassieker.

Voor haar ouders gaat ze door het vuur. Ifigeneia. Met uiterste consequenties. “Kinderen zijn onmetelijk loyaal.”

De glimlach van een kind, zong Willy Alberti anno 1968 rondborstig, doet je beseffen dat je leeft. Mag zijn, maar Alberti’s oneindige tegeltjeswijsheid ten spijt, ziet Ifigeneia’s vader zich niettemin genoodzaakt het bloed van zijn eigen dochter te offeren. Hoe dan? Zolang wind uitblijft kan koning en opperbevelhebber Agamemnons oorlogsvloot niet uitvaren. En lukt het niet de Trojanen in de pan te hakken, terwijl die toch de vrouw van zijn broer hebben geschaakt. Artemis, godin van beroep, is weliswaar bereid wind op te steken, maar vraagt in ruil daarvoor een offer: zijn lievelingsdochter.

Bedrog, kindermoord en wraak, zoals zo vaak in Griekse klassiekers? “Voor mij,” zo ontkracht regisseur Noël Fischer, moeder van twee kinderen, de veronderstellingen, “staat in deze bewerking oneindige liefde voorop. Namelijk de liefde die ouders koesteren voor hun kinderen, en die andersom nog veel sterker is: kinderen zijn loyaal, onmetelijk loyaal ten aanzien van hun ouders. ‘Ifigeneia Koningskind’ is zeker geen onmenselijk griezelverhaal, eerder een avontuur van een jong meisje met een grote mond maar een lief hart. Ze komt niet om, maar verdwijnt in een windvlaag. Naar het nu vertaald is Ifigeneia Koningskind bijna als een kruising tussen ‘Ronja de Roversdochter’ en ‘The Hunger Games’.”

Sarah Bannier, titelrolspeelster Ifigeneia, schiet in de lach: “Ja, dat snap ik wel.” Al heeft ze ook haar eigen gedachten: “Een oud stuk in een modern jasje. Ifigeneia vindt van zichzelf dat ze niet genoeg verantwoordelijkheid aan de dag legt, ze denkt dat zijzelf of haar gedrag schuldig is aan de schreeuwende ruzies die haar ouders hebben. Ze wordt voor een onmogelijke beslissing gesteld aan de vooravond van een grote oorlog. En ze trekt daaruit de uiterste consequentie voor zichzelf: ze wil alles voor haar ouders oplossen  en zichzelf daarvoor opofferen.”

Opofferingsgezind. Een heldin.”Ze wil de wereld redden.”

Bannier (27) heeft schik in het spelen van een brutaal nest. “Ik leer veel, duik voor deze rol in mijn kinderjaren, mag fel en direct zijn. Het is erg leuk om veel verschillende kleuren te spelen.”

Met Ifigeneia Koningskind (8+) componeerde toneelschrijfster Pauline Mol 26 jaar geleden een meeslepend verhaal over een moedig meisje. Ze vertelde Euripides’ 2400 jaar oude stuk voor het eerst vanuit het perspectief van het kind. ‘Als ik naar het altaar ga ben ik een godin zo belangrijk dat het hele volk jubelt. Mijn leven heeft ineens een betekenis. Ik ben geschiedenis. Onsterfelijk. (…) Alles in een keer opgelost. Want mijn ouders zijn goed en trots op mij. En ik ben hun sterke dochter. Dat is toch ontroerend.’ Het was een van de eerste rigoureuze toneelbewerkingen van een klassieker voor kinderen. De tekst werd recentelijk uitgeroepen tot beste jeugdtheatertekst. “Alleen al van papier of pdf – zó te vinden op internet – gaat die rechtstreeks het hart in,” meent Bannier, bekend van onder meer ‘Minoes’ en het ‘Sinterklaasjournaal’. Fischer stemt knikkend in. “Ik was ook meteen erg gegrepen.”

Hoe lost Fischer, moeder van twee kinderen, thuis echtelijke ruzies zelf op? “Die spreken we apart van de kinderen uit.” Bannier, nog geen kinderen: “Ik ben opgegroeid in een harmonieus gezin, heb nooit wat van ruzie tussen mijn ouders meegekregen.”

Fischer zet voor het eerst haar tanden in een Griekse klassieker. “Zeker, er gebeuren daarin Onvoorstelbaar Grote Dingen. Mensen vragen me waarom ik dit oude verhaal wil opdissen. Maar dat is toch een rare vraag?! Dit verhaal moet blijven verteld worden, net als, bijvoorbeeld, dat over Kaïn en Abel of dat van de Ark van Noach. En dat moet gebeuren in het theater, anders zijn we straks overgeleverd aan de tv. Tere achtplussers? We hadden tijdens de repetities een klas op bezoek. Iedereen van ze was muisstil en alles werd meteen begrepen .” Bannier: “Je moet kinderen niet onderschatten.”

NTjong: ‘Ifigeneia Koningskind’ (8+). Te zien in Theater aan het Spui op vrijdag 6 en zaterdag 7 (première) oktober 2017. Ook op dinsdag 12 en woensdag 13 december 2017.

De bijbel als schaamlap

Afrika in de kijker

Het Afrovibes Festival, iAfrica Film Festival, Korzo theater en Het Nationale Theater slaan dit jaar de handen ineen.

Samen presenteren ze een programma rond hedendaagse kunst uit Afrika. Dans, muziek, film, performance art, mode en fotografie worden feestelijk opgediend.

