‘We hebben ‘The Sound of Music’ eigenheid gegeven’

Musicalregisseur Carline Brouwer reist de wereld rond

De familiemusical vertelt het gedramatiseerde verhaal van een Oostenrijkse familie die de Tweede Wereldoorlog voorvoelt en daarom het geboorteland ontvlucht. ‘Stoute energie’ is, onder meer, wat Carline Brouwer toevoegde aan haar regie van alwéér een nieuwe versie van de ijzeren hit.

Nog maar eventjes op haar zelfverkozen levenspad als kloosterzuster ingetreden, wordt de nog jonge, springerige Maria uitgezonden als kindermeisje bij de familie Von Trapp. Ze weet daar het vertrouwen te winnen van de zeven kinderen en ook dat van haar opdrachtgever zelf, de ongenaakbaar ogende ex-zeekapitein en weduwnaar. Hun op waarheid berustende lotgevallen zijn vervat in een musical en later verbeeld in een iconische film – met Julie Andrews als eeuwigdurend droombeeld van Maria.

“Jeetje,” roept Carline Brouwer uit. “Toneelgroep De Appel en de Haagsche Comedie! Dat is meer dan twintig jaar geleden. Ik word oud!” Brouwer begon haar acteurscarrière aldaar met Ophelia, ze speelde Madame de Sade, in ‘Some Like It’ en in ‘Drie zusters’ met Sacha Bulthuis en Geert de Jong, ze zong in de ‘Driestuiversopera’ en roeide riemen in ‘Trilogie van een Zomerverblijf’, het waterballet van Carlo Goldoni. Om maar wat namen en titels te noemen. Ze maakte daarna de overstap naar het musicalgenre en in dat vakgebied is ze uitgegroeid tot een vakvrouw die de wereld rondreist, van Europa tot Amerika en Japan. Zo regisseerde ze Whoopie Goldberg in de Londense première van ‘Sister Act’. Volgende maand alweer is ze in Milaan te vinden; en net voordat corona toesloeg was ze in de weer in Japan.

“Als kind wilde ik zelf in een musical, maar ik kon en kan eigenlijk niet zo goed zingen. Eerst heb ik nog de kleinkunstacademie en de Nel Roos Academie geprobeerd – maar die benen van mij wilden nooit hoog komen. Toen ben ik naar de Toneelschool Maastricht gegaan en kwam in een bijzondere lichting terecht met klas- en generatiegenoten als Gijs Scholten van Aschat, Maria Goos, Peter Blok en Pierre Bokma. Een bijzondere tijd, de school stond toen ‘on fire’. Ik ben echt een zondagskind.”

Ze is intussen al bijna twee decennia kind aan huis bij Stage Entertainment. “Toen Albert Verlinde me vroeg of ik ‘The Sound of Music’ wilde doen, ben ik me eerst gaan verdiepen, want ik ben er niet mee grootgebracht. Ik moest dus mijn geheugen opfrissen.” Het bleek leuk ‘materiaal’. “Ik werd hongerig om er een eigen geluid in te laten doorklinken. En dan gaat het kriebelen bij mij. Nu ben ik een echte Sound-of-Music-addict!”

De laatste jaren is ‘The Sound of Music’ al verschillende keren gedaan. Wat is dan nog de uitdaging? “Ik wilde de dreiging van oorlog naar voren halen, van vluchten en van vluchteling zijn, en de weigering om te passen voor een regime. Want doe het maar eens om met je gezin te verkassen naar een ander land. Ook wilde ik dat Maria de eigen fantasie van de kinderen meer zou aanzetten. Hoe? Door van de gedrilde kinderen die we uit de film kennen levensechte, moderne jonkies te maken die ook stout en vervelend kunnen zijn. En bijvoorbeeld door de oudste dochter en haar geliefde, die heel zoet zijn in de film, aan elkaar te laten frunniken. Natúúrlijk gaat hij aan haar borsten zitten. Duh!” Verder heeft ze van Maria en de nonnen sterkere vrouwen gemaakt. “Ik heb iets met vrouwengroepen, misschien door ‘Sister Act’. Ook nonnen zijn in de kern een gemeenschap van meiden en vrouwen die roddelen en die ook gewoon de was doen. Zo heb ik het beeld van het kloosterbestaan en het nonnenleven willen ontheiligen. Want in het klooster kan het ook gewoon leuk zijn.”

De filmversie met Julie Andrews blijft ijkpunt, daar kun je niet omheen. “Daar kun je jezelf gek mee maken. Maar bij het maken vergeet ik die gauw want daar is niet tegenop te boksen. Je moet niet kopiëren maar je eigenheid erin leggen.” De speelruimte voor een herneming van een hitmusical is sowieso beperkt. Aan welke knoppen mag je eigenlijk draaien? “Je mag de tekst of het script niet veranderen. Maar we hebben met een hertaling geprobeerd alles meer naar het hedendaagse te trekken. Je mag de scènes niet lukraak omgooien of een lied op een ander plek inzetten. Je moet de voorgeschreven volgorde aanhouden. Maar conceptueel en wat de invulling van de karakters betreft ben ik vrij. In de emotionele lijnen, de onderteksten, de relaties, de liedinterpretaties en de choreografie kunnen we veel eigenheid aanbrengen, net zoals een toneelregisseur dat met teksten doet. Verder heb ik meer vaart ingebracht en mag je met het decorbeeld en de aankleding aan de gang. Ook hebben we nummers uitgebreid door choreografieën toe te voegen.”

Sinds enige tijd zit ze in de artistieke raad van MusicalMakers, gesubsidieerd ontwikkelhuis voor de musical in Nederland. “Het staat nog allemaal in de kinderschoenen, maar ik vind het geweldig om een nieuwe generatie tekstschrijvers en componisten ruim baan te kunnen geven. Het wordt hoog tijd om met nieuw materiaal te komen. De musical is erg in beweging, ook internationaal. Het palet is breed, van ‘Lazarus’, de rapmusical ‘Hamilton’ en ‘In the Heights’ die in New York spelen, tot evergreens als Disney-musicals, ‘42nd Street’ waarin wordt getapdanst, en ‘The Sound of Music’. Het bestaat allemaal naast elkaar. Er wordt in de musical meer durf getoond dan vaak gedacht.”

Binnenkort is ze in Milaan. Daar heeft ze slechts vijfenhalve week voor het instuderen van een nieuwe versie van ‘Pretty Woman’. Een snelkookpan dus. “Ik ben dat gewend. Bij MusicalMakers hebben we gelukkig wel de luxe van tijd en experiment.”

Stage Entertainment, ‘The Sound of Music’, Afas Circustheater Scheveningen, tot en met zondag 8 augustus 2021, daarna tournee door Nederland. Meer informatie: www.stage-entertainment.nl

Advertentie

Liefde maakt blind – en dood

Romeo en Julia, de kerstproductie van jubilerende theaterschool Rabarber

Knallende ruzie tussen de Capulettii versus de Montecchii. Daarbovenop een verboden liefde. In een nieuwe, energieke versie van ‘Romeo en Julia’, gespeeld, gezongen en gedanst door een dwarsdoorsnede van de theaterschool, komt jong talent bovendrijven

35 jaar theaterschool Rabarber! Onder corona is dat natuurlijk een ander chapiter dan vooreerst gedacht. Voor de jaarlijkse kerstproductie van Rabarber betekent dat, onder meer, een verhuizing van de productie, van Theater aan het Spui naar haar eigen Theater Merlijn aan de Bilderdijkstraat.

