Blik op oneindig

Toneegroep De Appel overziet fileleed

De auto: blikkendoos die ooit het symbool van vrijheidsdrang was. Tegenwoordig is hij synoniem met file. Zijn stilstand verbeeldt maatschappelijke crisis, aldus de nieuwe voorstelling van Toneelgroep De Appel.

Welbeschouwd bestaan er al eeuwenlang files. In Amsterdam stonden in de vorige eeuw de paardenkarren en koetsen kop-aan-staart, voor de parkeerterreinen buiten de stad, aan het Leidsplein en het Weesperplein. Louis Couperus beschreef in 1889 filevorming voor het eerst literair, in Eline Vere: ‘Dirk, de koetsier, was een ogenblik genoodzaakt geweest even stil te blijven staan, maar nu kwam er opnieuw vlugger beweging in de file van equipages op de rijweg.’
In de jaren vijftig komen er meer en meer auto’s. De eerste file in modern Nederland ontstaat op zonnig 29 mei 1955, Eerste Pinksterdag, als dagjesmensen massaal op pad gaan. De file ontstaat op knooppunt Oudenrijn. Mensen uit de Randstad willen naar het bos, en die willen juist naar de stad. Al gauw daarna raakte het donkerzwarte asfalt in de mode: nieuwe wegen, viaducten en klaverbladen werden steeds op klaroengeschal onthaald bij hun opening. Nederland suburbaniseerde: de forens was geboren. En zo kwam Nederland meer en meer vast te staan. Opgevouwen in een Messerschmitt (of was het een BMW Isetta?), een staartvormige dwergauto annex vliegmachien uit de jaren vijftig, bezong Andre van Duin op lichtelijk ironische toon twee decennia later het toen al alom om zich heen grijpend fileleed.

Met de voorstelling Blik doet Toneelgroep De Appel het nu dunnetjes over, maar giet er een manifest maatschappijkritisch sausje overheen. Volgens regisseur Aus Greidanus veroorzaken mensen zelf hun eigen fileleed. Iedereen wil een auto, maar dan raken de wegen vol en kan niemand nog een kant op. Blik beschrijft volgens hem een maatschappij die volledig tot stilstand is gekomen, een maatschappij in crisis. En diezelfde mensen reageren in blinde woede dan wel doffe berusting. De file als snelkookpan.

In de voorstelling zijn we getuige van een file die dagenlang duurt. En vanzelf loopt de spanning dan op. De autorijders en hun passagiers krijgen denkbeeldig de kans een nieuwe samenleving te stichten, maar slagen daarin maar hoogstzelden.

Blik was een grote hit op Oerol, het jaarlijkse festival dat steeds medio juni het eiland Terschelling een week lang in zijn greep houdt. Een festival dat overloopt van monumentale en theatrale gerichte manifestaties. Het moet daar een spectaculair gezicht zijn geweest, zo’n groot gebaar, want stel je voor: de zee tot aan de einder voor je, op het strand voor je ligt een tachtig meter lange gelegenheidssnelweg met vangrail, en zand en wind spelen kwistig door je haren. In de theaterloods van De Appel slaat de voorstelling helaas dood. Uiteraard: er vallen rake klappen, er wordt uitbundig, kluchtig en erg fysiek toneelgespeeld, en er wordt veel live muziek gemaakt. Maar het wil allemaal niet aanslaan. Daarvoor zijn de regievondsten met een blik op oneindig, te zeer voor de hand liggend om niet te zeggen gemakzuchtig zelfs, en is het vingerhooggeheven engagement dat eruit spreekt dan misschien wel voor het Oerol-publiek te pruimen, maar toch niet voor de doorsnee theaterbezoeker. En dat is jammer, want De Appel haalt alles uit de kast en ondersteboven om er wat van te maken. Toch blijf je zitten met het jammere gevoel dat de voorstelling al te snel in een achternamiddag in elkaar is gedraaid. Geen blikopener, helaas.

Eric Korsten

Blik door Toneelgroep De Appel. Regie: Aus Greidanus. Te zien tot en met zaterdag 31 oktober in het Appeltheater in Den Haag. Meer informatie: http://www.toneelgroepdeappel.nl.

Advertentie