Stad en land ondersteboven zetten

Het Nationale Theater zoekt ‘best of both worlds’

Ze doen iets volslagen nieuws, in theatraal Den Haag – en daarom moet en gaat het roer er zeker zes maal om. Inspireren, daar draait het om. Cees Debets en Eric de Vroedt, twee mannen die de inhoud graag voorop stellen, leggen het graag uit.

Het Nationale Toneel, NTjong, de Koninklijke Schouwburg en Theater aan het Spui zijn bij elkaar op schoot gekropen. In andere woorden: Een van Nederlands grootste en gezichtsbepalende toneelgezelschappen met daarin heel wat kloeke acteursnamen, dat Den Haag en het land tot in alle hoeken en gaten bespeelt, is nu in één organisatie samengebracht met een van de mooiste schouwburgzalen die het land rijk is, plus daaromheen ook nog eens een aantal fijne vlakkevloerzalen. Gooi dat alles in een hoge hoed bij elkaar en zie: we noemen haar Het Nationale Theater! Het resultaat moet een ‘verdubbelaar’ worden, zoiets als een en een drie kan zijn. Iedereen van 2 tot 80 kan er terecht, van maker tot bezoeker.

Op een manier die uniek is in de vaderlandse theatergeschiedenis werden in de aanloop tot Het Nationale Theater uiteenlopende barrières geslecht, want theater en gezelschap bijeengevoegd. ‘Ontschotten’ noemt Debets het. Maar waarom moest dat eigenlijk? ‘Zovéél redenen,’ zegt Cees Debets, directeur programmering. ‘We kunnen nu veel dichter op de polsslag van de tijd en op de actualiteit programmeren, en we kunnen dat in perspectief doen en zo samenhang creëren.’

Hij ziet nog een voordeel: ‘Er zijn veel nieuwe mensen hier in huis gekomen, dat zet deuren en ramen open. We willen een ontmoetingsplein zijn dat midden in de samenleving staat, een rotonde waar je zelf bepaalt welke afslag je neemt. We willen inspireren en voeden. Maar wel met steeds ‘het woord’ dat centraal staat. Dat gaat van cabaret, toneel en jeugdtheater tot theatercolleges, discussieavondjes en debatten. Zo hadden we in november rond de voorstelling RACE het programma … is HOT. Met sprekers, ‘scènes des vaderlands’, een fragment uit die voorstelling, stand-up comedy en muziek door onze fonkelnieuw geformeerde huisband; en alles in een losse sfeer. Zulke … is HOT-avonden komen er meer, want er moet meer reuring komen. Op maandag 20 februari is de tweede HOT-avond, Idealisme is HOT, rond de verkiezingen.’

Oud én nieuw
We kunnen nu, zegt hij, veel sneller schakelen ‘want we hebben zelf alle mogelijke koppelstukken in huis, van jong talent tot de top. We kunnen zo nodig meteen aan de slag.’ Voorbeeld dan maar? ‘Actrice Romana Vrede speelde in RACE van Eric de Vroedt.
Zij maakte vorig jaar zelf de indringende voorstelling  Who’s afraid of Charlie Stevens over haar autistische zoon. Die voorstelling is hernomen. Dat kan nu dus probleemloos.’ Nóg een winstpunt: ‘Bij iedere voorstelling zoeken we steeds de zaal die er het beste bij past, of dat nou een van de beschikbare acht (!) zalen ‘binnenshuis’ is, dan wel een locatie elders in de stad of in het land. Maar, zo geeft Debets een voorlopige winstwaarschuwing af, ‘de veranderingen zijn niet van de ene dag op de andere zichtbaar’. Voor de vele vaste bezoekers blijft gelukkig sowieso veel bij het oude, haast hij zich te zeggen. Want: ‘Ook Jochem Myjer staat volgend seizoen als vanouds in de Koninklijke Schouwburg, hoor.’

De stad centraal
Eric de Vroedt, nu artistiek directeur en later opvolger van Theu Boermans als directeur producties, ziet Den Haag als een stad die overloopt van drama en tegenstellingen: ‘Van Binnenhof en Paleis Noordeinde tot Schilderswijk en Laak, en van zand tot veen’. In zijn nieuwe voorstellingenreeks The Nation verwerkt hij de indrukken die hij opdeed uit de stad, momenten en situaties die bij hem opborrelen of frapperen, en bereid tot een liefst zesdelige theaterserie die zich de komende maanden voltrekt. Een hedendaags epos, dat volgens hem ‘niet zachtzinnig’ wordt, en wel wat weg heeft van de tiendelige theaterserie mightysociety die hij in het verleden maakte: ‘Geëngageerd toneel, maar dan niet-cynisch. En het wordt ook een ‘whodunnit’. Zo houdt hij de spanning erin.

Dat brengt De Vroedt op de nu al illustere ‘strategische tafel’ van Het Nationale Theater. Daar worden alle programmavoorstellen in gezamenlijkheid tegen het licht gehouden. ‘Vroeger ging het vooral om voorstellingen in- of verkopen,’licht De Vroedt toe, ‘maar wij, Het Nationale Theater, zijn veeleer op zoek naar ‘programma’s’, naar concepten. Waarmee we verder pogen te reiken dan een op zichzelfstaand avondje toneel alleen.’

Al zijn en blijven die er natuurlijk ook. Zo brengt NTjong in maart Lord of the Flies uit. ‘Daarvan kun je zonder omwegen van genieten, maar er zijn ook uiteenlopende educatieve projecten omheen bedacht. Of neem Jeanne d’Arc. Daarmee kiezen we ervoor om met onze poten middenin de geloofsrichtingenstrijd te staan die de wereld van vandaag de dag splijt. Die voorstelling kun je ‘los’ zien, maar we presenteren er ook een heel randprogramma omheen, met als centrale vraag: Hoe ver ben jij bereid te gaan?

Ten slotte is er Ondertussen in Casablanca van regisseur Jeroen De Man. ‘Daarin wordt een gevierd acteursechtpaar over hun vak geïnterviewd, terwijl de nietsontziende werkelijkheid-van-alledag aan hun poorten rammelt.

Vuurdoop
Met RACE heeft De Vroedt als regisseur inmiddels zijn vuurdoop in Den Haag beleefd. The Nation is zijn volgende project. Hij ging er als volslagen nieuwkomer voor woelen onder tal van maatschappelijke organisaties in de hofstad, van voedselbank tot Des Indes, en van bewonersorganisaties tot boksschool. Net als Debets is De Vroedt overtuigd van de winst die van de kernfusie uitgaat. ‘De ene medewerker heeft er een gezelschap bij, de ander een ‘huis’. De deurtjes staan open en dat zorgt bij ons meteen al voor een sterke impuls.’

Meer weten? Kijk op nationaletoneel.nl, ntjong.nl, ks.nl en theateraanhetspui.nl.

 

Advertentie

De wereld? Een smiley!

Tijd voor lachende gezichtjes

De Parade is weer in Den Haag. Het leven is een feestje. Je moet dan wel zelf de slingers ophangen.

Revuetijden herleven in illustere spiegeltenten, taveernes en dranklokalen als de Casa Mondo, Café Correct, Hotel Vilé, Teatro Cuatro en De Blauwe Hemel. Het meervoud van leven, zegt de tweekoppige Parade-directie Loesje in haar programmagids na, is lef. Dat geldt voor het gros van de 625 artiesten, musici en kunstenaars die op het nomadisch variétéfestival van de Parade als zzp’er hun werk doen – net als de talloze Parademedewerkers trouwens. Aan al die zzp’ende toneelspelers en muzikanten wordt op de Parade ruim baan verleend, in tenten met van die klinkende namen.