“Dit is een feestjaar, ook al is het in de zaal met dertig,” zegt regisseur Jeroen de Graaf. Dat Shakespeares romantisch-klassieke origineel niet honderd procent goed afloopt, is daarbij ogenschijnlijk een bijkomstigheid.

“We buigen dit stuk om tot een feest van de liefde, ook al leven we vandaag de dag in een wereld die bijna zonder liefde is, waarin niemand elkaar zelfs nog durft aan te raken. We doen dat aan de hand van twee jonge mensen die zich de wet niet laten voorschrijven.” En dus worden Romeo en Julia vanouds stapelverliefd op elkaar; de boze buitenwereld die soms anders op die vrijgevochten houding reageert ten spijt. Hun hart bonst, hun huid tintelt, hun wangen gloeien.

De Graaf: “Hun bakkeleiende families verbieden de liefde die zij voor elkaar hebben opgevat, waarlijk íedereen is tegen; toch laten de geliefden elkaar niet los.”

De hoofdrollen in deze Romeo en Julia worden bij Rabarber gespeeld door twee tieners die de leeftijd van het ‘echte’ liefdespaar benaderen – al was de ‘echte’ Julia slechts dertien. “Bijzonder dat wij deze rol mogen doen, zo’n eeuwenoud stuk dat in een nieuw jasje wordt gestoken,” zegt Esmée van der Vuurst de Vries (18) die zich vereerd voelt dat ze in deze jubileumvoorstelling mag spelen.

De rol van Julia wordt om beurten door Esmée en door Sophie van Duuren (16) gespeeld.

Sophie: “Ik denk dat veel mensen zich in dit stuk herkennen, want buiten het spannende verhaal zit ook het ‘afstand houden’ erin.”

Ook Nigel Gerritsen (19), vleesgeworden Romeo, vindt het een feest om dit te mogen spelen: “Het is even schakelen dat we de voorstelling naar ons eigen theater moesten verplaatsen, maar dat komt wel de intimiteit van dit stuk ten goede, want die kan hier heel mooi weergegeven worden.”

Balkonscène
Natuurlijk kijkt iedereen uit naar de bij uitstek romantische balkonscène. De versregels ‘Wherefore art thou Romeo?’ en ‘What’s in a name?’ komen hier in een Nederlandstalige variant voorbij, terwijl het balkon is veranderd in een serie aaneengeschakelde tafels. Esmée: “Die worden gebruikt als bed en als balkon.” Nigel gaat zijn aubade brengen voor die tafels? “De tekst is vrijwel hetzelfde gebleven,” zegt hij, “maar het is allemaal even wat abstracter.”

De eeuwige, overstijgende liefde. Hoe zouden de Julia’s versierd willen worden?

Sophie: “Zoals in dit stuk gebeurt, voor mijn huis, voor mijn balkon, dit is wel iets ultiems! Maar helaas heb ik daar geen balkon. Ik wou dat ik er een had.”

Esmée: “Dat iemand je op je gemak stelt, of een nummer voor je schrijft of zo. Dat iemand iets heel speciaals doet waardoor jij je bijzonder voelt.” Nigel voelt zich al echt Romeo: “Wat deze versierpoging zo mooi maakt, is dat Romeo echt alles geeft, dat hij alles uit zijn handen laat vallen en er alles voor over heeft om het hart van Julia te veroveren.”

Rabarber, Romeo en Julia (5+), zaterdag 26 t/m woensdag 30 december 2020 en zaterdag 2 januari 2021, 13.00 en 16.00 uur. Meer informatie: www.rabarber.net

NB Deze voorstelling is op de hierboven aangegeven data wegens corona helaas geannuleerd! 

‘Musical is topsport’

April Darby zingt sterren van de hemel vanuit eigen woonkamer

Tot en met ‘derde kerstdag’ vindt ‘Musicals in Concert: Stars from The House’ plaats, een online musical concert waarvan de tweede editie deze weken online thuis te bekijken is. Met de in Den Haag wonende April Darby als een van de ‘cracks’.

Corona. Hoe mooi kan dat toch óók zijn: Vanuit de favoriete luie fauteuil in je eigen huiskamer en met een glaasje wijn en een blokje kaas bij de hand kun je een middagje of avondje vieren met sterren uit het musicalgenre. In november was de eerste editie van het muziekfestijn waar je uit volle borst zelf mag meezingen. En wederom is er een sterrencast samengesteld. Naast de Haagse April Darby (Nala in Nederlandse bioscoopversie van ‘The Lion King’, hoofdrollen in onder meer ‘The Bodyguard’ en‘Sister Act’ en het openluchtconcert ‘Aida in concert’) bestaat uit Venna van Den Bosch (‘The Sound of Music’, ‘Lazarus’), Dominique de Bont (‘Fun Home’), Elindo Avastia (‘Kinky Boots’, ‘MAMMA MIA!’ en ‘The Color Purple’) en David van den Tempel (‘Evita’ en ‘Soldaat van Oranje’).

“Ieders aandeel is onlangs in de eigen woonkamer opgenomen,” zegt April Darby. Ze lacht: “Hoe mijn woonkamer erbij ligt? Je ziet in ieder geval een enorme kerstboom die dan ook pontificaal in beeld wordt gebracht.” Over het repertoire dat ze in ‘Musicals in Concert: Stars from The House’ gaat brengen, is ze cryptisch. “Dat gaan we natuurlijk niet prijsgeven.” Een tipje van de sluier dan misschien? “Het zijn heel herkenbare nummers die voorbij komen, van oude naar nieuwe musicals die worden afgewisseld met onbekendere titels van Off Broadway musicals, waarin wondermooie pareltjes zitten, maar er zit ook iets uit de musicalfilm ‘Greatest Showman’ in.

Voor haar is deze mogelijkheid meteen een kans om een andere kant van zichzelf te laten zien. “Ik ga niet alleen doen waarvan mensen me al kunnen kennen, maar juist dingen zingen waarvoor ik nooit gecast zal worden.” Uit ‘Miss Saigon’ bijvoorbeeld, “want daarvoor ben ik te lang. Maar hier kan ik dat dus wel doen. In totaal doe ik vier liedjes, verdeeld over solo’s en een duet.”

Samen met Jordan Roy zou ze de openingsact, het voorprogramma voor haar rekening nemen van het Eurovisie Songfestival. Dat ging niet door want het werd een raar jaar. Ze heeft huiskamerconcertjes gedaan, is nieuw repertoire gaan verkennen, en heeft zich daarbij onder meer gestort op het zingen van Covers en ook Nederlandstalige liedjes. Van lieverlee is ze het nieuwe (ab)normaal ondertussen behoorlijk gewend. “Ik voel me nu niet heel veel anders, ook al besef ik dat het nog een tijd gaat duren voordat we terug kunnen naar hoe het ooit was. Laatst zag ik op sociale media een foto voorbijkomen van mijn optreden in een afgeladen Ziggo Dome. Toen borrelde eventjes de vraag bij me op of zoiets ooit nog zal gebeuren.” Dat zijn geen angstgevoelens, zegt ze, geeft slechts haar gewaarwording weer, “want er moeten nog veel stappen gezet worden. We zitten nu al bijna aan jaar thuis!”

Het op topniveau kunnen uitvoeren van fysiek zware disciplines als musical, dans, zang en,  bijvoorbeeld, ook het circus, vereist en veronderstelt een voortdurende en keiharde trainingsarbeid. Hoe blijft ze onder corona ‘in shape’? “Mensen onderschatten dat ons vak het bedrijven van pure topsport is. Ik deed en doe veel aan sport, crossfit, veelal in de sportschool. Maar je kan trainen wat je wil – als je de wedstrijd niet kunt spelen, blijft het lastig om in vorm te blijven. Ook ben ik veel meer gaan zingen om meteen ‘stemklaar’ te staan en weer te kunnen ‘gaan’.”

