Attractiepark voor hoge kunsten

‘DNALYSATNAF’ moet een attractiepark voor hoge kunsten zijn. Alle activiteiten van dit festivalweekeinde staan in het teken van het werk van Bureau Dégradé’s multidisciplinaire broedplaats en hun ‘off Broadway-producties’.

Het moet een soort van pretpark, een wondere speelwereld worden. “Lekker gezellig aan kunst snuiven, voor jong en oud. Een Efteling voor de hoge kunsten”, legt Carl Beukman met een glimlach die om zijn lippen krult, uit. Hij is met David Geysen de oprichter van Bureau Dégradé, de broedplaats die ze sinds juni vorig jaar samen vormgeven. Het bosrijke grondgebied dat hun nestruimte omgeeft, een erkend vogelrustgebied, leent zich daar volgens hen perfect toe. Daar, pal achter de duinen, in en om de voormalige Appelloods aan de Laan van Poot 97, vindt komend weekeinde de kunstmanifestatie ‘DNALYSATNAF 2.0’ plaats. Dat is ‘fantasyland’, maar dan achterstevoren gespeld. Ezelsbruggetje: Begin met D-N-A, en dan ‘lysatnaf’ eraan vast. De dwarse benadering van kunst door het tweetal is buiten de festivaltitel ook af te lezen aan het beeld voor de poster die ze hebben laten maken: een foto van de poort die toegang biedt tot Disneyland Parijs, maar dan op z’n kop gezet en vastgeprikt met een joekel van een spijker die er dwars doorheen gejast is. De spijker op z’n kop.

Het wordt de tweede editie, vandaar die twee punt nul achter de titel van het festival. De eerste viel indertijd samen met de officiële opening van Dégradé. “Dat smaakte ons toen meteen al naar meer,” licht Geysen toe over het vervolg op toen. Er komt in twee punt nul onder meer een uitgebreid, grotendeels gratis en doorlopend programma waar je aan ‘urban minigolf’ kunt doen, een baantje waar je met echte clubs en kleurige ballen kunt putten; in de nabijgelegen moestuin worden tussen de rondlopende kippen voordrachten en lezingen gegeven; de binnenruimte van het theatertje wordt onder handen genomen; en beeldend kunstenaar Theo Jansen die in de loods atelier houdt, opent de deuren voor pottenkijkers die een blik willen werpen op zijn nieuwste generatie strandbeesten.

De hoofdmoot van het weekendprogramma is onder meer een performance door de in Nederland wonende Amerikaans componist en muzikant David Dramm en freelance danser en kunstenaar Michael Jahoda, op de openingsavond. Ook vindt dan de onthulling plaats van een licht- en geluidsinstallatie, van de hand van Jorg Schellekens en Beukman, en is er een materialenexpositie door kunstenaars Eden Latham (winnaar Piket Kunstprijs 2018) en Thijs Ebbe Fokkens.

Theaterliefhebbers kunnen hun hart ophalen, nog voordat het nieuwe theaterseizoen met het Uitfestival Den Haag in het weekeinde van 6, 7 en 8 september officieel een aanvang heeft genomen. Bureau Dégradé voert in ‘DNALYSATNAF 2.0’ namelijk met ‘Naar de hemel wijzen’ de reprise op van een voorstelling die het in maart van dit jaar in première bracht. Het is een gloeiende tekst van toneelauteur Jibbe Willems (o.a. ‘De vrekkin’ en ‘La Superba’), met David Geysen, oud-acteur van Toneelgroep De Appel, in een sterke monoloog en een prima geluidsdecor van Beukman en dito toneelbeeld van Denis Oudendijk (Refunc). Een bloedrood gekleurd theatraal epistel over de duivel. Het is een verbeelding van de engel Lucifer, tijdens zijn satanische verwording tot duivels personage. Om de orde in de wereld te herstellen en zijn vader te straffen gaat Lucifer naar Eden. Straffen voor het uitdelen van een ziel aan het misbaksel dat hij mens noemt. U wordt dus uitgenodigd voor een plaatsje in paradijs én hel. Typisch Dégradé. Geysen declameert: ‘Het geboorte worden van de mensenmade heeft mij altijd boeiteloos gemaat. Dat de eerste wereldlijke daad met bloedvergiet en scheurbuik gaat gepaard is voor mij een spiegelaf van de menselijke aard.’ Het zijn de duivelse openingswoorden van een demonische tekst, een monoloog op rijm en in verzen geschreven. “En dat loopt op deze manier zo’n dertig pagina’s door,” zegt Geysen met een licht sardonisch lachje. “Daar moet ik wel weer even op zweten.”

