Geen rijksgeld meer voor West Den Haag

Cultureel Den Haag als verliezer

Net als vier jaar eerder loopt de stad Den Haag cultureel averij op: West / Kunstforum maakt vanaf 2021 niet langer deel uit van de zogeheten BIS. Het Rijk streeft naar meer kunst in de regio, vernieuwing en een breder publiek voor kunst en cultuur.

Dat blijkt uit het advies voor de Basisinfrastructuur 2021-2024 (BIS) dat de Raad voor Cultuur verleden donderdag aan minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur, D66) overhandigde. BIS-instellingen beschouwt het Rijk als essentieel voor het nationale cultuurlandschap. Met het advies is jaarlijks bijna 200 miljoen euro aan subsidiemuntjes gemoeid. De rijksoverheid wil de komende periode meer steun voor popmuziek, urban, musical en e-culture – en een breder publiek met kunst bereiken door regio’s te verkiezen boven de Randstad.

In de stad Den Haag is, zoals iedere vier jaar, dezer dagen een ‘Kunstenplan’ in de maak – maar op landelijk niveau is dat net zo. De stad is, net als vier jaar geleden, niet geheel schadevrij door die nationale hoepel gesprongen. Een aantal Haagse aanvragers valt buiten de boot. Zo kukelt West / Kunstforum rechtstreeks uit de BIS en zijn de aanvragen van Holland Dance Festival, Writers Unlimited, New European Ensemble, De Participatie Federatie en TodaysArt niet gehonoreerd. Winst is er ook: dansinstelling Korzo treedt opnieuw toe. De raad ziet in Korzo ‘de ideale kandidaat voor vernieuwing van de danscultuur’. Korzo kan nu de draad van talentontwikkeling van nieuwe dansmakers weer met verve oppakken want het kan als ‘ontwikkelorganisatie’ € 735.000 tegemoet zien.

Weg
West dus weg uit de BIS, waar het vier jaar geleden nog als grote winnaar uit de bus kwam. De instelling voor actuele kunst in de voormalige Amerikaanse ambassade, tegenwoordig Kunstforum geheten, kreeg eerder bij het Kunstenplan voor de stad Den Haag ook al een klap te verwerken doordat het bleef steken op het bestaande subsidiebedrag. De aanvraag voor € 800.000 aan rijksgeld ziet het nu in rook opgaan. Extra zuur is dat de Raad positief oordeelt, maar ‘na zorgvuldige weging van de aanvragen binnen dezelfde categorie adviseert geen subsidie te verlenen.’ “West heeft met 42.000 bezoekers een groter publieksbereik dan vergelijkbare instellingen,” zegt Marie-José Sondeijker van West. “In 2019 werden we voor ons programma genomineerd voor de AICA oorkonde. Dat de Raad voor Cultuur nu, ondanks een positieve beoordeling, alsnog voor een andere stad kiest is onbegrijpelijk. Klaarblijkelijk weegt de regionaliseringsagenda zwaarder dan de resultaten. En als je naar de landelijke verdeling kijkt, blijkt Den Haag de grote verliezer te zijn. In heel Nederland komen er stippen bij, alleen die van Den Haag wordt kleiner.”

Opvallend is ook de afwijzing van aanvrager Writers Unlimited. In het Kunstenplan voor Den Haag was het literaire festival nog verkozen boven ‘evenknie’ Crossing Border, dat daardoor nu dreigt te verdwijnen. Geen € 300.000 voor Writers Unlimited dus.

Ook bij TodaysArt komt het nieuwe advies hard aan omdat de aanvraag voor € 450.000 rijksgeld is afgewezen. In Den Haag viel het festival ook al buiten het bestek van het plaatselijke Kunstenplan.

Opnieuw krijgt Den Haag Dansstad, de positieve beoordeling met de hernieuwde toetreding van Korzo ten spijt, een gevoelig tikje: Holland Dance Festival krijgt geen plek in de BIS. De Raad oordeelt dat de onderscheidende rol ‘minder prominent is geworden’. Dat scheelt € 310.000.

Orkest New European Ensemble diende een goed plan in, schrijft de raad. ‘Dit ensemble heeft in de korte tijd naam weten te maken met een veelzijdige programmering’. Maar het moet concurreren met Asko|Schönberg dat ‘een representatiever functie vervult (…) en meer vertakkingen heeft op dit gebied, alsmede met ensembles in andere genres.’ En dus gaat NEuE het verhoopt bedrag van € 500.000 aan de neus voorbij.

Participatie Federatie
Negen wijktheaters uit de vier grote steden vormen samen de Participatie Federatie. Voor Den Haag gaat het om Laaktheater, theater De Nieuwe Regentes, Theater Filmhuis Dakota en Theater De Vaillant. De raad staat sympathiek tegenover het plan voor talentontwikkeling maar ‘staat nog in de kinderschoenen’. De raad vindt toetreding tot de BIS te vroeg.

Positief nieuws
Positief nieuws is er buiten Korzo voor de grote kunstinstellingen in de stad. De aanvragen van Het Nationale Toneel / HNTjong (samen € 3.650.000,00), Nederlands Dans Theater (€ 6.887.000,00) en Residentie Orkest (€ 3.95.000,00) toegekend maar krijgen ze er anderzijds geen cent extra bij. Jeugdpodiumkunstinstelling HNTjong gaat van nu € 715.000 naar straks € 830.000. ‘Het brengt vaak verhalen op het scherp van de snede in de grootstedelijke omgeving,’ aldus de raad. NDT wordt gevraagd de artistieke plannen en visie van aantredend artistiek directeur Emily Molnar beter te beschrijven voordat toekenning kan volgen.

Musea
De 26 rijksmusea zijn met ingang van 2021 uit de BIS gehaald. Zij krijgen hun geld via de Erfgoedwet. Voor Den Haag gaat het om Gevangenpoort, Mauritshuis en Meermanno | Huis van het Boek en het Literatuurmuseum. In de beoordeling krijgen zij met regelmaat te maken met de Erfgoedinspectie.

Vervolg
Op Prinsjesdag, derde dinsdag in september, maakt de minister bekend welke adviezen van de Raad voor Cultuur ze gaat uitvoeren. Normaal gesproken volgt de minister het advies.

Advertentie

Cultuuradvies slaat gaten in Haags cultuuraanbod

Advies van commissie Meerjarenbleidsplan 2021-2024

Geen Crossing Border-festival meer, twee wijktheaters weg, theater Branoul en museum Bredius dicht, DeDDDD, Lonneke van Leth Dans en Zuiderparktheater koudgesteld, én geen monumentale kunst meer in de Electriciteitsfabriek.

Dat werd vorige week vrijdag 24 april bekendgemaakt op een perspresentatie. Commissievoorzitter Leertouwer: ‘Op weg naar de kunst van het mogelijke.’

Door: Eric Korsten

Althans: als het voorstel ‘Kracht en Kwetsbaarheid’ van de Adviescommissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2021-2024 integraal door college en raad wordt overgenomen. De commissie stelde op verzoek van cultuurwethouder Van Asten (D66) een 450 (!) pagina’s tellend rapport op over de verdeling van grofweg 56 miljoen aan jaarlijks beschikbare kunstsubsidies voor Haagse kunstinstellingen. Resultaat: bijna 20 instellingen dreigen kopje onder te gaan, veelal middelgrote en middelkleine instellingen.

De commissie mocht 56 miljoen uitstrooien over een totaal van 103 aanvragers, die samen voor € 15,3 miljoen méér hebben aangevraagd dan beschikbaar is. Onder de aanvragende instellingen waren liefst 33 nieuwkomers; vijftig van hen maken deel uit van het bestaande ‘Kunstenplan’. De adviescommissie besloot uiteindelijk positief over 57 aanvragende instellingen, ergo zeven ‘binnenkomers’. Voor liefst twintig Haagse culturele instellingen dreigt vanaf 2021 de geldkraan dicht te gaan met, als wellicht meest in het oog springende, het Crossing Border Festival – dat nu best eens naar pak ‘m beet Utrecht zou kunnen beslissen te verkassen.