De productie is in handen van Nathan Markuszower. Afgelopen zomer organiseerde hij het ‘Musical Summer Concert’ in het Zuiderparktheater. Markuszower: “De eerste editie van ‘Musicals in Concert: Stars from the House’ was zo’n succes dat een tweede niet kon uitblijven. Ik ben trots dat het gelukt is om weer een prachtige sterrencast samen te stellen met mooie mix van jonge, opkomende én gelouterde talenten uit het vak. Ook bij deze editie zullen alle inkomsten verdeeld worden onder alle deelnemende artiesten.”

‘Musicals in Concert: Stars from the House’, tot en met zondag 27 december 2020. Tickets en meer informatie: www.eventim.nl. Je kunt daar een link kopen waarmee je het concert kunt bekijken.

6 miljoen voor Herstelfonds cultuur

Gemeentelijke reddingsboei voor Haagse kunstinstellingen

Den Haag trekt 6 miljoen euro uit voor een Herstelfonds cultuur. “We gaan de schade opnemen,” zegt verantwoordelijk cultuurwethouder Van Asten. “En het schadebedrag wordt dan in principe vergoed.”

“De sector is hard getroffen”, legt de D66-cultuurwethouder uit. “We hebben daarom gekeken naar de schade die instellingen oplopen. Als gevolg van de COVID-19 maatregelen konden veel activiteiten geen doorgang vinden. Maar vaak zijn er voorbereidingskosten gemaakt en verplichtingen aangegaan om deze activiteiten mogelijk te maken. Nu daar geen of minder publieksinkomsten tegenover staan, leidt dat bij veel instellingen tot een aantoonbaar exploitatietekort.” De schade die daaruit voortvloeit kan nu voor een deel worden verhaald op de regeling voor het Herstelfonds.

Het doel is om het rijke aanbod aan kunst en cultuur in de stad overeind te houden. In aanmerking voor de regeling komen instellingen uit het huidige en aankomende Meerjarenbeleidsplan voor kunst en cultuur.

Dat betekent dat instellingen die uit de projectenpot van de gemeente een bijdrage hebben ontvangen vooralsnog het nakijken hebben, evenals particuliere musea als Panorama Mesdag, Beelden aan Zee en bijvoorbeeld Omniversum er geen beroep op kunnen doen. “We hebben ze wel in het vizier, maar niet in deze regeling kunnen meenemen. Maar we bekijken graag wat we samen met de al bestaande regelingen voor ze kunnen betekenen, bijvoorbeeld in samenwerking met het provinciebestuur.”

De regeling in twee tranches gaat daarbij uit van het verplicht inzetten van een deel van het eigen vermogen van de aanvragende kunstinstellingen – de zogeheten algemene reserves, voor zover die er zijn – en is per saldo een aanvulling op eerdere, gemeentelijke en landelijke regelingen waaronder de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (de NOW).

“Zes miljoen euro klinkt op het eerste oog weinig,” zegt Van Asten, “maar juist omdat er al verschillende regelingen zijn ingeroepen zijn we op dit schadebedrag uitgekomen.”

Het ingerichte Herstelfonds ten spijt kan niet alles en iedereen gered worden, weet ook Van Asten. “Het wordt sowieso voor iedereen sappelen, ook voor de gemeente die zelf flink in de eigen reserves moet duiken.”

Signalen van instellingen die op dit moment op ‘omvallen’ staan heeft Van Asten niet. “Maar met name voor kleinere instellingen komt eigenlijk iedere klap keihard aan. Daar is de kas al niet groot.”

Winnaars en verliezers zijn er – altijd en overal

Haagse grootverdieners in kunst & cultuur

Iedere crisis kent winnaars en verliezers. De verliezers waren vaak altijd al de verliezers.

Door Eric Korsten

De bezoldiging van de top van culturele instellingen is gebonden aan de zogeheten Balkenendenorm. Nu zij extra overheidssteun verwachten, valt de salariëring van hun topmensen extra op. Een rondje langs Haagse velden.

De Haagse culturele sector kan financiële steun van de gemeente tegemoet zien. Wethouder Robert van Asten gaat ‘daar waar gevraagd’ meebetalen aan het noodpakket van 300 miljoen dat cultuurminister Van Engelshoven namens het kabinet beschikbaar stelde. Naar schatting lijdt de Haagse culturele sector 21 miljoen schade in 2020. “Uiteraard hebben wij ook aandacht voor de organisaties die niet onder dit pakket vallen. Wij zien ook het grote belang van deze organisaties voor de stad,” aldus de cultuurwethouder.

Half maart ging de knop voor theaters noodgedwongen op uit. Een letterlijk avondje ‘uit’. Directies van kunstinstellingen waren en zijn niet te benijden, want hoe loods je je gezelschap of instelling dezer dagen nog naar veilig water?

Maar daar waar instellingen in voorstellingen en tentoonstellingen vaak en veelvuldig moraalridderlijk maatschappelijk engagement belijden, misstanden aan de kaak stellen en weeffouten in economische systemen aanhalen, waren zij er zelf meteen bij om freelancers, oproepkrachten en andere flexwerkers-vaak-tegen-wil-en-dank collectief en acuut op zwart zaad te zetten. Denk aan technici, ontwerpers, horecakrachten en ja, soms ook hun eigen artiesten en kunstenaars.

Natuurlijk vinden hun directies dat een hard gelag en leven in woord met ze mee. Maar ondertussen hebben vele van deze algemeen, zakelijk en / of artistiek directeuren het zelf helemáál niet zo moeilijk. Vooral niet als het om hun eigen salarisstrookje gaat. Ondertussen hebben ze via de Werkgevers Nederlandse Podia uitstel aangevraagd voor de CAO die onlangs voor hun personeel is afgesloten, na zes jaar van loonstilstand. Fnuikend voor de beeldvorming in de huidige mondkapjesmaatschappij.

Daar komt bij dat een eigenstandige daad van solidariteit van hun kant vooralsnog is uitgebleven. Waar grootverdieners als KLM of Booking.com moeten inleveren in ruil voor steun aan hun bedrijf, levert, bijvoorbeeld, de ‘CEO’ van Ford op eigen initiatief de helft van zijn loon in, en ook een handjevol topvoetballers levert ‘vrijwillig’ in, zou je wellicht een gebaar verwachten uit hun hoek. Toch horen we, tot nu toe, niet van enige solidariteitswroeging. Het zou hen tot eer strekken als directies de belastingbetaler publiekelijk dan wel via hun Ondernemingsraad ons informeren.

Vergeet ook niet dat vele ‘cultuurondernemers’ buiten hun functie om nog eigen bedrijfjes hebben. Een artistiek leider die en passant ook choreograaf kan, bijvoorbeeld, rekenen een gage voor zijn creatie. En krijgt ook geld in het geval van een heropvoering, bij het gezelschap waarvoor hij / zij die choreografie maakte, dan wel bij welk ander gezelschap ook. En zo zijn er veel ‘neveninkomsten’ van alreeds grootverdieners.

