Tijdsleegte

Het Zuidelijk Toneel / A Two Dogs Company / ACT: Johan Leysen spelen Beckett

De armoede van de moderne mens – op ware grootte

Daar staat hij dan. De mens. Diersoort. Gekeerd in zichzelf. Oud al. Gevaarlijk balancerend en verkerend op de rand van verdwijning. Dood zoals de levenden. Nog één keer treedt hij in contact, in gesprek met zichzelf. Moet hij gaan of moet hij blijven? Waarom is hij überhaupt gekomen? Waarheen, waarvoor?

Je kunt het opgeroepen beeld inktzwart noemen – en dat komt dan mooi overeen met de scenografie. Een uitgekleed toneelbeeld met alleen hier en daar een vijftal stapels verhuisdekens, een lichtbol bij wijze van maan die vanuit de verte onbewogen toekijkt – of is het de zon die stilaan uitdooft? In het middelpunt van dit verlaten universum staat acteur Johan Leysen, die met zijn immer zoemende stemgeluid sonoor de Stories and Texts for Nothing, een verzameling verhalen van Samuel Beckett, reliëf geeft.

De geteisterde hedendaagse mens die doelloos wacht. Het lijkt wel of je het werk van Beckett als was het een sjabloon één op één over de huidige, deplorabele staat van de mensheid kunt leggen. Was natuurlijk altijd al zo, maar ‘corona’ maakt het allemaal wel erg zintuiglijk. Leven in staat van een permanente partycrash.

In Becketts kosmos is het leven onleefbaar – en toch wordt het geleefd. In deze paradox schuilt de absurditeit van het bestaan, waarmee Beckett – al 30 jaar dood – het hedendaagse theater blijft inspireren.

Stories and Texts for Nothing omvat drie korte verhalen en dertien korte prozastukken. In de monoloog staat de (onmogelijke) zoektocht van een oude man naar zijn onvaste plaats in de wereld centraal en probeert woorden te vinden voor de zinloosheid van het bestaan.

Theatermaker Kris Verdonck toog samen met Leysen ermee aan de slag. Ze proberen gezamenlijk het denken van Beckett te snappen en dat voor ons hoorbaar, zichtbaar en voelbaar te maken. Dat lukt tot op zeker hoogte, al blijft de voorstelling overwegend een stiltegebied en wat mij betreft toch allereerst een denkoefening, een verbaal hoogstandje, hoe prachtig Leysen de woorden ook uit zijn mond weet te laten rollen. Mede daardoor is de voorstelling toch de moeite van het bezoeken waard.

Naast de voorstelling is er met Mass#2 een bijbehorende video-installatie gemaakt. Maar helaas kan die in Nederland niet vertoond worden omdat de begeleidende technici uit Vlaanderen die het werk opbouwen eerst in quarantaine hadden gemoeten. Een videolezing door filosoof en wiskundige Jean Paul Van Bendegem completeert als derde deel deze Beckett-avond voor ingewijden.

kader
Samuel Beckett
Beckett is beroemd geworden met Waiting for Godot / En Attendant Godot (1952). Het stuk kreeg aanvankelijk slechte kritieken maar werd gaandeweg erg populair. Zo ook Endgame / Fin de Partie. Zijn theaterstukken zijn te omschrijven als kaal, minimalistisch en diep pessimistisch over de menselijke natuur en de lotsbestemming van de mens. Aangezien hij na 1947 vrijwel al zijn stukken in het Frans schreef wordt hij met Ionesco gezien als de beste Franse toneelschrijver van de twintigste eeuw. Hij vertaalde zijn stukken zelf in het Engels. In 1969 viel hem de Nobelprijs voor Literatuur ten deel.

Meer informatie: https://hzt.nl/speelt/act

Advertentie

De eigen naad naaien

Het Zuidelijk Toneel richt koplampen op criminaliteit

Het Zuidelijk Toneel stort zich met De achterkant van … op de zevenkoppige draak van criminaliteit in (zuidelijk) Nederland. Over een (on)gewoon DNA met een gemoedelijke volksaard.