Ondertussen is Dégradé alweer bezig met een volgende project. In december gaat het eerste deel van hun drieluik rond Alighieri Dante van start. Tijdens ‘DNALYSATNAF 2.0’ geeft toneelschrijver Yannick Dangré alvast een tekstlezing. Tussen de kippen, in de moestuin. “Dat geeft aan hoe wij in deze loods verder willen,” onthult Geysen. “We willen kunst en natuur dichter bij elkaar brengen. Noem ons maar cultureel stadsboeren in ontwikkeling.” “En we willen heel Den Haag gaan bestrijken,” ontvouwt Beukman. “Al fungeert deze editie ook als een open dag voor de wijk van waaruit we werken.”

Bureau Dégradé, ‘DNALYSATNAF 2.0’, vrijdag 30 augustus 2019, 19.00-22.00 uur; zaterdag 31 augustus 2019 en zondag 1 september 2019, 12.00-22.00 uur. Meer informatie: http://www.degrade.nl.

Advertentie

‘Niet versleten te krijgen’

Piet van der Pas & Peter Dejong bespelen Belcampo

Piet van der Pas maakte vorig jaar samen met jeugdvriend en beeldend kunstenaar Peter Dejong de voorstelling Ik zat er al, ik was al ingestapt waarin zij vijf verhalen van Belcampo (1902-1990) aaneenregen. Hun voorstelling wordt komende week opnieuw opgevoerd tegen de niet te versmaden achtergrond van de cultureel-culinaire strandtent De Fuut.

In de verhalen van Belcampo wordt het gewone ongewoon en het ongewone gewoon. Zijn oeuvre is in de Nederlandse literatuurgeschiedenis volstrekt uniek. Hij volgde niemand na en heeft hier geen navolgers. Belcampo vormt in zijn eentje aldus een aparte literaire stroming in ons land ‘maar heeft desondanks nooit een volwaardig plaats in de literatuurgeschiedenis toebedeeld gekregen,’ meent Van der Pas. ‘Door zijn ongebreidelde fantasie; doordat hij soms misschien wat te lollig was, en niet serieus genoeg.’

Belcampo weet een bizarre en fantastische wereld steeds zo voor te stellen alsof ze de meest vanzelfsprekende is. ‘Hij is een meester in het doorredeneren,’ weet Van der Pas (66). Neem ‘Bekentenis’. Daarin staat een man die de trein in stapt en ziet daar opeens zichzelf in de coupé zitten. Hij wás al ingestapt. Ze maken kennis en besluiten met elkaar te ruilen. In Het Circus moet een arts een zwangere reuzin, door beeldend kunstenaar Peter Dejong verbeeld als een machtig heuvellandschap waarin het makkelijk verdwalen is, verlossen van een kind groter dan hijzelf. In Uit het dagboek van een arts hakt een man per ongeluk zijn eigen vinger af – en eet die in arren moede dan maar op. Maar waar eindigt dat? En in De Driesprong heeft een koning last van wonderlijke dromen. Hij besluit al het (ver)wonderlijke te verbieden. Op sprookjes vertellen zette hij de doodstraf, kunstenaars ontnam hij het  uitingsrecht. Al wat fantastisch is stelt hij gelijk met slecht. Als zijn volk in opstand komt en hem onthoofdt wil het hem wel behouden: als staatshoofd.’

‘Niet versleten te krijgen,’ zo betitelt acteur Piet van der Pas de bizarre, magisch-realistische verhalen van Belcampo. ‘Er zijn van die dingen die je je hele leven met je meedraagt, bepaalde liedjes of schrijvers bijvoorbeeld. Bij mij gaat Belcampo al het hele leven mee.’