Het Cultureel Persbureau heeft een ‘quickscan’ gedaan aan de hand van een aantal openbare jaarverslagen. Hoewel openbaarheid van het jaarverslag verplicht is, blijkt niet elke instelling even transparant. Zo publiceren het Holland Dance Festival en het Literatuurmuseum niets over hun ‘topfunctionarissen’ (al verdiende Holland Dance Festival- directeur Samuel Wuersten bij onderwijsinstelling Codarts in 2018 ruim € 79.000 voor een 0,6 FTE-aanstelling als Director (inter)national Relations and Career Development, en was hij naast het Holland Dance Festival ook werkzaam als artistiek directeur van Bachelor Contemporary Dance in Zürich).

Het Kunstmuseum (voorheen Gemeentemuseum) noteert over de bezoldiging van de beide directeuren Benno Tempel en Hans Buurman niet anders dan dat ze lager zijn dan in de Wet Normering Topinkomens (WNT) staat, in de volksmond de ‘Balkenende-norm’ van € 187.000.

Voor Korzo geldt dat van de gepubliceerde jaarcijfers alleen pagina 7 van de balans is opgenomen (pagina 7) en een summier overzicht van baten en lasten. Net als Diligentia wordt daar alleen vermeld dat de beloning van de directeur/bestuurder wordt betaald conform de Cao Toneel en Dans en binnen de Wet Normering Topinkomens (WNT) valt.

De bezoldiging van directies wordt overigens bepaald door de Raad van Toezicht van hun bedrijf, en die is op zijn beurt gehouden aan de Governance Code Cultuur. Onderdeel daarvan is de Balkenendenorm. Overigens behoren de topsalarissen uit het Haagse nationaal gezien niet tot de top waar vaak een tandje méér wordt verdiend. Koploper is Nationale Opera & Ballet, waar twee van de drie bestuurders tot boven de Balkenendenorm bezoldigd worden.

Een greep uit jaarverslagen (het bruto modale inkomen van de Nederlander in 2018 lag op € 34.500):

kader:
Verdiensten directeuren cultuursector in euro’s (2018)

Persoon, instelling                                                         Salaris                 Jaar

Emilie Gordenker, Mauritshuis *                             € 178.426            2018
Marieke Schoenmakers, KABK Den Haag            € 152.927             2018
Henk Scholten, Zuiderstrandtheater *                    € 151.651             2018
Janine Dijkmeijer, Nederlands Dans Theater *      € 148.317             2018
Lidy klein Gunnewiek, Het Nationale Theater         € 143.746             2019
Cees Debets, Het Nationale Theater                     € 142.906             2019
Sven Arne Tepl, Residentie Orkest                        € 131.290             2018
Paul Lightfoot, Nederlands Dans Theater              € 118.041             2018
Eric de Vroedt, Het Nationale Theater                    € 109.840             2019

Alternatief lijstje (cumulatief)
Amare (NDT, RO, Zuiderstrand)                                              € 548.000
Het Nationale Theater                                                 € 395.000

* Deze functionarissen zijn inmiddels vertrokken bij de genoemde organisatie. Er is geen reden om aan te nemen dat hun opvolgers veel ‘goedkoper’ zijn.

Dansen op een (te) dun koord

Komt er een reddingsplan kunst & cultuur Den Haag

Cultureel Den Haag staat het water aan de lippen, snakt naar een lokaal noodfonds, ook al kunnen ze dan binnenkort mondjesmaat van het slot. Hoe gaat dan een noodfonds er voor Den Haag uitzien? ‘We moeten zorgen voor een goede startpositie voor de nieuwe kunstenplanperiode.’

Alweer twee maanden staan culturele instellingen in Den Haag kurkdroog – en stilaan op omvallen – ook al mogen ze dan vanaf 1 juni sluipsgewijs weer open. Na een tijdje schijndood mogen theaters en musea weer van de grendel. Eerst, over een kleine drie weken, voor maximaal dertig bezoekers per zaal, inclusief personeel (!). Per 1 juli, juist als de meeste theaters traditioneel op zomerslot gaan, mag dat voor maximaal honderd personen, afhankelijk van het vloeroppervlak.

IJsbloempjes in de zomer zijn het, sterfhuisconstructies in slow motion. De ‘tent’ dicht houden is soms gezonder. Dat wil zeggen: met 20 mei als ‘decision day’, want heropening kan alleen doorgaan als het aantal besmettingen niet toch weer oploopt. Bezoekers moeten afstandsregels in acht nemen en mogen alleen ‘op afspraak’ komen, uit opsporingsmotieven. Dat geldt voor vestzaktheater Branoul maar ook voor het gigant Afas Circustheater, voor Museum Bredius en Kunstmuseum.

Open gaan is zo een vrijwel structureel verliesgevende operatie. Onderwijl brengt de invoering en handhaving van ‘afstand houden’ extra kosten met zich mee en blijven vaste en personeelskosten doortikken, waaronder de uitbetaling van vakantiegeld, eind mei. De bodem van menig bedrijfskas raakt zo al snel in zicht.

De stad heeft zelf intussen ook de bodem van de schatkist binnen handbereik – de als godsgeschenk omarmde zogeheten Eneco-gelden die de stad € 675 miljoen euromuntjes opleverde, ten spijt. Want buiten onroerende zaakbelasting en bijvoorbeeld afvalstoffenheffing zijn er nauwelijks nog inkomsten uit parkeergelden of toeristenbelasting. Sterker: er zijn juist ‘meerkosten’ aan sociale uitkeringen.

Natuurlijk kunnen instellingen in Den Haag gebruikmaken van de landelijke NOW-regeling (loonkostenvergoeding tot maximaal 90 procent). En is de stad ertoe overgegaan om gemeentelijke kunst- en cultuurinstellingen uitstel te verlenen van het betalen van huurpenningen, voor zover dan het betreffende pand in bezit is van de gemeente, het bevoorschotten van subsidies en het flexibel omgaan met prestatie-eisen.

Jan Zoet, directeur van Zuiderstrandtheater / Amare en voorzitter van belangenorganisatie Kunsten ’92 stelt vast: “Maar later slaat uitgestelde huur als een boemerang op de instellingen terug.”

Cultuurwethouder Van Asten heeft de schade opgenomen die de culturele sector van Den Haag momenteel oploopt. Die bedraagt ongeveer € 21 miljoen in 2020. “Als we hier de algemene maatregelen van het Rijk bij verrekenen dan resteert er onder de streep een verwacht tekort van € 12 miljoen euro. Onder voorbehoud, want we weten ook niet precies hoe alles verder verloopt dit jaar en wat de anderhalvemetersamenleving de instellingen gaat kosten. Hierover blijven we in nauw contact met de instellingen.”

Cultuurminister Van Engelshoven gaf in de Kamer aan dat ‘haar’ 300 miljoen euro Rijksgeld niet genoeg is om de cultuursector door de coronacrisis te helpen. Van dat bedrag is 30 miljoen bedoeld voor lokaal beleid: voor de ondersteuning van de ‘cruciale regionale infrastructuur’.

Zoet: “De minister stelde daarbij als voorwaarde dat een gemeente dan eenzelfde bedrag bijlegt. Maar gemeenten mogen geen schulden aangaan en zijn voor hun financiering grotendeels afhankelijk van de Rijksoverheid. Maar wat moet je als gemeente doen als het daar stokt? Cultuurwethouder Van Asten zit in een spagaat.”

Cultuurwethouder Van Asten: “Op dit moment werkt het ministerie aan deze subsidieregeling. Den Haag is vertegenwoordigd in de Taskforce van het ministerie. Ondertussen werken we hard aan een plan voor deze matchingsregeling door hiervoor ruimte binnen de cultuurbegroting te zoeken. We kijken onder andere naar re-allocatie van subsidieregelingen die nu niet volledig gebruikt kunnen worden, omdat evenementen dit jaar niet door kunnen gaan.”