‘New Kids’. Brabant en Brabanders door hun eigen ogen. ‘Hey kutwout! Hedde gij zin om te rennen ofwa’. Pardoes rukt een van de vier de pet van het hoofd van de dienstdoende wachtmeester tweede klasse. Geintje. Achtervolgingsscène.
Een volkse cult-hit op SBS6. De groep van vijf hangjongeren van New Kids en de sfeer van ongein die hun kwajongensstreken oproepen staat zeker niet model voor De achterkant van… verwoordt Piet Menu, artistiek directeur van Het Zuidelijk Toneel, zijn streven bij de voorstelling. Hij wil allereerst vragen opwerpen bij de samenleving die schuilgaat achter de ‘hallucinante misdaadcijfers’ in Zuid-Nederland. Menu, (1977, Roesbrugge, West-Vlaanderen) bij deze productie ook betrokken als dramaturg: ‘Wat gaat er om in de hoofden van hen die de gemiddelden in steden als Heerlen, Tilburg, Eindhoven, Roosendaal, Den Bosch, Zeeland en Breda omhoog helpen? En waarom gaat criminaliteit vaak over van generatie op generatie?’

Voor de vuist weg somt hij een trits uitwassen op die met het genoeglijke Brabantse leven wordt geassocieerd: Ondermijning, drugsfabricage, fraude, witwassen. Geen makkelijk rijtje. ‘Wij willen de problemen benoemen die aan Zuid-Nederland kleven of er vaak mee geassocieerd worden,’ zegt Menu. ‘We willen betrokkenheid oproepen maar ook begrip en verwondering kweken – op weg naar meer bewustwording.’

Criminele netwerken hebben een veel grotere greep op het openbare leven dan velen bereid zijn te geloven. Een gemeentehuis dat in vlammen opgaat, onderduikende burgemeesters, schatrijke criminelen die sportclubs financieren. In de niet te veronachtzamen geboekstaafde waarnemingen en gesprekken die zijn vastgelegd met De achterkant van Nederland, beschreven hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops en journalist Jan Tromp in 2016, afzonderlijk van de voorstelling, hoe de onderwereld steeds steviger met de bovenwereld verstrengeld is geraakt. Met name de Zuidelijke Nederlanden zijn van oudsher een erkende broedplaats. Tops en Tromp, in geparafraseerde vorm: De VOC-mentaliteit, de Verenigde Ondermijnende Criminaliteit, leeft nog altijd voort. Er is in ons land een weerbare onderklasse met een uitgesproken afkeer van elites en overheidsbemoeienis. We doen het zelf wel, maar dan anders. De eigen naad naaien. Buren knijpen graag een oogje dicht. De volksbuurt als gesloten front. In veel volkswijken zijn drugsbazen welzijnswerkers. En overal in het land zijn er ogenschijnlijk keurige advocaten, notarissen en bestuurders uit de bovenwereld die zich beschikbaar houden voor dienstbetoon aan de achterkant van Nederland.

Menu: ‘Belangrijk om te vermelden is dat het stuk niet is gebaseerd op het boek, wel laten we dezelfde complexiteit zien.’

Siciliaanse toestanden? Het goedmoedige Brabant als infaam amfetaminewalhalla?

‘Ach,’ zegt Menu, ‘dat is maar een kwestie van perceptie. Ik wil het allemaal niet goedpraten maar wel is me duidelijk geworden dat iedereen wel iemand kent die… ehh nou, vul maar in. Uiteindelijk kennen we hier in Brabant allemaal wel iemand bij wie we in stilte vragen stellen. Onlangs was ik op bezoek bij een schouwburgdirecteur in de buurt van St. Willebrord, tussen Breda en Roosendaal. Hij had gehoord dat je daar het tanken van benzine contant kon afrekenen. Toen hij even later met nieuwe ogen om zich heen keek, zag hij er inderdaad ongewoon veel grote bakken rondrijden. Het blikveld veranderen, dat is wat we willen bereiken. We willen mensen aan het denken zetten.’