Hij ontdekte Belcampo in zijn jeugd, ‘doordat ik afgeschreven boeken van de bibliotheek kocht.’ Wat jaartjes later werd hij gegrepen door de televisievertelling, op oudejaarsavond 1975 van zijn verhaal Het Grote Gebeuren, ‘een apocalyptisch verhaal over de dag des oordeels.’ Ook koestert Van der Pas een solovoorstelling die hij rond 1972 in het theater zag van ditzelfde werk, door de Haagse actrice Nel Oosthout.

Van der Pas en Dejong maakten in hun jonge jaren al eens samen een voorstelling rond Toon Tellegen. Met Ik zat er al, ik was al ingestapt vervolgen ze min of meer hun weg van toen. ‘Peter heeft een setting ontworpen waarin niets pure decoratie is, niets is er loos,’ vertelt hij over het beeldconcept bij de voorstelling. ‘Natuurlijk moet je de verhalen bewerken voor theatergebruik, maar ik wil wel heel graag de redeneringen en de taal van Belcampo intact houden en die taal goed laten uitkomen,’ vertelt hij.

Uit het niets declameert hij en passant en uit het hoofd de beginregels van Bekentenis: ‘Ik moest met de trein naar Amsterdam. Juist op tijd kwam de zware metalen reeks voor het stationnetje van mijn geboorteplaats tot stilstand. Het stadje is zo klein, dat het geknars van de remmen door alle inwoners gehoord werd.’

‘Eb en Vloed’
Van der Pas, ook bekend als stemacteur en van ‘De Club van Sinterklaas’, is welgeteld een dag later met Eb en Vloed opnieuw een van de gewaardeerde strandgasten bij De Fuut, maar weet zich dan omringd door Diana van der Bent en Paul den Bakker. ‘Diana en Paul zingen liedjes uit het American Songbook en van Michel Legrand en Kate Bush tot Stephen Sondheim. Ik vertel verhalen en declameer gedichten van onder meer Gerard Reve, Kurt Tucholsky en Ingmar Heytze. Een snoepjestrommel,’ zegt Van der Pas.

Dat de huidige eigenaar van De Fuut er straks het bijltje bij neergooit ziet hij met lede ogen aan. ‘Jammer dat Leo van der Vegt stopt, want het is er nu een paradijsje. We moeten maar afwachten wat de volgende eigenaar er van gaat maken.’

Van der Pas & Dejong, ‘Ik zat er al, ik was al ingestapt’, van woensdag 21 t/m vrijdag 23 augustus 2019, 18.30 uur (inclusief diner). Van der Pas, Van der Bent en Den Bakker, ‘Eb en Vloed’, zaterdag 24 en zondag 25 augustus 2019, 11.00 uur. Meer informatie: http://www.defuut.nl/agenda

Openluchtlachen

Tweede jaargang Summer of Laugh

“Is ook zo”, bevestigt Frank Heijman, programmeur van de theatercombinatie Diligentia-PePijn de suggestie dat vele cabaretiers, liedjes- en lachmakers dezer dagen vast ergens in de contreien van zomers Marbella, op Tenerife of Ibiza vertoeven, al dan niet werkend. “Daarom pols ik al in de loop van het seizoen de medewerking. Net zoals voor het programma ‘Start-Up Comedy’, ons maandelijkse lachontbijt op de vroege maandagochtend. Je moet wat goodwill bij ze opbouwen.”

Het is hem gelukt. Met deze tweede aflevering van bij elkaar drie avonden van inmiddels de tweede jaargang van ‘Summer of Laugh’ in het Zuiderparktheater kan hij met recht trots zijn: Rayen Panday, Alex Ploeg, Nabil Aoulad Ayad, De Règahs én Martijn Kardol maken deel uit van de line-up. De omlijsting van de koks van Parkoers en de Haagse Pica DJ zorgen voor een totaalavondje uit. Regen of geen regen. “Vorig jaar is dat bijna gelukt,” vertelt Heijman. “Tijdens het optreden van Yentl & de Boer ging het gieten. Maar dat liep uit op een epische avond, zorgde juist voor grote onderlinge verbondenheid met het publiek die naast de comédiennes op het betonnen podium van het Zuiderparktheater kwamen schuilen.