Afrika. Van Kaap Angela in Tunesië tot Kaap Agulhas in Zuid-Afrika. 54 landen. Alleen het onmetelijk Azië is van de continenten in volume groter. Het beeld van Afrika? Sloppenwijken, droogte, honger, ebola, aids. Het Verloren Continent. Toch? “Die stereotypering willen we door Afrovibes graag weerleggen,” zegt programmeur Katy Streek van Afrovibes. “Het is de hoogste tijd voor een weerwoord want Afrika-breed is er enorm veel artistieke vernieuwing gaande. In de culturele hotspots van veel steden zijn jonge makers opgestaan. Een selectie van die stemmen, met name uit de sub-Sahara, gaan we aan het Nederlandse publiek tonen. We willen laten zien, horen en voelen wat daar momenteel zoal leeft.”

De festivalorganisatoren willen tonen hoe hedendaagse Afrikaanse en, sporadisch, ook Nederlandse kunstenaars de huidige tijd ervaren, hoe ze het verleden bezien en ze werpen ook een toekomstblik. “We beschikken over een breed netwerk in alle zuidelijke Afrikaanse landen. Door onze eigen kennis en ervaringen, via partnerorganisaties en, bijvoorbeeld, die van Korzo te koppelen aan ons netwerk levert spannende keuzes op.”
Teneinde inhoudelijk een consistent programma te formeren is er een thema aan het festivalweekeinde gekoppeld: Fragile Freedom. Maar de combi ‘vrijheid’ en ‘Afrika’ is geen gelukkige, niet bepaald een gelopen race – al is dat zelfs van de rafelranden van Europa vol te houden.

“Klopt,” bevestigt Streek, “zeker niet in de realiteit van de politieke actualiteit. Vrijheid, democratie en mensenrechten komen nu eenmaal niet vanzelf, zijn kwetsbaar en breekbaar, in Afrika en ook in Europa.” Is er dan op het Afrikaanse continent daadwerkelijk plaats voor een kunstcultuur? “Ja, de kunstensector is er ondanks de nodige tegenwerking sterk ontwikkeld. Natuurlijk is de maatschappelijke positie van kunstenaars er ingewikkeld, maar dat is hier in het Westen en in Nederland net zo,” zegt Streek, die zelf vijf jaar in de kunstscene van Zuid-Afrika werkzaam is geweest.

Wankel
Het wankele bankje waarop ze zit is een metafoor voor de instabiele situatie waarin Zuid-Afrika verkeert. Op de promotiefoto bij haar voorstelling houdt Mamela Nyamza een uitgeklapte bijbel klem tussen haar ontblote bovenbenen. De bijbel als schaamlap. De winnares van de Standard Bank Young Artist Award danst/speelt/performt op het African Art Fest in Korzo haar provocatief bedoelde voorstelling DE-APART-HATE.

De voorstelling is te ‘lezen’ als een zoektocht naar persoonlijke vrijheid, en biedt zo ook een blik in de machtsstructuren van het oude én het nieuwe Zuid-Afrika, dat van de post-Mandela-tijd. Terwijl de roep om dekolonisatie van de cultuur er steeds harder klinkt, zijn onderdrukking door kerk en religie nog aan de orde van de dag.

Nyamza: “De bijbel is een erg ongebalanceerd werk. Alles wat ik te berde breng staat letterlijk opgeschreven in de bijbel,” zegt de in Kaapstad geboren Zuid-Afrikaanse danser en choreograaf Mamela Nyamza door de telefoon. “Wat ik doe? Ik citeer passages uit de bijbel over homoseksualiteit, slavernij en opmerkingen over rassenverschillen. En ik heb het over het feit dat in de bijbel vrouwen aldoor het onderspit delven. Amen, dat staat voor ‘A-men’, voor A-mannen. Maar net zo goed gaat mij voorstelling over democratie, over het feit dat Zuid-Afrika ermee schermt dat het een ‘regenboog-natie’ heet te zijn,” zegt de Zuid-Afrikaanse, die zichzelf als gelovig beschouwt.

“Of neem de manier waarop indertijd missionarissen autochtonen, inheemse Afrikanen dus, tot bekering dwongen,” gaat ze voort. “Ook dat is een aspect van de bijbel.”

Lion King
Kunstactiviste Nyamza (1967) maakte in 2004 acht maanden deel uit van de cast voor de musical ‘Lion King’. Hoe kijkt ze terug op die periode in het Circustheater in Scheveningen? “Achteraf bezien is het voor mij een interessante fase in mijn leven geweest. Ik ontdekte dat musical voornamelijk om entertainment draait, en dat het niet mijn favoriete genre is. Verder heb ik in Den Haag en Scheveningen een prima tijd gehad.”

Zwaar
Gaat het allemaal niet wat zwaar op de maag liggen? Katy Streek: “Het is zien, horen en voelen – maar ook proeven. Korzo verandert in een levendig festivalcafé en doet dienst als ontmoetingsplek voor (inter)nationale gasten, artiesten én het publiek. Zwaar? Lang niet altijd, we hebben naar evenwicht gezocht. Voorbeeld? Let eens op de ‘Lady Africa Fashion Show’ in Theater aan het Spui.” Making whoopie!

Afrovibes: van vrijdag 6 tot en met maandag 9 oktober 2017 in Korzo theater (African Arts Fest) en Theater aan het Spui. Het Afrovibes programma in Den Haag wordt in samenwerking met Black Achievement Month gepresenteerd.