Spektakel maken over wat allerwegen gezien wordt als fnuikend, onoirbaar gedrag? Moeten er straks in de acht steden waar de voorstelling te zien is, extra veiligheidsmaatregelen getroffen worden? Menu: ‘We zijn niet uit op waarheidsvinding. En het moet volgens hem ook niet te anekdotisch worden. Het blijft ‘kunst’. ‘Kunst behoort te schuren, ongemakkelijk te zijn. Kunst moet hardop vragen stellen en durven benoemen. Kunst werpt vragen op – maar biedt geen oplossingen.

Er gaat een tentoonstelling mee op doortocht langs Brabant en Zeeland. ‘Daarin wordt onder meer verteld wat de zogeheten ‘groene vingers’, de hennepteelt, op de gemiddelde bovenzolder driehoog achter of in een leegstaande stal oplevert.’ De Taskforce Brabant tekende die revenuen als volgt op: ‘De eerste kweek is om de inrichting terug te verdienen, de tweede is voor de boete. En vanaf de derde pluk is het groot verdienen.’ Menu: ‘Zo wordt het althans voorgespiegeld. De werkelijkheid is anders.’

Op de speelvloer van De achterkant van … zijn hoofdrollen weggelegd voor Björn van der Doelen (singer-songwriter en voormalig profvoetballer bij o.a. PSV) en Michiel Kerbosch (o.a. Doctor Vlimmen en De Lift). Het geheel wordt gelardeerd met dans en muziek en speelt zich af in een groot gemonteerd decor. Menu: ‘We willen de lat hoog, maar de drempel laag.’

Voor de tekst heeft Het Zuidelijk Toneel twee spraakmakende schrijvers in de arm genomen: Anton Dautzenberg en Diederik Stapel (zie kader). ‘Zij kunnen allebei uit eigen ervaring vertellen over de onderkant en de achterkant,’ legt Menu uit. ‘Het publiek is een kijkje vergund in de bovenkamer van drie verschillende generaties. We laten jongeren spreken, maar ook iemand van twee generaties vóór hen de vraag stellen of het allemaal wel waard is geweest. Niet zelden gaat hun leven gepaard met zwijgplicht en net zo vaak wordt hun bestaan geromantiseerd voorgesteld. Zo krijg je een verschuivend perspectief op de worsteling die een ‘crimineel’ doormaakt. We laten de psychologie achter misdaad en misdadiger zien.’

Zuid-Nederland was decennialang beurtelings wingewest, bufferzone of generaliteitsgebied. Dat heeft zijn sporen nagelaten. De licht-bourgondische aard van de Brabander heeft misschien een duister randje en dat komt met deze voorstelling wellicht in een enigszins gewijzigd perspectief te staan. Menu: ‘Het grensgebied, elk grensgebied waar dan ook ter wereld, is altijd en overal een logistiek interessante doorvoerzone. Van oudsher.’

De toekomst is geen lineair voortgaande beweging, weet Menu. ‘Het van bovenaf opgelegde bouwen aan een ‘betere’ samenleving kan een valkuil zijn. Met Het Zuidelijk Toneel willen we een oprechte poging doen om, in alle gezamenlijkheid, verschillende visies op te werpen. Dat is óók de taakstelling van kunst.’

kader:
Anton Dautzenberg
Dautzenberg is een van de meest controversiële en spraakmakende schrijvers van dit moment – of het nu om zijn bevlogen en avontuurlijke oeuvre gaat, zijn solidariteit met verguisde personen (van Diederik Stapel tot vereniging MARTIJN) of zijn armoede-glossy Quiet 500 (als tegenhanger van de Quote 500). Zijn roman Extra Tijd werd in 2013 tijdens de Nacht van de NRC uitverkoren tot Boek van het Jaar. In 2016 werd hij tijdens de Nacht van Rome vereerd met de titel ‘gevaarlijkste intellectueel van Nederland’.

