Beeldende kunst in Den Haag
Het Meerjarenbeleidsplan 2021-2024 (‘Kunstenplan’) werpt zijn schaduw vooruit. Eind april ontvouwt een Adviescommissie haar visie op de inrichting van het toekomstige kunstenleven in de stad. Den Haag Centraal kijkt in de glazen bol, deze week met Benno Tempel, directeur van Kunstmuseum Den Haag en Heske ten Cate, artistiek directeur van kunstruimte Nest.
Komt het Museumkwartier er? En wat gebeurt er met de voormalige Amerikaanse ambassade: komt daar het Escher Museum of beschikt ‘kunstruimte’ West ook over goede papieren? In de beeldende kunst in Den Haag liggen wat eindjes los.
Anderhalf jaar geleden verhuisde Heske ten Cate. Van Amsterdamse werd ze opeens Haagse: “Het is oprecht de boeiendste kunststad van Nederland.” Benno Tempel: “Den Haag beschikt over een keten: jonge kunstenaars worden opgeleid aan de Kunstacademie in de stad, er is hier volop atelierruimte, er zijn broedplaatsen en spannende plekken om te exposeren. Er zijn hier vele smaken. In deze stad zwaait de abstracte naar de figuratieve kunstenaar. Het Kunstmuseum speelt in daarin een eigen rol.”
Heske: “In Den Haag zijn de huurprijzen voor ateliers laag, voor individuele kunstenaars is er een goede omgeving. Dat klimaat moeten we beschermen. Eenmaal weg, is het moeilijk terug te krijgen. Maar ik merk dat Den Haag niet weet hoe goed het klimaat voor makers is, zelfs het stadsbestuur niet.”
“We gaan niet iedere vier jaar opnieuw het wiel uitvinden, echt niet,” werpt Tempel op, “want als Kunstmuseum zijn we goeddeels een collectie – en die wordt niet opeens slechter. Het zou raar zijn als de Adviescommissie gaat zeggen: dit museum is niet goed. Hooguit is het beleid dan niet goed – en tja, dan moet ik weg. Wij blijven een internationaal gevarieerd programma aanbieden, zoals altijd. Voor vele kunstliefhebbers uit Nederland en het buitenland zijn wij een venster op de wereld.”
Nest houdt er geen collectie op na. Heske: “Nest reageert met haar tentoonstellingen op de tijdgeest en tijdverschijnselen; bewegingen die de samenleving veranderen. Wat ik echt mis in de stad, nota bene in het epicentrum van de macht en politiek, is ruimte voor debat. Er is hier weinig discussie tussen politiek, wetenschap, kunst en burgers. Wat betekent het aftreden van de burgemeester voor de kunstsector in deze stad? We werpen ons op om het debat aan te gaan, de stad heeft behoefte aan meerstemmigheid. Daarmee wil ik het belang benadrukken van meer vrijplaatsen voor transgressie, het vieren van vrijheid en zelfexpressie. Den Haag zou hierin kunnen uitblinken vanwege de lange geschiedenis van verschillende leefgemeenschappen en communities, maar doet dit niet genoeg. ”
Hangijzer in de sector is de voorgenomen verhuizing van Escher in het Paleis naar de voormalige ambassade. Maar presentatie-instelling West heeft daar sinds een jaar haar intrek genomen. “Zij zit daar tijdelijk, zoals zij continu hoppen door de stad, nomadisch, en nooit erg geworteld op een vaste plek,” legt Tempel uit. “West zit er antikraak. Binnenkort gaat het voorstel voor de overgang van Escher in het Paleis naar de voormalige ambassade officieel naar het college van B&W. Dan moet er een klap op komen.”
Het ‘Museumkwartier’, komt dat nog van de grond?
Benno: “Praten daarover heeft geen zin zolang daar niets aan het wortelen is. Er is daar nu nog geen synergie, geen samenhang. Maar ik heb daar wel een uitgewerkte visie op, en ik denk dat Escher de sleutel is. Als de verhuizing niet doorgaat en als je als stad dan toch blijft schermen met de titel ‘Museumkwartier’, dan maak je jezelf belachelijk. Maar áls het lukt met Escher, dan moet je er wél voor zorgen dat hedendaagse kunst daar nadrukkelijk aanwezig is. Pas dan ontstaat er echt een Museumkwartier.”
Heske: “Van bezoekers buiten Den Haag hoor ik vaak dat ze hier de weg niet vinden. Ik heb Den Haag altijd graag bezocht omdat er zoveel gaande is. Maar je moet er wel werkelijk de hele stad voor door, het is hier erg versnipperd. Concentratie kan belangrijk zijn voor de stad, net als afstemming van openingstijden en een avondopenstelling. De huidige plannen voor het Museumkwartier doen mij truttig aan, alleen bedoeld voor een publiek dat allang bediend wórdt. Daar heb ik vraagtekens bij. Bovendien zouden instellingen zoals Nest een kans verdienen om te groeien. De gemeente moet durven uit te breken op dat vlak.”