“Zodra we weten welke instellingen in aanmerking komen voor de matching van het Rijk en welk bedrag hier gematcht wordt, weten we ook welke instellingen hier niet voor in aanmerking komen en wat daar nog voor nodig is. Er zal financiële ruimte moeten blijven om deze instellingen te helpen. Dit wordt maatwerk. We moeten zorgen voor een goede startpositie voor het culturele landschap voor de nieuwe kunstenplanperiode.”

Arjen Lakerveld, voorzitter van het Directieoverleg Haags podia: “De omvang is gigantisch, de nood is hoog. Hierbij zou ik de langere termijn ook in ogenschouw willen nemen. De verwachting is dat de podia gedurende langere tijd niet open kunnen en bijvoorbeeld een jaar of meer met winterslaap moeten. De vraag doet zich dan voor hoe we onze sector, die we gedurende decennia hebben opgebouwd, overeind houden. Ik verwacht van Den Haag dat zij verantwoordelijkheid neemt voor het voortbestaan.”

Jan Zoet: “Als het noodfonds nog even uitblijft dan worden kleinere instellingen snel het haasje. De grotere in de stad redden het tot de zomer vast wel, maar daarna wordt het ook voor hen snel kritisch.”

Pianorecitals, kwartetten, cabaret, Monologen, eenmans of –vrouwsvoorstellingen en singer-songwriters. Dat lijken nog de meest voor de hand liggende mogelijkheden onder de huidige omstandigheden. En voorgeschreven routes langs topkunstwerken, met een stopwatch in de hand. Laten we hopen dat kunst geen eiland in de tijd wordt.

Advies slaat gaten in Haags cultuuraanbod

Artikel in weekblad Den Haag Centraal | door Eric Korsten en Herman Rosenberg

Geen Crossing Border-festival meer, twee wijktheaters weg, literair theater Branoul en Museum Bredius dicht, DeDDDD, Lonneke van Leth Dans en het Zuiderparktheater op nul, én geen monumentale kunst meer in de Electriciteitsfabriek. Als het jongste kunstadvies wordt overgenomen. Maar zover is het nog niet.

De advisering over de Haagse kunstsubsidies: een vierjaarlijks ritueel dat, niettemin, bepalend kan zijn voor het voortbestaan van podia en instellingen. Het voorstel van de Adviescommissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2021-2024, getiteld ‘Kracht en Kwetsbaarheid’, ligt sinds vrijdag prominent op tafel. B en W moeten er nog hun licht over laten schijnen en daarna de gemeenteraad. Maar de reacties zijn nu al fel.

“Bizar en buitengewoon kwalijk,” analyseert Michel Behre, directeur van Crossing Border, dat onder meer een gebrek aan samenwerking wordt verweten.“Samenwerken met Winternachten? Hoe dan? We zijn totaal verschillend. We hebben net als Winternachten tal van partners in de stad. Wat ik kwalijk vind is dat er geen expert in de commissie zat op het gebied van literatuur of popmuziek. Dat wreekt zich. Ondertussen krijgen we wel steun van het Letterenfonds. De merkwaardige situatie kan ontstaan dat we landelijk wel steun krijgen en lokaal niet. Dan trekt het Letterenfonds zich terug – en laat Den Haag tonnen liggen.”

Bij Muzee Scheveningen, dat zowel museum is als cultuuranker voor het stadsdeel, zijn ze niet minder geschokt. “Ik ben geschrokken en verbijsterd,” zegt interim-directeur Jeroen van de Wiel. Scheveningen. Hij pareert de kritiek dat het museum ouderwets is en geen artistiek-inhoudelijke plannen heeft gemaakt als ‘hard en onevenwichtig’. Volgens Van de Wiel wordt er juist hard gewerkt in en aan Muzee, en zetten veel vrijwilligers zich met hart en ziel in. Uit reacties op sociale media blijkt dat velen vinden dat Muzee moet blijven. Er is inmiddels een online-petitie gaande. Die is al zo’n 1300 keer ondertekend.

Het advies
De adviescommissie stelde een 450 pagina’s tellend rapport op over de verdeling van grofweg 56 miljoen aan jaarlijks beschikbare kunstsubsidies in de stad. Resultaat: bijna twintig instellingen dreigen kopje onder te gaan, vooral van middelgroot en middelklein formaat. Er waren 103 aanvragers, die samen voor 15,3 miljoen euro méér hebben aangevraagd dan beschikbaar is. De commissie besloot uiteindelijk positief over 57 aanvragende instellingen, waaronder zeven nieuwkomers.

Een opvallend ‘slachtoffer’ is dus het iconische Crossing Border, festival voor muziek en literatuur; dat bij overname van het advies zijn hele gemeentelijke subsidie van 4,5 ton kwijtraakt.

Een ander onverwacht oordeel van de commissie is dat twee van de acht wijktheaters (‘Cultuurankers’) hun subsidie kwijtraken. Dit is behalve Muzee ook Theater Diamant in Haagse Hout (Mariahoeve). Die keuze is in strijd met een eerder door B en W geformuleerd uitgangspunt. Dit liet Van Asten na de presentatie desgevraagd weten. “We willen in principe door met de acht Cultuurankers, dus hier gaan we nog eens goed naar kijken.” Dit deel van het advies wordt dus vrijwel zeker niet overgenomen. Samen krijgen de Cultuurankers er per saldo wel 3,5 ton bij. “Daarom is het een uitkomst die gemengde gevoelens oproept,” zegt directeur Harrie van de Louw van het Vaillanttheater namens de Cultuurankers.

Verliezers en nieuwkomers
Tot de ‘verliezers’ behoren ook: theatergezelschap Dégradé, muziekensemble Ciconia, muziekfestival Classical Encounters, de Dutch Don’t Dance Division, de Elektriciteitsfabriek (kunstprojecten), galerie Heden, Lonneke van Leth Dans, Museum Bredius, Theater Branoul, het festival TodaysArt, het Matangi Strijkkwartet, het Zuiderparktheater en theatergezelschap Drang.

Daar staan zeven nieuwkomers tegenover: het Grauzone festival (underground), het multiculturele Haags Theaterhuis, de broedplaats iii in Moerwijk, het danscollectief OFFprojects, kunstenaarsuitgeverij Page Not Found, het platform voor biculturele makers en hun cultureel-diverse verhalen van de Story Academy en Topaze, een creatieve werkplaats in de Julianakerk in Transvaal.

Commissievoorzitter Johannes Leertouwer relativeerde vorige week de keuzes. “De vorige ronde verdween Toneelgroep De Appel. Opgeteld is het bedrag dat we dit keer aan hervorming voorstellen even groot, alleen is de pijn nu verdeeld over veel meer instellingen. We moeten op zoek naar de kunst van het mogelijke, dat is al heel lang onze opdracht. Komt het goed? Daar ben ik helemaal niet zeker van.” Tegelijk constateerde hij dat de gemeente wel erg veel wil: “Bij een vrijwel gelijkblijvende cultuurbegroting is de ambitie uitgesproken om tot een culturele sector te komen met een gezonde bedrijfsvoering en ‘fair pay’, eerlijke loonbetaling.” Dat verklaart bijvoorbeeld dat er behalve complete afvallers, ook veel aanvragers zijn die het met minder of een gelijkblijvend geldbedrag zullen moeten doen.