Vooraf werd een veldslag gevreesd – en ja, daar is het op uitgelopen ook. Commissievoorzitter Leertouwer: “De vorige ronde verdween Toneelgroep De Appel. Opgeteld is het bedrag dat we dit keer aan hervorming voorstellen even groot, alleen is de pijn nu verdeeld over veel meer instellingen. We moeten op zoek naar de kunst van het mogelijke, dat is al heel lang onze opdracht. Komt het goed? Daar ben ik helemaal niet zeker van.”

Scherpe keuzes, maar toch ook nog de kaasschaaf eroverheen, dat tekent de nood waar de adviescommissie zich voor gesteld zag. Leertouwer: “Dat is wat geen enkele commissie wil horen natuurlijk, maar de constatering klopt.” Ook de instellingen die inhoudelijk positief werden bejegend, bleven in termen van toegeschoven euro’s vaak gelijkstaan, of kregen een plakje minder. “De gemeente heeft bij een vrijwel gelijkblijvende cultuurbegroting wel de ambitie uitgesproken om tot een culturele sector te komen met een gezonde bedrijfsvoering en ‘fair pay’, eerlijke loonbetaling, maar stelde daarvoor nauwelijks extra middelen beschikbaar.”

De extra kosten daarvan kunnen niet eenzijdig bij de kunstensector neergelegd worden, zo is de commissie het met belangenorganisatie Kunsten ’92 eens. Ze bepleit in ‘Kracht en Kwetsbaarheid’ daarom ruimhartiger steun. “Het is voor de Commissie duidelijk dat anders haar hele advies is gebouwd op drijfzand.”

In veruit de meeste gevallen is de onafhankelijke en externe ad hoc samengestelde commissie zeer te spreken over het bereikte artistieke peil van de aanvragers, zelfs ook dat van de negatief beoordeelde. In de beoordeling liep het echter vaak spaak op thema’s als bedrijfsvoering, diversiteit en / of inclusie.

‘Grootverbruikers’ in de stad worden gespaard, zijn ‘too big to fail’. Maar zij kregen, buiten de ‘Amare-instellingen’, er nauwelijks een centje bij – hoewel ze volgens de commissie de voorbije jaren uitstekend werk op de grasmat hebben gelegd. Het gelag en de pijn zit ‘m zo vooral bij de middelgrote instellingen, vooral in de dans en de klassieke muziek, waar traditioneel de klappen vallen ten faveure van broodnodige ‘vernieuwing’. Met name klassieke muziek en de dans zijn in dat verband kinderen van de rekening.

En dat terwijl het de commissie juist was opgevallen dat het Den Haag in diverse kunstsectoren juist aan instellingen van het middenformaat ontbreekt. Dat ‘middenveld’ – nu al niet bijster breed – verdwijnt nu bij bosjes. Dat is zorgelijk, ook omdat het voor een gezond kunstklimaat nodig is als contragewicht te dienen tegenover de grote jongens. Leertouwer: “Instellingen als Het Nationale Theater, Kunstmuseum Den Haag, NDT, PAARD en ook het Residentie Orkest nemen in hun sector een dominante positie in. Ze doen dat uitstekend, maar dit roept bij de commissie wel de vraag op of er een evenwicht is in de stad.”

Den Haag wordt gezien, klopt zichzelf graag op de borst als ‘tweede cultuurstad van het land. “Die ambitie is geen doel op zichzelf,” vindt Leertouwer. “Ik zou eerder kijken naar wat uniek is in deze stad, en voor deze stad, en dat iedereen een stem heeft.”

Amare
De ingebruikname van ‘cultuurpaleis’ Amare aan het Spuiplein is de grote trofee die de komende Kunstenplanperiode wordt uitgereikt. De commissie signaleert echter dat er, na jaren van onderling gesteggel nog steeds niet productief (genoeg) wordt samengewerkt. “Het wordt tijd voor een goed gesprek,” zo vatte cultuurwethouder van Asten op de presentatie de situatie samen.

Daar komt bij dat voordeurdelers Nederlands Dans Theater, Residentie Orkest en theaterorganisatie Amare ieder afzonderlijk méér zeggen nodig te hebben – en dat van de commissie op voorhand ook gekregen hebben. Eigenlijk is dat ‘extraatje’ een uitvloeisel van huurafspraken, noem het een restant, die al in 2012 werden gemaakt. Maar dat advies gaat evenwel ten koste van de andere Haagse kunstinstellingen – en dat terwijl cultuurwethouder Van Asten het op de loer liggende exploitatietekort van het cultuurpaleis met € 2,7 miljoen onlangs al heeft bijgepast. Maar een cultuurpaleis op halve kracht is natuurlijk ook niet wat je wenst.

Cultuurankers
Twee van de acht Cultuurankers, het stelsel van wijktheaters in de stad, kunnen de toets der kritiek van de commissie niet doorstaan, te weten Muzee Scheveningen en het Diamant Theater. Van Asten: “Dit had ik even niet voorzien. Ik wil zoek naar een oplossing. Hoe die eruit ziet? Dat weet ik nu nog niet,” waarmee hij expliciet aangeeft dat hij dit onderdeel van het advies niet gaat opvolgen.

De commissie zet Van Asten voor het blok, lijkt uit te zijn op een ‘gelijkrichter’, temeer daar de Ankers onderling van ongelijk soortelijk gewicht zijn. Van hen kunnen Theater en Filmhuis Dakota, Laaktheater, Theater De Nieuwe Regentes, Theater De Vaillant en de bibliotheken Leidschenveen en Loosduinen ondertussen met meer financiële armslag vooruitkijken. Samen krijgen de Cultuurankers er per saldo € 350.000 bij. “Voor de Cultuurankers is het dus een uitkomst die gemengde gevoelens oproept,” laat Vaillant-directeur Harrie van de Louw desgevraagd namens de Cultuurankers weten.

Museumkwartier
Of het concept van het Museumkwartier, de gewenste uiterlijke concentratie van musea rond de Hofvijver, er gaat komen blijft ongewis. Museum Bredius (‘verouderde dynamiek’) moet dicht of bij voorkeur ‘aansluiten bij het Haags Historisch Museum’. Museum Escher in het Paleis moet ondertussen met minder geld toe, hoewel verhuizing naar de voormalige Amerikaanse ambassade nog altijd een optie is. Kunstforum (voorheen West) is op nul groei gesteld, terwijl zij sinds dik een jaar juist bezit heeft genomen van diezelfde ambassade.

Eerste reacties
“Van de twaalf aanvragen door musea zijn er zes positief beoordeeld,” constateert Bas van Nooten, voorzitter van de Haagse Musea. “Bredius dicht? Dan weet je niet waar je het over hebt. Karaktermoord. En het Oranjehotel, zo belangrijk, valt ook buiten de boot. Wat het Museumkwartier betreft moet Den Haag nu eindelijk eens stelling durven nemen.”

Arjen Lakerveld, voorzitter van het Directieoverleg Podiumkunsten Den Haag: “Het advies komt bovenop ‘Covid-19’. Met theaters die straks misschien voor maximaal een kwart gevuld mogen zijn, wordt overleven lastig. We zijn met de gemeente in gesprek over een duurzame oplossing, steken de koppen bij elkaar. We moeten er gezamenlijk uitkomen, met het advies in de andere hand.”

“Bizar en buitengewoon kwalijk,” analyseert Michel Behre, directeur van Crossing Border Festival. Samenwerken met Winternachten? Hoe dan? We zijn totaal verschillenden hebben net als Winternachten tal van partners in de stad. Wat ik kwalijk vind is dat er geen expert in de commissie is op het gebied van literatuur noch popmuziek. Dat wreekt zich. Ondertussen krijgen we wel steun van het Letterenfonds. De merkwaardige situatie kan ontstaan dat we straks landelijk wel steun krijgen en lokaal niet. Dan trekt het Letterenfonds zich terug – en laat Den Haag tonnen liggen.”

