Waarachtig ooggetuigenverslag

Firma MES haalt ‘vergeten’ gijzeldrama uit geschiedenisdoos

Een bijna vergeten terreurdaad in het Den Haag van 1974 wordt met De Gijzeling naar de oppervlakte getild, met de ambassadeurskamer in de voormalige Amerikaanse ambassade als ‘plaats delict’.

Op vrijdagmiddag 13 september 1974 was Den Haag wereldnieuws toen drie jonge gasten van de zelfbenoemde ‘bevrijdingsorganisatie’ van het Japanse Rode Leger een bestorming uitvoerden op de Franse ambassade. Aan het Voorhout, in wat toen nog de Franse ambassade was, in 2011 gesloopt en waar nu de Hoge Raad zetelt, namen in een mum van tijd de drie gewapende terroristen daarbij min of meer lukraak elf mensen dagenlang in gijzeling in de ambassadeurskamer met onder hen, minder lukraak, de Franse ambassadeur.

De Japanners waren uit op de vrijlating van hun godenzoon, de op dat moment 25-jarige Yutaka Furuya, een mede-bendelid dat in de Parijse Santé-gevangenis werd vastgehouden. Tot zover het geschiedenisklasje.

De Haagse theatergroep Firma MES ontrukt de geschiedenis van deze ‘burenruzie in de achtertuin van een ander’, aan oprukkende en dreigende vergetelheid. In de tuin van een ander inderdaad, want in strikt juridische zin is een ambassade buitenlands grondgebied, en bovenal ging het om een actie omwille van een gedetineerde die in Frankrijk vastzat.

Bij MES doet de ambassadeurskamer in de voormalige Amerikaanse ambassade dienst als speelvloer. Dat is een perfecte keuze, ook omdat de voormalige Franse ambassade aan dezelfde straatkant lag maar dan slechts vijftig meter verderop – terwijl een steenworp afstand verderop het platte vertier van de traditionele kermis op het Malieveld domweg bleef doordraaien en in die kamer dóórklinken. Op de avond dat ik de ‘voorstelling’ zag was nota bene het Embassy Festival gaande – en klonk het feestgewoel ervan door tijdens de voorstelling. Een schitterend toeval!

Het wemelt van de details over de gijzelingsactie in Den Haag, die aaneenhangt van wonderlijke knulligheden. Veel ervan is online gedocumenteerd.

Honderd uren vast. Krakkemikkig protocol. Idiote taalbarrière. En een Boeing 707-piloot die zich als cowboy opwerpt. MES maakt er dankbaar gebruik van en doet dat integer, op een wijze die doet denken aan hun veelgeprezen en veelgespeelde ‘RISHI’ van twee jaar geleden. Die vorm is de MES’jes als DNA op het lijf geschreven. Maar MES doet veel meer dan dat: de groep bedrijft orale geschiedschrijving doordat het enkele van de gegijzelden van toen heeft opgespoord en gesproken. Hun getuigenissen worden navoelbaar door het ingetogen spel, met dubbelrollen, van de acteurs: Lindertje Mans, Daan van Dijsseldonk en Roos Eijmers op aanwijzingen van regisseur Thomas Schoots. Er wordt zonder al te veel effectbejag en tussen het aanwezige publiek gespeeld, op een enkele zonnebril na, en het gebruik van een enkel (Franstalig) popdeuntje uit die tijd. Aldus weeft MES een persoonlijke getuigenis van de impact die deze ingrijpende gebeurtenis voor de betrokkenen moet hebben gehad, daar in de ambassadeurskamer maar net zo goed ook voor de dienstdoende politie en de politici. De ‘voorstelling’ vormt zo de sinistere weerklank van een journalistiek-documentair verslag.