Amare
In veruit de meeste gevallen is de onafhankelijke en externe, ad hoc samengestelde commissie zeer te spreken over het bereikte artistieke peil van de aanvragers, zelfs van de negatief beoordeelde. In de beoordeling liep het echter vaak spaak op thema’s als bedrijfsvoering en diversiteit. ‘Grootverbruikers’ in de stad worden gespaard; ze zijn ‘too big to fail’. Maar zij kregen, buiten de ‘Amare-instellingen’ (o.a. Residentie Orkest en NDT), er nauwelijks geld bij. De pijn zit hem zo vooral bij middelgrote instellingen, waar traditioneel klappen vallen ten faveure van broodnodige ‘vernieuwing’. Met name klassieke muziek en de dans zijn daarvan nu het slachtoffer. Dat is zorgelijk, erkende ook Leertouwer, omdat een breed middenveld nodig is voor een gezond kunstklimaat.

De ingebruikname van ‘cultuurpaleis’ Amare aan het Spuiplein is de grote ‘bonus’ in de komende Kunstenplanperiode. De commissie signaleert echter dat er, na jaren van onderling gesteggel, nog steeds geen zicht is op voldoende samenwerking tussen de toekomstige gebruikers. “Het wordt inderdaad tijd voor een goed gesprek,” zo vatte cultuurwethouder van Asten op de presentatie de situatie samen.

Museumkwartier
Of het concept van het Museumkwartier, de gewenste uiterlijke concentratie van musea rond de Hofvijver, er gaat komen is onzeker geworden. De voorgenomen verhuizing van Escher in het Paleis naar de voormalige Amerikaanse ambassade is voorlopig afgeblazen. Daar komt nu bij dat Escher mogelijk een ton van zijn subsidie (nu 4,5 ton) verliest. Daarnaast zou

Museum Bredius op de Lange Vijverberg (‘verouderde dynamiek’) dicht moeten of zich ‘aansluiten bij het Haags Historisch Museum’.

Benno Tempel, directeur van het Kunstmuseum Den Haag waaronder Escher valt, is uiterst onaangenaam verrast door het advies. “Dit treft ons hard, omdat het in feite gaat om meer dan de helft van het subsidiegeld dat we echt kunnen besteden (de rest is de huur van het gebouw, red.). Het strookt ook niet met de gemeentelijke plannen voor het Museumkwartier. Als dit advies wordt overgenomen, komt er geen nieuw Eschermuseum. En daarmee raak je het vliegwiel van het Museumkwartier kwijt.”

Het lijkt er al met al op dat het getij voor het idee ‘Museumkwartier’ aan het verlopen is. Zelfs wethouder Van Asten leek er vorige week afstand van te nemen: “Ik vraag me af wat de meerwaarde is, als je alleen maar constateert dat er op die plek een aantal musea bij elkaar zitten,” zei hij. Duidelijk is dat de gemeente het geld niet heeft om de ooit rond de beoogde verhuizing van Escher opgetuigde formule van de grond te krijgen.

Bas van Nooten van de samenwerkende Haagse Musea is zeer kritisch over het advies. “Bredius dicht? Dan weet je niet waar je het over hebt. Wat het Museumkwartier betreft moet Den Haag nu eindelijk eens stelling durven nemen.”

Coronacrisis
De commissie benadrukt dat zij er zich zeer van bewust is dat haar advies naar buiten komt in een zeer moeilijke periode. Extra ondersteuning en specifieke aanvullende maatregelen acht zij nodig om de culturele sector te helpen om de gevolgen van de coronacrisis het hoofd te bieden. Anders is het hele advies ‘op drijfzand gebouwd,’ zei Leertouwer.

Ook Arjen Lakerveld, voorzitter van het Directieoverleg Podiumkunsten Den Haag, wijst hierop. “Het advies komt bovenop Covid-19. Met theaters die straks misschien voor maximaal een kwart gevuld mogen zijn, wordt overleven lastig. We zijn met de gemeente in gesprek over een duurzame oplossing, steken de koppen bij elkaar. We moeten er gezamenlijk uitkomen, met het advies in de andere hand.”

Vervolg
In juni doet het Haagse college aan de gemeenteraad een voorstel op basis van het advies. Dat wordt 8 september in de raad besproken. Op 8 oktober stelt de gemeenteraad het definitieve plan vast.

Overigens is er ook landelijk een Kunstenplan in de maak. Een aantal Haagse instellingen krijgt én vanuit Den Haag én vanuit het landelijke Kunstenplan geld, bijvoorbeeld Het Nationale Theater, Nederlands Dans Theater en Residentie Orkest.

Nieuw bloed:
Grauzone, Het Haags Theaterhuis, iii, OFF Projects, Page Not Found, Story Academy, Topaze.

Afvallers t.o.v. 2017-2020: Crossing Border, Ciconia Consort, Classical Encounters, Culture Clash 4U, De Dutch Don’t Dance Division, Diamant theater, Electriciteitsfabriek, Heden, Het Popdistrict, Lonneke van Leth Dans, LOOS, Matangi Kwartet, Meyer-Chaffaud, Museum Bredius, Muzee Scheveningen, Prinses Christina Concours, STET, Theater Branoul, Todays Art, Trespassers W. Zuiderparktheater.

Gelijkblijvers t.o.v. 2020: CultuurSchakel, Filmhuis Den Haag, Firma MES, Het Nationale Theater, Holland Dance Festival, KOO, Korzo theater, Kunstforum/West , Kunstmuseum Den Haag, Movies That Matter, New European Ensemble, PAARD, Stroom DH, Theaters Diligentia & PePijn.

Winnaars (meer euri erbij):
Amare, Art-S-Cool, De Betovering, Bibliotheek Leidschenveen (Cultuuranker), Bibliotheek Loosduinen (Cultuuranker), Nederlands Dans Theater, Ensemble Klang, Grafische Werkplaats, Haags Historisch Museum, Huis van Gedichten, Kalpanarts, Laaktheater, Museon, Musicon, Nest, Opera2Day, PIP, ProJazz, Rewire, Residentie Orkest, Slagwerk Den Haag, Theater De Vaillant, Theater en Filmhuis Dakota, Theater De Nieuwe Regentes, Writers Unlimited.

Afgewezen / niet toegekend:
O.a. Another Kind of Blue, Billytown, Bureau Dégradé, Culture Unlimited, Ensemble Modelo 62, Heden, Herinneringscentrum Oranjehotel, Humanity House, Kwekers in de Kunst, Muziektheater Briza, New Dutch Academy, Prins27, Regentenkamer, The Grey Space in the Middle, Theatergroep Drang, Tonality.

‘Anastasia’ veel meer dan vakkundig gemaakt sprookje

Spektakelstuk in optima forma

De musical Anastasia moet The Lion King doen vergeten. Van Sint Petersburg naar Parijs via een vliegensvlug dieprood, revolutionair gekleurd liefdesverhaal. Den Haag heeft er een publieksattractie bij.

Geloven. Gewoonweg blíjven geloven. In jezelf, in de ander, in wat je zelf vermag. In de toekomst, of in verhalen. In de bijbel, kor’an, mahabharata of thora. In Shakespeare, buitenaards leven of sprookjes: zolang je maar gelooft beleef je een hallucinerende ‘neverending story’. Napoleon I verwoordde het ooit zo: ‘Wat is geschiedenis anders dan een geaccepteerde fabel?’

‘Vergeet mij niet,’ schreef Anastasia toen ze zeventien was, in 1917, aan een vriendin. Nou, de wereld is haar allerminst vergeten. In talloze publicaties, toneelstukken, films (die met Ingrid Bergman uit 1956, bijvoorbeeld), balletten en televisieseries speelt Anastasia een hoofdrol. Precies zo in de aangekochte Broadway-musical, die sinds vorige week en gedurende de komende maanden, wellicht jaren te zien is in het AFAS Circustheater in Den Haag, als opvolger van ‘The Lion King’.