Corona
Natuurlijk is er nagedacht over uitstel van het Meerjarenbeleidsplan, zo geven Leertouwer en Van Asten afzonderlijk van elkaar aan. Leertouwer: “Maar uitstel is niet wenselijk. De sector is toe aan duidelijkheid. En hoelang moet dat uitstel dan duren?” Van Asten: “Maar tot welk gevolg leidt uitstel? Sommige instellingen komen nu al niet uit. En juist de instellingen die goed werk leveren wil je kunnen belonen.”

De commissie benadrukt dat zij er zich zeer van bewust is dat haar advies naar buiten komt in een periode waarin de samenleving ernstig is verstoord door de coronacrisis. Extra ondersteuning en specifieke aanvullende maatregelen acht zij nodig om de culturele sector te helpen de gevolgen van de coronacrisis het hoofd te bieden.

De vlucht naar voren zoals de Adviescommissie daarmee neemt is terecht en voor de sector hard nodig. De vraag is echter zeer of dat er onder het huidige gesternte van kan komen. Daar komt bij dat in de aankomende anderhalvemetersamenleving de exploitatie van vele instellingen en met name theaters bijkans onmogelijk wordt, terwijl die situatie anderzijds nog wel een jaar kan aanhouden. Het is eerder omgekeerd: wellicht wordt de kustensector straks gevraagd zelf een offer te brengen, krijgt het anders gezegd: een generieke ‘solidariteitskorting ‘ opgelegd. Zeker is dat niets zeker is.

Vervolg
In juni doet het Haagse college aan de gemeenteraad een voorstel op basis van het advies. Dat voorstel wordt 8 september in de raad besproken. Een maand later, 8 oktober, stelt de gemeenteraad het definitieve plan vast.

Instellingen die zijn afgewezen kunnen een beroep doen op de ‘projectenpot’. Dat wordt dan een overlevingstocht omdat niet alleen zij maar ook nog tal van anderen daar een beroep op doen. Ook kunnen die culturele instellingen nog beroep en bezwaar aantekenen.

kader
Een aantal instellingen in Den Haag heeft geen aanvraag ingediend, doorgaans instellingen van nationaal belang, zoals onder ander het Mauritshuis. Ook particulier gefinancierde musea zijn buiten beschouwing gebleven, bijvoorbeeld het Literatuurmuseum, museum Beelden aan Zee en Panorama Mesdag.

Overigens is ook landelijk een Kunstenplan in de maak. Een aantal Haagse instellingen krijgt én vanuit Den Haag én vanuit het landelijke Kunstenplan geld, bijvoorbeeld Het Nationale Theater, Nederlands Dans Theater, Residentie Orkest en Korzo theater. Die veldslag krijgt de komende maanden zijn beslag.

SECTOREN
Theater
Het Nationale Theater (HNT) kan bogen op prachtige rapportcijfers én krijgt een pluim, al komt er uiteindelijk geen cent bij (€ 9.325,391). De commissie beziet de dominantie van Het Nationale Theater met enige scepsis. “Er is over het geheel bezien geen sprake van een vitaal theaterklimaat (…) HNT krijgt heeft ongewenst een monopoliepositie in handen die het zelf niet per se ambieert.” Diligentia/PePijn blijft stationair op € 837.131, net als Firma MES op € 189.791. Ondertussen moeten Literair Theater Branoul, het Zuiderparktheater, en het extreem beeldend geluidstheater van Dégradé het hoofd buigen. STET, dat ijvert voor Engelstalig toneel in de stad, wordt afgeserveerd.  Het Haags Theaterhuis is een verrassende nieuwe loot aan het Meerjarenbeleidsplan. De instelling kan jaarlijks € 90.000 tegemoet zien.

Pop, jazz, urban
PAARD is, als dominante factor, een ‘gelijkblijver’ (€ 1.413.000) ofschoon het kan bogen op een prima beoordeling. Een nieuwe ‘middenzaal’ door PAARD wordt door de commissie toegejuicht. Op festivalgebied springen Rewire eruit (€ 300.000) en Grauzone (€ 61.300). De commissie spreekt verder over een ‘verzwakt jazzklimaat’: “Opvallend is dat de reputatie van Den Haag als ‘jazzstad’ beperkt tot uiting komt in het stedelijke muziekaanbod en ook in de hoeveelheid aanvragers op dit gebied” – al kent het de aanvraag van Tonality (Rembrandt Frerichs en Tony Overwater) niet toe. Concertorganisator ProJazz wordt de komende jaren wel toegerust, met € 94.500.

De representatie van hiphopcultuur staat volgens de Commissie nog in de kinderschoenen. Stichting Aight is op dat gebied de enige volwaardige aanbieder. “Dit maakt haar positie bij voorbaat uniek, maar geeft tegelijkertijd aan dat er in Den Haag voor dit genre nog veel te winnen is.” Aight kan per 2021 jaarlijks € 180.000 verwachten, minder dan voorheen. De undergroundcultuur wordt met PIP ( € 190.000) bediend. Popmuziekcentrum Musicon krijgt straks jaarlijks € 260.000 toegeschoven.

Klassieke, oude en nieuwe muziek
Op het terrein van met name de kamermuziek worden harde noten gekraakt. De rijke ensemblecultuur wordt flink aangepakt: Ciconia Consort, Classical Encounters (voorheen Internationaal Kamermuziekfestival DH), Loos, Matangi Kwartet en het Prinses Christina Concours krijgen niets meer als het aan de commissie ligt. Festival Classique moet interen met een halve ton, Festival Dag in de Branding moet 20 mille inleveren (€ 182.000), Ensemble Klang mag door (€ 105.000) evenals Slagwerk Den Haag (€ 132.000); Modelo 62 krijgt nul, net als de New Dutch Academy. New European Ensemble blijft gelijk (€ 83.429).

Dominerende muziekuitvoerende instelling is het Residentie Orkest. Dat krijgt een pluim, én met het oog op Amare (zie ook elders) en met enige pijn in het commissiehart een bescheiden verhoging tot ‘slechts’ € 4.574.949 in het vooruitzicht gesteld. Grote winnaar is OPERA2DAY. De Haagse instelling wordt veel lof toegezwaaid en kan met € 430.000 rekenen op dik anderhalve ton méér dan het tot nu van Den Haag toe had.

Dans
Ook op dansgebied worden vele nodige noodlottige bewegingen ingezet. Als Dansstad mag Lonneke van Leth Dans omzien naar een andere financieringsbron, evenals Meyer Chaffaud en De Dutch Don’t Dance Divison. Kalpanarts schuift een bescheiden stukje op in de pikorde opschuiven tot jaarlijks € 110.00. Korzo krijgt een anjer in het revers maar blijft financieel gelijkstaan op het door haar gevraagde € 1.750.00.

Nederlands Dans Theater is hier de kolos. Het ontmoet applaus maar krijgt ook kritiek toegeworpen, met name op het gebied van diversiteit en de invulling van de programmering voor Amare. Het recente vertrekt van LigthfootLeon bij NDT, met medeneming van hun repertoire, kan NDT op landelijk niveau later nog zwaar vallen. NDT krijgt in Den Haag niettemin drie ton extra in de schoot geworpen: € 2.656.637. Holland Dance festival blijft steken op € 581.924. OFF Projects is de ‘new kid on the block’. Het initiatief rond Amos Ben-Tal is goed voor € 50.000.

Film
Filmhuis Den Haag is op dit gebied overheersend. Maar de enorme waardering van de commissie ten spijt krijgt het dertigduizend euro minder (€ 937.791). Filmfestival Movies That Matter blijft vrijwel gelijkstaan op € 189.046.

