Reprise van succeswerk
Jasper van Luijk vat met Quite Discontinuous zijn fascinatie voor levenloosheid in een choreografie van de rouw. Hoe reageren we op de dood van een dierbare? En hoe gedraagt een groep zich als een lid wegvalt?
‘Quite Discontinuous was mijn eerste avondvullende productie. Ik was 23 en net afgestudeerd aan de Artez Dansacademie. Mijn vader was opgegeven, had afscheid genomen van het leven. Maar bij een allerlaatste operatie bleek dat hij zijn leven terug had, van het ene op het andere moment. Surrealistisch natuurlijk. Voor hem, net als voor mij.’
‘Quite Discontinuous komt voort uit deze persoonlijke, intieme bron. Ik ben trots op dit werk omdat het mij persoonlijk raakt, en ook omdat ik er internationaal succes mee had. Delen ervan zijn door verschillende dansgroepen aangekocht en ingestudeerd. Maar dit stuk is daarna nooit meer integraal gedanst. Ik ben blij dat dat nu wel gaat gebeuren.’
‘Ergens hier in huis staat een doos met daarin een stuk of acht harde schijven. Op een ervan staat een registratie van Quite Discontinuous, in 2013 vanuit verschillende hoeken gefilmd. Die moet ik opzoeken want ik ga de choreografie instuderen en maak dan gebruik van deze videobeelden, ook al heb ik de choreografie nog grotendeels in mijn hoofd en zijn veel bewegingen nog in mijn lijf opgeslagen. De videobeelden helpen me om de bewegingen er bij de dansers – anderen dan toen – in één week in te stampen. Dat is erg kort, maar ik wil dat graag zo doen omdat we dan nog drie weken over houden om te bekijken waar en hoe we het stuk sterker kunnen maken.’
‘Het thema van de dood komt regelmatig terug in mijn werk, in Happily Ever After bij Maastd bijvoorbeeld en Previously cited bij Korzo producties. Fascinatie of obsessie? Voor mij is het een fascinatie. In mijn hoofd ben ik dagelijks met de dood bezig. Voor iedereen is de dood de stip op de horizon, daarna is het echt klaar. Het is ook de enige zekerheid in het leven. Op een bepaalde manier vind ik dat prettig. Het bijzondere is ook: niemand neemt je jouw eigen, unieke doodservaring af – ook al weet je nog niet hoe het zal gaan. Het is bij uitstek ook het moment dat je beseft dat je lééft. Heel rijk eigenlijk, als je erover nadenkt. Ik ben niet gelovig in de klassieke zin van het woord, ik geloof niet in een hiernamaals of zoiets. Wel in energie.’
‘In Quite Discontinuous zie je vier dansers. Zij voeren je mee naar twee delen: een voor en een na de dood. In het begin van het eerste deel ben je getuige van een denkbeeldige autocrash. Je ziet een kluwen in elkaar verstrengelde lijven. Uit alle macht proberen de vier elkaar vast te houden, niet los te laten, elkaar te beschermen. In het tweede deel komt dat moment, dat beeld van die crash terug, maar dan in een versneld tempo. Uiteindelijk komt de dood heel hard binnen, ook al voel je vanaf het begin spanning in de lucht al wel trillen. Met dat gegeven spelen we. Er is veel partnerwerk en er zijn enkele solo’s. Elke aanraking, elke hand, elke spierspanning op het lichaam is heel precies gerepeteerd. Ik ga het stuk verder niet uitleggen, het publiek moet zelf kunnen associëren. Als choreograaf wil ik aanknopingspunten aanreiken.’
‘De dood. Geen sexy thema, nee. Rottig te marketen ook. Jammer dat veel mensen alleen iets leuks willen zien: kunst als instant entertainment, maar gelukkig is het theater geen SBS 6. Quite Discontinuous is een mooie voorstelling, niet te zwaar ook. Er gebeurt veel, het kan ontroering teweeg brengen maar ook een plaatsbepaling zijn: Waar sta je zelf wanneer het gaat over de dood?’
‘Vorig jaar heb ik hier in Utrecht mijn eigen gezelschap SHIFFT opgericht, ik sta nu op eigen benen. Tegelijk is er nog altijd de steun van danshuis Korzo in Den Haag en De Nieuwe Oost in Arnhem. Utrecht is een perfecte stad voor mij. Met SHIFFT wil ik bouwen aan een sterkere danscultuur in Utrecht. De gemeente zorgt voor enige ondersteuning en vanuit deze stad werken naast SHIFFT ook De Dansers en danstheatergroepen DOX en 155. Jammer is dat hier geen hbo dansopleiding gevestigd is. Wel is er een mbo hiphopschool. Ik vind nieuwe dansvormen heel interessant. Ik houd van cross-overs, bijvoorbeeld tussen hiphop en moderne dans, tussen andere achtergronden en mijn eigen westerse. Het ligt echter aan de inhoud van het concept en de energie binnen de cast welke dansers daar geschikt voor zijn.‘
‘Voorlopig maak ik met SHIFFT twee producties per jaar. En hebben we een residentieprogramma voor jonge dansmakers. We dragen zo bij aan een sterkere Utrechtse danscultuur. Het mooie daarbij is dat ik hier aan huis een kleine repetitiestudio heb, waar we bijvoorbeeld kunstenaars voor een residentie kunnen uitnodigen.’
Kader
Jasper van Luijk (1987) studeerde dans aan de ArtEZ Dansacademie in Arnhem. In 2012 won hij de ITs Choreography Award, een prijs voor pas afgestudeerd choreografietalent. Daarna besloot hij om zich fulltime op choreograferen te richten. Hij maakte producties voor Korzo, De Nieuwe Oost, Huis Utrecht en MAAStd. Jasper van Luijk maakt deel uit van de directie van het ITs Festival.
Naast Quite Discontinuous brengt Luijks initiatief SHIFFT komend voorjaar de nieuwe choreografie Still uit, voor twee dansers, een acteur en twee muzikanten. In het seizoen 2019-2020 brengt SHIFFT een duet uit tussen een danser en een fotograaf rond de hedendaagse beeldcultuur. Meer informatie: shifftutrecht.com.
Kader
Jasper van Luijk bewoont midden in het Museumkwartier van Utrecht, nabij de Geertekerk, ingeklemd tussen het licht meanderende Singel en de Oude Gracht een Villa Kakelbont-achtig pand. Je moet eerst door een zigzag voorportaal van dertig meter voordat je dat bereikt. Daarna kom je op een idyllische, in voorjaar en zomer weelderig groene soms totaal overwoekerde binnenplaats. Het is er altijd fluisterstil, een aangenaam briesje strijkt er steeds door je haren.
De aanpalende ‘studio-in-huis’ heeft eigen slaap- en sanitaire voorzieningen, en ademt een licht soort ‘Parade-sfeer’: klein, intiem en romantisch. ‘Daar vinden nu en dan optredens plaats in het kader van de residenties die we hier op gezette tijden organiseren. Ook is er een ruim bemeten keuken die volledig is toegerust. Mijn schoonmoeder, choreograaf Wies Merckx, verhuurt deze ruimtes aan ons, ze leven en wonen in Frankrijk. Geweldig om hier te wonen en te werken. Het is hier leven als een god in Utrecht.’