In de jaren zeventig had je ook in Nederland te maken met, vooruit, bevrijdingsbewegingen. Er waren hier nog geen treinkapingen bekend, maar het toen nog niet verenigde Europa zuchtte al wél en zeer onder de schroeiende hitte van op het communistisch gemeengoed geïnspireerde bevrijdingsbewegingen als de RAF in Duitsland, de Rode Brigades in Italië, de ETA in Baskenland en – onder meer – het IRA, Noord-Ierland. Ook de Palestijnen waren al volop actief met hun Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), voorloper van PLO en Hezbollah, door op de Olympische Spelen in München 1972 een moordpartij aan te richten. Europa was, nog meer dan nu, een hoogexplosief kruitvat. Natiestaten werden van binnenuit aangevreten. De geschiedenis rijmt er vrolijk op los.

De gijzeling mondde trouwens uit in enkele gewonden plus een financieel geschil met de Fransen.

‘De Gijzeling’, Firma MES. Gezien op zaterdag 7 september. Locatie: voormalige Amerikaanse ambassade, tot en met zaterdag 28 september 2019. Meer informatie: www.firmames.nl

 

Advertentie

‘We moeten door op een lager pitje. Dat is wrang’

Leo Spreksel (Korzo) houdt het vlak voor pensioen voor gezien

Na dik 28 jaar gooit hij de handdoek in de ring. Op 1 september, met de pensioengerechtigde leeftijd in zicht, stapt Leo Spreksel  op als artistiek directeur van Korzo. Uit onvrede met het kunstbeleid, zegt hij.

Leo Spreksel, sinds 1988 artistiek roerganger van Korzo theater, gooit het bijltje erbij neer. Eerder beledigd dan moegestreden. “We moeten volgend jaar op een lager pitje door. Dat is wrang.” Uitmuntende rapportcijfers, internationaal geroemd als danshuis, en een ‘hub’ genoemd: mede door zíjn inspanningen voert de residentie trots het predikaat ‘Den Haag Dansstad’ in het vaandel. Hij kreeg onlangs de juryprijs uitgereikt van de Piket Kunstprijzen. Het stemt hem vooral bitter dat het Korzo niet gegeven is om voor ‘zijn’ productiehuis voor dans – uniek in Nederland – mee te kunnen profiteren van de landelijke maar sober gevulde subsidieruif voor de aankomende kunstenplanperiode voor 2017 tot 2020. Terwijl Korzo de afgelopen vier jaar al eens enorm heeft moeten interen door de toenmalige bezuinigingsslag in de kunsten. Ook de tien miljoen euro extra die in december op de valreep door de Tweede Kamer bij elkaar werd gesprokkeld, komen voor Korzo uiteindelijk neer op niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Met de kerstdagen pal voor de deur is nog niet eens bekend hoeveel van dat extra geld per 1 januari naar Korzo vloeit. “En het is maar geld voor één jaar. Korzo valt heus niet om hoor, en de programmering, een mix van muziek, dans, theater en sinds kort ook circus, blijft grotendeels intact. De gemeente Den Haag steunt ons steeds geweldig hoor, dat moet gezegd. Maar in eigen huis met jong talent nieuwe dansproducties maken, jong talent omarmen, dat wordt nu wel veel lastiger. Doodzonde.”

Visie en missie
Spreksels grootste verdienste is dat het hem is gelukt om talentontwikkeling naar een hoger plan te tillen, in Den Haag en zelfs landelijk. Als weinigen begríjpt Spreksel jong talent, spreekt hún taal. “Het kunstklimaat van een stad kan alleen worden verrijkt als het professioneel en blijvend wordt ondersteund. Continuïteit is cruciaal. Talent loopt anders de stad uit, dat zie je nu al meteen gebeuren. Het besef moet doordringen dat zaaien pas over een paar jaar tot resultaat leidt, de toekomst is allang begonnen.” Het gaat hem aan het hart. “Het steekt enorm dat wat we in dertig jaar bouwden, gevaar loopt. De stem van makers en kunstinstellingen wordt tegenwoordig nauwelijks meer gehoord. We zijn gekaapt door het populisme.” Vastberaden blik: “We moeten harder terugvechten.” Bij Spreksel (1950) vallen geen soundbytes, oneliners of grote woorden. Neen, hier staat een man met een visie, met een bijna religieus op te vatten missie. “Den Haag heeft een heel eigen dansklimaat. Dat moet zo blijven. Dans en kunst zijn vitaal voor de samenleving, voor de leefgemeenschappen in een stad. Mensen moeten zich kunnen herkennen, kunnen spiegelen in wat op theaterpodia te zien is. Kijk,” legt hij bereidwillig uit, “als er geen goede pleinen meer worden ontworpen, dan moet het theater de functie van openbaar plein overnemen en mensen in de zalen samenbrengen.”

