Met de groeten van Judas

Theatergroep Suburbia presenteert succesreprise

Bijna tweeduizend jaar noemt geen ouder zijn kind nog Judas. Maar wat weten we eigenlijk van de vleesgeworden naamgever van verraad? Lot Vekemans kuste hem tot leven voor het toneelpodium.

Waarom dacht Judas dat hij het juiste deed? Hij wist niet wat de consequenties van zijn daad waren. Op plaatjes is hij al die eeuwen de enige apostel zonder stralenkrans. Lot Vekemans laat Judas Iskariot vertellen over zijn leven, over zijn vriendschap met Jezus en over zijn plannen om de wereld te verbeteren. En passant confronteren zij en hij ons met de judas in onszelf: Waartoe zijn wij in staat als we tot het uiterste gedreven worden?

Wat bracht jou ertoe om Judas’ woorden op te voeren?
‘Ik heb een fascinatie voor mensen uit de wereldgeschiedenis die nooit de ruimte hebben gekregen om hun deel van het verhaal te vertellen. Zo iemand is Judas. Hij heeft zelf nooit iets mogen zeggen. Ik probeer van hem weer een mens van vlees en bloed te maken.’

Waar ligt het begin?
‘Bijna al mijn stukken zijn op uitnodiging geschreven. Dat begint dus meestal met: ‘Zou jij voor ons…’. Maar Judas komt voort uit mijn eerste monoloog Zus Van, rond de ongehoord gebleven Ismène, de zus van Antigone. Als vervolg daarop wilde ik graag een monoloog schrijven voor een man. In die periode las ik veel over Judas Iskariot. Een icoon, maar we weten vrijwel niks van hem. Daarbij kwam dat toen het authentieke evangelie van Judas was teruggevonden. Hij zou dus gaan spreken! Toen dacht ik: Dan moet ik eerder zijn.’

Wat is stap twee?
‘Zodra het concept ‘rond’ is trek ik me terug, vroeger in Friesland, tegenwoordig in mijn huisje in de Indre, in centraal-Frankrijk. Geen mobiel bereik of sociale verplichtingen, heerlijk stil en rustig en de dichtstbijzijnde buurman is 84. Eerst heb ik alles wat los en vast zit over Judas gelezen en bekeken, van films tot uiteenlopende mensvisies op hem. Verder ben ik het Nieuwe Testament gaan uitpluizen. Belangrijk was de dissertatie Judas, een van de twaalf uit 2001 van dominee Bert Aalbers, over het Judas-beeld door de eeuwen heen. Daar vond ik voorbeelden in de literatuur, uitspraken van politici en anderen, en de Bijbelse gegevens over Judas. En dat alles op thematische wijze bijeengebracht. Aalbers merkte op dat het woord ‘verraad’ in de bijbel niet voorkomt en dat Judas niet kon vermoeden dat Jezus gekruisigd zou gaan worden. Daarop ben ik gaan wroeten naar een conflict, want ergens moet het botsen, er moet iets aan de hand zijn, anders is het niet interessant.’

Hoe heb je dat voor dit stuk gedaan?
‘Mijn Grote Vraag werd: Waarom heb jij de daad gedaan die wij verraad zijn gaan noemen? En hoe kijk jij daar zelf op terug? Met dank aan Judas, die me inspireerde om verder te kijken in mezelf. Uiteindelijk is voor dit stuk de menselijke neiging om letterlijke zondebokken te creëren naar voren gekomen. Mensen neigen ertoe om schuldgevoelens af te wentelen en te projecteren op een ander. Dat gegeven vind ik interessant want zo rijst de vraag op hoe Judas ook nu nog in de samenleving zit. Spannend, want zo moet ook het publiek zich tot die vraag gaan verhouden.’

En al die tijd heb je nog geen pen aangeraakt?
‘De voorbereiding kan maanden duren. Pas als het concept klopt pak ik de pen op. Meestal zit er twee jaar tussen het initiële gesprek en de eindversie. Ik ben een auteur die al schrijvend ontdekt hoe het probleem dat ik zelf heb opgeworpen, in elkaar zit. Ik ben dan een ‘spanningzoeker. Voor mij is een jaar krap, drie maanden doe ik niet want ik moet er andere schrijfopdrachten tussendoor kunnen doen. Maar Judas schreef zichzelf, heel organisch. Dat is niet altijd zo.’

Knip je plaatjes uit van mensen die op jouw personage lijken, en houd je die erbij als je schrijft?
“Nee, maar in mijn hoofd hoor ik mijn personages praten en dat schrijf ik dan op. Zo leer ik ze kennen. Tijdens het schrijven merk ik dan: oh, aha, dus jij bent zó. Dat evolueert zich. Soms interview ik ze, dan weer ben ik zelf eventjes toneelspeler, en zet dat dan op papier. Zo krijgt een personage stilaan zijn eigen logica. Schrijven is voor mij: ontdekken met wie ik te maken heb. Dat betekent trouwens heel veel herschrijven.”