Eerlijker loon
Volgens Benno Tempel worden maatschappelijke problemen aldoor over de schutting van kunstinstellingen geworpen. “’Fair pay’, eerlijk betalen, is daar een pijnlijk voorbeeld van. Je verwacht dat de politiek de regels die zij zelf opstelt, mogelijk maakt. Boter bij de vis. Ons personeel loopt in een CAO mee. Voor ons is ‘fair pay’ wel op te lossen. Maar voor anderen moet er echt geld bij.”
Bij Nest zijn grote stappen gezet om ‘fair practice’ te zijn, zegt Heske. “Alleen de secundaire voorwaarden zijn slecht. Binnen een klein team is ziekte of zwangerschap moeilijk op te vangen. Om iedereen en alles eerlijk te vergoeden moet je hardlopen en een lange adem hebben: in de 2 ½ jaar dat ik bij Nest ben, hebben we 82 keer projectsubsidie aangevraagd. Dat geeft een beeld van wat wij moeten doen om ‘fair pay’ te worden. Ik zie het verdrietige scenario ontvouwen dat straks nieuwe, jonge, kleine instellingen omvallen.”
Benno: “Wat je iedere vier jaar weer ziet is dat er meer geld gevraagd wordt, dat is traditie.”
Heske: “Het is naïef om te denken dat de humuslaag voor kunst en cultuur van de stad níet in gevaar is, dat wijst het verleden uit. Daar kan ik wakker van liggen. Stel: je krijgt niet wat je hebt aangevraagd, wat moet er dan als eerste uit? Expositie, personeel, activiteit? Dát is waar ik mee rondloop. Ik leef met drie vervolgscenario’s in mijn hoofd.”
Benno: “De grootste bezuiniging op kunst en cultuur van 2013 vond plaats in Den Haag. Die is nog steeds voelbaar. Bij ons werd een miljoen weggehaald en voelen dat nog elk jaar. In Den Haag zijn er instellingen die ondertussen wortel geschoten hebben, daar ga je niet hopelijk niet de hakbijl in zetten. Als je Nest de nek om zou draaien dan breng je echt iets om zeep.”
kader:
Nest is een zogeheten ‘kunstruimte’, een benaming voor instellingen in de beeldende kunst zonder vaste collectie. Nest staat dichtbij de kunstenaars en bevordert hun loopbaan en makerschap. De vaste presentatieruimte van Nest is broedplaats DCR aan het De Constant Rebecqueplein. Nest programmeert ook regelmatig buitenshuis, onder meer in de nabijgelegen Elektriciteitsfabriek.
Kunstmuseum Den Haag (voorheen: Gemeentemuseum) bezit een toonaangevende collectie moderne en hedendaagse beeldende kunst, mode en toegepaste kunst. Met 160.000 kunstwerken is het een van Europa’s grootste kunstmusea. Het museum programmeert ook het naastgelegen GEM en Fotomuseum Den Haag.
kader:
De beeldende kunst in Den Haag is (inter)nationaal geliefd want gezegend met musea als Mauritshuis, Kunstmuseum Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Escher in het Paleis tot Beelden aan Zee, Galerij Prins Willem V, Bredius en, eventjes verderop, Voorlinden.
Vernieuwing en ontwikkeling van jong talent komt uit de hoek van met name de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Presentatie-instellingen als Nest, West, 1646, Stroom Den Haag, en talloze bruisende broedplaatsen zorgen voor een fijnmazige infrastructuur. Zo werd de Volkskrant Beeldende Kunstprijs voor jong talent in de beeldende kunst, de afgelopen jaren gewonnen door kunstenaars die werden opgeleid en/of woonachtig in Den Haag.
Ook festivals, platforms en evenementen zoals TodaysArt, The Hague Contemporary, Art The Hague, de Electriciteitsfabriek en Hoogtij zijn elementair, net als de kunstuitleen van Heden en de aanwezigheid van talloze galeries.
Met zo’n 400 gemeentelijke kunstwerken, gedenktekens en monumenten leeft ook kunst in de openbare ruimte, getuige de Beeldengalerij (veertig beelden rond de Grote Marktstraat) en beeldenopstellingen in Zuiderpark en Willemspark. De beschikbaarheid van betaalbare atelierruimte en de aanwezigheid van vele galeries zijn het toefje op de taart.
kader:
Kunstmuseum Den Haag
Vaste subsidie 2019: € 10.424.000
Projectsubsidie in 2019: € 0
Aangevraagd jaarlijks bedrag 2021-2024: € 10.809.500
Omvang organisatie (fte): 126,8 (vast en tijdelijk contract) (cijfer 2018)
Aantal bezoekers 2019: 585.000
Activiteiten 2019: 38 tentoonstellingen (+ 4 in het buitenland)
Nest
Vaste subsidie: € 209.00 (incl. € 100.000 Mondriaanfonds)
Projectsubsidie: € 151.814
Aangevraagd jaarlijks bedrag 2021-2024 DH: € 200.000
Omvang organisatie (fte): 2,8 (vast en tijdelijk)
Aantal bezoekers 2018: 12.100 (Nest), 137.695 (elders)
Activiteiten 2019: 7 in Nest, 5 elders
NB Het interview vond plaats voor de ‘lockdown’ van de musea.