Juryprijs
Voor zijn voortrekkersrol op dansgebied kreeg hij onlangs de juryprijs van de Piket Kunstprijzen. Een blijk van waardering voor bijna 30 jaar aan niet-aflatende inspanningen voor ontwikkeling van de dans als kunstvorm. Zo zette hij dansvormen als Indiase dans en breakdance op de kaart. Jaren geleden had hij al eens een prijsje gekregen. In eigen kring dan wel, en eigenlijk voor de gein. Spreksel, lachend: “Omdat ik er nooit een won”. Totdat hij daar op maandag 21 november opeens met de juryprijs van de Piket Kunstprijzen in zijn handen stond. Voorafgaand aan de uitreiking had de artistiek directeur van Korzo theater geen natte voeten gevoeld, zegt hij. “Ik was uitgenodigd voor een discussie over talentontwikkeling.” Wel zag hij vóór dat debat opeens ‘verdacht veel bekenden’ rondlopen. “Verrast. Ik kan niet anders zeggen. Eervol ook, mede door het lovende juryrapport.”

Woestenij
Toen voorjaar 1984 in een kraakpand aan de Prinsestraat op de restanten van wat een bioscoop was, en Corso eerst Korso, en daarna Korzo werd, was dat een statement. Theater in het Hofkwartier! Spreksel kwam vier jaar later om de hoek kijken, toen hij na een studie letteren en een opleiding tot danser aan de Universiteit van Amsterdam, solliciteerde als dansprogrammeur, aanvankelijk onbezoldigd. “Maar ik zag toen al wel meteen de potentie van deze plek”, herinnert hij zich. Het Nederlands Dans Theater en, eventjes Djazzex, vormden in die jaren de contouren van het danslandschap in de stad. Andere dansgroepen meden Den Haag veelal, want de Koninklijke Schouwburg was ongeschikt voor dans, het NDT programmeerde in het Danstheater aanvankelijk geen dansgroepen van buiten, en Theater aan het Spui bestond nog alleen op de tekentafel. Spreksel spreekt van Den Haag als een woestenij, “terwijl in Amsterdam en elders in het land de dans bloeide.” De ommekeer in Den Haag kwam met CaDance Festival, bedacht om moderne dans in de etalage te zetten. Het festival werd in 1988 door John Reinders van Het Gebeuren in het leven geroepen. Spreksels vondst is dat hij er een premièrefestival voor jonge dans van maakte, indertijd een noviteit. De stad werd daardoor een interessante vestigingsplaats voor makers. Dansers van NDT, nu een samenwerkingspartner, kregen van Spreksel de kans om zelf te gaan choreograferen.

De humuslaag van Den Haag was definitief verrijkt. Op een goede dag werd Korzo gebeld door het ministerie. “Of we niet alsjeblieft een plan voor de Kunstenplanperiode 1992-1996 wilden indienen. Samen met Bernadette Stokvis heb ik toen met een fles wijn op tafel de bestaande plannen zwart op wit gezet.” Korzo was van de ene op de andere dag het allereerste productiehuis voor dans, en nationaal gesubsidieerd. Hij hekelt de bureaucratie en de rompslomp die tegenwoordig met het doen van aanvragen gepaard gaat. “Iedere aanvraag moet van a tot z zijn dichtgetimmerd, juridisch, zakelijk, financieel, marketingtechnisch. De inhoud lijkt soms bijzaak. Het is te vaak afvinken aan de hand van Excel-sheets. Betreurenswaardig.”