En dan moet je het eindresultaat uit handen geven…
‘Dat is altijd spannend, al laat ik tussentijds meelezen, ter afstemming en om te sparren. En soms lezen ook de acteurs mee op wie het is geschreven. Dat helpt, later hoor ik dan in mijn hoofd de klankkleur en intonatie van hun stemmen resoneren. Maar los van de acteur op wie de tekst is geschreven moet die elders en door anderen gespeeld kunnen worden. Ook is het fijn als de kostuumontwerper en de lichtontwerper erbij zijn. Na die tussenstappen is de eindversie meestal geen verrassing voor de ontvangende partij. Ook het repetitieproces beschouw ik als deel van het schrijfproces. Ik kan dan bijschaven of zonodig toelichten hoe een woord of zin is bedoeld. Van mij mag er geen mus vallen zonder dat het betekenis krijgt.’

Neem je regieaanwijzingen in je toneeltekst op?
‘Dan neem je plaats op de stoel van de maker. Beginjaren negentig, toen ik met schrijven begon, was dat ‘not done’. Als iemand een klap kreeg liet je ‘au, au’ zeggen. Ik moet bekennen dat de laatste jaren wat regieaanwijzingen zijn ingeslopen omdat ik ook romans en filmscripts ben gaan schrijven. Als je de waarde van regieaanwijzingen wilt bepalen, moet je die er voor de grap eens uitgooien. Pas dan kun je vaststellen of het om een goede tekst gaat.’

kader
Lot Vekemans
Van Spanje tot China en Argentinië. Lot Vekemans (Oss, 1965) is momenteel de meest opgevoerde Nederlandse toneelschrijver. Ze studeerde sociale geografie aan de Universiteit Utrecht en daarna aan de Schrijversvakschool ’t Colofon in Amsterdam. In 2005 ontving ze voor de tekst van Truckstop en Zus Van de Van der Viesprijs. In 2010 kreeg ze de Taalunie Toneelschrijfprijs voor Gif. In 2016 werd haar gehele vertaalde Duitse toneelwerk onderscheiden met de Ludwig Mülheim Theaterpreis. Nederlandstalige teksten van haar hand zijn verzameld in Gif en ander werk. En onlangs is Judas verschenen bij uitgeverij De Nieuwe Toneelbibliotheek. Enkele stukken van haar zijn verfilmd. Als romanschrijver debuteerde ze in 2012 met Een bruidsjurk uit Warschau. Aankomende zomer komt haar tweede roman uit.

kader
Theatergroep Suburbia bracht Judas in 2015 in première tegen het decor van landschapskunstwerk De Groene Kathedraal in Almere. Van 6 februari tot en met 13 april 2020 is er de reprise langs theaterzalen. Justus van Dillen speelt, net als toen, de rol van Judas; Albert Lubbers voert wederom de regie. Meer informatie: theatergroepsuburbia.nl.

kader
‘Ik heb toegestaan dat ieders schuld aan mij is gaan kleven. Dat ik zwarter werd dan zwart. Dat mijn naam een vloek werd. Honderden jaren heb ik dat toegestaan, duizenden jaren. Maar nu is het genoeg. Nu is het genoeg.’

kader
Het woord ‘judas’ volgens Van Dale
1 verraderlijk mens, valsaard. 2 helper van een valsspeler. 3 treiteraar, pestkop. Judasbaard, judasboom, judasgeld, judasgroet, judashaar, judaskneep, judaskus, judaslach, judasloon, judasoog, judasoor, judaspenning, judasserij, judasstreek, judasrol, judastraan.

Advertentie

Pure angst en beklemming

Astrid Holleeders ‘Judas’ op toneel

Aantekeningen waren het, voor haar dochter, bedoeld voor als ze er ‘opeens’ niet meer zou zijn. Het werd een boek, een bestseller. En straks een film en tv-serie. Maar eerst is er het toneelstuk over deze ‘familiekroniek’.

“Een indrukwekkende en mooie vrouw,” vindt Johan Doesburg. Hij beschrijft het moment dat hij oog in oog kwam te staan met Astrid Holleeder. “Ik heb veel respect voor haar omdat ze zich heeft weten te ontworstelen aan het moeras waar ze in zat.”
Astrid versus Willem. Zij: strafrechtadvocaat; hij: nietsontziend crimineel. En dat binnen het geheel van een en dezelfde familie. “Dat gegeven alleen al is theaterwaardig, nog afgezien van allerlei loyaliteitskwesties die haar daarbij parten spelen,” zegt Johan Doesburg, regisseur van de toneelvoorstelling ‘Judas’. “Ze kwam voor enorme morele dilemma’s te staan.”