Voornaamste wapenfeit van de Parade: Altijd is het er leuk, weer of geen weer. Van de trouwens al jaren oprukkende gezellige ‘verleuking’ in Nederland is de Parade een trouwe afgezant. Voor velen is het de opmaat tot een welverdiende zomervakantie. Dus vooral niet te luid hardop nadenken! Toch kun je er, en meer dan vroeger het geval was, ook je innerlijke ik opladen. Anders gezegd: niet alleen het buikje rond eten – het gaat er van haute friture tot crepes artistiques en zelf te bakken poffers bij Au Gwen Marie – maar ook de hersenpan eventjes laten kraken, met goedgemutste, verrassende, geengageerde – en eerlijk is eerlijk, soms ronduit tegenvallende voorstellingen. En als je op een onbewaakt moment de zonnewarmte eens goed op je gemoed en lijf laat inwerken, blijkt dat opeens een weldadig zonnepaneel: Je kunt er weer een tijdje tegenaan! De Parade is door die bril bezien als brandstof voor de (over)vermoeid geraakte geest.

Al een kwart eeuw lang kan dat op het omheinde Parade-terrein – waarvan nu zo’n vijftien jaar in Den Haag. De verzameling die tegenwoordig 23 tentpaviljoens omvat, slaat opnieuw haar kampement op in het Westbroekpark. Daar slaat het je er om de oren met hapklare brokken muziek, met (soms) onderhoudend en soms inventief theater, en met lachwekkende comedy. En, voor het eerst, met museumkunst! Met Het Parade Museum heeft Nederland er in zomertijd opeens een nieuwe presentatieruimte bij. De editie 2016 is ingericht door Fotomuseum Rotterdam, dat van het beroemde fotoboek Eye Love You van ‘straatbeeldfotograaf’ Ed van der Elsken een ‘filmische montage’, een mooie diashow maakte. In de toekomst zorgen andere musea elk een zomer voor de invulling van dit volksmuseum bij uitstek.

Muziek
Op de Parade kun je je wentelen in muziek. In Den Haag zijn er optredens van onder meer de Dopegezinde Gemeente, Herman Pouderoyen, Nachtschade en Philip Kroonenberg. En vanouds is er natuurlijk De Levende Jukebox. Jules Deelder is weer van de partij met Bas van Lier en De Deelderiers. Maar de aandacht gaat toch vooral uit naar Club Helmbreker, een collectief popmuzikanten dat vergeten albums opnieuw onder de aandacht wil brengen. Exact honderd jaar na diens geboortejaar brengt de band integraal de elpee Watertown van Frank Sinatra ten gehore, een conceptalbum dat het verhaal vertelt van een man die, verlaten door zijn vrouw, achterblijft met hun kinderen. De songteksten laten zich lezen als een verzameling brieven die hij aan zijn oude geliefde schrijft, maar nooit verstuurt. Uitgelezen musici (o.a. Anne Soldaat) en een interessante bezetting (met onder meer hoorn, mondharmonica, cello en viool) zorgen voor een gedenkwaardig eerbetoon en mooi rustpunt dat soms ook swingt als de neten.

Theater
Beperkte de Parade zich tien jaar geleden nog voornamelijk tot een muziekovergoten tijdverdrijf; mettertijd is het notenfuifje uitgegroeid tot een theaterparty (104 voorstellingen!) waar vooral jonge honden onbekommerd de hoofdrol opeisen. Een kraamkamer, omringd met een gretig toekijkend publiek van (piep)jong tot (stok)oud. Wat gebleven is, dat is natuurlijk het parademaken. Dat maakt trouwens sowieso een groot deel uit van de lol op het terrein. Neem de acteurs Teun Luijcks en Vincent van der Valk die dat namens Toneelgroep Oostpool doen met Kletsmajoor. Het tweetal belooft vier uur non-stop twee oren van je hoofd te zullen kletsen – en dat blijkt geen loze belofte. Als opwarmer kun je ‘gratis’ hun kleedkamersessie bezoeken; om af te kicken is er een voor iedereen toegankelijke slotceremonie. Daartussenin spelen ze in Teatro Cuatro drie keer een halfuur hun ‘voorstelling’. Nou ja, het is eerder een uit de hand gelopen repetitie, vol gekakel en gebeuzel, maar met enige humor opgedist. Dat dan weer wel. Volkomen sufgeluld kun je je daarna weer laven aan een biertje of wijntje.
Bekende namen uit het reguliere theater geven op de Parade optredens, onder meer Club Guy & Roni met de Poetic Disasters, Servaes Nelissen & Ilse Warringa, Paul Haenen, Orkater, Theater Rast, Sabri Saad El Hamuus & Co, de Theatertroep, Suver Nuver, La Isla Bonita, en Saman Amini (bekend van Nobody Home).
In de Theatertoren, centraal op het terrein, speelt zich LEUK van BonteHond af. Drie levenslustige types proberen de boze wereld buiten te houden, koste wat het kost. En alsof hun leven er werkelijk van afhangt leggen ze hun ziel en zaligheid in uiterlijk vertoon, in entertainment. In een show waar het songfestival een puntje aan kan zuigen. Ze noemen het zelf: ‘een bittere zomershow met een vrolijk maar dun randje’. Een wrang-humoristische aanklacht tegen de hang naar geluk en het dagelijks ontwijken van ellende. Kijk, dát schuurt en schrijnt! Juist op het Parade-terrein waar ‘leuk’ tot levensmotto is verheven. Het leven als een reuzensmiley, een levensgrote! Het leven is een feest Je moet dan wel de slingers zelf ophangen. En vergeet ze niet eerst te kopen!

Theater aan het Spui brengt vijf producties
Waar bekende theaters in Den Haag nog altijd graag de kat uit de boom kijken, pakt Theater aan het Spui op de Parade jaar in jaar graag uit met jong talent. Op de zesde editie dat het er paradeert presenteert het liefst vijf producties, waarvan eentje exclusief in Amsterdam. “Absurd veel,” bekent Cees Debets van Theater aan het Spui. “We doen het omdat we het erg leuk vinden, maar toch vooral om jonge makers publiek te gunnen. Vorig jaar waren dat er zo’n negenduizend.” Een aantal jaren geleden heeft Theater aan het Spui speciaal voor de Parade zelfs een theatertje gebouwd, Zaal 4 geheten. “Ons Houten Huis.”

Talenten kunnen eerst dik twee maanden hun gang gaan in Zaal 3, de zaal van Theater aan het Spui aan het De Constant Rebecqueplein. “Jong talent kan er in die veilige, beschermde omgeving voorstellingen ontwikkelen. Het is een laboratorium.” Hoe pittoresk, intiem en klein aan de buitenkant ook, de houten zitbanken in het Houten Huis bieden plaats aan zo’n veertig bezoekers. Hoewel het speelvlak er hooguit 3 bij 1 meter meet heeft Theater aan het Spui met Zaal 4 de voorbije jaren op de Parade laten zien dat die mini-setting goed is voor toptheater.

De Haagse theatermaker Jos Nargy is voor Debets hofleverancier. Bijvoorbeeld bij de Poezieboys, waarin hij samen met Joep Hendrix blijk geeft van hun voorliefde voor literatuur, Russische underground en de Beatgeneratie, en vooral voor de Amerikaanse dichter Allen Ginsberg. In de voorstelling wordt de vraag gesteld wie Ginsberg was. Nargy: “Wat dreef hem, wie waren zijn vrienden en wat schuilt er achter dat lieve gezicht?” Het duo interviewde mensen die Ginsberg gekend hebben, en lezen voor. Het mondt uit in een ‘documentair-poëtisch experiment’.

Nargy maakt eveneens deel uit van Thomas, Sacha en Jos. Vorig jaar brachten zij een wonderschone versie van Toon Telllegens Een vorig leven, een regelrechte Paradehit. Dit jaar staan ze minus Thomas op de KinderParade. Ze vragen zich daar vertwijfeld af wat ouders doen als kinderen er niet bij zijn, en ontrafelen daarbij en passant eeuwenlang bewaarde geheimen. En, zo kondigen ze aan, hun ontdekkingen zijn bepaald schokkend. Nargy is verder op eigen titel ook te zien in Gilminder, een intieme (no-knuffel) rockshow waarin de kunst van het versieren onorthodox wordt bijgebracht.