Letteren en debat
Zoals gezegd: Crossing Border Festival moet het veld ruimen. Het wordt met name verweten dat het haar artistiek-inhoudelijke missie niet goed op papier heeft weten te vangen. Writers Unlimited (€ 250.000) krijgt daarentegen ruim baan. De twee festivals zitten elkaar artistiek in de weg en staan volgens de commissie voortdurend met de rug naar elkaar toe ondanks eerdere oproepen, en ook zijn ze in een te dicht tijdvak opeenvolgend tijdvak geprogrammeerd. De commissie zag zich daarom genoodzaakt te kiezen.

Met Boekids heeft Den Haag een literair jeugdfestival. Het festival wordt gevraagd om met twintigduizend euro in te teren tot € 60.000. Met € 75.000 krijgt Huis van Gedichten er dertigduizend euro bij. Debutant Story Academy mag de vlag uithangen met liefst € 275.000.

Voorts krijgt geen van de partijen die had ingezet op een stedelijke debatfunctie groen licht. “De Commissie moet helaas concluderen dat deze in geen van de 35 aanvragen overtuigend is neergezet. De Commissie mist een gezamenlijke benadering en een sectorbreed gedragen plan.”

Musea en erfgoed
De musea in Den Haag zijn verantwoordelijk voor het grootste aantal cultuurbezoeken in de stad, waarbij met name de kunstmusea (inter)nationaal publiek trekken. De commissie: “Den Haag kent een gevarieerd museumlandschap. Daarmee vindt de Commissie de museumsector in belangrijke mate bepalend voor het imago van Den Haag als cultuurstad.”

Grote spelers in de stad zijn Kunstmuseum Den Haag, Haags Historisch Museum en Museon. Kunstmuseum Den Haag, inclusief GEM en Fotomuseum wordt geloofd maar moet het ondertussen doen met wat het al kreeg (€ 10.644.140). Het Haags Historisch krijgt € 1.892.000. Dat moet volgens de commissie Museum Bredius (‘verouderde dynamiek’) gaan beheren. Andere musea, zoals Mauritshuis, Mesdag Collectie, Panorama Mesdag, Beelden aan Zee en Omniversum zijn te bestempelen als rijksgesubsidieerd dan wel als particulier initiatief – en vallen daardoor buiten het bestek van het Haagse Meerjarenbeleidsplan.

Beeldende kunst
De Commissie ziet Den Haag als een bruisende gemeenschap van kleine beeldende kunstpodia, vaak geleid door kunstenaars en die informeel met elkaar verbonden zijn. Het totaal van dertien beoordeelde beeldende kunstinstellingen kent zeven nieuwe aanvragers. Dit is het hoogste aantal ten opzichte van de andere sectoren. De commissie wijst op de bedrijfsvoering van deze instellingen, die vaak op een ondergrens hun werk moeten doen.

Kunstforum (voorheen West) krijgt er met € 244.114 eigenlijk per saldo niets bij – en de commissie wijst er daarbij pijnlijk op dat de toekomstige huisvesting een probleemdossier kan worden.

Kunstruimte Nest boekt een halve ton winst tot € 162.000. Ook 1646 kan vier jaar door (€ 160.000). Stroom DH blijft op nul. De Grafische Werkplaats krijgt er dertigduizend euro bij (€ 81.726) Billytown zit en blijft in de wachtkamer, net als Heden en The Grey Space in the Middle. Als nieuweling mag iii voortaan € 65.500 toucheren.

De grootste veer die de sector moet laten is de Electriciteitsfabriek. De monumentale kunst die daar mogelijk is, wordt door de commissie als onvoldoende beoordeeld omdat ‘een artistiek-inhoudelijke visie’ ontbreekt.

Cultuureducatie en cultuuronderwijs
De commissie ziet een ‘stevige en sterke infrastructuur’ in Den Haag. Grootste knelpunt volgens haar is de afstemming en samenwerking tussen aanbieders op dit vlak. Ze prijst de instellingen Art-S-Cool, ( € 180.000, da’s € 75.000 meer dan nu) De Betovering, internationaal kunstfestival voor de jeugd (+ € 60.000 tot € 172.000) en nieuwkomer theaterschool Haags Theaterhuis (€ 90.000). Theaterschool Rabarber moet juist € 75.000 inleveren (€ 502.000). Topaze, ‘creatieve werkplaats in Transvaal’, wordt geprezen als bindmiddel tussen sociale groepen, en mag voortaan € 40.000 tegemoet zien.

Koepelorganisatie CultuurSchakel, educatief centrum voor school en vrije tijd, krijgt lovende woorden maar wordt ondertussen als rupsje Nooitgenoeg  gekwalificeerd. In pecunia gemeten wordt de instelling teruggefloten van € 3.422.335 naar € 2.123.994.

Ook de Cultuurankers spelen een rol in educatie. Zie daarover de eerdere opmerkingen hierboven.

Cultuurbeoefening in de vrije tijd
De commissie onderstreept het belang. Ze adviseert de middelen die daar nu op worden ingezet, te behouden. Dat heeft betrekking op bijvoorbeeld de regeling Haagse Amateurkunst, Ooievaarspas en Stichting Leergeld Den Haag, en het ‘snelloket’ Geld voor je kunst! Voorts verwacht de commissie veel van ‘combinatiefunctionarissen’ die bij de Cultuurankers moeten worden geposteerd.

Kunstzinnige vorming wordt van groot belang geacht, dit ‘vrijetijdsaanbod moet aan de markt worden overgelaten’.

OVERZICHT
Nieuw bloed:
Grauzone, Het Haags Theaterhuis, iii, OFF Projects, Page Not Found, Story Academy, Topaze.

Afvallers t.o.v. 2017-2020: Crossing Border, Ciconia Consort, Classical Encounters, Culture Clash 4U, De Dutch Don’t Dance Division, Diamant theater, Electriciteitsfabriek, Heden, Het Popdistrict, Lonneke van Leth Dans, LOOS, Matangi Kwartet, Meyer-Chaffaud, Museum Bredius, Muzee Scheveningen, Prinses Christina Concours, STET, Theater Branoul, TodaysArt, Trespassers W. Zuiderparktheater.

Gelijkblijvers t.o.v. 2020: CultuurSchakel, Filmhuis Den Haag, Firma MES, Het Nationale Theater, Holland Dance Festival, KOO, Korzo theater, Kunstforum/West , Kunstmuseum Den Haag, Movies That Matter, New European Ensemble, PAARD, Stroom DH, Theaters Diligentia & PePijn.

Winnaars (meer euri erbij):
Amare, Art-S-Cool, De Betovering, Bibliotheek Leidschenveen (Cultuuranker), Bibliotheek Loosduinen (Cultuuranker), Nederlands Dans Theater, Ensemble Klang, Grafische Werkplaats, Haags Historisch Museum, Huis van Gedichten, Kalpanarts, Laaktheater, Museon, Musicon, Nest, Opera2Day, PIP, ProJazz, Rewire, Residentie Orkest, Slagwerk Den Haag, Theater De Vaillant, Theater en Filmhuis Dakota, Theater De Nieuwe Regentes, Writers Unlimited.

Afgewezen / niet toegekend:
O.a. Another Kind of Blue, Billytown, Bureau Dégradé, Culture Unlimited, Ensemble Modelo 62, Heden, Herinneringscentrum Oranjehotel, Humanity House, Kwekers in de Kunst, Muziektheater Briza, New Dutch Academy, Prins27, Regentenkamer, The Grey Space in the Middle, Theatergroep Drang, Tonality.

Trippen tussen droom en werkelijkheid

PoroCity: De achter- en onderkant van Korzo theater

Korzo pakt uit met het programma In Hart en Ziel. Op Valentijnsdag en de enkele dagen eromheen kun je je laten onderdompelen in een filmische dansvoorstelling, wegdromen op akoestische Wassoulou-muziek uit Mali en met PoroCity een wandeling en performance ineen maken, die je langs onvermoede plekken van het theater voert.