Programma
In 2008 kreeg Rayen Panday (1983) de persoonlijkheidsprijs van het Groninger Studenten Cabaret Festival, sinds 2016 is hij bij de Comedytrain, en nog recentelijk was hij te gast in het tv-programma ‘De tafel van taal’. Met Soundos El Ahmadi en Martijn Koning zat hij in de Netflix-special ‘Comedians of the World’. Heijman: “Zijn loopbaan vertoont een bijzondere curve, want van rechtenstudent tot comedian. Maar dat niet alleen: Sinds zijn debuut in Den Haag bij PePijn is hij doorgegroeid naar de Koninklijke Schouwburg.” Panday weet bijkans iedereen aan het schuddebuiken te krijgen. “Hij weet goeie grappen in sterke verhalen te vatten, soms verpakt in erg geestige typetjes. En hij is erg muzikaal. Hij doet in ‘Summer of Laugh’ fragmenten uit ‘Fenomeen’, zijn vierde programma, waarmee hij tot eind mei door het land toerde.”

Cabaretier Alex Ploeg (1985) werd eerder dit jaar genomineerd voor een ‘Neerlands Hoop’. Hij scoorde met ‘Klikbeet’ als met zijn debuutvoorstelling ‘Ultimatum’. De winnaar van de Publieksprijs van Cameretten 2016 is lid van Comedytrain, speler bij ‘De Grote Improvisatieshow’, leverancier voor meerdere tv- en radioprogramma’s waaronder ‘Dit Was Het Nieuws’ (RTL4), ‘COJONES’ (VARA) en ‘Foute Vrienden’ (RTL5), en soms is hij ook striptekenaar. Hij is explosief en schuwt het rafelrandje niet. “Ik hoop erg dat hij zijn gitaar meeneemt,” zegt Heijman, “want hij heeft ook erg spitsvondige liedjes.”

Nabil Aoulad Ayad (1984) wordt door Heijman betiteld als een ‘energiek entertainer’. Hij werd in 2006 uitgeroepen tot Nederlands kampioen ‘human beatbox’. In ‘De Wereld Draait Door’ liet hij Alexander Pechtold beatboxen. “Hij vreet de microfoon op en kan artiesten perfect imiteren, zoals Sean Paul. Hij is een snelle jongen die het publiek om zijn vinger weet te winden. Hij is op eigen kracht groot geworden, aan de bekende festivals heeft hij nooit deelgenomen. Als er straks een piano op het podium staat, zou ik hem het liefst op dat instrument horen.”

Martijn Kardol (1989) won ‘Groningen’ en ‘Leiden’ in een en hetzelfde jaar. “Dat wordt als niet zo verstandig gezien in cabaretland,” merkt Heijmans op. “Het is beter om de aandacht van publiek, pers en programmeurs langere tijd vast te houden.” Kardol is dit jaar eveneens genomineerd voor een Neerlands Hoop, de jaarlijkse belofteprijs in cabaretland. “Hij is een cabaretier pur sang, de anderen zijn veeleer als comedians te beschouwen.”

Als uitsmijter staan De Règâhs op de rol.”Het is fijn om ze erbij te hebben. Altijd feest, vol humor en ze hebben een brede achterban in Den Haag. Een fenomeen.”

“We nemen het Zuiderparktheater compleet over,” zegt Heijmans. “We kleden het Zuiderparktheater zomers aan. Een compleet avondje uit in eigen stad. En wat is er dan mooier dan in de zomermaanden onder een strakke sterrenhemel de dag met een lach te kunnen besluiten,” vraagt hij zich retorisch af.”Je komt naar de ‘Summer of Laugh’ om er te lachen, vermaakt te worden en nieuwe artiesten te zien.”