Moederland
Actrice Naomi van der Linden speelde onlangs de dochter van Mandela in de musical Amandla Mandela. Eerder dit jaar speelde ze haar voorstelling Moederland in Zaal 3. Vanwege haar donkere huidskleur krijgt ze geregeld de vraag gesteld waar ze ‘eigenlijk’ vandaan komt. “Het antwoord is: Den Haag” zegt ze, “maar dat blijkt zelden bevredigend.” Voor Moederland besloot ze daarom op zoek te gaan naar haar Afrikaanse roots en reisde af naar Zambia. Het levert een bewogen reisverslag op naar het hart van Afrika, een persoonlijke zoektocht naar identiteit.

In Spaceships Know Which Way To Go deelt Vincent Brons met Anneke Sluiters zijn fascinatie voor het universum. Vanaf de microkosmos van de Parade bouwen ze ter plekke een sterrenstelsel en wordt een poging gewaagd het gigantische zwarte hemelspansel dat boven ons hoofd zweeft, te begrijpen. Een sci-fi spreekbeurt die zich afspeelt ergens tussen de grootsheid van het heelal en eenzaam verdwalen in het oneindige in.

Ten slotte tekent Theater aan het Spui twee keer per dag voor radio met Studio Vrijgewillig, een voorstelling/programma/uizending die met headsets te beluisteren valt. Er wordt theatraal verslag gedaan over vrijwilligersactiviteiten op het festivalterrein, waarbij goeddoen en geven centraal staan. Een prikkelend programma, volgens de makers, met toekomst‐veranderende radio en levensverrijkende activiteiten.

KinderParade
Naast de avondeditie is er iedere dag een uitgebreide KinderParade met theatervoorstellingen, muziekoptredens en workshops. De allerkleinsten, peuters, kleuters en al wat verder opgeschoten kroost kan naar hartenlust spelen en kijken. Bijvoorbeeld in Villa Lila om te timmeren, te schilderen of de pet te versieren.

Maar ze kunnen ook naar de Silent Disco, zelf poffertjes bakken of hun gezichtje laten schmincken. Ook zijn er talloze jeugdtheatervoorstellingen. Bijvoorbeeld VONK! van de Toneelmakerij & Het Nut. Op een dag treffen twee jongens treffen in hun geheime heilige hut een meisje aan. Stel je voor! Een meisje! Maar meisjes, die zijn toch stom?! Als uit de hut opeens rook opkringelt schreeuwen de jonge toneelkijkertjes hardop mee: ‘Waar rook is, is vuur!’.

Er zijn op de KinderParade ook jeugdtheatervoorstellingen van Pieter Tiddens, Max Tak, Theater aan het Spui (zie elders) en Percossa/Oorkaan.

Wat is de Parade?
Op de Parade zie je theater-, dans- , mime- en muziekvoorstellingen in tenten die voor het merendeel speciaal voor het festival zijn gemaakt. De Parade-tournee begint in Rotterdam en reist met alle tenten en restaurants via Den Haag (Westbroekpark, vrijdag 8 tot en met zondag 17 juli 2016) en Utrecht door naar eindstation Amsterdam. Tot 16.00 uur is de toegang tot het festivalterrein gratis.

 

‘Verder kijken dan neus lang is’

2015-2016: Theater aan het Spui opent met ‘best of’

Toneel vindt hij na dertig jaar in het metier nog altijd ‘ongelóóflijk leuk’. En hij maakt graag deel uit van de dynamiek van de stad. Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui.

Niet eens zo lang geleden, het afgelopen seizoen nog, gebeurde het. Aan de bar in de foyer van Theater aan het Spui stond actrice Manja Topper uit te hijgen van haar rol als Lady slash Courtney Love in Macbain, een voorstelling waarin het leven van rocklegende Kurt Cobain werd gemixt met dat van Shakespeares Macbeth. Een bezoekende scholiere wendde zich tot Topper. Of zij en haar medescholieren haar even konden spreken over de voorstelling. Zeker wel, was het antwoord van Topper. ‘Maar kennen jullie Macbeth’, vroeg Topper daaropvolgend. ‘Jawel hoor, dat stuk hebben we laatst zelf gespeeld’.

Cees Debets wil maar zeggen. Hij is trots dat jongeren de weg naar zijn vlakkevloertheater steeds beter weten te vinden. “Dit is het publiek van de toekomst”. Debets reikt verder dan de doorsnee meet & greet. “Tuurlijk kunnen ze hier met Nasrdin Dchar, bekend van Shouf Shouf en Rabat, op de foto. Maar het is wél zo leuk als er een inhoudelijk gesprek tot stand komt. Acteurs vertellen me meer dan eens dat zo’n gesprek stof tot nadenken heeft gegeven”. Hij treedt volwassenen trouwens net zo tegemoet. Zijn Dans- en Toneelkijkers, heavy users, zien vijftien voorstellingen en schrijven recensies. “De mening van de kijkers is belangrijk voor de gezelschappen. Maar ook voor ons, want het is goed je vaste publiek te kennen. En het is de basis voor onze jaarlijkse Publieksprijs, een van de weinige in Nederland”. Die prijs werd in juni gewonnen door Kunsthart van Mugmetdegoudentand. De winnende voorstelling prijkt in oktober opnieuw op het programma van Theater aan het Spui.

De maand daarvoor, september, opent het vlakkevloertheater met een maand lang ‘the best of the season before’. Amuses, noemt Debets het. “Waarvan de kwaliteit onbetwist is, voorstellingen die het afgelopen seizoen de toets der kritiek hebben doorstaan. Met prijswinnende acteurs en voorstellingen zoals die van Marjolein van Heemstra, Fahd Lahrzaoui en onze meervoudige Spui-Publiekswinnaar Jakop Alhlbom”. Met diens voorstelling Horror koestert Debets speciale plannen. “Ik ben van plan alle Toneelkijkers uit te dagen om iemand uit hun omgeving mee te nemen die nooit eerder in Theater aan het Spui is geweest. Die persoon mag er dan voor niks in”. De openingsmaand is zo een uitstalkast vol snoepgoed en bovendien een graadmeter voor wat verderop in het seizoen aan het Spui op stapel staat. Debets: “Want we presenteren ook de nieuwe voorstellingen van al die prijswinnaars van het vorige seizoen”.

Kruispunt
Breed. Dat is het enkelvoudige woord dat de programmering van Theater aan het Spui samenvat. Van erkende festivallocatie (Writer’s Unlimited, Holland Dance Festival en Movies that Matter) tot kindertoverplein voor jeugdtheater en familievoorstellingen (Festival De Betovering, en een zuigelingenconcert, voor baby’s tussen 5 en 15 maanden); van rotonde voor moderne dans (Nederlands Dans Theater is er kind aan huis) tot huis voor muziektheater en toneel. En Debets is graag ook letterlijk de spreekstalmeester voor nieuwe Haagse theatermakers, waaronder Firma MES en Sytze Schalk. Bijvoorbeeld.

Nu dan toch namen zijn gevallen: Hij gaat dus drie keer Toneelgroep Amsterdam ontvangen. “Uitroepteken!”, zegt Debets. “Halina Reijn in La Voix Humaine. Claus’ Een Bruid in de Morgen, geregisseerd door talent Maren Bjørseth. En Song From Far Away van Ivo van Hove. Op toneelgebied werkt Theater aan het Spui trouwens samen met de Koninklijke Schouwburg: “Een voorstelling moet daar te zien zijn, waar die het best tot zijn recht komt”. Waarvan acte, want een van de rode draden in zijn programmering is een aantal voorstellingen met en rond de wonderbaarlijke duizendpoot Josse de Pauw, auteur, acteur, regisseur en wat al niet meer. Een van die programma’s is te zien in de Koninklijke Schouwburg.
En dan Eric de Vroedt, medio 2016 aantredend artistiek directeur van het Nationale Toneel. Hij situeert bij Oostpool in Fresh Young Gods bankiers aan de rand van een tropisch zwembad terwijl een project van Shell in de Rotterdamse haven dreigt te ontsporen. En natuurlijk is het Nationale Toneel weer te gast. Met twee voorstellingen van regisseur Casper Vandeputte. “Als geen ander weet hij de tijdgeest te vatten”.