Is ze ‘feit’ of is ze ‘fictie’? Anya. Zo heet ze werkelijk. Totdat ze zelf gelooft dat ze Anastasia Nikolajevna Romanov zou kunnen zijn, de vijfde telg en jongste dochter van tsaar Nicolaas II van Rusland. Diens gezin – inclusief Anastasia – werd juli 1917 in Jekaterinenburg op brute wijze uitgemoord in de verhitte strijd tussen communistische mensjewieken (de witten) en bolsjewieken (de roden), voorvaderen van de oktober-revolutie in Rusland.

Het verhaaltje dat in de musical hierover wordt opgedist doet daar tegenover wat pover aan. Weeskind Anya (glansrol Tessa Sunniva van Tol, bekend van ‘So You Wanna Be a Popstar’ 2007) is van eenvoudige komaf maar wil dolgraag naar Parijs, stad van haar dromen. Dmitri (Milan van Waardenburg) en Vlad (Ad Knippels) doen haar geloven dat ze voor de verloren gewaande maar in leven verkerende tsarendochter Anastasia (letterlijk: wederopstanding) door kan gaan. Zij had volgens de geruchten immers aan de moordpartij weten te ontsnappen. Hun bedoeling is het om de uitgeschreven beloning van de in Parijs woonachtige keizerin-grootmoeder te verzilveren door haar te verenigen met de spoorloze Anastasia. Maar gaandeweg ontstaat her en der twijfel: is Anya inderdaad de lang gezochte prinses? Of toch niet? Een speeldoosje dat de prinses op jonge leeftijd ten geschenke heeft gekregen en die Anya in bezit heeft gekregen, moet als doorslaggevend bewijsstuk dienen.

Wel jammer dat een maatschappijkritische toon of verhaallijn niet echt uit de verf komt, een euvel waar het genre al zo lang aan lijdt: Natuurlijk gaat er een liefdesverhaaltje schuil achter de intrige.

Waar de verhaallijn wat voorspelbaar is en zonder al te veel diepgang – zo wordt de moordpartij niet en de rode revolutie slechts in bijzinnen behandeld, laat staan de achtergrond ervan belicht – zorgen juist de muziek en de adequate, live muzikale begeleiding door een veertienkoppig ensemble, maar vooral de loepzuivere, kristalheldere en zeer verstaanbare vocale bijdragen over de hele linie voor een voortdurend hoogtepunt.

Het toneelbeeld verleidt voortdurend tot open doekjes. Beeldwisselingen komen in sneltempo voorbij aan de hand van videoprojecties op XXL-formaat. Je wáánt je in Sint-Petersburg, in Parijs; in de herfst, in een theater. Het is allemaal van een overrompelende visuele romantiek waarin het een heerlijk onderdompelen is. Door twee slim opgestelde draaitonelen, eentje rechts, de ander links in het decorbeeld, kan in een handomdraai worden geschakeld tussen de verschillende locaties waar het stuk gesitueerd is. De voorstelling staat ook verder bol van theatertechnische hoogstandjes. Hoogtepunt in dat verband is de treinreis naar Parijs, waarbij het perspectief op de treinwagon filmisch meebeweegt met de veranderende achtergrond. Gevoegd bij de weelderige, vaak oogverblindende, veelal met pracht en praal uitgeruste kostuums (279!) oogt het geheel weelderig, vol en rijk – terwijl er soms toch niet meer dan drie of vier figuren het grote toneelpodium bevolken. Opmerkelijk is de scène waarin een deel uit ‘Het Zwanenmeer’ wordt nagespeeld of beter: gedanst, op spitzen, een tutu voor de ballerina, een maillot voor de ballerino, in een pas de deuxtje dat eindigt in een volleerde ‘fish dive’, nog wel omringd door een ‘ballet blanc’ van welgeteld drie zwaantjes.

De muziek is veel minder belegen dan ik vooraf geneigd was te denken. Als notoir scepticus van het musicalgenre blijf ik niettemin aanhikken tegen de typische trekjes, zoals deuntjes die steevast en ostentatief eindigen in een uitroepteken. Aan de eindstreep heeft ‘Anastasia’ me verbaasd en verrast, ben ik meer gaan geloven in het genre maar nog geen geloofsgenoot. Geen kippenvel maar wel een rilling die over de rug liep en op het punt van aanzwellen stond.

Stage Entertainment, ‘Anastasia’, tot en met januari 2020, AFAS Circustheater. Voor 8+ en ouder(s). Meer informatie: www.anastasia.nl

Olympische Spelen van Den Haag

Cirque du Soleil strijkt neer op Malieveld

Olympische Spelen in… Den Haag!

Het circus is terug – van eigenlijk nooit helemáál weggeweest. Het zaagselhout, het zand van de piste en de getemde diereninbreng zijn dan wel passé maar inmiddels is dat alles ingeruild voor een meer artistiek aandoende versie van het genre:

In Den Haag houdt theater Korzo twee keer per jaar een festival dat ‘Cirque Mania’ is gedoopt, het Zuiderstrandtheater heeft regelmatig internationale circusacts in de aanbieding en ook Club Lourdes en theater De Nieuwe Regentes doen nu en dan een duit in het zakje. De Haagse voorvechter van variété Karel de Rooij (de ‘Mini’ van Maxi) kan tevreden zijn met deze ontwikkelingen. Klap op de vuurpijl is natuurlijk de komst van Cirque du Soleil. Behalve een evenement is het ook artistiek hoogstaand amusement. De komende week strijkt het wereldberoemde circus met het programma TOTEM voor het eerst neer in de hofstad, op het Malieveld. De ambitie van het stadsbestuur is om Cirque du Soleil voortaan jaarlijks naar het Malieveld te halen.

Franck Hanselman is company manager bij de Canadezen.

“Als Company Manager ben ik operationeel eindverantwoordelijk voor de show. Kort gezegd komt het erop neer dat ik ervoor moet zorgen dat de show iedere dag wordt opgevoerd. Dat doe ik samen met een team van directeuren, die ieder hun eigen afdeling aansturen. In totaal zijn we met 120 man op tournee. Daarnaast werken we in iedere stad met zo’n honderd plaatselijke arbeidskrachten om alles zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Hoeveel shows van ‘Totem’ heb je er inmiddels al op zitten? En doe je ook andere shows?
‘Totem’ is begonnen in april 2010 en heeft er al meer dan 3000 voorstellingen op zitten. Zelf ben ik ruim twee jaar bij de show, vanaf het moment dat ze vanuit Japan naar Europa kwamen. Voorheen heb ik bij zeven andere shows van Cirque du Soleil gewerkt, maar momenteel houd ik me alleen bezig met ‘Totem’. Geen dag is hetzelfde. Ik weet eigenlijk nooit precies wat me te wachten staat, en dat houdt het spannend. Er kan een technisch probleem zijn, of iets met één van de artiesten, soms doe ik interviews met de pers, ik plan vooruit voor de volgende steden, er kan een telefoontje komen uit ons hoofdkantoor in Montreal met een dringende vraag, van alles. Daarnaast blijft het iedere dag heel mooi om de reactie en het applaus van het publiek te horen. Niet alleen de artiesten, ook de koks, de loodgieter en iedereen die bij ons werkt geniet daarvan. Dan weten we dat het ons weer is gelukt om een mooie show te brengen, die de mensen gedurende ruim twee uur even hun dagelijkse sleur laat vergeten terwijl ze genieten van acrobatiek, muziek en kostuums van wereldklasse.”