Astrid Holleeder schreef twee boeken over het leven met haar broer, de vaak voor ‘knuffelcrimineel’ en door sommigen als nationale held versleten Willem. In 2017 verscheen ‘Dagboek van een getuige’, een jaar daarvoor ‘Judas’. Laatstgenoemd boek was haar ‘coming out’, haar moedige opstand tegen haar broer. Zelf doopte ze ‘Judas’ tot een familiekroniek.

Weinigen wisten dat Willem Holleeder zijn familie terroriseerde, afperste en bedreigde. Kinderen, vrouwen, aangetrouwde familie, en zelfs zijn eigen moeder Stien konden dertig jaar lang niet aan zijn despotische gedrag ontkomen. Ttot op de dag van vandaag: nu Astrid over geld beschikt dankzij haar publicaties, eist ‘De Neus’ de helft op omdat zij dat over zíjn rug zou hebben verdiend.

Doesburg, die op een blauwe maandag en in een grijs verleden sociale psychologie in Leiden studeerde, noemt haar boek ‘Judas’ emancipatorisch. “Hoe zij zich heeft weten te ontworstelen aan de tirannie in haar familie is ongelooflijk. Door haar aan alcohol verslaafde vader – en later door haar broer – werd ze in alles volkomen gedwarsboomd, geblokkeerd in wat je maar kunt bedenken. Ze mocht, bijvoorbeeld, niet sporten of studeren. Maar heeft allebei toch gedaan. Als haar vader iets niet beviel of een verkeerde glimlach op je gezicht dacht te zien, werd je zonder pardon in elkaar getrimd of van de hoge trap naar beneden gedonderd.”

Clan
“Ik had geen enkel boek over criminaliteit in de boekenkast toen ik voor deze productie werd gevraagd. Wat mij aan Astrids verhaal boeide was dat ze deel uitmaakt van een ‘clan’. In een ‘clan’ word je geïntimideerd en gechanteerd om mee te werken. Je kunt er wel in maar nooit meer uit, op straffe van levenslange uitstoting of de dood.”

Verraad
“Deze voorstelling is voor mij een vertelling over loyaliteit en verraad,” vertelt Doesburg. “Astrids persoonlijke dilemma is dat zij vanwege haar bekentenissen ten opzichte van haar familie en haar broer verraad pleegt, en dus een Judas is. Ze is door haar ‘verraad’ levenslang vogelvrij verklaard. Ze kan niet zomaar ergens een kopje koffie gaan drinken als ze dat wil, ze trekt noodgedwongen van de ene naar de andere beveiligde woning, en ze staat permanent onder bewaking. Ze is rationeel, maar ook erg emotioneel ingesteld. Ze houdt nog altijd van haar broer, zegt ze, voelt een grote verbondenheid met hem.”

De psychologische theaterthriller wordt verteld vanuit het perspectief van vier vrouwelijke omstanders van ‘De Neus’: zijn twee zussen, moeder en nichtje. Ze waren bij een van de repetities. Dat was een onwezenlijke ontmoeting, zegt Doesburg.

“Ze zien elkaar bijna dagelijks, als overlevenden op een reddingsvlot, de vrouwen houden elkaar overeind. Ze voerden gesprekken met mij en met de actrices. Het is trouwens uniek dat vier in leven zijnde personen hun theaterpersonage spreken, dat is in het theater niet eerder vertoond.”

Het ‘verbeelden’ van Astrid als theaterpersonage bleek geen sinecure. “Delicaat natuurlijk, het luistert heel nauw. Eerder heb ik iets soortgelijks aan de hand gehad bij ‘De Prooi’ van het Nationale Toneel met ABN-topman Rijkman Groenink. Maar die wilde als persoon buiten schot blijven.”

Astrid Holleeder heeft actief meegewerkt aan de totstandkoming. “We hebben vijf of zes gesprekken met haar gevoerd én ze heeft het script gelezen.” Onlangs bezocht ze de voorstelling. “Ze was ontroerd,” vertelt Doesburg , waarop hij de cast prijst, met daarin Renee Fokker als Astrid, Margo Dames als Sonja, Trudy de Jong als Holleeders moeder Stien en actrice Eva van de Wijdeven als de dochter van Astrid.
Of hij zich bedreigd voelt of heeft gevoeld? “Welnee, als regisseur ben ik altijd op afstand gebleven.”

‘Judas’ is op zaterdag 15 en dinsdag 18 december 2018; en op vrijdag 1 februari 2019 te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie en tickets: hnt.nl.