kader:
Diederik Stapel
Stapel studeerde psychologie en communicatiewetenschap in Amsterdam en was jarenlang werkzaam in de universitaire wereld als (hoog)leraar, onderzoeker en bestuurder. In 2011 kwam er een abrupt einde aan zijn wetenschappelijke loopbaan toen bleek dat hij onderzoeksresultaten had aangepast en verzonnen. Momenteel is Stapel werkzaam als strategisch adviseur, coach, meedenker, vragensteller, (mee- en geest)schrijver, webredacteur en spreker.

kader:
Zes criminele projecten
Het Zuidelijk Toneel heeft het lopende seizoen ingericht op ‘Criminal Minds’: van vormen van medeplichtigheid en de verhouding tussen dader en slachtoffer, tot aan de liaison tussen misdaad en misdadiger.

In Casting the Pass doet een jonge acteur auditie voor zijn droomrol: topvoetballer in het theaterstuk ‘The Pass’. Hij wordt ontvangen in de keuken van de casting director.
De vrouw die de honden eten gaf gaat over Michelle Martin. Zij werd de meest gehate vrouw van België omdat ze twee kinderen in een kelder liet verhongeren en sterven. Wie is zij?

True Copy gaat over de briljante leugen van meester-vervalser Geert Jan Jansen. Hij wist meer dan twintig jaar de kunstwereld in het ootje te nemen, zelfs zo dat Picasso en Appel nietsvermoedend echtheidscertificaten uitschreven bij werk dat hij fabriceerde.
In El Dorado wordt bekeken wanneer medeplichtigheid gaat wringen in een dorp.
Verder gaat radio- en theatermaker Romanee Rodriguez een vijfdelige podcastserie De wereld van Jan de Man maken, waarin ze op zoek gaat naar diens ware leven.

Het Zuidelijk Toneel speelt De achterkant van… van eind augustus tot eind oktober 2019. Meer informatie op hzt.nl/projecten/de-achterkant-van

 

Caute!

Hersengymnastiek rond Spinoza in het pluche van de theaterzaal

Baruch de Spinoza (1632-1677) was een eigenzinnige, onverschrokken denker. Vader van de Verlichting, monument voor vrijheid van denken. Zijn motto: ‘Caute! Wees voorzichtig!’ In de derde editie van haar Filosofenreeks stelt Het Zuidelijk Toneel de beroepslenzenslijper centraal.

Nu en dan heb ik werkelijk met de grote Spinoza hand in hand gestaan. Hoe? Hij staat afgebeeld op het oude guldenpapiergeld, te weten het briefje van duizend, de rooie rug, maar dan in de groengeribbelde versie die graficus Ootje Oxenaar er in de jaren zeventig van maakte. Maar niemand die me kon vertellen wie die Spinoza wel niet was. Spinoza’s gedachtegoed is een veelvoud van die rug waard, zo leerde ik veel later.

Fascinatie. Ik heb Spinoza geregeld regelrecht in zijn eeuwig stilstaandstarende kijkers gezien. Zijn beeltenis, in de vorm van een gedenkteken, een bronzen standbeeld, staat sinds 1880 opgesteld bij zijn laatste woonhuis – tegenwoordig Spinozahuis gedoopt – aan de Paviljoensgracht in Den Haag.

Dat is pal tegenover een van de rossige straatjes in de Residentie. Het beeld toont hem in een peinzende houding, zittend op een stoel en gekleed in een lange mantel. In zijn linkerhand, die op de knie rust, houdt hij een stapeltje papieren. Zijn rechterhand, waarin hij een pen vasthoudt, leunt tegen het hoofd. Op het oog een variant op De Denker (1881) van Auguste Rodin zou je zo zeggen – maar dan wel een jaar eerder tot stand gebracht. Het is omgeven door een hekwerk.

Maar ach toch, een omheining past niet bij deze wijsgeer die juist een brug wilde bouwen tussen de ‘gewone lezer’ en de filosofie. Dat blijkt onder meer uit zijn eerste, postuum uitgebrachte geschrift dat hij introduceerde als een inleiding tot de filosofie: Verhandeling over de verbetering van het verstand en over de weg waarlangs dit het beste tot de ware kennis der dingen kan geraken. De methode (lees: verhandeling) waarvan hij zich bediende, was niet in de eerste plaats gericht op verbetering maar op bevrijding, op emancipatie van het verstand, van de rede. In zijn traktaat gloort in de verte de geboorte van de Verlichting.