Actueel
Verder kijken dan je neus lang is. Het zou Debets’ in tegelwijsheid vervatte waarheid kunnen zijn. Hij wil graag actuele thema’s aan elkaar knopen. Identiteit & migratie, dat zijn volgens hem de vraagstukken van deze tijd. “Terwijl wij, Europeanen, waar dan ook naartoe kunnen, zijn velen daarbuiten daartoe niet in de gelegenheid. Ik kijk ernaar uit om pogingen tot een antwoord daarop te kunnen zien op het toneel, bijvoorbeeld door Wunderbaum”. De Rotterdamse theatergroep timmert al een tijdje aan een langjarig project, The New Forest, en verbindt dat aan verduurzaming. “We volgen ze al wat jaren. Dit jaar houden we een tiendaagse festivalweek met hun nieuwe voorstellingen. Die omringen we met debatten en randprogramma’s. Niet alleen hier in huis, maar ook op andere plekken in de stad. We trekken trouwens vaker de stad in, onder meer met The Summer of ’96, de Oerol-hit die Casper Vandeputte maakte bij het Nationale Toneel”.

In 2014 werd de drempel van Theater aan het Spui 111.000 geslecht. De ingezette groei voortzetten acht Debets als zijn voornaamste uitdaging. Hoe? “Het al nauwe contact met het publiek verder intensiveren”. Bijvoorbeeld met programma’s zoals hij dat in dependance Zaal 3 aan het De Constant Rebecqueplein nu al doet met het initiatief Buurtbewoners: “Een hapje eten en daarna samen een voorstelling bezoeken”. Zaal 3 is daarnaast een plek bij uitstek voor talentontwikkeling. “Een jonge garde theatermakers vindt er zijn plek”.

Met de sloopkogel en diepe bouwputten die het Spuiplein na deze zomer opwachten, lijkt de omgeving van Theater aan het Spui voor bezoekers minder aantrekkelijk te worden. “Weet je”, besluit Debets, “samen met het naastgelegen Filmhuis Den Haag zijn we goed voor 250 duizend bezoeken. We bekijken daarom heel goed en in samenwerking mét de gemeente hoe we het Spuigebied goed bereikbaar en plezierig voor bezoekers kunnen houden”.

Haagse theaters verder als Het Nationale Theater

De Koninklijke Schouwburg, het Nationale Toneel en Theater aan het Spui gaan vanaf 1 juli 2016 samen verder als Het Nationale Theater. De drie organisaties maakten deze week hun fusieplannen bekend.

Er  ontstaat een organisatie met ruwweg 140 arbeidsplaatsen en een omzet van zo’n 16 miljoen euro, waarvan op dit moment 12 miljoen uit subsidies van Rijk en gemeente afkomstig is. Het Nationale Theater krijgt een driehoofdige directie met Walter Ligthart (Nationale Toneel) als voorzitter en zakelijk directeur, Cees Debets (Theater aan het Spui) gaat de betrokken zes (!) zalen programmeren, terwijl Theu Boermans het repertoire van de eigen producties gaat bepalen. Boermans wordt in september 2018  opgevolgd door Eric de Vroedt. NTjong verhuist mee en Noël Fischer blijft aan als artistiek leider van het succesvolle jeugdtheatergezelschap.

Met Het Nationale Theater komt het maken en het presenteren van theatervoorstellingen in één hand en ontstaat volgens Ligthart en Debets een krachtige organisatie die, beter dan nu, in staat is een breed, divers en ‘nieuw’ publiek te bereiken in de stad Den Haag én in het land. Debets: “Meer mensen laten meedoen, dat is ons streven. In het belang van de stad moeten onze podia in Den Haag steviger voor het voetlicht komen”. Ligthart: “De ambitie is om een toonaangevende nationale culturele instelling te bouwen die stevig verankerd is in Den Haag, maar ook het grootste reisgezelschap is van Nederland”. De drie theaterorganisaties worden daartoe de komende tijd in elkaar gevlochten. Volgens Lighthart en Debets vallen daarbij geen gedwongen ontslagen, arbeidsplaatsen blijven behouden.

Het Nationale Theater zal zich vooral richten op toneel, maar ook andere theatergenres komen aan bod. Wel, zo zegt het tweetal, wil Het Nationale Theater meer samenhang in de programmering aanbrengen, die reikt “van grootschalige en spectaculaire voorstellingen tot actuele stadsdebatten, van educatieprogramma’s tot marketing, en van talentontwikkeling tot topproducties. Al die onderdelen zijn voortaan een gezamenlijke verantwoordelijkheid”.

Op korte termijn zal het publiek weinig merken van de op til zijnde veranderingen, menen Ligthart en Debets. Begin december 2015 zullen de eerste schetsen van de invulling van het programma, de organisatiestructuur en de naamgeving gepresenteerd worden. Maar pas in het seizoen 2017-2018 zullen de eerste zichtbare vruchten publiek zijn. “We gaan eerst de ideeën voor het komende Kunstenplan 2017-2020 uitwerken”zegt Debets. ”Dat is geen leeg schriftje hoor, maar er is natuurlijk een relatie met de subsidie die ons straks wordt verleend”. Voorts behouden de zalen de eigen signatuur en uitstraling. “Wel gaan we straks meer op thema’s programmeren, mensen proberen een andere dynamiek in de theaters te laten ervaren. Dat kan makkelijker door in een enkele organisatie samen te werken”. Ook beoogt het drietal podiumkunstinstellingen een kwaliteitsslag in de organisatie tot stand te brengen. Ligthart: “Straks zijn we nog beter in staat toptalenten aan ons te binden”.

Met Het Nationale Theater beschikt Den Haag binnenkort over een tweede grote podiumkunstinstelling. Samen met het Dans- en Muziekcentrum immers, de ‘paraplu’ die het Residentie Orkest en het Nederlands Dans Theater verbindt in het Zuiderstrandtheater en die het vanaf 2019 het Onderwijs- en CultuurComplex aan het Spui met vier theater- en muziekzalen gaat bespelen, lijkt Den Haag de komende jaren van een hoogwaardig theateraanbod verzekerd.

‘Theater aan het Spui is het huis ‘to be’’

Vooruitblik seizoen 2012-2013

Als de voortekenen niet bedriegen – en waarom zou dat het geval zijn? – gaat Theater aan het Spui niets minder dan een uiterst florissant seizoen tegemoet. Tel maar op: een lovende beoordeling door de gemeente Den Haag, aldoor stijgende bezoekcijfers, een Vriendenclub die sinds kort in de maak is, het huisgezelschap, Firma MES, dat eveneens positief door de gemeentelijke adviseurs beoordeeld werd en, op 6 maart van het volgend kalenderjaar, de viering van het twintigjarige bestaan. “Vergeet vooral ook niet dat we dit seizoen de eerste vruchten presenteren van de samenwerking met de Koninklijke Schouwburg en het Nationale Toneel”, benadrukt Cees Debets, de immer aimabele directeur van het zo sympathieke theater dat evenzograag huiskamer voor heel Den Haag wil zijn. Hij doelt met zijn woorden op de vier speelbeurten van Het Derde Huwelijk naar de roman van Tom Lanoye, met Jeroen Willems als Maarten Seebregts, te regisseren door Theu Boermans, de artistiek leider van het Natioale Toneel. Maar het vlakkevloertheater dat zich als vanouds primair richt op kleine, vaak jonge maar talentvolle theatergezelschappen, heeft dit seizoen uiteraard nog een paar mooie klappers in huis. “Een reprise van GIF door NTGent bijvoorbeeld, de monoloog De Sunshine Show van de Haagse actrice Esther Scheldwacht, Lebensraum van Spui-publiekslieveling bij uitstek Jakop Ahlbom, het legendarische, uit 1991 stammende Café Lehmitz van Carver, en Volg, de nieuweling van de op en top Haagse jongelingenformatie Firma MES. Maar ook zijn er bij ons natuurlijk veel nieuwe voorstellingen te zien, zoals Nasrdin Dchar die een tekst van Maria Goos – bekend van Cloaca – speelt, de uiterst talentvolle Thibaud Delpeut die 4.48 Psychosis van Sarah Kane regisseert, en solovoorstellingen van de opkomende talenten Ilay den Boer en Sadettin Kirmiziyüz”. Ook komen in het vlakkevloertheater van Debets gevestigde gezelschappen als Theater Oostpool, Dood Paard, het Ro theater en Mugmetdegoudentand als vanouds op bezoek. Debets glimt als hij aankondigt dat Johanna ter Steege Hiroshima, mon amour komt spelen, en Monic Hendrikx in het nieuwe Oxytocine in zijn theater te zien is, maar noemt ook Jan Decleir en Josse de Pauw. “Acteurs om trots op te zijn”.

