Eerste tentoonstelling Museum Beeld en Geluid Den Haag

World Press Photo 2020

Tot en met 30 augustus is World Press Photo 2020 de eerste tijdelijke tentoonstelling in het nieuwbakken museum Beeld en Geluid Den Haag.

Het ondenkbare zichtbaar maken, gevat door een koudbloedige beeldsensor, gevangen met de bits van een CCD- of CMOS-chip. Nochtans verontrustende foto’s, onvoorstelbare beelden: World Press Photo heeft er patent op. Soms lijken ze in 3D op je af te komen. Neem de foto van Ivor Pritchett. Hij brengt een Syrische jongen in beeld die namens de Syrische Democratische Strijdkrachten aan het front vocht en daar met hevige bandwonden vandaan kwam. Hij ligt nu met zijn derdegraads verbrande gelaat in het ziekenhuis, waar zijn vriendinnetje hem zojuist is komen opzoeken. Eerst durfde zij de kamer niet in, uit angst voor wat ze onder ogen moest gaan zien. Maar nu houdt ze zijn hand vast, teder, al houdt ze daarbij de blik wel strak van hem afgewend. Wat gaat er door haar, en wat door hem heen?

Bij de kijker wekt het tafereel behalve compassie ook vervreemding op omdat het beeld in fototechnische zin en de compositie ervan zo mooi is. Die tweeslachtigheid doet zich vaker voor in deze ‘foto-expo’. Zo onderga je als kijker bijna aan den lijve de vuurzee die Australië vorig jaar teisterde, ook al gaat het om een foto. De hittegloed maakt ook meteen de onmogelijke opdracht waar brandweerlieden voor moeten hebben gestaan. Of neem de foto van de Muur die Trump op een deel van de grens met Mexico liet oprichten. Je ziet een bij voorbaat onneembare vesting met rollen prikkeldraad – maar met op de voorgrond een renkoekoek die de muur van nabij lijkt te vorsen en van plan is te trotseren.    

Natuurlijk is er ook plaats en beeld voor hoop. Lee-Ann Olwage legde de pauwelijke trots van een ‘drag queen’ in lhbti-weerbarstig Zuid-Afrika vast. Daniële Volpe laat een vrouwenvergadering van de onderdrukte Ixil-stam in Guatemala zien. Gezeten in een zaaltje luisteren ze, gehuld in hun kleurrijke klederdracht, naar een toespraak met bijna collectief een Beats by Dre koptelefoon op.

In het onderdeel Digital Storytelling Contest is ook plaats ingeruimd voor video. Met stuk voor stuk indrukwekkende verhalen, waarvan mij vooral de documentaire ‘The Hour of Lynching’ trof. Daarin is te zien hoe moslims, in India een minderheid, koeien houden voor hen levensonderhoud, en dat moeten doen met gevaar voor eigen leven, want hindoe-knokploegen zijn vastberaden de Heilige Koe ten koste van alle mogelijke exploitatie te beschermen.

Categorieën
De wat gedrongen ogende opstelling omvat ruim 150 foto’s, gerangschikt naar nieuws, portretten, sport, natuur en milieu. Er zijn 44 fotografen bij betrokken uit 24 landen, bij de digital storytelling zijn dat negen makers uit acht landen. Onder hen zitten geen Nederlanders. Rode lijn in de keuze is de rol van de burger, en die vooral de jeugd neemt in het agenderen van maatschappelijke kwesties. World Press Photo sluit daarmee aan op een belangrijk thema dat het medio september officieel te openen museum wil aansnijden, dat van de burger als mediamaker.

De verplichte eenrichtingsverkeerroute in Beeld en Geluid Den Haag, zoals momenteel in ieder museum, gevoegd bij het tijdslot dat je onwillekeurig op de hielen zit, maken het niet makkelijk om ontspannen te grasduinen of even adem te halen. Slalommen, dat kan nu niet. Dat is jammer. Maar daar staat tegenover dat zoals altijd de fotoselectie van World Press Photo je brengt naar gebeurtenissen, mensen en verschijnselen waarvan je het bestaan maar nauwelijks wist. Beeld en Geluid, gevestigd in het voormalige Museum voor Communicatie, heeft hiermee uiteraard een prachttentoonstelling in huis in de aanloop naar het officiële startsein.