Wat schuilt er achter de entreeportiek die van buitenaf al opvalt? Welke ruimte gaat voorborgen achter de hoofdingang van Korzo Theater. Loop de foyer binnen vanuit de Prinsestraat en je bevindt je plots in het voorgeborchte van een topinstelling waar dagelijks nieuwe kunst wordt gebrouwen, moderne  dans en muziek wordt uitgevonden en waar, sinds kort, ook circus een nieuw thuis heeft.

Een huis in beweging, zo kun je Korzo wel noemen. Het hele jaar door bruist het, maar rond het komende Valentijnsweekend krijg je een kans om daar eens een kijkje achter de schermen te nemen, om je onder te dompelen in wat het hart van Korzo is met het avondvullende programma ‘In Hart en Ziel’. Met ‘PoroCity’ onderga je een theatrale reis door het gebouw, aansluitend kun je de nieuwe voorstelling van choreograaf Dunja Jocic zien, en op vrijdag is er een wereldconcert.

Bij PoroCity (poreusheid), een première voor Korzo, kom je op plekken die je normaal gesproken niet te zien krijgt of waarvan je geen weet van hebt. Het Engelstalige project van Andrea Božić, beeldend kunstenaar Julia Willms, geluidskunstenaar Robert Pravda (alias TILT) en lichtontwerper Paul Beumer stelt een lint van dromen voor. De bezoekers worden in hun ontdekkingstocht op weg geholpen door twee acteurs die als voorgangers meewandelen. Ter plekke klinken allerlei teksten.

Julia Willms: “We vertellen dromen – alsof ze in het hier en nu plaatsvinden.” Daarbij word je gestimuleerd om beelden of herinneringen uit je eigen brein aan te roepen, uitmondend in het ‘mappen’ van een droomlandschap, zo legt ze uit. Božić: “Een droom lijkt vaak uit je herinnering te zijn verdwenen zodra je wakker wordt. Dat gegeven vinden wij interessant en wij willen de droom weer tastbaar maken. Ook willen we weten wat daarvan de uitwerking is op de waarneming van de wereld om je heen.” Willms: “Vaak ligt je aandacht niet in de ruimte waar je je op dat moment bevindt, maar elders. We zijn mentaal vaak ergens anders dan waar we lichamelijk zijn.”

Onderdeel van de wandeling is hun separate audiovisuele installatie Through The Looking Glasses. Die biedt een ‘ruimteloze’ ervaring, gebaseerd op het Ganzfeld effect. “Heb je dat ooit ervaren, het Ganzfeld-effect?,” vraagt Božić. “Dat een nevel uitgroeit tot een grenzeloze ruimte waarvan je niet meer weet waar boven is of beneden.” Het effect is ook bekend van mijnwerkers die dagenlang ondergronds in het donker opgesloten zaten. In die inktzwarte omgeving openbaarden zich hallucinaties, visioenen en geestesverschijningen. “Ze wekten toen een soort van dromen op.”

Een belangrijke grondslag voor de installatie is dit ‘ganzfeldexperiment’, uit de parapsychologie, bedoeld om buitenzintuiglijke waarnemingen te testen. Wetenschappelijk is nog niet bekend hoe het effect werkt. Het liet zien dat beelden buitenzintuiglijk, bijvoorbeeld alleen door eraan te denken, van de ene persoon op een andere overgedragen kunnen worden – terwijl zij zich in verschillende, afgezonderde ruimten bevonden.

De achterkant en de binnenkant van Korzo krijgen dit weekeinde zo dus een hoofdrol toegemeten. Op vrijdagavond en zaterdagavond is er in Korzo overigens ook de dansvoorstelling Resident van choreograaf Dunja Jocic, over een man ‘wiens stabiele en rustige omgeving van architecturale afbeelding verandert in een bedreiging’.

En diezelfde avond in Korzo ook een optreden van Nahawa Doumbia. Zo’n 40 jaar geleden groeide ze uit tot een ster. Decennialang behoort ze tot een van de meest populaire vrouwelijke griots (troubadours) uit Wassoulou, het zuiden van Mali. De regio is een leverancier van topvocalistes: Oumou Sangare, Nahawa Doumbia en vele anderen ontlenen hun faam aan zang die garant staat voor 24-karaats Sahel-soul. Door Doumbia’s nog immer krachtige stemgeluid en actuele teksten over liefde, vrouwenrechten en de positie van Afrikaanse vluchtelingen in Frankrijk, weet ze opnieuw de spotlights op zich gericht.

In Hart en Ziel, Korzo theater, vrijdag 14 en zaterdag 15 februari 2020, vanaf 18.30 uur, Kaarten zijn los of in combinatie met elkaar verkrijgbaar. Meer informatie: www.korzo.nl

Stijlen en statements

Over ‘voguing’, ‘queer-zijn’ en vooroordelen

In Korzo’s DansClick komt steeds de nieuwste generatie dansmakers aan bod. De 21e editie biedt een fascinerende mix van stijlen.

DansClick 21 brengt de winnaars van de BNG Bank Dansprijs 2018 samen op tournee: Sarada Sarita en Christiaan Yav & Sedrig Verwoert. Aan de ‘Après Dans’-bar die steevast na afloop de vloer op wordt gerold, kun je met een glaasje in de hand een praatje met ze maken. De winnaars rekenen op spannende ‘after talks’.

Sarada Sarita (1987) is wegbereider van én boegbeeld in Nederland van de ‘New Way Vogue’. Met haar choreografie Q4: Quantified geeft ze een politieke lading aan de expressieve, gestileerde en bijna spirituele combinatie van vogue, hair hanging en spoken word. De danseres, performer en choreografe brengt in haar oproep menselijkheid, gelijkheid en bewustzijn door dans tot uitdrukking. Sarita kreeg in 2018 een Zilveren Krekel voor de beste podiumprestatie in het jeugdtheater voor haar aandeel in het balletsprookje GRIMM door ISH & de Junior Company van Het Nationale Ballet.

In de door hen gecreëerde en zelf op touw gezette productie They/Them zijn Christiaan Yav (1993) & Sedrig Verwoert (1992)aan elkaar gewaagd en halen ze het spannendste in elkaar boven. In hun autobiografische duet over racisme en queer-zijn mixen ze bewegingen uit allerlei genres en stijlen samen tot wat ze zelf ‘een zwarte paringsdans over racisme, giftige mannelijkheid en queerfobie’ noemen. Begin 2019 kreeg het duo de eerste Leo Spreksel Award, vernoemd naar en uit handen van de artistiek grondlegger van Korzo.

kop:
Sarada Sarita:
Q4: Quantified
‘Waacking is een dansstijl die op discomuziek is ontstaan in Los Angeles in de jaren ’70, en is geïnspireerd op films en filmsterren. Vogue is een dansstijl op house music, nu ook vogue beats, ontstaan in New York in de jaren ‘80 met als inspiratiebron foto’s, fashion en modellen. Waacking is een club style die vrij en zonder competitie was. Voguing maakt deel uit van de zogeheten ballroom cultuur, waar verschillende ‘houses’, families, competities met elkaar aangingen. De enige samenhang tussen waacking en voguing is dat het is ontstaan in de zwarte en latinx LGBTQ+ gemeenschap. Zij creëerden een ‘safe space’; eigen structuren waarin de systematische onderdrukking van de buitenwereld niet van kracht was. Met een doordachte verkenning van ras, klasse, geslacht en seksualiteit stonden acceptatie en vrijheid voor zelfexpressie en eigenliefde centraal.’

Q4: Quantified is een combinatie van vogue, spoken word en ‘hair hanging’ over ‘patronen-structuren’ en ‘hokjesdenken’. In Q4 gebruiken de vijf dansers de taal van de New Way Vogue, een een stijl binnen Vogue Performance. Die wordt gekenmerkt door geometrische vormen en extreme stretch en contortie. Een Master of Ceremonie (MC) leidt het stuk vocaal met zijn outsider perspectief, en het hairhanging geeft je een buitenmenselijk perspectief. Een volledige ervaring.’