Een optreden in een openluchttheater: voor de meeste comedians en cabaretiers is dat een novum. “Je ziet er vaak toneel of muziek, maar cabaret is buiten de ‘big shots’ tamelijk ongebruikelijk,” weet Heijman. “Alleen daarom al is dit belangrijk om te doen. Maar ook vinden wij het belangrijk om gedurende het gehele seizoen ons publiek te kunnen bedienen.”

‘Summer of Laugh’, Diligentia/Zuiderparktheater, zaterdag 10 augustus. Met Rayen Panday, Alex Ploeg, Nabil Aoulad Ayad, De Règahs en Martijn Kardol. Meer informatie: http://www.diligentia-pepijn.nl.

Het takje buigen als het nog jong is

Koninklijk Conservatorium presenteert Eindvoorstellingen en Jong Zomerfestival

Het Koninklijk Conservatorium is internationaal ‘top’ en zet vol overtuiging koers naar de toekomst. Met het oog op het in aanbouw zijnde OCC aan het Spui klinkt dat als muziek in oren en ogen. Van ‘klassieke dans’ tot wat ‘modern’ heet, en van jazz en strijkersklas tot elektronisch.

“Mijn leraar op de amateurschool had me gezegd dat dit misschien wel iets voor mij was. Maar eigenlijk ging ik alleen voor de lol eens een kijkje nemen.” Hester Seelen (18) vertelt hoe ze op haar twaalfde, na het doen van de nodige audities, van start mocht gaan op het Koninklijk Conservatorium. “Ik weet nog goed dat ik hier werd aangenomen,” zegt de student aan de Dansvakopleiding van het Koninklijk Conservatorium (KC). Ze herinnert zich: “Ik voelde me toen heel bijzonder.”

Eerst moest ze op niveau zien te komen, vertelt ze over haar toenmalige, onwennige en allereerste passen van alweer zes jaar geleden bij het internationaal vermaarde dansinstituut ‘want de meesten beginnen jonger’. Komende week schittert ze tussen andere toekomstige collega-toppers in drie stukken: de beroemde pas de six uit het klassieke ‘Don Quichot’ van Marius Petipa, in de moderne choreografie ‘I’ve been kissed’ van Maurice Causey en een groepsbreed werk van KC-docente Katarina Wester. Dat zijn er momenteel 105, in leeftijd zich bewegend ergens tussen 10 en 20 jaar. Een veelzijdig programma onder begeleiding van live muziek, en een staalkaart van de opleiding, met klassiek ballet, modern, flamenco, caractère en (nieuw) repertoire van internationale choreografen. Vrijdag gaat het van start. “We willen met dit programma de breedte van onze opleiding laten zien,” zegt Jan Linkens, directeur van de Dansvakopleiding van het KC, over de jaarlijkse serie ‘Eindvoorstellingen’. Met die presentatie wordt het lopende schooljaar afgesloten in de inpandige Kees van Baarenzaal. “Van deze programma’s doen we er verschillende in ieder schooljaar. Ze vormen zijn de basis voor een bestaan als professioneel danser. Ze krijgen geen beoordeling. Het zijn geen examens. Maar wel is het belangrijk dat ze controle over hun spieren oefenen. In de klas kan alles lukken, maar dat moet ook ten overstaan van een volle zaal, voor publiek.”

“Waar ik nog in moet investeren, ” zegt Hester Seelen, “is om sneller over mijn onzekerheid heen te stappen. In het begin was ik weleens bang, nu niet meer zo. Techniek? Da’s altijd een punt, daar moet je aan blijven werken en schaven. Maar voor mij gaat het meer om het tonen van durf en expressie.”

Volgend jaar hoopt ze stage te kunnen lopen bij Nederlands Dans Theater, dat een samenwerkingsverband heeft met het KC. “Dat zal nog niet meevallen,” denkt ze, “want concurrentie ligt moordend op de loer. Een plaatsje bij, bijvoorbeeld, Scapino Ballet Rotterdam zou ook al geweldig zijn.”