World Press Photo 2020, t/m 30 augustus 2020, Beeld en Geluid Den Haag, Zeestraat 82. Meer informatie: https://denhaag.beeldengeluid.nl

Advertentie

6 miljoen voor Herstelfonds cultuur

Gemeentelijke reddingsboei voor Haagse kunstinstellingen

Den Haag trekt 6 miljoen euro uit voor een Herstelfonds cultuur. “We gaan de schade opnemen,” zegt verantwoordelijk cultuurwethouder Van Asten. “En het schadebedrag wordt dan in principe vergoed.”

“De sector is hard getroffen”, legt de D66-cultuurwethouder uit. “We hebben daarom gekeken naar de schade die instellingen oplopen. Als gevolg van de COVID-19 maatregelen konden veel activiteiten geen doorgang vinden. Maar vaak zijn er voorbereidingskosten gemaakt en verplichtingen aangegaan om deze activiteiten mogelijk te maken. Nu daar geen of minder publieksinkomsten tegenover staan, leidt dat bij veel instellingen tot een aantoonbaar exploitatietekort.” De schade die daaruit voortvloeit kan nu voor een deel worden verhaald op de regeling voor het Herstelfonds.

Het doel is om het rijke aanbod aan kunst en cultuur in de stad overeind te houden. In aanmerking voor de regeling komen instellingen uit het huidige en aankomende Meerjarenbeleidsplan voor kunst en cultuur.

Dat betekent dat instellingen die uit de projectenpot van de gemeente een bijdrage hebben ontvangen vooralsnog het nakijken hebben, evenals particuliere musea als Panorama Mesdag, Beelden aan Zee en bijvoorbeeld Omniversum er geen beroep op kunnen doen. “We hebben ze wel in het vizier, maar niet in deze regeling kunnen meenemen. Maar we bekijken graag wat we samen met de al bestaande regelingen voor ze kunnen betekenen, bijvoorbeeld in samenwerking met het provinciebestuur.”

De regeling in twee tranches gaat daarbij uit van het verplicht inzetten van een deel van het eigen vermogen van de aanvragende kunstinstellingen – de zogeheten algemene reserves, voor zover die er zijn – en is per saldo een aanvulling op eerdere, gemeentelijke en landelijke regelingen waaronder de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (de NOW).

“Zes miljoen euro klinkt op het eerste oog weinig,” zegt Van Asten, “maar juist omdat er al verschillende regelingen zijn ingeroepen zijn we op dit schadebedrag uitgekomen.”

Het ingerichte Herstelfonds ten spijt kan niet alles en iedereen gered worden, weet ook Van Asten. “Het wordt sowieso voor iedereen sappelen, ook voor de gemeente die zelf flink in de eigen reserves moet duiken.”

Signalen van instellingen die op dit moment op ‘omvallen’ staan heeft Van Asten niet. “Maar met name voor kleinere instellingen komt eigenlijk iedere klap keihard aan. Daar is de kas al niet groot.”

Samen lachen is topsport

The Hague Beach Stadium meets cabaret

Lach je fit! Graag! Maar hoe dan? The Hague Beach Stadium legt zich toe op de zeldzaam vertoonde maar pre-Olympische combinatie van cultuur en sport. Ofwel: Afzien door te ‘lachuuh’.

Zijn hele leven bij elkaar heeft hij, nou, welgeteld, drie keer buikpijn van het lachen gehad. Drie keer schuddebuiken. Dus ja, of dat in een heel mensenleven nou ook echt wat qua ‘workout’ oplevert? Hij bedoelt maar te zeggen. Maar de aanwezigheid, straks, van bodybuilderbeest Hayrich Juliana, in zijn nabijheid, da’s wel even andere koek.

The Hague Beach Stadium, de Haagse buitensporttempel die in 2007 op het Scheveningse strand werd opgeworpen, heeft een serie Lach je fit ingericht op het mulle strandzand. Zondag 26 juli maakt cabaretier en erkend lachkanon Erik van Muiswinkel daar zijn opwachting.