Spinoza ontwikkelde een filosofie waarin theologie geen rol speelde. Hij accepteerde geen andere verklaringen dan die gebaseerd op de rede. Filosofie zou zekerheid moeten bieden – zoals de wiskunde dat doet. In de ogen van tijdgenoten bediende Spinoza zich echter van een eigenzinnig, welhaast ‘ketters’ godsbeeld. Toen hij drieëntwintig was werd hij prompt uit de joodse gemeenschap van Amsterdam gestoten omdat hij zich niet aan de traditionele wetten en regels van de Portugees-Joodse kerk wilde houden. Als atheïst waren zijn boeken lange tijd verboden. Spinoza was daarom voorzichtig, schreed op kousenvoeten voort, ook al bewoog hij zich allengs door het establishment van hof en aristocratie in het Den Haag waar hij domicilie had gevonden, precies zoals zijn wapenspreuk ‘caute’ dat aangeeft.

‘Caute’ betekent niet alleen ‘voorzichtig’, maar ook ‘pas op’ – terwijl het Latijnse ‘spinosus’ in onze taal ‘doornachtig’ betekent. Door die brillen bezien is de plek nabij de rode lichtjes van dames van lichte zeden misschien niet eens abject te noemen.

Spinoza’s betekenis is moeilijk te overschatten: hij was een van de eerste denkers die betoogde dat alle mensen gelijk zijn en dat iedereen de vrijheid moet krijgen te geloven, te denken en te zeggen wat hij of zij wil. Een tijdloze boodschap van een vrije denker uit de zeventiende eeuw. Velen zijn van mening dat de machtigste democratie op aarde de vrucht zou zijn van Spinoza’s politieke denkbeelden.

Dat voert misschien wat te ver. Want vijftig jaar eerder werd het Plakkaat van Verlatinghe (ook wel ‘Acte van Verlatinghe’ genoemd ). Vooral dat historische document kan gezien worden als een onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden. Een daad die de Amerikanen inspireerde.

Zijn werk moet op gelijke voet worden beschouwd als het schilderwerk van Rembrandt, Vermeer en Frans Hals en de literatuur van Vondel, Hooft en Huygens. Waarom weten Nederlanders dan zo weinig van Baruch de Spinoza? Terwijl hij wordt beschouwd als een van de grootste Nederlandse denkers aller tijden?

Op vakantie in India. Mijn gelegenheidstafelgenoot en ik raakten, met een semi-illegaal biertje in de hand, in gesprek met een Spaanssprekende vader en diens zoon. Zij waren op reis door India om te onderzoeken of het ‘spinozisme’ op gelijke voet kan staan met hindoedoctrines zoals samkhya en yoga. Ik stond met mijn mond vol tanden, als Nederlander en Hagenaar.

kader
Het Zuidelijk Toneel & Spinoza
Spinoza is, na Socrates en Marx, nummer drie uit de Filosofenreeks van Het Zuidelijk Toneel. Met coproducent De Verwondering belooft de toneelgroep een voorstelling ‘voor jonge idealisten, oude krokodillen en iedereen die af en toe eens nadenkt’.

De tekst van Spinozakenner Tinneke Beeckman wordt gespeeld door Han Kerckhoffs. Hij maakt van Spinoza tot een man van vlees en bloed, heen en weer geslingerd tussen eenzaamheid, vrijheid, strijd en verzet. De première is op donderdag 31 januari 2019 in de studio van Theaters Tilburg.

kader:
Spinoza
Baruch de Spinoza verdiende de kost met het slijpen van lenzen, onder meer voor Christiaan Huygens. Op zijn  naam staan twee grote filosofische werken: de Tractatus Theologico-Politicus (1670) – een van de oudste geschriften voor een vrije meningsuiting – en zijn magnum opus de Ethica (1677, postuum verschenen).