Bij dit bombardement aan toneelnamen zou je bijna vergeten dat Theater aan het Spui ook moderne dans programmeert, met onder meer Dansgroep Amsterdam, Dance Works Rotterdam/André Gingras, het Haagse talent Lonneke van Leth en Noord Nederlandse Dans. “En vanaf eind januari is er opnieuw plaats voor het CaDance festival dat Korzo ook hier presenteert. Daarnaast is Theater aan het Spui het huis ‘to be’ voor festivals: Todays Art, Movies that Matter, Crossing Border, Writers Unlimited, De Betovering en De Winterparade”.
Naast producties voor jongeren zet Debets vooral ook in op jeugdtheater. Niet vreemd want hij was ooit nauw betrokken bij jeugdtheatergezelschap Stella Den Haag. Zie voor de jeugdtheaterprogrammering van Theater aan het Spui en andere haagse instellingen elders op deze pagina.

“Een mooie balans tussen toegankelijke voorstellingen die voor een breed publiek geschikt zijn en het waard zijn gezien te worden, en producties waarmee fijnproevers hun honger kunnen stillen”, zo vat Debets zijn programma samen. Nee, het gaat uitstekend met Theater aan het Spui. Gelukkig maar, want het is er steeds aangenaam vertoeven, niet alleen in de twee zalen maar ook tot ver na afloop van de voorstellingen, in de foyer. Want met een beetje geluk vindt u er nootjes en kunt u er van harte toasten met de acteurs en dansers die u eerder die avond zag spelen. Of dansen. En een goochelende Deniese aan de tapkast natuurlijk.

Voor online bestellers die overwegen snel toe te happen heeft Theater aan het Spui een aardigheidje in petto. Bestellers die tussen 12 juli en 1 september minimaal vier kaarten via de website kopen, krijgen een gratis paraplu.

 

Een seizoen lang ‘the best of’

Vooruitblik seizoen 2012-2013: Jeugdtheater in Den Haag

“Het is enigszins een overgangsjaar te noemen”, zegt Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui, met een wat mistroostig klinkende klankbuiging naar beneden in zijn stem. “Van het voorjaar was in de slag om cultuur van veel groepen nog niet duidelijk of ze zouden overleven. Ook het aanbod van jeugdtheatervoorstellingen heeft met die onzekerheid te kampen. Veel gezelschappen hebben toen besloten om reprises te brengen. Erg is dat niet, want daardoor krijgen we een heel seizoen lang een soort van ‘the best of’”. Peter Pan was hier van Theatergroep MAX is bijvoorbeeld een van die grote successen van enige jaren geleden, maar deze Rotterdamse groep, die na 2012 fuseert tot het grootste jeugdtheatergezelschap van Nederland onder de naam Maas, brengt ook een nieuwe productie, Echt Waar. Daarnaast zijn er reprises in Theater aan het Spui van onder meer Kwatta (Hou van die Hond!), De Toneelmakerij (Anne en Zef) en Het Laagland (Het ontstaan van wit). Uiteraard is Rabarber ook van de partij. Leerlingen van de theaterschool brengen dit jaar, traditiegetrouw rond de kerstdagen, de klassieker Robin Hood.

Ook is Theater aan het Spui vanouds het epicentrum voor de inmiddels dertiende editie van De Betovering, het internationaal kunstfestival voor de jeugd. In de herfstvakantie – van 19 tot en met 28 oktober – staan op verschillende locaties zo’n 250 nationale en internationale voorstellingen, films en workshops op het programma voor kinderen van 2 tot en met 13 jaar. Debets kijkt in De Betovering met name uit naar HG een installatie en ‘visueel landschap’ voor kinderen die gebaseerd is op het aloude sprookje over Hans en Grietje.
Theater aan het Spui biedt ook onderdak aan de NTjong, het nieuwe jeugdtheatergezelschap onder de vlag van het Nationale Toneel dat vorige week groen licht kreeg van de Raad voor Cultuur en dat een groot deel van de inboedel van Stella Den Haag heeft overgenomen. Ook Stella Den Haag/Ntjong brengt bekende toppers: Niemand weet, niemand weet (in het NT Gebouw) en Vuil Kind, maar er is ook de première van Als ik nou… en een nieuwe editie van kunstontdekkingreis Zinder.

Volgens Debets is het streven er op gericht om, samen met de Koninklijke Schouwburg en Theater Diligentia, iedere zondag in het stadscentrum van Den Haag ten minste een jeugdtheatervoorstelling aan te kunnen bieden. Een streven dat nader vorm moet krijgen in 2013, Debets spreekt van ‘een groeimodel’, dat inmiddels door Oscar Wibaut van de KS is beantwoord door zijn bonbonnière als festivallocatie te presenteren voor festival De Betovering en voorstellingen als onder meer Pinokkio, Alice in Wonderland, Nijntje en Woef Side Story. De Koninklijke Schouwburg legt zich het komende seizoen bovenal toe op theater voor peuters.
Theater Diligentia blaast als vanouds het jeugdtheaterdeuntje mee: primair als festivallocatie voor De Betovering, maar ook daarna op gezette tijden te dienen als podium voor voorstellingen van erkende jeugdtheatermakers als Pieter Tiddens, Cees Brandt , Theater Terra en Het Groot Niet Te Vermijden.

Theater De Regentes, ten slotte, dat ook geregeld jeugdtheatervoorstellingen liet zien, sluit per 1 januari 2013 de deuren als gevolg van de bezuinigingen die het theater (te) hard hebben getroffen.

‘Héél veel, héél mooi voorstellingen’

Theater aan het Spui als gedroomde ‘huiskamer’ van Den Haag, Drang en jeugdtheater in 2011-2012

Theater aan het Spui heeft zich de afgelopen drie jaren ontworsteld aan zijn verleden en zichzelf opnieuw uitgevonden.

“Wat we kunnen verwachten in het nieuwe seizoen? Héél veel, heel móóie voorstellingen”, zegt Cees Debets oprecht, terwijl hij daarbij gelijktijdig een kenmerkend en onverholen optimisme in zijn stem legt. De directeur van Theater aan het Spui heeft in de drie jaar dat hij in wat hij zelf ‘de huiskamer van Den Haag’ is gaan noemen, het indertijd wat verstofte karakter van het eerste echt als vlakkevloertheater bedoelde theater van Nederland omgetoverd tot een plek die zoals vanouds aanspraak mag maken op een vooraanstaande plaats in het Haagse en zelfs landelijke theatercircuit. Niet alleen door zijn uitstekende, gevarieerde en gelukkige hand in de programmering, maar ook door ogenschijnlijke futiele en marginale ingrepen als het bij binnenkomst door zijn medewerkers openhouden van de foyerdeuren, en de steevast gezellige nazit die in de regel makers, spelers en publiek dichter bij elkaar brengt.
Het aanbod van Theater aan het Spui varieert van literaire bijeenkomsten die tot stand komen in samenwerking met BorderKitchen, een volbloed ‘dochter’ van het Crossing Border Festival, tot jazzoptredens en, “experiment”, aldus Debets, nu en dan ook lunchvoorstellingen. Maar het hart van de theaterprogrammering wordt toch nog altijd gevormd door toneel, (muziek)theater en moderne dans in de avonduren. Sinds vorig jaar is daar ook jeugdtheater bij gekomen (zie elders).

