Fluisterstil én flamboyant

Raymond van het Groenewoud op tournee

Van ‘solo spelen’ krijgt hij klamme handen, nog altijd. Zondag is hij te gast in de Koninklijke Schouwburg. Intiem en fragiel.

‘Je veux de l’amour, je veux de l’amour. Waar ik ga, waar ik sta. Voor ik sterf, voor ik verga, je veux de l’amour. (…) Maintenant, tout de suite, heute, godverdomme. Je veux de l‘amour, en ook geld, geld. Om cadeautjes te kopen en aan iedereen te geven. Opdat ze van me houden, pour toujours.’

Dat was 1980. Inmiddels staat Van het Groenewoud vijf decennia op de Nederlandse en Belgische podia. Hij neemt een unieke plaats in het Vlaamse muzieklandschap in, meer nog: in het Nederlandse taalgebied – toen en nog altijd.

Er zijn geen ‘imitatie-raymonds’ of ‘tweedehands-raymonds’. Zelf noemt hij zich tekstdichter, filosoof en clown. Zijn teksten variëren van voluptueus en opgewekt tot juist meer dan indroevig gestemd, en dan weer licht filosofisch van toonaard. Van ‘Meisjes’ en ‘Twee meisjes’ via ‘Vlaanderen boven’, de hartenkreet ‘Je veux de l’amour’ en ‘Haile Selassie’, tot het olijke ‘Chachacha’, ‘Het verschil met mijn vriend Jan’, en het zelfportret ‘Goeiemorgen ouwe rotkop’, en niet te vergeten de gospel ‘Liefde voor muziek’ en ‘Zjoske’. Klinkt als: Alle dertien goed.

Met ‘Kreten en gefluister’ start Raymond van het Groenewoud op zijn bijna-zeventigste een nieuw muzikaal hoofdstuk voor zichzelf. Met alleen een piano die goudeerlijk aan zijn zijde staat en een gitaar om de hals in de aanslag. Geen begeleidingsgroep, geen franje. Het podium is hij nog lang niet beu, in zijn dooie eentje vindt hij nog altijd het heilige vuur.

De allermooiste Raymond? Dat is de Raymond die een beetje ‘depri’ is. Maar hij is ook behept met emmers vol nostalgie en slimmigheid die hij lardeert met bijtende humor en vooral veel zelfrelativering. En hij kan schitterend stampvoeten over het artiestenleven.

Voeg dat alles samen in één concert en je krijgt een schitterend portret in handen geschoven. “In het algemeen staan al mijn liedjes heel dicht bij mij,” vertrouwt hij de Vlaamse website Clubcultuur toe. “In muziek zit meer magie dan gewoon praten met mensen. Ik kan uitleggen hoe ik over dingen denk, maar ik vind daar een heel saaie kant aan. Woorden op muziek, dat is een heel andere wereld dan woorden in een gesprek. Het is iets magisch, niet te identificeren.”

Zijn ouders zijn geboren en getogen Amsterdammers. Om aan de legerdienst en de politionele acties in Indië te ontsnappen, vlucht vader alias muzikant Nico Gomez in 1947 naar Brussel. Eerst wonen ze in de Hoogstraat, later verhuizen ze naar Schaarbeek. Daar is Raymond geboren, op 14 februari 1950, te beschouwen als veruit de belangrijkste daad van deze Nico Gomez aan de muziekgeschiedenis.

Van het Groenewoud heeft een haat-liefdeverhouding met Nederland. ‘Tulpen uit Amsterdam’, zette hij uit volle borst in 2011 op CD. In 1996 schreef hij het lied ‘Ik hou van Hollanders’, met de tekstregels: ‘Ze hebben gelijk / Ze lopen rood aan / Ze hebben gelijk /En daar komt het op aan.’ Maar hij zingzegt ook: ‘Hollanders kunnen nogal luidruchtig zijn en hebben over alles een mening.’

Tegenwoordig voelt Raymond zich wat je zou noemen nog het meest een Antwerpse Amsterdammmer, of andersom: een Amsterdamse Antwerpenaar. Dat u het maar weet.

Raymond van het Groenewoud: ‘Kreten en gefluister’. Zondag 10 maart 2019 in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: hnt.nl en raymondvanhetgroenewoud.be.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s