Spinoza overleed in Den Haag aan een longziekte door het inademen van silica-stof (glasstof).

‘King Lear’ hier en nu

Hetpaleis & Het Zuidelijk Toneel spelen met Shakespeare

In De Gelaarsde Kat liet een molenaar zijn drie zoons alleen de molen, een ezel en een kat na. Shakespeares King Lear heeft welbeschouwd wel wat weg van dat sprook.

Stokoud, ziekelijk en weduwnaar. Lear besluit dat de tijd gekomen is om zijn koninkrijk te gaan verdelen. Kanshebbers zijn uitsluitend zijn drie dochters. Hij daagt ze uit te bewijzen wie het meeste van hem houdt. Maar de jongste weigert. Dat komt haar duur te staan. Het maakt Lear ziedend, verbant haar uit zijn rijk. De twee overgebleven dochters en hun respectievelijke echtgenoten zijn in de sas. Maar Lear laat zo de geest uit de fles: zijn rijk kreunt, een jonge generatie pruttelt tegen, stelt de oude idealen van het rijk in kwestie. Wanneer zelfs zijn twee dochters zich tegen de idealen van zijn rijk keren ziet de doodzieke Lear dit als verraad en als een persoonlijke aanval.

En opeens is het buigen of barsten voor Lear én voor zijn rijk. Het spookt in zijn hoofd.

In de verwarrende tijden van anno 1605, zien de Vlaamse theatergroep Hetpaleis en Het Zuidelijk Toneel (Tilburg) parallellen met een langzaam uiteenvallend Europa. Regisseur Simon De Vos (o.a. Romeo en Julia) beziet King Lear als een politiek steekspel. In zijn ogen is Shakespeares tragedie ook een hedendaagse spookvertelling over de Europese Unie.

En dus wordt Vos’ versie bevolkt door kantoortijgers die ostentatief een mobieltje aan het oor gekluisterd houden.  Lear die tartend alvast een afbeelding van een opgedeeld Europa op zijn rug heeft laten tatoeëren en confectiepakken, aktetassen en stapels dossiers. Stemronde op stemronde. De Brusselse besluitvormingsmachinerie in een notendop.

King Lear in het hier en nu, tien acteurs op het toneel. Onder hen de ‘Haagse’ gebroeders Schellingerhout, Kaspar en Krisjan. Zo’n vijftien jaar geleden deelden zij voor het laatst gebroederlijk het theaterpodium, in King Arthur, toen bij Theaterschool Rabarber. Krisjan speelt Edgar, de zoon van ‘zuiverman’ Gloucester, de hoogste diplomaat van het rijk en Lears speechschrijver. “Leuke rol, met meer kleur en diepgang dan ik in eerste instantie dacht. Filosofiestudent Edgar is naïef en ambitieus, maar wordt kapotgemaakt. Toch vindt hij ruimte om een volwassen filosoof te worden.”

In deze ‘Lear’ zijn sommige personages gemodelleerd naar stromingen of figuren die in het huidige Europa-debat naar voren zijn getreden. “En Edgar vertoont trekjes van de Duitse filosofe Ulrike Guérot. Voor haar is vernieuwing cruciaal. Zij ziet voor Europa alleen een toekomst weggelegd als het zich opdeelt in cultuurregio’s.”

Kaspar geeft karakter aan Gloucesters onechte zoon Edmund. “Een smeerlap en een nihilist die aan de poten zaagt van alles en iedereen die op zijn weg komt. Een fijne rol om te spelen want er zitten vele menselijke trekjes aan hem. Wel was ik vooraf wat zenuwachtig, want ik maak gewoonlijk muziektheater. Maar dit is toneel, opeens had ik niets meer om me achter te kunnen verschuilen.”

“Hoe het is om samen te spelen, en dan nog ook als broers?” vraagt Krisjan vlak voor aanvang voorstelling in Leeuwarden. “Vreselijk natuurlijk!” Kaspar lacht hardop met hem mee: “Twee handjes op één buik!”