“Het is fijn dat we inmiddels behoorlijk wat ‘vaste’ bespelers tot onze ‘stal’ kunnen rekenen”, vervolgt Debets, in 2010 nog door collega’s verkozen tot beste theaterdirecteur van Nederland, “topgroepen zoals NT Gent, Need Company, Onafhankelijk Toneel, Ro Theater, Veenfabriek, Wunderbaum en onder meer ’t Barre Land. Groepen waar ik stuk voor stuk trots op ben dat ik ze in Theater aan het Spui mag presenteren. Ze brengen voorstellingen die ik werkelijk niet zou willen missen.” Zijn drijfveer? “Ik wil graag aantonen dat er behoefte is aan mooie voorstellingen en mooie momenten. Maar, eerlijk is eerlijk, op papier klinkt alles aanlokkelijk. In werkelijkheid moeten veel producties natuurlijk nog gemaakt worden, hoe mooi alles ook op papier lijkt te zijn.” En opnieuw somt hij op: “De Firma MES, Ceremonia, Compagnie C de la B, Guy Cassiers’ Toneelhuis en Abattoir Fermé”, dat zijn groepen die iederéén zou moeten zien, dat durf ik nu al wel te zeggen.”

Theatergroep Drang over hebzucht en machtshonger

Vinger aan de pols van de huidige tijd

Theatergroep Drang houdt altijd het tijdsgewricht waarin we leven in het oog. Ook het komende seizoen is dat zo, met onder meer MacMadoff, een nieuw stuk over hebzucht en machtshonger in tijden van voortdurend financieel crisismanagement.

Theatergroep Drang opent het seizoen eind oktober met een lange reeks voorstellingen op locatie van MacMadoff. “We verweven het bekende weergaloze koningsdrama Macbeth van William Shakespeare met passages over Bernie L. Madoff, de meesteroplichter bij uitstek”, zegt artistiek leider van Drang, Lucienne van Amelsfort. “Hij is de man die onlangs voor een periode van 150 jaar de bak in draaide, en wiens zoon onlangs zelfmoord pleegde. Madoff was de bedenker van een piramidespel, dat regelrechte miljardenfraude bleek te zijn.” Het stuk vertelt in de aanloop naar de recente kredietcrises over de hebzucht en de machtshonger van financiële kopstukken die niets ontziende zwendelaars blijken. “Economie is de nieuwe machtsorde geworden, en die importantie lijkt nog met de dag toe te nemen”, vertelt Van Amelsfort. MacMadoff zoomt in op het bankwezen en laat zien hoe onmenselijk ver mensen willen gaan om hun hebzucht te bevredigen. Het stuk is wat mij een vinger aan de pols van de huidige tijd. Toen ik en Ton Theo Smit, naast mij artistiek leider bij Drang en onze vaste schrijver van toneelteksten, een tijdje geleden Macbeth herlazen wisten we meteen dat we dit stuk bijna een op een konden gebruiken. Hij schrijft een geheel nieuw stuk op basis van Macbeth, uiteraard met het nodige respect voor het origineel van Shakespeare voorop.” Theatergroep Drang speelt het op een ‘passende’ locatie, ergens in de stad. “We zijn er nog niet mee rond, maar we hebben nu twee locaties in het vizier, plekken die ook echt wat bijdragen aan de inhoud van het stuk. De cast is al wel rond, met onder meer Esgo Heil en Wim Meuwissen.”

Verderop in het seizoen maakt regisseur Kiek Wishaupt een stuk over drie vrouwen achter Geert Wilders. De drie vrouwen van G. wordt volgens Van Amelsfort een ‘parodie op een operette’ naar een oorspronkelijk idee van Marike Mingelen. “Geert komt niet zelf aan het woord, maar we zien hem wel via drie vrouwen die in zijn nabijheid verkeren: zijn moeder, de woordvoerder voor zorg van de PVV en zijn Hongaarse vrouw, die we eigenlijk nooit zien en hem als een schim omgeeft.” Wishaupt maakte bij Drang eerder de voorstelling En alle vreugd en werk lijkt ver en overbodig.

Drang sluit het seizoen traditioneel af met een serie Zomeravonden, podium voor jong talent. “Bekommernis om jong talent is niet meer ‘hip’ en in de cultuurpolitiek is talentontwikkeling zelfs een regelrecht scheldwoord geworden. Maar wij vinden het erg belangrijk. We zien dat jongeren die we kansen hebben geboden, uitvliegen naar toneelacademies waarvan de eersten alweer bij ons terugkeren. Dat is mooi om te zien.”

Wie de jeugd heeft …

Volop jeugdtheater in Den Haag

Het bekende spreekwoord luidt dat de toekomst in handen is van wie op de jeugd kan rekenen, en het gaat uit naar al die Haagse theaters die dit seizoen jeugdtheater op het programma hebben. En dat zijn er nogal wat.

Zowel de (piep)jonge, puberale, adolescente theaterganger als diens goedwillende ouders kunnen komend seizoen naar hartenlust (s)hoppen: onder meer van Theater aan het Spui naar Stella Den Haag, naar Theater De Regentes, Theater Diligentia, de Koninklijke Schouwburg en naar de kerstvoorstellingen van Jeugdtheaterschool Rabarber.

“Jonge theaterbezoekers aan je binden is belangrijk”, zegt Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui. In zijn theater zijn vanaf begin oktober regelmatig, ook op schoolvakantiedagen, jeugdtheatervoorstellingen te zien. “Theater aan het Spui wil graag een theater voor alle inwoners van Den Haag zijn. Bovendien leert het kinderen van jongs af aan de weg naar je zalen te vinden en komen ze daardoor als ze ouder zijn wellicht nog eens bij ons terug. Nog afgezien van het feit dat het bezoeken van jeugdtheater even leuk, mooi en leerzaam kan zijn als voorlezen of een zelf een boek lezen.” Debets heeft voorstellingen op het programma staan voor kinderen vanaf 2 jaar: Frank Groothof in de peutervoorstelling Jazzbabar en zelfs eentje voor 1+: Er was eens,er was eens. Maar ook alle andere leeftijdsgroepen staat het theater ter beschikking: van Theatergroep Max tot Stella Den Haag en Theatergroep Siberia. Vooral  de prijswinnende voorstelling Help! is heel erg leuk: “Het is een muzikale voorstelling over de begindagen van The Beatles. Deze voorstelling heeft hier al eerder met heel veel succes gespeeld. Het is ontzettend leuk om ouders en kinderen naast elkaar te zien genieten  van de geweldige Beatles-muziek.”
Jeugdtheaterschool Rabarber verzorgt net als ieder jaar weer een reeks ‘kerstvoorstellingen’ in Theater aan het Spui. De school heeft dit jaar gekozen voor het griezelverhaal met een feelgood-einde De Klokkenluider van de Notre Dame.