Jong KC Zomerfestival
“Ons Zomerfestival is het slotstuk van ons afdelingsjaar, al onze leerlingen doen eraan mee,” vertelt Thomas Herrmann, hoofd ‘Jong KC Muziek’ aan het KC. Op de School voor Jong Talent van het KC wordt het schooljaar vanouds afgesloten met het ‘Jong KC Zomerfestival’ in de Arnold Schönbergzaal van het KC: een intensieve projectweek die maandag van start gaat en koorzang, kamermuziek, workshops en concerten verbindt. “We willen ze uit hun comfortzone halen, door ze verplicht te laten zingen of bijvoorbeeld een cursus djembé of aikido te laten volgen,” vertelt hij.

Vrijdag 19 juli is het hoogtepunt van de reeks KC Zomerfestival-concerten als voor een marathonavond achtereenvolgens liefst 23 ensembles uit eigen gelederen aantreden. Maar ook in de dagen ervoor zijn er tal van concerten, bijvoorbeeld van het Atheneum Kamerorkest (AKO) en van de AKO-Junior Strijkersklas, met leerlingen in de basisschoolleeftijd. Belangrijk is ook de Compositieprijs voor jonge componisten die hebben deelgenomen aan het jaarlijks compositiefestijn van het Nederlands Blazers Ensemble. Herrmann: “De winnaars daarvan maken een compositie voor het New European Ensemble uit Den Haag. Deze nieuwe composities worden dinsdag uitgevoerd.” Ook niet te missen: het bijzondere en gevarieerde concert, donderdag 18 juli, door het Atheneum Blazers Consort en Jong KC Jazz.

Koninklijk Conservatorium, ‘Eindvoorstellingen’ en ‘Jong KC Zomerfestival’, vrijdag 12 t/m vrijdag 19 juli 2019. Meer informatie: www.koncon.nl.

De Parade bespeelt alle zintuigen

Rondreizend festival  is er ook in 2019 voor iedereen, en ook voor kids

De Parade strijkt wederom neer in Den Haag. Met veel theater van Haagse makelij op het programma en met voorstellingen voor jong en oud. Het Westbroekpark is tien dagen waarlijk een epicentrum.

In de late middeleeuwen werd alhier theater gespeeld in de kerk, en wegens succes later op het (kerk)plein. Voorstellingen vonden plaats op podia en op wagens. Duivels maakten veel kabaal en slingerden vuur en rook in het rond, engelen vlogen door de lucht en er was muziek. Het publiek genoot van dat kunst- en vliegwerk. Het werd een kermis, vaak ter gelegenheid van een kerkelijk feest of een betekenisvolle plaatselijke gebeurtenis: het concept ‘festival’ was geboren, al vierden de oude Grieken theaterfeesten al ver voor het begin van onze jaartelling.

Anno nu is het reizende theatergezelschap van de Parade een voortzetting van dat antieke idee, zij het dat in vergelijking met toen nu de vondst van elektriciteit is toegevoegd. Voor het overige is de Parade bijna een tijdmachine. De vermakelijke karavaan van Vreemdelingenverkeer en sjofele theatertenten plus bijbehorend Paradevolkje van kunstenaars en theatermakers meandert zich jaar op jaar door Randstedelijk Nederland, van Rotterdam via Den Haag naar Utrecht en Amsterdam.  De formule: korte, dertig à veertig minuten durende theaterachtige voorstellingen omlijst door horecavoorzieningen.

Bekende namen en onbekend talent wisselen elkaar beurtelings af, en er zijn tal van gelegenheidscollectiefjes – en zo heeft de Parade zich het voorbije decennium opgeworpen als broedplaats op het gebied van theater en muziek.

Op de Haagse Parade zijn de meer bekende namen dit jaar: Vrijdag & Sandifort, Ellen ten Damme en begeleidingsband, het Rosa Ensemble presenteert Hans Dagelet als dwarse muzikant Captain Beefheart, en vaste waarde op de Parade, Toneelgroep Oostpool, gaat op de romantische toer met ‘Alles wat liefde is’. Een lustopwekkende ‘romcom’ aan de hand van beroemde filmscènes die door drie schmierende acteurs met veel gevoel voor pastiche worden nagespeeld. In vogelvlucht komen  liefdesopvattingen voorbij. Is liefde vooral lijden, een vorm van opofferen, van vgriendschap, van sex? Of nog anders? Oostpool maakt er een blockbuster van.