CaDance 2017
Het tweejaarlijkse CaDance festival, dat alterneert met dat van samenwerkingspartner Holland Dance, is een vliegwiel gebleken. Eind januari staat de 18e editie op stapel, met als openingsvoorstelling een nieuwe productie van choreograaf Amos Ben-Tal en muzikant Spinvis. Die editie staat al voor 99 procent in de steigers. Volwaardig. Voor Korzo komt de pijn na komend jaar, als hij ‘weg’ is. Over driekwart jaar. Hij toont zich bevreesd voor wat er na 2017 op hem en ‘zijn’ Korzo af komt. “Er móet iets gebeuren.” Geen gebalde vuist, geen spandoek vanuit het krakersbolwerk van weleer. Maar zijn strijdvaardige boodschap is gehoord.

 

‘We zijn meer dan een kortingspas’

Bas Morsch van We Are Public zoekt duizend cultuuroptimisten

Je wilt best een dosis kunst opsnuiven, een dagje of avondje uit. Maar waar ga je heen? We Are Public helpt je op weg.

We Are Public (WAP) werd twee jaar geleden in Amsterdam door de cultureel ondernemers Leon Caren en Bas Morsch opgezet met het doel om de klap van de bezuinigingen te verzachten voor de culturele wereld, door te proberen nieuw publiek de zalen in te krijgen. Na beproefd succes in de landshoofdstad met ‘Subbacultcha’ bleek ook de ‘serieuze’ kunst daar ontvankelijk: zo’n 3.000 leden brachten 52.000 nieuwe cultuurbezoeken en gezamenlijk 450.00 euro in het laatje.

En dus rolt WAP het concept verder uit over het land, te beginnen in Den Haag, en gaat hier op zoek naar cultuuroptimisten. Beter gezegd naar, zoals WAP ze noemt: ‘investeerders’. In ruil voor het lidmaatschapsgeld van 15 euro per maand kun je gratis op bezoek bij de aangesloten kunstinstellingen. Niet onbeperkt trouwens, want een 18-koppig redactieteam van ingevoerde cultuurprofessionals waakt over het voorradige hofstedelijke snoepgoed – ter voorkoming van een overdaad aan ‘winkeldochters’. WAP belooft maandelijks zeker zo’n vijftig programma’s aan te bieden. Ruim vijftig Haagse kunstinstellingen, van het Gemeentemuseum tot aan het Paard van Troje en van de Koninklijke Schouwburg tot aan PIP Den Haag doen mee.

Toen vier jaar geleden een valbijl de wortels van het kunstenbestel doorkliefde, is de sector ertoe overgegaan om, meer dan tevoren, de handen ineen te slaan. Nieuwe verdienmodellen waren noodzaak. In Den Haag is het aanstaande verstandshuwelijk van Theater aan het Spui, de Koninklijke Schouwburg en Het Nationale Toneel daarvan nog het beste voorbeeld, al is dat ook op inhoudelijke leest geschoeid. Binnenkort transformeren zij tot Het Nationale Theater. Ook WAP toont aan dat de bakens zijn verzet, dat samenwerking het vleesgeworden mantra is. Want kunstliefhebbers zijn omnivoren, hoppen dus graag: van museum naar theater, van dans naar jazz, of van cabaret naar keramiek.

“We merken dat onze leden het fijn vinden dat ze door ons nieuwe ontdekkingen doen” zegt Bas Morsch, met Leon Caren oprichter van WAP. “Op onze site kunnen leden bovendien in één oogopslag zien wat volgens onze redactie hip and happening is. Voor hen zijn we een keurmerk. Zo blijven ze zelf up to date. We zijn meer dan alleen een kortingspas.” Ook de deelnemende kunstinstellingen zijn verheugd, zegt Morsch. “Ze krijgen weer nieuw publiek over de vloer, dat zonder ons niet bij ze langsgekomen zou zijn.”