Ook Stella Den Haag is het komend seizoen geregeld in Theater aan het Spui te vinden. De Haagse jeugdtheatergroep speelt daar De Witte Reus (7 +) , een muzikale komedie waarvoor artistiek leider Hans van den Boom de tekst schreef. Van den Boom: “Ik wil graag tegenwicht bieden tegen al het kommer en kwel dat dag in dag uit op ons netvlies en dat van de kinderen komt. De Witte Reus is een hilarisch stuk, met monsters die op zoek zijn mensenvlees en een vrouw die een kind wil baren.” Voorts speelt de groep In de Nesten (6+), een reprise die evenwel in een nieuw jasje wordt gestoken, al was het maar omdat de muziek deze keer niet live wordt uitgevoerd, waar dat aanvankelijk wel het geval was. “Deze muziektheatervoorstelling, waarvoor Moessorgski’s Schilderijententoonstelling als muzikale basis dient, hebben inmiddels tienduizend kinderen gezien. Daarom gaan we nu een uitgebreide tournee door Nederland en België doen.” Stella reist dit seizoen bovendien naar Broadway, New York, om er op uitnodiging de voorstelling Niemand weet, niemand weet te spelen. De groep is internationaal een geziene gast, want juist deze lente was de groep nog in Australië. Stella’s openingsvoorstelling is min of meer een gelegenheidsproject. “Met vier cellisten van het Residentie Orkest bereiden we op dit moment Schuberts Der Tod und das Mädchen voor. Het is bedoeld voor het Haags Uit Festival, maar als het even lukt willen we het doorspelen, wellicht in ons eigen Stella Theater of trekken we ermee langs scholen.”

Net als de eerdergenoemde theaters ziet ook de Koninklijke Schouwburg de jeugd graag toestromen. Hoogtepunten in de residentiële bonbonnière, en soms ook in de bovenzaal Het Paradijs, zijn onder meer Buurman en Buurman (3+), Mannetje Jas, naar de strip van Sieb Posthuma, (4+), de familiemusical Jip en Janneke (5+), en de ‘rockopera voor de hele familie’ Kees de Jongen, naar Theo Thijssen.

Theater De Regentes doet ook een duit in het zakje met voorstellingen die zich voornamelijk richten op kinderen tussen 4 en 8 jaar. Voorstellingen die zich vooral richten op hun directe leefwereld, zoals  de poppentheatervoorstelling Een heer van wol (4+), Meester van de Zwarte Molen door Het Laagland (8+), en Het Filiaal met Tap ’n Tabla (8+).

Tot besluit is uiteraard Theater Diligentia, als vanouds, van de partij op het kinderfeestje. Niet overdadig, wel regelmatig zijn er voorstellingen te zien van, onder meer, Theater Lejo (4+), Poppentheater Jacobus Wieman (3+), Theater Terra (4+) en Opus One (8+). Een van de hoogtepunten lijkt te worden de musical Klein Duimpje (4+).

www.theateraanhetspui.nl
www.rabarber.net
www.stella.nl
www.ks.nl
www.deregentes.nl
www.diligentia-pepijn.nl

‘Den Haag Culturele Hoofdstad is een idee-fixe’

Cees Debets, benoemd tot directeur van Theater aan het Spui

Niet bepaald een man die over een nacht ijs gaat: in de maand waarin hij Abraham ziet, treedt hij na twintig jaren in de luwte dan eindelijk aan als algemeen directeur. Met ingang van wolfsmaand januari mag Cees Debets het in de verdrukking geraakte Theater aan het Spui, schuin tegenover het Haagse Stadhuis, te redden. Hij weet vele ogen op zich gericht. “Ik hoop dat mij de tijd wordt vergund om mijn eigen mening te vormen.”

Goedlachs. Ondanks een gereformeerde opvoeding en zijn nakende halve eeuwfeest oogt hij nog altijd als een kwajongen, inmiddels met een kortgeschoren en dientengevolge hard koppie en kekke bril. Twinkelende pretogen. Bruggenbouwer. Maar bovenal is hij een nuchter en beschouwend man van het kaliber dat zich zelden laat verleiden tot gespierde taal of hemelbestormende grootspraak. Hij is meer van het evenwicht, iemand die graag de dialoog zoekt. Niet polariseren, eerst luisteren. Een rechtgeaard, onvervalst poldermodel zogezegd. Niet vreemd – zijn geboortegrond ligt in het Noord-Hollandse Purmerend. Maar vergis je niet in hem: onderhuids is het een borrelen en sissen van plannen en ideeën.

Voor de goegemeente gold Debets tot nu toe als een onbekende. Hij schepte er dan ook een genoegen in om de artistiek leiders die hij diende te laten scoren, terwijl hij ogenschijnlijk zichzelf wegcijferde. Mensen die hem kennen weten beter: hij is geen diender pur sang, maar iemand die de touwtjes graag in handen neemt. Een dergelijke rol vertolkte hij eerst bij jeugdtheatergezelschap De Blauwe Zebra, dan Stella Den Haag en daarna het Haagse Crossing Border Festival. In een functioneren als achtergrondfiguur, zo heeft hij gemerkt, schuilt zijn kracht. In zijn jeugdjaren koesterde hij heel andere dromen, zocht hij juist de spotlights: “Ik wou acteur worden.” Dat klinkt parmantig, maar er ging wel een periode van besluiteloosheid aan vooraf. “Ik kon naar de Pedagogische Academie. Opeens zag ik me niet tot mijn vijfenzestigste voor de klas staan. Vermoedelijk wou ik toen al iets in het toneel, maar durfde ik die stap nog niet te zetten. Indertijd ging iedereen die een jaartje wou lanterfanten naar een kibboets in Israël. Zo ook ik. Je kon daar vrij makkelijk zonder geld overleven en snel aan werk komen. Vervolgens trok ik het land door.”

Kampen
Toen hij zich een klein jaar later aan de poort van de Academie door Woord en Gebaar in Kampen meldde kwam hij daar – opnieuw – in een hechte geloofsgemeenschap terecht. In dat traditioneel christelijke, op zondagsrust gebouwde bolwerk was de enige rimpeling de jarenlange stammenstrijd tussen ‘synodalen’ en ‘vrijgemaakten’, als resultante van een langslepende onopgeloste theologische onenigheid. Die staat van gewapende vrede werd doorbroken toen zich in het stadje eind jaren zeventig een Kunstacademie vestigde, gevolgd door de Academie voor Woord en Gebaar, de Toneelschool zogezegd. “Die stroom jonge gastjes veroorzaakte onrust en opwinding: de eerste krakers, graffiti, afwijkende kleding en gewoontes. De dorpsbevolking zag in alles wat we deden iets uitdagends, iets onorthodox, ongeacht wat je deed.” Het was de tijd van ingelaste gemeenteraadsvergaderingen over het volgens de inwoners afschuwwekkende naakt dat in de Kamper Stadsgehoorzaal te zien zou zijn. “Gruwelijke voor de bevolking natuurlijk, maar des te leuker voor ons, want daardoor waren we in staat om ons met ze meten en volop mee te discussiëren.” Dat maakte hem – jongste telg uit een gezin van zes kinderen voor wie de weg naar een zekere vrijzinnigheid toen al was gebaand – hongerig en gretig. “Maar onder collega-studenten kwam het weleens tot heftige innerlijke confrontaties”.

In dat eerste jaar formeerde zich al snel een club zielsverwanten, en die is nog steeds getrouw aan elkaar. De kern van deze met terugwerkende kracht als gouden lichting te bestempelen vriendengroep liep bij elkaar de deur plat: Alize Zandwijk, Anneke Blok, Paul R. Kooij, Marianne Seine, Marieke Heebink, Johanna ter Steege, Sylvia Weening, Pinie Treffers, en hijzelf. De groep zou school maken in het theater. Debets komt niet vaak meer in de Hanzestad. “Wel heb ik nog steeds met veel mensen van toen contact, mijn toneelliefde heeft daar wortel kunnen schieten.”

De Blauwe Zebra
Toen zich onder de naam Lijn 9 een groep afgestudeerden uit Utrecht in Kampen had gevestigd, ging hij er in een van hun producties spelen. Juist toen deed zich een schisma in de groep voor. Hij sloot zich met Willeke Hieminga, Jur van der Leq en Wim Selles aan bij regisseur Hans van den Boom. “De inboedel werd verdeeld en de oprichting van jeugdtheatergroep De Blauwe Zebra was een feit.” De groep oogstte van acquit af in binnen- en buitenland buitengewoon veel succes. Toch besloot het collectief zich na vijf jaren op te heffen. Debets: “Tijd voor nieuwe dingen. We vonden dat onze formule uitgewerkt was.”