‘Ik heb geleerd dat zodra je hokjespatronen doorbreekt, je vanzelf weer nieuwe hokjes creëert, dat is de mens eigen. Maar Q4 is een opening voor het idee dat je die hokjes zelf leven geeft en daarbij dus ook zelf kan doorbreken en opnieuw kan creëren: Quantified.’

‘Afgelopen zomer heb ik vanuit New York twee prijzen mee naar Nederland genomen, eentje voor waacking en een voor voguing. Qua prijzen zit het me de laatste tijd erg mee. Deze DansClick-tournee is voor mij echt een cadeautje. Ik zou graag zien dat door mijn voorstelling de waarnemingshorizon van de kijkers wordt opgetild.’

Christiaan Yav: Queer

They/Them kwam voort uit de ontmoeting in 2011 met Sedrig tijdens So You Think You Can Dance. Vanaf het moment dat we gingen samenwerken was het als ademen. Gaandeweg ontdekten we veel parallellen in onze levens, op persoonlijk en professioneel vlak. Zo wijken we allebei af van de standaard heteronorm, zijn we allebei queer en hebben allebei geen witte huidskleur; dat zijn stuk voor stuk topics waar veel mensen liever verre vandaan blijven. Maar in dit stuk brengen wij die op, van racisme en queerfobie tot mannelijkheidskwesties.’

‘De choreografie is de fysieke vertaling van onze emoties en laat de weerslag zien van het effect dat ons ‘afwijkende’ gedrag heeft op onszelf en op ons dagelijks leven. En, gezien door onze ogen, ook op de wereld om ons heen. Niettemin is het ook een werk waar iedereen zich er op zijn of haar eigen manier mee kan identificeren.’

‘Kleur is altijd een dominante factor geweest, ook als je kijkt naar de geschiedenis. In mijn jeugd heb ik nooit twee zwarte dansers naast elkaar op het podium gezien.  Mensen die op They/Them reageren tonen we een spiegel van zichzelf. En dat geldt ook voor de danssector. Witte privileges zijn nog niet veranderd. Dat wij als twee zwarte makers / dansers naast elkaar op het podium staan, is belangrijk. Alleen dat al brengt veel teweeg. Wel is het opvallend dat bijna niemand het heeft over onze danstechnische kwaliteiten.’

‘Ik heb ondertussen vele audities doorstaan. Vaak waren er maar een of twee zwarte dansers bij. Toch werd altijd maar een van ons gekozen, terwijl het vaak om een productie voor meerdere dansers ging. Sedrig en ik zijn van een generatie die haar mond open doet, ook door de mogelijkheden die sociale media bieden. Kijk, het is wel een beetje dubbel, want van deze ervaringen kan ik nu wel dankbaar gebruik maken.’

‘We hebben allebei een opleiding tot professioneel danser gevolgd en ieder een eigen bewegingstaal ontwikkeld, gevormd door de gezelschappen waar we hebben gedanst en de choreografen met wie hebben gewerkt. Op school werd me verteld dat choreograferen niets voor mij zou zijn. Maar je ziet het, hier en nu.’

Sedrig Verwoert: ‘Ik ben een kruising’

‘Ik heb een mannelijke en een vrouwelijke kant. Ik ben geïnteresseerd in mannen maar voel me ook aangetrokken tot vrouwen. Energetisch gezien ben ik een kruising. Queer? Dat begrip is lastig te definiëren. Voor mij is iemand queer zodra hij of zij afwijkt van de standaardnorm. Er is wat mij betreft geen sekse aan verbonden. Ja, ik ben queer. Maar ik vind het lastig dat hardop uit te spreken, al denk ik wel dat we in een tijdsgewricht leven dat dit nu aandacht moet hebben.’

‘Op een dag voelde ik de noodzaak om mijn eigen community wakker te schudden. Over mijn queer-zijn, maar ook over racisme. Ooit gerealiseerd wat het is om in een ruimte te zijn en het gevoel te hebben dat je daar bent omwille van je huidskleur en niet om jou als persoon?’

‘Er zitten zovéél lagen in deze voorstelling. Maar als iemand deze choreografie als statement ervaart, dan vind ik dat prima. Zelf ben ik allang aan dat vraagstuk voorbij. Anderzijds is het wél een statement, in die zin dat het een aanklacht is tegen het feit dat er in Europa nog altijd geen volledig zwart dansgezelschap is, in tegenstelling trouwens tot de Verenigde Staten. Het is ook niet van: kijk mij of ons nu eens. Belangrijker acht ik mijn bijdrage aan de ontwikkeling van de dans als kunstvorm.’

‘De danswereld vormt – net als overal elders – een afspiegeling van de maatschappelijke realiteit. Het is superbelangrijk dat je jezelf kunt identificeren met wat er op het theaterpodium te zien is – en ik heb dat erg gemist. Gelukkig heb ik op YouTube en Google rolmodellen kunnen vinden. Die hebben mij geïnspireerd. Generaties boven ons hadden die media niet tot hun beschikking. Misschien hebben ze zich daardoor stiller gehouden dan wij.’

‘De BNG Bank Prijs? Een vorm van erkenning, zeker, maar dan wel voor onszelf met de vraag waar dit toe leidt en naartoe moet. We zijn niet uit geweest op het boeken van resultaat. Voorop stond en staat onderzoek. En hedendaagse dans. Ik kom van de straat en ben gek op hiphop, maar heb ook mijn weg weten te vinden in het academisch ballet.’

Première, Korzo theater, woensdag 30 oktober 2019.

Het ongrijpbare in bewegingen vangen

Nieuwe editie Korzo & NDT van Here we live and now

Met het jaarlijkse, tot ‘event’ gedoopte programma ‘Here we live and now’ vieren Korzo en Nederlands Dans Theater het danstalent dat Den Haag rijk is. De drie nieuwe creaties van Haagse bodem zijn dit jaar afkomstig van Zahira Suliman, Antonin Rioche en Wubkje Kuindersma.

Ze is opgeleid tot docent dans, staat geregeld zelf als danser op de vloer, ze choreografeert én ze is jong. Belangrijker wellicht: ze is gezegend met talent. Zahira Suliman (1991) danste bij Crosstown, het talentontwikkelingsproject bij Korzo, waar jongeren les krijgen in urban, modern, theater en cross-overs. Dáár ontdekte ze haar passie voor dans. Ze besloot dan ook om na haar studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit naar kunstenhogeschool Codarts te gaan, in datzelfde Rotterdam voor een opleiding tot docent dans. In 2016 studeerde ze daar af. Inmiddels is ze vaste dansdocente bij ‘haar’ Crosstown en als danser was ze onder meer te zien bij dansgezelschappen Arch8, Kalpanarts en AYA. Haar talent bleef niet onopgemerkt: in 2016 werd ze genomineerd voor een van de Piket Kunstprijzen. Intussen heeft ze zich ook als choreograaf ontwikkeld en bewezen. In het laatste CaDance festival tekende ze voor een van vier solo’s in het locatieproject ‘4 X 4’. Toen mocht ze een van de expositieruimtes van Panorama Mesdag bespelen, in haar eentje.

En dan nu een werk voor vier dansers, in een theaterzaal. “In ‘4 X 4’ moest ik alles uit mezelf putten. Dat was wennen. Ik vind het fijn om nu een groep mensen bij me te hebben. Toen ik voor vier dansers koos, heb ik wel even gehuiverd want associaties met een vierkant of een vierhoek liggen voor de hand. Tot ik dacht: het is uitdagend om daaraan proberen te ontsnappen. Als maker vind ik dat een interessante spanning.”

Ze is eerder iemand die graag zoekt dan per se vindt; die de weg naar, het maakproces en de eindbestemming van gelijk belang acht. Bij iedere vraag die tijdens het gesprek op haar afkomt denkt ze nadrukkelijk na, neemt de tijd en als woorden eenmaal haar mond hebben verlaten, gaat ze die proeven en opnieuw wegen – of juist andersom. Dat doet denken aan de manier waarop ze tot een choreografie komt, vertelt ze.