Hij is het arenatype allerminst vreemd. Zijn meest dramatische stadionervaring? In 1995, in poptempel Rotterdams Kuip. Doodweg in slaap gesukkeld. Terwijl toch de Rolling Stones er met hun onverstoorbare decibellen ongenadig huishielden. “Verdienstelijk hè? Ik werd wakker doordat mensen vanuit de tweede ring op me neer piesten,” weet Erik van Muiswinkel zich nog als de dag van gisteren en in geuren en kleuren te herinneren van wat hij noemt een ouwelullenconcert.

Andersom, zijn hosanna-moment in een stadion, was toen hij in 2017 op de laatste thuiswedstrijd van PSV, verkleed en uitgedost als zijn alter ego, oud-voorzitter Harry van Raaij, vanuit de witgekalkte middenstip en met Van Raaij zelve in zijn kielzog, in het stadion van Lampenstad een voorproefje gaf van de musical ‘Geheimen van de Herdgang’. Die stond op stapel met het oog op het eeuwjaar van de plaatselijke voetbalploeg. Van Muiswinkel: “Met Frank Lammers en Remco Vrijdag,.”

Van Muiswinkel lacht: “Toen was ik nog het dichtst bij ‘stardom’, bij mijn ‘claim to fame’. Maar helaas werd die musical geannuleerd, eigenlijk uit puur financieel wanbeheer.” Ook voelde hij zich even ‘het mannetje’ toen in 1987 zijn evergreen ‘Kopje Koffie’ in de Kuip ten beste werd gegeven door Nol Haven van VOF De Kunst. “Ik zat in het publiek en ik kon de tekst door heel het stadion horen golven!”

Voor het overige is hij geen bijster frequent stadionbeoefenaar. “Van popconcerten in voetbalstadions houd ik niet, verder dan alleen een enkele keer naar Nederlands elftal, Ajax of PSV, en in vroeger jaren Haarlem, ga ik nooit.”

Bekend met The Hague Beach Stadium en het centrecourt van 30 x 40 meter is hij tot nu toe alleen van foto’s. Wel heeft hij ervaring opgedaan met het stadiontype: “In Utrecht heb ik opgetreden toen in 2018 op de Neude een Beach Stadium was opgericht.”

Spel
In Nederland zijn sporters en sporten altijd slecht behandeld, zo meent hij, “want alles hier is door voetbal omver geblazen. Alleen voor wielrennen is daarnaast enige belangstelling. Toch is wat bij tafeltennis-, volleybal- of pakweg schaatsenwedstrijden gebeurt, bijzonder om mee te maken.”

Al spreekt Van Muiswinkel graag over sport – hijzelf is nou niet bepaald een fanatiek sporter. “Ik bezoek de sportschool om de hoek, maar na twintig minuten hengsten moeten mijn spieren minstens een week voluit herstellen.” Hij vindt het een merkwaardig fenomeen: “In de sportschool strijd je tegen jezelf, er is geen tegenstander te bekennen. Maar sport is in de eerste plaats spel. Zoals je een tegenstander verslaat bij Mens erger je niet.”

Voor de calorierijke ‘workout’ voor de lachspieren die The Hague Beach Stadium belooft, vormt hij een gelegenheidskoppel met bodybuilder Hayrich Juliana, Curaçao’s meest fitte, in 2016 tot sterkste uitgeroepen man.

Maar, zegt Van Muiswinkel, Juliana krijgt nu een geduchte tegenstander tegenover zich “en dat ben ik. Want ik ga de boel afleiden. Ik ga vertellen wat ik voor me zie aan wat mensen aan het proberen zijn, wat ik van zijn beroep vind en hoe hij eruit ziet. En ik ga aantonen dat woorden veel sterker zijn, meer pijn doen dan spieren. Maar het moet wel comedy zijn, mensen moeten flink kunnen lachen, met Hayrich trainingsprogramma in petto. Maar wel moet iedereen echt aan de bak.”