Van den Boom werd al snel daarna uitgenodigd om in Den Haag een jeugdtheatergroep te beginnen. “Den Haag, de Randstad, koos voor ons! En door een ruimer budget konden we een groter gezelschap opstarten. Intussen was ik erachter gekomen dat mijn plek niet echt op het podium was. Ik zat bij het maken steeds meer in de buurt van Hans, pratend over de inhoud van het stuk en over de manier hoe we een en ander moesten organiseren.” Hij ging dus met Van den Boom mee naar Den Haag.

Net als eerder Kampen, lag Den Haag binnen een half jaar aan hun voeten. “We waren nog niet begonnen of we wonnen al meteen met Carmen de prijs voor beste voorstelling op het Wereld Jeugdtheater Festival in Lyon. En de dansvoorstelling Van onder uit de zak won dat jaar de Hans Snoek Prijs.” In Den Haag nam Jan Publiek de semi-volwassenenvoorstellingen argwanend op. Neem het de tongen losmakende Lange dagreis naar de nacht met Jack Wouterse en Sacha Bulthuis. “Maar die projecten waren wel ontzettend belangrijk. Zo won voor het eerst in de toneelgeschiedenis een hoofdrolspeler uit een jeugdtheatergezelschap de Louis d’Or, Herman Gilis in onze Vrijdag.”

Na tien jaar besloot hij tot een volgende stap. “Bij Stella was ik uitgeorganiseerd. Arboregels, flex-wetgeving en zo: dat soort zaken was niet aan mij besteed.” In 2000 werd hij rechterhand van Louis Behre, festivaldirecteur van het toen al roemruchte Crossing Border Festival (CBF), dat toen net Theater aan het Spui voor het Amsterdamse Leidsplein als festivallocatie had verruild. Het festival kende hij als zijn broekzak, want hij was er sinds 1994 bestuurslid. “Een heel jaar werken aan een driedaags gebeuren. Knallen moesten we, die dynamiek is leuk.” Bovendien kon hij een jongensdroom waarmaken. “Ik kon de muziek en de literaire wereld van dichtbij leren kennen. Samen met Louis naar Parijs voor een concert van Goran Bregovitch en er de première voor Nederland in de wacht slepen – daar deed ik het voor.” Het festival keerde na drie uiterst succesvolle edities in de hoofdstad terug naar Den Haag: een informeel door Amsterdam toegezegde subsidieverhoging werd niet gestand gedaan. “En in Den Haag werden we meteen met open armen ontvangen. We brachten het festival onder bij de Koninklijke Schouwburg (KS), want in Theater aan het Spui hadden we toen al onze nieuwe loot The Music in my Head gestald. Om twee festivals op een en dezelfde plek te houden, dat vonden we niet zo’n goed idee.” Na een paar edities week het CBF niettemin uit naar Theater aan het Spui, om na de recentelijke verbouwing van de ruimten van het Nationale Toneel, dat nu met de KS het Toneekwartier vormt, opnieuw aan het Voorhout terug te keren. Debets: “Een werkelijk prachtig zalencomplex, ideaal voor onze festivalformule. Jammer alleen dat er niet is voorzien in een goeie doorgang over en weer.”

Omnivoor
Het toneel is hem al die tijd na aan het hart gebleven. “Het scheppingsproces vind ik heel bijzonder: van bij wijze van spreken helemaal niks of een vreemde gedachte tot een voorstelling komen.” Hij voelt zich dan ook in de eerste plaats een creatieveling, meer dan een veredeld winkeloppasser. “Zakelijk leiders zijn een noodzakelijk kwaad, zij moeten faciliteren, steeds weer dienstbaar zijn aan de ultieme voorstelling, want dat is het enige doel.”

Een opvallend antwoord, want juist in zijn nieuwe benoeming tot algemeen directeur van Theater aan het Spui zal hij voor tal van zakelijke hoofdbrekens gesteld worden. Het vlakkevloertheater dat zich toelegt op toneel, moderne dans en als festivallocatie dient, is er volgens velen in de voorbije vijftien jaar niet in geslaagd om die vlieghoogte te bereiken die het in potentie in zich heeft. In diezelfde tijdspanne is er onder meer een jaloersmakend Toneelkwartier ontstaan, is Korzo theater tot een instituut uitgegroeid, en zal er in 2018, tegen de tijd dat Den Haag een jaar lang Culturele Hoofdstad van Europa is, een nieuw theater- en muziekcluster zijn verrezen aan het Spui waar het Residentie Orkest, Nederlands Dans Theater en het Koninklijk Conservatorium gaan zetelen. De vraag is of Theater aan het Spui dan nog wel bestaat. Debets: “Fantastisch, die bouwplannen aan het Spui.” Hij ziet vooral kansen in het verschiet. “Ten eerste: Theater aan het Spui zit wat weggestopt. Daar kun je dan nu meteen wat aan doen. En nood breekt wet: het Residentie Orkest en het Nederlands Dans Theater moeten toch ergens in Den Haag repeteren of optreden. Er is dus een duidelijke reden voor samenwerking, ook met het aanpalende Haags Filmhuis bijvoorbeeld. De toekomstige lange leegte aan het Spui biedt mij juist de kans om aan te tonen dat Theater aan het Spui ook wel degelijk autonoom bestaansrecht heeft. Hopelijk brengt de kredietcrisis dit project niet in gevaar.” Straks is er wellicht vier jaar lang opnieuw een immens gapend gat aan het Spui. “Terwijl de juiste ambiance, de sfeer verschrikkelijk belangrijk is. Bezoekers moeten zich op hun gemak kunnen voelen. Een theater is een ontmoetingsplaats. Dat klinkt wat flauw, maar ik denk dat de helft van het succes van het CBF te danken is aan de entourage. Een goeie programmering alleen is niet zaligmakend.”

Als opmaat wordt hij echter meteen voor een voldongen feit gesteld: “Theater aan het Spui is helaas niet goed uit het nieuwe Kunstenplan te voorschijn gekomen. De functie van werkplaats en laboratorium voor nieuw theatertalent is haar afgenomen. “Ik hoop daar iets aan te kunnen doen, dat is belangrijk voor het theaterklimaat in de stad, en bij uitstek in een vlakkevloertheater komt talentontwikkeling het best tot haar recht.” Ook wil hij het jeugdtheater er opnieuw een vaste plek geven. “Mijn voorganger John Reinders is gestopt met jeugdtheater. Hij wilde zichtbaar maken wat budgetvermindering zou betekenen. Achteraf gezien is dat te betreuren. Theater aan het Spui moet er zijn voor jong en oud. Dat is cruciaal voor de publieksopbouw, maar ook voor liefhebbers van jeugdtheater en niet te vergeten ook voor theatermakers. Kijk naar Vlaanderen, daar is het jeugdtheater een opstap naar de grote zalen en gezelschappen. Die makers maken nu de dienst uit in het volwassenencircuit. In Nederland is dat tot nu toe alleen Alize Zandwijk gelukt.”

Vanaf het prille begin van zijn aantreden zal hij niet alleen moeten vechten voor lijfsbehoud van zijn theater, parallel eraan is het veroveren van een waardige plek in het grote geheel van het voornemen om Den Haag tot Culturele Hoofdstad van Europa te maken. “Ik hoop tegen die tijd nog directeur van Theater aan het Spui te zijn. Diep in mijn hart zie ik Den Haag Culturele Hoofdstad als een idee-fixe, als een aanjager – maar zoiets moet je natuurlijk niet hardop zeggen. De weg ernaartoe is eigenlijk veel interessanter. Het kan een nadeel zijn dat de initiatiefneemster, wethouder Klijnsma, nu weg is, maar laten we zorgen dat dit niet zo is. Tot aan 2018 resten ons negen jaren. Dat is korter dan je denkt. Laten we dus aan de slag gaan.”

streamers:
“Fantastisch, die bouwplannnen aan het Spui”

“Het scheppingsproces vind ik heel bijzonder”