Een kleinood diametraal daartegenover is ‘Slumberland’ van Stan Vreeken & Jorn Heijdenrijk en hun Tijdelijke Samenscholing. Het is een prachtige, droefgeestige verzameling van prachtige wiegeliedje die richting sluimerland gaan. Barbapapa, de Vergetelheid en de Dood ontpoppen zich als onvermoede insluipers.

Ook zijn  er nieuwsgierigmakende voorstellingen van onder meer Young Gangsters i.s.m. DOX, Club Guy & Roni dat een adrenaline-rush belooft, en Servaes Nelissen speelt een hilarisch deel uit zijn voortreffelijke theatervoorstelling ‘Beefteefjes’,

Haagse makers
Vanouds spreekt Den Haag een woordje mee als stad van makers. Zo is Zaal 4 een voortzetting van Zaal 3, buurttheater en plek voor talentontwikkeling – dat op zichzelf dan weer deel uitmaakt van Het Nationale Theater. Dit jaar biedt Zaal 4 wederom plaats aan De Poezieboys. Het duo Jos Nargy en Joep Hendrikx maakt voor kinderen een ‘Bonte Aevond’ (6+) en voor volwassenen is er de Paradeversie van ‘Selfkicker’. Het is een ode aan en terugblik op de tijd(geest) van Johnny van Doorn, alias Johnny The Selfkicker. Verder biedt Zaal 4 speeltijd aan nieuwelingen Anna Luka da Silva & Nora Ramakers met ‘Songs in languages I don’t understand’. Daarin neemt paradijsvogel van het zuidelijk halfrond Pri Pri je mee in wat ‘een hypnotiserende trip naar een parallel universum’ heet.

Ook Lonneke van Leth is weer van de partij. Haar ‘Olympische Spelshow’ (4+) was eerder dit jaar in de theaterzaal een vlotte en aansprekende voorstelling over beweging en voeding. De Haagse choreografe heeft met vier dansers die door een quizmaster aan het werk worden gezet, een humoristische dansvoorstelling gemaakt voor jong en oud. Nu dus in de setting van een van de theatertenten op de Parade.

De Haagse cabaretier Tom Lash timmert flink aan de weg. Zo schuift hij regelmatig als columnist aan in ‘De Nieuws BV’ op NPO Radio 1. In het Parade-programma ‘De Columnisten van Catan’
komen Zwarte Piet, klimaat, vluchtelingen en Thierry Baudet op de proppen in een poging onze meningenmaatschappij gevat onder loep te nemen. Voor het maken van deze voorstelling werkte hij samen met schrijver en collega-columnist Ronald Giphart.

Ten slotte is de band rond Nik van de Berg, Niko, die twee avondjes te gast is met de herkenbare, ruwe klanken van het viertal, als onderdeel van een brede muziekprogrammering op de Parade.

Natuurlijk en vanouds is de afdeling spijzen en dranken goed vertegenwoordigd op de Parade. Van driegangenmenu tot flammkuchen, er is een taco- en burritobar, Aziatische eten, het poffertjespaleis van Au Gwen Marie is weer present. Ook is er een Appelfiets waar het appelmeisje speciaal voor jou het lekkerste appeltje van de wereld schilt. Aan duurzaamheid is gedacht: van bio-industrievrij eten en drinken, borden van porselein, echt bestel en herbruikbare glazen. Afval wordt apart ingezameld. Voor iedere petfles biologische huiswijn belooft de Parade een boom te planten. Er zijn watertappunten ingericht. Daar kunnen de Middeleeuwers nog een puntje aan zuigen. De Parade is nu een geheel zelfvoorzienend dorpje, zo roept de organisatie trots.

Winstwaarschuwing: Kijk de programmagids goed na, want de meeste programma-onderdelen zijn slechts tijdelijk te zien!