Optimist
WAP ziet zijn ‘community’ als een eigentijdse beweging die het consumeren van kunst en cultuur behapbaar maakt. “We zorgen voor maatschappelijk draagvlak. Door lid te zijn steunen onze leden financieel de culturele sector; inkomsten uit de lidmaatschappen komen voor een aanzienlijk deel ten goede aan culturele instellingen en makers.”

WAP gaat op 1 januari van start. Dat wil zeggen: “Mits vóór 12 december ten minste duizend cultuuroptimisten zich hebben aangesloten.” Tot 1 januari is er een pilotprogramma van ruim 50 concerten, exposities, voorstellingen en films in de stad. De organisatie heeft de ambitie om de komende jaren uit te groeien tot een landelijk platform. Leden kunnen straks dus niet alleen in hun eigen stad maar door het hele land naar programma’s die door WAP zijn geselecteerd. WAP start zaterdag een campagne op de Grote Mark tijdens de Museumnacht Den Haag.

U bent…

Het Haagse publiek

U heeft een mening over wat u zag, wie u zag, over het theater dat u bezocht. Omgekeerd hebben  artiesten en theaterdirecteuren een mening over ú. Wat maakt Den Haag ‘anders’ dan pakweg Rotterdam, Amsterdam of een willekeurige stad in ‘de provincie’?

Nicole van Vessum van het reizende theaterfestival De Parade noemde in de zomereditie van dit blad het Haagse theaterpubliek een ‘fijn’ publiek. “Over het algemeen”, licht Van Vessum desgevraagd toe, “houdt het publiek in Den Haag van theater”.
Gijs Scholten van Aschat, als acteur groot geworden in Den Haag, maar al jaren kind aan huis bij Toneelgroep Amsterdam: “Den Haag houdt van het woord, van luisteren, van juist uitgesproken woorden. In Amsterdam houden ze van kijken, van beeld. In Amsterdams is het publiek dynamischer ingesteld en wat meer gericht op hypes; het Haagse publiek juist conservatiever, misschien omdat Den Haag geen studentenstad is of was. Rotterdam zit daar juist tussenin. ‘Den Haag’, dat is altijd leuk spelen. De Koninklijke Schouwburg is natuurlijk prachtig. Ook Theater aan het Spui is heerlijk. In de kleine zaal zit het publiek lekker dichtbij. Je hoort het als het ware ademen”.

Stefan de Walle, in Rotterdam begonnen maar al jaren aan de top bij het Nationale Toneel (NT): “Als stadsgezelschap beschikt NT over een bijzondere band met haar publiek. Een groep Vrienden ondernam zelfs een reis naar Leiden om Op een mooie Pinksterdag te zien! Het ‘thuispubliek’ kent je door en door. Het Haagse publiek is gewend toneel te zien, te ‘lezen’, aandachtig mee-ademend en niet-ongeduldig. De bezoeker uit de Randstad is kritischer, want verwend. In ons land is het publiek doorgaans gul met reacties en ook opener. In het zuiden, vooral in België, is het publiek stiller, ingetogener – totdat een overdonderend applaus opklinkt. Maar generalisaties zijn niet te maken hoor. Deskundig? Dat is niet per se het goede woord, wat mij betreft.

Ontmoetingsplek
“Ik spreek altijd van het trouwe, het gretige Haagse publiek”, zegt Cees Debets van Theater aan het Spui. Het publiek duikt volgens hem graag de diepte in. “Want meer weten is meer beleven. Als iemand uit het publiek me vertelt dat de voorstelling toch níet helemaal aan de verwachting heeft voldaan, dan leg ik graag uit hoe ík die voorstelling heb ‘gelezen’, wat er volgens míj achter die voorstelling schuilgaat. En als ik er niet uitkom sleep ik er desnoods de regisseur of een van de acteurs van de voorstelling bij, want die zitten bij ons na afloop meestal gezellig tussen de bezoekers aan de bar na te praten”.