‘Lach je fit’, The Hague Beach Stadium, met op 12 juli Howard Komproe + Errol Esajas; 19 juli Najib Amhali + Fuad Hassen;  26 juli met Erik van Muiswinkel + Hayrich Juliana; en 2 augustus met Sanne Wallis de Vries. Meer informatie: http://www.beachstadium.com

Opera als pijnstiller

HNT speelt altijd: Spoonface, met Soumaya Ahouaoui

Een ooggetuigenverslag

Een doodziek meisje met een ontwikkelingsstoornis gaat haar ziekte te lijf door haar fantasie aan te spreken. Actrice Soumaya Ahouaoui trekt met ‘Spoonface’ ook zichzelf binnenstebuiten in deze ‘werkvoorstelling’.

Haar gezichtje is zoals de bolle kant van een lepel. ‘Spoonface’, wordt ze om die reden genoemd. ‘Het bolletje rond’, zo zegt ze er, maar niet zonder humor in haar stem over. En ze heeft een bijzonder ‘hersen’. Getallen en datums, op die gebieden is ze, onvermoed, onverslaanbaar. Maar bij haar verschijnen de uitkomsten van rekenopgaven hiermee bij toverslag in kleuren die zich vanzelf aan haar openbaren. Een gave. Autistisch is ze ook, concludeert ze, zegt ze, weet ze. En hoe dat zo gekomen is weet ze ook: bij haar geboorte gaf God haar een tikje op een zachte plek.

Spoonface weet, ondanks de weinige verjaardagen die ze telt, dat ze hoe dan ook binnenkort dood gaat gaan. Maar spreekt ontwapenend over wat haar aan onheil en rampspoed overkomt in soms bijna verlicht klinkende zinnen, zonder enige dramatische ondertoon of zweem in die richting aan te wenden, en verwijt in woord noch gebaar. In feite zijn de woorden die ze kiest tedere, nuchtere beschrijvingen van wat ze ondergaat – maar de gevaren van buitenaf die haar bedreigen dan wel met een scherpe blik voor verhoudingen opgetekend. Je zou het geobjectiveerde observaties kunnen noemen.

Bij tijd en wijle zoekt ze hoop en troost als eeuwige ankers van de geest, en vindt die met name in operamuziek. De droevige dingen zijn het beste, vindt ze. Een rol als operadiva is haar wensdroom: ‘Toen het nog vroeger was – en ze de liedjes en de opera’s en die dingen schreven, toen was het nog belangrijk hoe je dood ging. Toen de zangeressen zingden en tekeer gingen (…) als zij dan helemaal trillerig en schitterend was en iedereen zijn adem inhoudde – en zij daar stond, in dat bijzondere licht, met haar tieten en van die dingen – dan moest iedereen naar haar kijken en ze moesten huilen en hun hart brak een beetje vanwege die arme vrouw – die arme arme vrouw die zo mooi dood kan gaan. En als ik later groot kon zijn dan wou ik ook zo’n droevige zangeres zijn en het doodgaan zingen, en iedereen zou klappen en voor me juichen.’

Spoonface hult zich daarbij in de gedaante van engel slash vogel – maar is toch meestal vooral zichzelf. ‘En ik zou het doodgaan zingen en zo vrij als een vogeltje naar boven naar de hemel zweven’ Vaak verstart ze, eventjes maar, op het moment dat operafragmenten haar ‘monologue intérieur’ doorsnijden.

De tekst is van Lee Hall, meer bekend van ‘Billy Elliot’. Zijn woorden komen ontegenzeggelijk aan, ook door de magnifieke taal die Jibbe Willems voor in het Nederlands heeft weten te vinden. In 2010 speelde jeugdtheatergezelschap Bonte Hond dit kleinood met David Eeles en Julia van de Graaff als ouderlijk stel van Spoonface, en Eva Zwart in de hoofdrol. De productie, onder regie van Noël Fischer, kreeg dat jaar een Zilveren Krekel voor meest indrukwekkende productie en was er voor Eva Zwart een Gouden krekel voor meest indrukwekkende podiumprestatie.