Vraagstuk Europa
“Europa doet me minder dan ik zou willen,”vertelt Krisjan. “Dat is een kwestie van opvoeding. Je moet je kinderen ‘Europeaan’ laat voelen. Zo’n opvoeding heb ik niet gehad. Maar een verenigd Europa is belangrijk voor onze economie,  en voor onze positie in de wereld. En niet in de laatste plaats om conflicten binnen Europa te vermijden. Pro Europa dus.”

Kaspar: “Ook ik vind ‘Europa’ een positief verhaal. Natuurlijk is het systeem een moloch, vaak traag en stroperig. Maar het concept Europa biedt waarborgen, bijvoorbeeld rond sociale zekerheid en een zekere kwaliteit van leven. Ik snap niet zo goed waar separatisten op uit zijn.”

Van ‘Brussel’ naar Den Haag: “Sinds kort woon ik er weer,” zegt Krisjan. “Na zes jaar Amsterdam vond ik het daar te duur worden. Ben nu blij toe.” Kaspar, sinds 2008 Antwerpenaar:  “Klopt, al werk ik geregeld in Den Haag, onlangs nog bij Firma MES.

Momenteel werk ik bij Het Nationale Theater met theatermaker Sadettin Kirmizyüz als geluidsontwerper en acteur aan Metropolis, een modern vierluik over de stad. Hopelijk kan ik, mocht het nodig blijken, straks bij Krisjan aankloppen mochten  de repetities uitlopen. Wie weet mag ik dan op zijn bank neerploffen.”

Hetpaleis / Het Zuidelijk Toneel: King Lear. Woensdag 7 februari 2018 in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: hnt.nl en hzt.nl.

Wat te zeggen als het einde in zicht is?

Het Zuidelijk Toneel en A Two Dogs Company: Conversations (at the end of the World)

Kris Verdonck behoort tot de top van internationaal opererende theatermakers. Hij integreert theater, video, beeldende kunst tot een performance. Met Conversations (at the end of the world) neemt hij, opnieuw, werk van Daniil Charms ter hand. Een vraaggesprek.

Kunt u mij een beschrijving geven van wat u ziet op de foto bij de voorstelling?
‘Ik zie een huis op een berg in een woestijnachtig landschap. Een huis in wankel evenwicht, op het punt van neerstorten. Een angstaanjagend beeld wat mij betreft. Het is een foto uit een land in Zuid-Amerika. Op die plaats lagen vroeger sneeuw en ijs metershoog. Als je de foto goed bekijkt zie je de kabel van de skilift.?!’

Jazeker! Maar wat zegt die majestueuze foto over de voorstelling die u gaat maken?
‘Onze wereld vult zich steeds meer met situaties die een mogelijk einde afkondigen: oorlogen, smeulende conflicten, geopolitieke spanningen. Er is terreur met wortels in fenomenen waar we als samenleving maar geen antwoord op lijken te vinden. Er gaat uitbuiting en agressie uit van een economisch systeem waarvan we niet weten hoe het te bestrijden is. In Conversations (at the end of the world) zien we hoe vijf figuren omgaan met het moment dat de ondergang zich laat aankondigen.’

Het werk van de Russische absurdist Charms is opnieuw uw inspiratiebron?
‘Het is inderdaad begonnen bij Daniil Charms en de avant-gardistische groep rond hem: de Oeberioeten, intellectuelen die ondergrondse salons hielden in het Rusland van tussen de beide wereldoorlogen. Vrijwel allemaal zijn ze omgebracht of omgekomen onder het Stalinistische bewind. Charms stierf, uitgehongerd, in een tehuis voor gestoorden. Uit een nieuwe publicatie van dialogen tussen Oeberioeten komt het beeld naar voren dat ze toch kunst maakten, terwijl ze donders goed wisten dat voor ieder van hen het einde der tijden nakende was. Niettemin was hun kijk op het leven, neergelegd in de genoemde dialogen, er een die in vrolijke, zoetzure dialogen was gesteld. Gitzwarte humor. En dat in een interessant tijdsgewricht met de industrialisering die in alle uithoeken begint door te dringen, en de wereld de drempel over gaat naar globalisering van economie en cultuur. Daar zitten we met z’n allen nu nog in.’