Er zijn vast heel wat anekdotes te vertellen…
“Het is weleens gebeurd dat vlak voor de voorstelling de stroom is uitgevallen. Daarnaast is het leuk als er bijzondere gasten in het publiek zitten. Een aantal jaren geleden, toen we in Madrid stonden, kwam de koningin van Spanje met haar kinderen en vrienden. Ze vond het zo mooi, dat ze de week erna terugkwam met haar man en schoonmoeder. En afgelopen januari in Londen waren Prins Harry en zijn vrouw bij de première. Maar uiteindelijk is iedere bezoeker voor ons even belangrijk.”

Wat vind jij de mooiste, beste, knapste act uit het programma?
Iedere act is anders en op zijn manier bijzonder, dus het is lastig kiezen. Je vraagt een ouder ook niet wie zijn favoriete kind is, haha. Onze Chinese eenwielers van twee meter hoog en daarbij kommetjes naar elkaar toe schoppen zijn indrukwekkend, ons rolschaatspaar dat duizelingwekkend snel op een superklein platform rondjes draait is adembenemend, onze voetjonglerende tweeling doet je versteld staan, en bij onze Russian Bar artiesten zit je ook op het puntje van je stoel, om maar een paar acts te noemen. Het is moeilijk om er eentje uit te pikken. En dan heb ik het nog niet over de live muziek, die speciaal voor de show is gecomponeerd, en waarvoor inspiratie is gehaald uit verschillende culturen.”

Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van ‘Den Haag’?
“Het is voor het allereerst dat Cirque du Soleil met een show naar Den Haag komt, dus de verwachtingen zijn hoog gespannen. Het Malieveld is bovendien een uitgelezen plek. We zijn heel tevreden over de samenwerking met de gemeente. We hopen dan ook regelmatig te kunnen terugkeren.”

Cirque du Soleil, ‘Totem’, t/m 8 december 2019, verschillende aanvangstijden, Malieveld. Meer informatie: www.cirquedusoleil.com

Sentimentele piraten en een stoere kapitein

Bijna alles loopt in de soep

Vrouw Houtebeen is de eerste hoopvolle klimaatopera ter wereld. Vrijdag 6 september gaat hij in première in het Zuiderstrandtheater.

Herinnert u zich deze nog? ‘Al die willen te kaap’ren varen / Moeten mannen met baarden zij / Jan, Pier, Tjores en Corneel /  Die hebben baarden, die hebben baarden, zij varen mee’. Het lied gaat over een groep zeevaarders. Met ‘baarden’ wordt bedoeld dat het mannen moeten zijn die niet voor een kleintje vervaard zijn.

De Corneel van dit lied uit begin negentiende eeuw is Cornelis Corneliszoon Jol, geboren in het jaar 1597 in Scheveningen. Beroep: Kaper. Feitelijk: admiraal van de West-Indische Compagnie tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Bij overvallen maakte hij goud en zilver buit op Spaanse en Portugese schepen. Vergeten zeeheld. Voor Jol geen praalgraf in Delft, zoals voor Piet Hein. ‘Houtebeen’ werd hij genoemd nadat hij in een gevecht gewond was geraakt en een van zijn benen moest worden afgezet. Tot zover dit geschiedenisklasje.

“Met ‘Vrouw Houtebeen’ laten we nu eens niet de vrouw áchter, maar de vrouw vóór de man laten zien,” zegt regisseur Vincent van den Elshout over de hoofdrol van Ael Jansz.. Zij is Houtebeens echtgenote, een rol die Loes Luca op zich neemt. Naast Luca spelen de talentvolle jongelingen Kim van Zeben en Dook van Dijck, en zien we Koos Sekrève als Cornelis Jol. Zij allen worden bijgestaan door Theaterkoor Dario Fo en een projectkoor met meer dan 125 Scheveningse zangers en kinderen.

Luca doet op ingeleefde toon de verhaallijn en de lotgevallen van Ael uit de doeken. “Eerst varen vanaf Scheveningen onze mannen uit. Ik blijf achter. Maar ik heb er schoon genoeg van om een kapersvrouw te zijn. Ik wil eindelijk huisje boompje beestje; met hem hier op een bankje zitten en vanuit een duinpan naar de zee staren. Daarbij: hij is te oud geworden voor het vak. Daarom pik ik net voor hij het ruime sop kiest, zijn houten been. Want met één been houdt hij het op zee vast niet lang uit. Bovendien is het gezellig voor mij, zo’n been in huis te hebben. Als een papegaai een noodlotstijding komt overbrengen, ga ik de zee op, ook al heb ik nog nooit gevaren. Maar ik weet niet dat er verstekelingen in het ruim verborgen zitten. Zij willen de zee redden van de plastic soep. Als Ael kan mij dat niet schelen; ik ben bezig mijn man en de anderen te redden. Uiteraard komen we onderweg allerlei obstakels tegen, maar uiteindelijk vinden we elkaar onderwater in een fata morgana. Als we dan later weer thuis zijn, kijken we met weemoed op het vervlogen verleden terug,” vertelt de met comédiennebloed geboren Rotterdamse chansonnière en actrice. Het wordt een ludieke productie met serieuze ondertoon: aan de hand van dertig ‘ankerpunten’ komen in evenzovele scènes naast klimaatspijbelaars onder meer een ijsberenduet, een walvis met een gordijn, sirenen en garnalenpellers op de proppen.

Vliegschaamte en vleesvrees
In persoon is Loes Luca geen uitgesproken klimaatactivist. “Ik ben wel heel netjes in het scheiden van afval. En ik rijd een hybride auto. Maar ik vlieg wel. En ik eet vlees. Kijk, ik word dit jaar 66 en ben opgevoed met ‘vlees moet’ en ‘melk moet’. Dat krijg je er bij mij dus nooit meer uit, denk ik. Maar als ik naar mijn dochter kijk dan zou ik, als ik nu haar leeftijd had, misschien net als zij veganistisch zijn. Want de wereld gaat toch wel sneller naar de kloten dan we in de gaten hebben gehad. Ik eet al wel minder vlees, maar een boterham met kalfsleverworst is wel erg lekker, sorry kalf. Als ik voor mijn dochter kook maak ik vegetarische recepten klaar. Dus: geen ei, en soja in plaats van room en zo. Maar dat vind ik prima. Qua soep? Doe mij maar soep met ballen! Maar dat mag natuurlijk ook niet meer. Of een bloemkoolsoepje … met ham erin. In ieder geval géén plastic soep ”

IJsberenduet
In muzikale zin houdt ‘Vrouw Houtebeen’ het knipogende midden tussen opera, musical en operette, al wordt de productie ook geafficheerd als een ‘moderne odyssee’. Van den Elshout: “Maar zelf noem ik dit de eerste hoopvolle klimaatopera. En nog Nederlandstalig ook, op een tekst van Gijsje Kooter .” De operamuziek van William Gilbert & Albert Sullivan van eind 19e eeuw is opnieuw gearrangeerd en wordt gespeeld door een ‘minisymfonieorkest’ dat bestaat uit musici van het Residentie Orkest. “Ik vind het hartstikke mooie muziek,” zegt Luca, die na ‘Harde Handen’ tot een bekende verschijning is uitgegroeid aan de zeekant.

Kwekers in de kunst, Residentie Orkest en Zuiderstrandtheater, ‘Vrouw Houtebeen’, donderdag 5 t/m woensdag 11 september 2019, Zuiderstrandtheater. Meer informatie: www.zuiderstrandtheater.nl