 

De piano als rots in de branding

Festival Dag in de Branding #52

Voor de 52e editie werpt muziekfestival Dag in de Branding zich bijna letterlijk met de voeten in – of dan toch aan zee. Met een performance bij strandtent De Fuut neemt Saskia Lankhoorn (1979) afscheid als curator van het festival. Zij gaat met piano’s en al de branding in en zal omringd door de golven een recital geven. Alle componisten die de afgelopen twee jaar bij het festival waren betrokken heeft ze gevraagd een kleine schets te schrijven. Op het dagprogramma staat ook een concert in en op het machtige landart-object ‘Hemels Gewelf’ van James Turrell in Kijkduin. In en op deze ‘kom in de duinen’ tekent de Oekraïense Anna Korsun voor haar niet eerder uitgevoerde compositie Sirene, uit 2014. Zangers zullen te midden van bezoekers ritselen, fluisteren en zingen en zijn uitgerust met een ‘sourdine’, een buis van karton of plastic die het stemgeluid dempt. Voorts zorgt Oekraïener Maxim Shalygin voor een première met Todos los fuegos el fuego. Lankhoorn: “Ik heb Korsun als Shaligyn gekozen vanwege hun zeer eigen en zeer uiteenlopende manier van componeren. Zij zijn beiden op zoek naar nieuwe klanken en betoverende werelden.”

Shalygin bereikte in Den Haag al een breed publiek met zijn zeer luisterbare composities. Zo schreef hij onder meer muziek voor de dansvoorstellingen ‘Uneven’ en ‘De zaak-Carmen’ van Lonneke van Leth. De in Den Haag wonende en alhier afgestudeerde Shalygin nodigt met zijn muziek graag uit tot een spirituele beleving, die hij opwekt door vaak minimalistische en microtonale klanken. Hij neemt voor zijn nieuwe werk de gelijknamige verhalenbundel van de Argentijnse schrijver Julio Cortázar ter hand als inspiratiebron. “Voor mij vormt ‘Todos los fuegos el fuego’ (‘Alle branden de brand’) een schakel tussen muziek en literatuur,” vertelt Shalygin. Het Arabische cijfer acht speelt een hoofdrol in zijn nieuwe muzikale cyclus. Zo wordt zijn suite gespeeld door een saxofoon-octet en omvat de suite acht delen, precies zoveel als er verhalen in het boek zitten – én lettergrepen in de titel. De korte magisch-realistische, soms ronduit raadselachtige toon van diens deraillerende verhalen lokken bij Shalygin een ​​unieke atmosfeer uit. “Al is het helaas niet gelukt om ieder verhaal exact in muziek te vertalen,” vertelt Shalygin.

De saxofoon is gekozen omdat de Argentijn veel passie voor jazzmuziek aan de dag legde. “Bovendien is de saxofoon bij vele mystieke momenten in muziek en literatuur betrokken en, last but not least: cinema – een fascinatie die ik ook met Cortázar deel.” Shalygins nieuwe werk wordt gespeeld in de foyer van het Zuiderstrandtheater en moet een gebeurtenis worden “die de luisteraar gedurende één uur onderdompelt in een mystieke act die de verbeelding prikkelt en de deur naar onbekende emotionele dimensies opent.” De compositie wordt uitgevoerd door twee voor deze gelegenheid samen te voegen gerenommeerde kwartetten op dit vlak, het Amstel Quartet en het Keuris Quartet.

Met deze aflevering sluit curator Saskia Lankhoorn de gebruikelijke ‘ambtstermijn’ van twee jaar af, de periode die een nieuwe jonge maker de kans krijgt om zijn of haar stempel te drukken op de programmering van Festival Dag in de Branding. Lankhoorn: “Ik heb mij als artistiek leider gericht op het bereiken van een veelzijdig publiek. Mijn ‘Living Room Music’-serie werkt, publiek uit heel Den Haag komt in aanraking met 21e-eeuwse muziek en met al die enorm creatieve kunstenaars die de stad rijk is.” In september 2019 wordt Lankhoorn opgevolgd door de Turks-Nederlandse Meriç Artaç (1990).

Dag in de Branding 52, zaterdag 29 juni 2019, verschillende locaties en programmaonderdelen. Meer informatie: http://www.dagindebranding.nl.