Wat zien we straks op het podium van al die gedachten rond uw voorstelling terug?
‘Je ziet vier acteurs: José Kuijpers, Jan Steen, Johan Leysen en Jeroen Van der Ven. Gaandeweg raken de acteurs onder 160 kubieke meter zwarte sneeuw bedolven, levend begraven, maar spreken nog. Een sprekend landschap. Hun eigen einde der tijden. Apocalyptisch. Wat zullen hun laatste woorden zijn? Weet u, zeventig procent van de mensen sterft in serene stilte. Hollywood maakt ons wijs dat de dood een veldslag van wapengekletter is. De vermaarde Italiaanse concertpianist Marino Formenti zorgt voor muzikale begeleiding. En in de voorstelling zijn getuigenissen van inwoners van Aleppo verwerkt.’

U beroept zich op ongepubliceerde dialogen van de Oeberioeten. Hoe komt u er aan?
‘Ik ken de vertaler van Charms’ werk van de tijd dat ik H, an Incident maakte. Daarin voerde ik naast acteurs een robotorkest op. Ik ben bekend met enkele van de dialogen uit een voorpublicatie die hij mij ter hand heeft gesteld.’

Uw werk sterkt zich uit van performance en bewegende beeldende kunst tot (muziek)theater. Is het lijsttoneel de juiste habitat voor uw werk?
‘Ik hou van het theaterframe. Daar ontstaat betekenis, daar krijgt de tijd die gezamenlijk doorstaan wordt een bepaalde lading. Het theater biedt de mogelijkheid op gedeelde belevenissen tussen mensen.’

kader
Paspoort Kris Verdonck
Kris Verdonck beweegt zich tussen beeldende kunst, architectuur en theater, tussen installatie en performance, en tussen dans en architectuur. Het werk van Kris Verdonck doet pogingen het onzegbare te zeggen, het kruipt onder je huid, het vraagt iets van je en het laat nooit onberoerd.

Verdonck presenteert vaak combinaties van installaties en performances, die hij ‘parcoursvoorstellingen’ noemt. Bekende parcours zijn VARIATIES en ACTOR #1.
In Nederland werkte Verdonck onder meer samen met ICK Amsterdam, het dansplatform van Emio Greco en Pieter C. Scholten, in I/II/III/IIII. A Two Dogs Company is het vaste voertuig van Verdonk. Hij werkt voor het eerst samen met Het Zuidelijk Toneel.

kader
Charms (1905-1942)
Daniil Charms wordt beschouwd als een van Ruslands grootste absurdistische schrijvers en dichters. Zijn naam past in het rijtje van Gogol, Dostojevski en Tsjechov – maar misschien nog meer in dat van Ionesco, Beckett en Van Ostaijen. Als auteur kwam hij met kinderversjes aan de kost. Zijn grote kracht ligt in het beeld dat hij geeft in de ongerijmdheid van het leven en in de grillige spelingen van het lot. Hij doet dat door vaak een lege wereld te schetsen waarin geweld en verlies van identiteit overheersen.

Charms werd in 1941 gearresteerd en kwam in gevangenschap om. Tijdens zijn leven werd nauwelijks werk van hem gepubliceerd. Na Charms’ dood vond zijn vriend Jakov Droeskin manuscripten in het huis van Charms. Daardoor is veel ervan voor de wereld bewaard gebleven.

In de jaren tachtig werd hij ook in Nederland beroemd met het werk Elizaveta Bam. Charms veroverde de wereld na de ‘glasnost’ van eind jaren tachtig. Inmiddels zijn er vele films en toneelstukken gewijd aan zijn werk.

Het Zuidelijk Toneel / A Two Dogs Company: Conversations (at the end of the World). Première: dinsdag 19 september 2017, Theaters Tilburg Tournee door Nederland en België.