Bij Het Nationale Theater / HNTjong voert Fischer, waar ze artistiek leider is van HNTjong, opnieuw de regie over het stuk, ditmaal gespeeld door talent Soumaya Ahouaoui. Zij trad onlangs toe tot het Haagse ensemble en maakt nu haar debuut bij HNT, met een solo, en nota bene in de Koninklijke Schouwburg. De noodsprong kwam tot stand door toedoen van het onzichtbare gevaar van buitenaf: het coronavirus. Zo maakt Spoonface deel uit van de gelegenheidsserie ‘HNT speelt altijd’, waarmee het gezelschap een groot aantal kleine maar naar eigen zeggen ‘wendbare’ voorstellingen speelt.

In het tijdbestek van een luttele en niet meer dan welgeteld vijf repetitiedagen heeft Ahouaoui zich aan haar personage overgegeven. Sowieso al een waagstuk, maar in dit verband nog versterkt doordat ze speelde ten overstaan van een grote zaal met een status als die van de Koninklijke Schouwburg, waar op de avond dat ik de voorstelling zag op de parterre niet meer dan twintig mensen als vliegen in de zaal geplakt zaten, klonters gestolde schaduw – tegenover de momenteel maximaal mogelijke bezoekerscapaciteit van 150 en in normale tijden zo’n 700. Tja, in een dergelijke entourage maakt dat het spelen geen sinecure. Toch weet Ahouaoui de bewegingen en gedachtesprongen van Spoonface prachtig te vangen met haar timbre en gebaren, en lukt het mede daardoor de lotgevallen van haar personage invoelbaar te maken, de afstand in haar woorden zorgen juist voor meer nabijheid bij de toekijker. Wel zouden enige tempowisselingen en temporisering meer spanning in het stuk teweeg kunnen brengen.

Ze komt op als Goofy. De naam van de Walt Disney-figuur is afgeleid van het Engelse woord goof, dat “stomme fout” betekent en/of goofy wat “mal” of “dwaas” betekent.

Op het podium springt het knalrode sixpack cola eruit in het voor het overige in witte draperieën van ongebleekt katoen gehulde decorbeeld. Op de witte speelvloer staat een tafel, iets wat een lijkbaar zou kunnen zijn, en daarop ligt een bos witte bloemen, rozen en lelies. Tekenen van de dood.

Gelukkig is het niet allemaal bij voortduring bloedserieus, maar is er ruimte gezocht en gevonden voor humor. Een iPad waar ze als uitlaatklep vol overgave een game op speelt bijvoorbeeld, een tafeltennisbatje, en een minitrampoline. Ten slotte is daar de knuffelbeer die ze leeg plukt. Een beeld dat maar moeilijk van het netvlies verdwijnt.

Souamaya Ahouaoui had haar debuut bij HNT zullen maken in de trilogie Leedvermaak. Voor volle zalen. Dit is opeens heel andere koek. Het is mooi om te zien hoe ze zich staande houdt in een solo, een genre dat ze niet eerder beoefende. Op zichzelf ook weer een debuut.

Het Nationale Theater speelt altijd: Spoonface. Met: Soumaya Ahouaoui. Regie: Noël Fischer. Nog te zien op vrijdag 10 en zaterdag 11 juli 2020, op woensdag 15 t/m zaterdag 18 juli 2020 in de Koninklijke Schouwburg.

Een wereld tussen hemel en aarde

Het Nationale Toneel speelt ‘Spoonface’

Een doodziek meisje met een ontwikkelingsstoornis gaat haar ziekte te lijf met fantasie. Soumaya Ahouaoui trekt deze ‘Spoonface’ én zichzelf binnenstebuiten in de gelijknamige  solo.

Operadiva, dat is de wensdroom van ‘lepelsmoet’ Spoonface:

‘Toen het nog vroeger was – en ze de liedjes en de opera’s en die dingen schreven, toen was het nog belangrijk hoe je dood ging. Toen de zangeressen zingden en tekeer gingen (…) als zij dan helemaal trillerig en schitterend was en iedereen zijn adem inhoudde – en zij daar stond, in dat bijzondere licht, met haar tieten en van die dingen – dan moest iedereen naar haar kijken en ze moesten huilen en hun hart brak een beetje vanwege die arme vrouw – die arme arme vrouw die zo mooi dood kan gaan. En als ik later groot kon zijn dan wou ik ook zo’n droevige zangeres zijn en het doodgaan zingen, en iedereen zou klappen en voor me juichen.’