Goeie vraag, antwoordt ze op de vraag wat ze aan het maken is voor ‘Here we live and now’. En na een halve minuut zonder woorden: “Het thema vind ik moeilijk onder woorden te brengen.” Dan: “Iets dat schijnbaar leeg is kan toch veel inhoud bevatten. Ik wil het ongrijpbare van een lege ruimte vangen in bewegingen van de dansers, bijna als stofdeeltjes. Als je stof in een lichtstraal wilt vangen, dan moet dat voorzichtig, niet te nadrukkelijk, anders jaag je het juist van je af. Voor mij zitten er heel wat dingen in dat beeld. Door te bewegen maken dansers ook de lege ruimte zichtbaar. Anders gezegd: Soms levert het iets op om naar dat wat eromheen ligt te kijken, om het perspectief te ‘shiften’. Ik wil stof tot nadenken bieden en vertwijfeling oproepen. Daarvoor moet je van perspectief kunnen wisselen.”

“Ik vind het interessant om abstracte concepten te kiezen. Natuurkundig zijn er allerlei theorieën over wat er in een lege ruimte gebeurt. Op de vloer vertaal ik dat in relaties en energiebanen tussen mensen.”

Eerlijk
“Tijdens de repetities wil ik de dansers mijn abstracte uitgangspunt niet voorkauwen. Ze moeten zelf op zoek gaan, zijn daardoor op zichzelf teruggeworpen maar moeten toch ook in verbinding tot de anderen staan. Op zulke momenten komt de persoonlijkheid van een danser naar voren. Voor mij is het een heel eerlijk proces als iemand oprecht zoekt en blijft zoeken. Oprechtheid is belangrijk voor mij en dans is een oprechte taal, een eerlijke kunstvorm. Daarin kan ik mezelf tot uitdrukking brengen. Ik zoek naar een taal van pure dans, een boodschap die alleen in dans is uit te drukken en die voorbij kan gaan aan woorden.”

Korzo & Nederlands Dans Theater, ‘Here we live and now’, donderdag 14 tot en met zaterdag 23 november 2019, 20.00 uur, Korzo Theater. Meer informatie: www.korzo.nl

Het spoor terug

Ryan Djojokarso maakt met LIBI een ‘dansbiografie’

Vele Surinamers in Nederland zien dagelijks uit op een eeuwigdurend panoramisch uitzicht. Na 21 jaar ging theatermaker Ryan Djojokarso terug naar zijn geboortegrond en maakt er een voorstelling over voor de grote zaal.

Faf a libi? Gevleugelde woorden. In Suriname begroet men elkaar met ermee. ‘Libi’, zo legt Ryan Djojokarso uit, ‘is Sranantongo, voor leven, wonen en (ver)laten, voor: ‘Hoe staat het leven?’ Ryan Djojokarso’s zoektocht naar (zelf)acceptatie en wortels in wat voor hem het nog beste als een tussengebied is te omschrijven, zal voor velen herkenbaar zijn. Ryan: ‘Of je nou Surinaams, Turks, Pools, Indisch, Marokkaans of Nederlands bent, dat maakt niet uit. In die zin is de voorstelling universeel.’

Terug naar 1998. Vijftien was hij, een puber. Welgeteld drie dagen had hij voor zijn gedwongen afscheid van Suriname. Zijn moeder was hem vooruitgereisd; zijn vader bleef. Sindsdien heeft hij hem niet meer gezien. Nu, na 21 jaar, maakt Ryan Djojokarso een voorstelling over het land waar zijn geboortewieg stond. Hij ging er voor terug naar Suriname, voor het eerst. In de voorstelling LIBI laat hij het verhaal vertellen van Surinamers die naar Nederland zijn uitgeweken, en andersom van Surinamers die hun geboortegrond nimmer verlieten. Een voorstelling over tweestrijd, als was het een vergelijkend warenonderzoek. Maar ook een persoonlijk portret van Suriname. En passant steekt hij straks de grens over van de kleine naar de grote zaal. Ook voor het eerst.

April 2019
Voor zijn multidisciplinaire voorstelling staan verhalen centraal van vijftien Surinamers die naar Nederland verhuisden. Noem hen lotgenoten. Uitgangspunt is de reis die zij, net als hijzelf, maakten. ‘Hun herinneringen, hun verhalen,’ zegt Djojokarso, ‘over de heimwee, het aarden en het gemis. Van het opgroeien in Suriname tot het besluit te verhuizen, van de reis tot de aankomst in Nederland.’ Hij mixt hun hartenpijn, verdriet, verlangens en melancholie met de maatschappelijke kansen die ze hier, meer dan in Suriname, hebben.

De vaak hartverwarmende happenings die hij had vormden de rode draad voor het script dat schrijver Raoul de Jong en Djojokarso voor de voorstelling maakten. ‘Soms liepen die uit op wel vier uur, ook al heb ik geprobeerd het kort te houden. In de dagen en weken daarna heb ik alle relevante passages uitgetikt. Monnikenwerk. Het is nu één groot migratieverhaal geworden, al bleek dat wel even puzzelen.’

Om in letterlijke zin nog dichter bij Suriname te komen toog hij deze zomer naar de republiek en trok daar eveneens op onderzoek uit. Hij voerde er gesprekken met stads- en dorpsbewoners, maar ook met Indianen in de moeilijk toegankelijke binnenlanden. Dat stelde hem in staat hun gedachten te plaatsen tegenover die van de ‘Nederlanders’, en op hun beurt gedachten te laten gaan over de kansen die zij niet hebben gehad of genomen, samenhangend met hun keuze van destijds.

Uit de hoeveelheid verhalen die hij opdook is er een geschiedenis die hem bijzonder getroffen heeft . ‘Een vrouw uit Grubbenvorst, nabij Venlo,’ legt hij uit. ‘Ze vertelde dat ze zich opgesloten voelt in haar eigen keuze van 41 jaar geleden. Ze kan niet terug naar Suriname, zegt ze, vanwege de kleinkinderen. Als enige met Surinaamse wortels weet ze bij de dorpsbevolking geen aansluiting te vinden, terwijl haar man vaak op reis is. Al met al is dat wel pittig en eenzaam denk ik’. Maar,zegt Ryan, ‘ik had ook gesprekken met mensen die voor geen goud terug naar Suriname zouden willen. Hun devies? Omarmen, het beste van jezelf geven en de kansen pakken die op je weg komen.’

April 2018
‘Dik een jaar geleden zag ik in Den Haag een concert van popzanger Jeangu Macrooy. Ik werd diep getroffen door een traditioneel Surinaams lied dat hij in een nieuw en verrassend arrangement had gestoken. Ik heb hem uitgenodigd om in mijn nieuwe voorstelling oude Surinaamse liedjes te zingen, in het Surinaams in plaats van het Engels dat hij als popzanger gewoon is te doen. ‘

Er moesten in dat stadium meteen al wat vormafspraken komen. Wordt het live ‘praatzang’, worden het een soort van aria’s, zo wierp Djojokarso bij Macrooy op. Ryan: ‘Jeangu is zanger én performer. We kwamen eropuit dat hij Surinaamse kinderliedjes gaat verzamelen die betrekking hebben op thema’s rond identiteit, geboortegrond, verveling en verdriet. Jeangu is in 2014 naar Nederland gekomen. Zijn levensverhaal past dus perfect past in het verhaal dat ik met LIBI wil vertellen – hoe voorlopig het concept van de voorstelling anderhalf jaar geleden ook voor mij nog was.’

Juli 2019
‘Ik werk in LIBI met het artistieke team dat ik altijd om me heen heb, maar mijn dansers verschillen omdat ook het karakter van mijn producties verandert. Niet iedereen is opnieuw in te passen. Aan de hand van audities weet ik meteen wie ik moet hebben, het is voor mij bijna typecasting. De dansers slash performers moeten, zoals ik het noem, een ‘pitch presence’ hebben. Voor deze productie is het ook belangrijk dat er een mix aan culturen vertegenwoordigd is: zwart, wit en geel. Dat er iemand met Javaanse roots deel uitmaakt van de cast is een voorwaarde voor mij, omdat ik zelf uit die cultuur afkomstig ben.’