Theater aan het Spui reikt al jaren de Toneelkijkersprijs, een publieksprijs, uit. Het is de onderscheiding voor de beste toneelvoorstelling van het seizoen volgens de Toneelkijkers. Een unieke prijs die al vier keer in de wacht werd gesleept door Jakop Ahlbom. Debets heeft de afgelopen jaren met een viertal series voor Toneelkijkers en eentje voor Danskijkers een nieuwe invulling weten te geven aan het begrip ‘abonnementhouder’. En met succes. Het aantal series groeit mee met het aantal deelnemers. Dit jaar introduceert het theater voor het eerst een light-variant waarbij je wel kunt genieten van alle voordelen van het toneelkijkerproject, maar iets minder voorstellingen ziet. Je hoeft dan ook geen recensies te schrijven. Van groot belang is de band die spontaan tussen kijkers ontstaat. “Door de informele nabesprekingen leren kijkers elkaar op den duur beter kennen. Dat groepsproces is een leuke bijkomstigheid voor mensen die in hun eentje uitgaan”.

Thuis
“Toen ik in januari 2009 aantrad werd Theater aan het Spui veel minder bezocht. Ik besloot me volledig te richten op het leveren van context: Hoe worden voorstellingen gepresenteerd? En dus kwam er veel aandacht voor de ontvangst van het publiek. Er kwamen inleidingen, workshops en nagesprekken. We vroegen jonge kunstenaars hun werk te tonen. De overtuiging dat het theater een ontmoetingsplek is met de voorstelling als aanleiding werd leidend. De wens een dynamische omgeving te creëren, noodzaak. Bezoekers moeten zich thuis voelen, daar begint het mee. Dat gevoel begint met iemand die de deur voor je open houdt en een welkomstwoordje voor het begin van een voorstelling”.

  • De Danskijkers maken jaarlijks een uitstapje naar Korzo theater.
  • In de Toneelproeverij kunt u drie bezoeken aan Theater aan het Spui en twee aan de Koninklijke Schouwburg combineren.

STREAMER 1
Een acteur die zegt dat het publiek niet oké was, is als een voetballer die zegt dat het gras niet deugde.

STREAMER 2
… U bent soms wat aan de stugge kant. U moet veroverd worden.
… U luistert met aandacht. U heeft gevoel voor literatuur.
… U heeft kennis van zaken. U kent uw klassiekers. U wilt geen ‘Tsjechov’ missen.
… U bent nogal stil.
… U bent gretig, trouw en loyaal.
… In Amsterdam zit het publiek graag met de armen gekruist. Het zegt: Kom maar op! Weet mij maar eens te raken als je kunt!
… U bent vanaf de opening van de eerste schouwburg aan het begin van de achttiende eeuw tot op de dag van vandaag overwegend van middelbare leeftijd, hoogopgeleid en afkomstig uit de gegoede burgerij.

KADER 1
Gijs Scholten van Aschat is als het ware opgegroeid in de Koninklijke Schouwburg, eerst onder de vleugels van de Haagsche Comedie, daarna het Nationale Toneel. Hij speelde In Theater aan het Spui en diens voorloper Theater aan de Haven. Medio jaren zeventig stond hij in het Haags Ontmoetingscentrum Theaterkunsten (HOT) en incidenteel in Theater Diligentia.

KADER 2
Stefan de Walle toerde vorig seizoen met Vrijdag en Op een mooie Pinksterdag. Hij staat geregeld in zowel de Koninklijke Schouwburg als Theater aan het Spui op het podium. In seizoen 2015-2016 is Stefan te zien in De Zender (regie: Joost van Hezik), Midzomernachtdroom (regie: Theu Boermans) en De revisor (regie: Theu Boermans).