Het is een wonderlijk-aangrijpend blikveld vanuit het binnenste van een autistisch meisje, ernstig ziek, en verzot op opera en verhalen. Daarin vindt ze houvast, terwijl de ziekte haar genadeloos sloopt. Het tekstfragment komt uit ‘Spoonface Steinberg’ van Lee Hall, in 1997 voor het eerst als hoorspel gebracht, bij de BBC, en in 2010 vrijwel briljant vertaald door Jibbe Willems.

Volgende week pakt actrice Soumaya Ahouaoui het stuk op als onderdeel van de (anti)corona-reeks ‘Het Nationale Theater speelt altijd’. “Waanzinnige tekst,” vindt Ahouaoui. “Ik was aangedaan toen ik die voor het eerst las, simpel en ontroerend, soms filosofisch, maar toch vooral ‘schoon’ verteld. Ze is jong, maar soms ook wijs en oud. Ik ging helemaal mee in haar verhaal, in haar wereld.”

Maar Spoonface beschikt ook over een bijzondere bovenkamer. Op een dag heeft ze van haar behandelend arts wat operamuziek meegekregen. Die is ze vet en meeslepend gaan vinden, en verliefd geworden op de glamour en de dramatiek. Maar in haar woorden is ze juist niet dramatisch, dat is een mooie tegenstelling, vertelt ze in bijna verlichte termen over wat haar overkomt – terwijl ze toch van de ene extreme situatie in de andere rolt.”

Bij haar voorbereidingen op het stuk, toen ze de tekst las, heeft ze de voorgeschreven muziekfragmenten op Spotify erop nageslagen. Opera, zegt ze, dat was wel even wennen.

“Ik luister eerder naar de muziek van Ronnie Flex en consorten bijvoorbeeld, maar weinig naar opera. Toch kwamen deze aria’s enorm bij me binnen, kippenvel! Ik vind dat ik mezelf tekort heb gedaan door opera te negeren. Ook vind ik de tegenstelling vet dat een jong meisje door operamuziek de klassieke oudheid naar boven haalt.” In de voorstelling klinken die aria’s straks ook, “al is dat helaas niet live”.

Talent
Soumaya Ahouaoui onderscheidde zich onder meer in de theaterhit ‘Melk & Dadels’ die twee jaar geleden door het hele land volle zalen trok, en ze vertolkte uiteenlopende rollen in bekende tv-series. Onlangs werd ze door NRC Handelsblad tot ‘jong toneeltalent’ uitgeroepen, noemde haar daarbij ‘een frisse en brutale theaterpersoonlijkheid die (…) met intelligent, transparant en geestig spel (…) weet te verleiden als te ontregelen.’ Daarvóór, op 1 januari, was ze toegetreden tot het ensemble van Het Nationale Theater (HNT), dat als een van de weinige toneelgezelschappen in Nederland nog acteurs in vaste dienst heeft.

In de ‘Leedvermaak’-trilogie van Judith Herzberg had ze haar opwachting zullen maken bij HNT. Maar het liep dus allemaal anders – en nu debuteert ze bij HNT warempel met een solo, in die legendarische bonbonnière van de Koninklijke Schouwburg. Ze staat er dan trouwens voor het eerst in haar carrière helemaal alleen voor.

“In mijn eentje in de Koninklijke Schouwburg! Ik heb wel eens een solo op De Parade gespeeld, maar nooit een uur lang. Ik kijk er erg naar uit, al weet ik nu nog niet hoe het eruit zal zien, toch heb ik het vertrouwen en het geloof dat dit iets bijzonders kan worden.”

Noël Fischer van HNTjong voert de regie. Tien jaar geleden regisseerde ze hetzelfde stuk al eens bij jeugdtheatergezelschap Bonte Hond. “Maar bij ons is dit stuk niet bedoeld voor kinderen,” legt Ahouaoui uit, “het is bedoeld voor een volwassen publiek, zoals schrijver Lee Hall het oorspronkelijk bedacht had.”

Het Nationale Theater speelt altijd, ‘Spoonface’, door Soumaya Ahouaoui, woensdag 8 t/m zaterdag 18 juli 2020, Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: www.hnt.nl