Buiten de negen professionele dansers / performers is het de bedoeling dat straks ook enkele van de geïnterviewden meedoen, maar dan wel aan de hand van een ‘voice-over’. ‘Zoals bij mijn twee eerdere voorstellingen, Mom: Me en While the leaves are blowing. Ik vraag de figuranten/geïnterviewden om hun teksten van tevoren in te spreken op band. Dat zorgt voor een verdiepende laag.’

Groot
Door de Nieuwe Makersregeling van Fonds Podiumkunsten krijgt Ryan Djojokarso met LIBI de kans om de stap naar de grote zaal te zetten. Hij gaat de uitdaging aan om een gesprek te voeren in de grote zaal en voor een groot publiek. ‘Voorstellingen maken voor iedereen, over menselijke condities. Ruimte speelt een belangrijke rol in mijn werk. Je kan een voorstelling klein maken omwille van de ruimte, maar andersom werkt het net zo. Een grote, klassieke en poëtische ruimte tilt het vertelde verhaal op en maakt het groter. Ik wil voor LIBI dat de ruimte groots transformeert.’

LIBI is op zaterdag 14 en zondag 15 september 2019 te zien in het Zuiderstrandtheater. LIBI is een coproductie van Korzo producties, Zuiderstrandtheater en Scapino Ballet Rotterdam.

kader:
Als hij 20 is start Ryan Djojokarso met zijn dansopleiding aan Codarts Rotterdam. Na een succesvolle carrière als danser werkt hij als choreograaf bij onder andere Korzo, Scapino Ballet Rotterdam, Konzert Theater Bern, Dox en Conny Janssen Danst. Zijn choreografieën zijn steeds reeksen, waarin hij persoonlijke verhalen vertelt.

kader:
‘Melting pot’
Surinamers zijn etnisch en cultureel een zeer diverse gemeenschap van Hindoestanen, Creolen, Marrons, Indianen, Javanen, Chinezen en Portugese Joden (Sefardische Joden). In 1935 telde Nederland zo’n 200 Surinamers.

Bij de onafhankelijkheid van Suriname (1975) kregen Surinamers de keuze: de Nederlandse nationaliteit behouden of overstappen op de Surinaamse nationaliteit. Velen kozen voor Nederland en vestigden zich overzee. Het vooruitzicht van de onafhankelijkheid bracht een exodus van 40.000 mensen teweeg. In Nederland wonen nu bijna 350.000 mensen met Surinaamse wortels, met Zuid-Holland als koploper (150.000).

kader:
Nederland veroverde Suriname op de Engelsen in 1667. Voor het werk op de plantages (suiker, koffie, cacao en katoen) werden slaven uit Afrika gehaald. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 werd het arbeidstekort opgevuld door contractarbeiders uit Java, China en India. Suriname was tot 1975 een Nederlands gebiedsdeel.

Werelden bijeenbrengen

‘Crosstown’ laat jongeren dansen

Jong, dynamisch en ambitieus zijn Korzo’s ‘Crosstown’dansers. Al meer dan 10 jaar biedt theater en dansproducent Korzo Haagse jongeren de kans om gekoesterde dansambities waar te maken.

“Het is geweldig om jongeren uit verschillende wijken en vaak een geheel verschillende achtergrond met elkaar in aanraking te kunnen brengen. Zonder Crosstown hadden zij elkaar niet leren kennen,” zegt Nathalie Décory, coördinator van Jong Korzo en sinds deze week officieel hoofd van de educatieve poot van Korzo. Werelden bijeen brengen. “Het is dankbaar om hun blikveld te kunnen verruimen. Maar ook is het geweldig om te zien dat ze door te dansen persoonlijke groei doormaken.”

Voor het twaalfde jaar biedt Korzo Haagse jongeren met Crosstown de kans dansambities op te pakken en die onder professionele begeleiding tot ontwikkeling te brengen. Het zijn wekelijkse danstrainingen in uiteenlopende stijlen. Er wordt les gegeven in urban, modern, theater en cross-overs tussen deze stijlen. Er zijn drie verschillende niveaus voor 14 jaar of ouder. Hoe hoger het niveau, hoe intensiever de trainingen – en hoe meer verschillende technieken geleerd worden. Op het hoogste niveau werken de meest getalenteerde van deze dansers samen met professionele choreografen van Korzo. Deze week zijn de eindpresentaties door de twee groepen van dit seizoen: zeven meiden, in de leeftijd van 14 tot en met 25. “Iedere danser brengt iets speciaals in.”

Van de huidige groep stroomt Lara Sluijter straks door naar de docentenopleiding van Codarts in Rotterdam, vertelt Nathalie. “Maar we zijn geen vooropleiding. Al zijn we er wel trots op dat het lukt om iedereen individueel te kunnen coachen.” Voor die ‘personal touch’ tekenden dit jaar Alioune Diagne en Sheree Lenting, en allebei maken ze een nieuwe choreografie voor de Crosstown-editie 2018. In hun nieuwe choreografieën wordt steeds uitgegaan van de individuele, energieke en persoonlijke bewegingsstijl van de dansers. Nathalie: “Alioune heeft Afrikaanse, Senegalese wortels. Na een tijdje in zijn geboorteland is hij weer teruggekomen naar Nederland. Moderne dans is zijn fascinatie, dat liet hij ook zien als danser in de choreografie die Kenzo Kusuda in 2011 maakte voor Korzo’s heropeningsprogramma. Sheree is Nederlands, maar verder niet in een hoekje te stoppen, al voelt ze zich wel altijd lekker bij urban en hiphop.”

Dansvuurtje
Succesverhalen rond Crosstown zijn er dus zeker te noteren. Sterker: Het is frappant om te zien hoeveel deelnemers aan Korzo’s Crosstown naar een van de dansacademies in het land doorstromen. Neem Art Srisayam. Bijna per ongeluk belandde hij ooit op een selectiedag voor Crosstown, stroomde door naar het hoogste Crosstown-niveau en studeerde af aan de Theaterschool in Amsterdam. Hij maakt carrière, onder meer bij de Rotterdamse jeugdtheatergroep MAAS waar hij danst, en al een choreografie maakte. Nog een voorbeeld: Zahira Suliman. De Haagse ging na haar studie bedrijfskunde naar Codarts om er de opleiding voor docent dans te volgen. Inmiddels is zij vaste dansdocente bij Crosstown, is vaste danser bij AYa, en maakt ook choreografieën. In 2016 werd ze genomineerd voor de dansprijs van de Piket Kunstprijzen. Nathalie: “Crosstown heeft bij mij het dansvuurtje opgewekt, zo zegt zij altijd.”

Drie hoog achter
De allereerste Crosstown-voorstelling vond plaats in 2006. “Dit project is voorgekomen uit een idee van Fonds 1818. Dat was van mening dat toen in Den Haag er op wijkniveau, zeg drie hoog achter, weinig aan talentontwikkeling in Den Haag was. Toen is er onder leiding van jongerentheatergroep 020 een samenwerking tussen drie instellingen in Den Haag van de grond gekomen. Naast Korzo waren in de begintijd theater Pierrot en Culturalis bij Crosstown betrokken. Tegenwoordig trekken we de kar helemaal zelf en is Crosstown niet meer weg te denken hij Korzo. Al die tijd is de basisgedachte overeind gebleven: onder professionele begeleiding jongeren dans laten ontdekken.”

De Crosstown eindproducties zijn van donderdag 7 tot en met zaterdag 9 juni 2018 te zien in Korzo theater. Meer informatie: korzo.nl.

Reis naar innerlijke rust

Muziek van Arvo Pärt in beweging gebracht

Met Summa nodigt choreograaf Samir Calixto graag uit tot ‘contemplatie en zelfintrospectie’. ‘De muziek van Arvo Pärt raakt recht in de roos van het spirituele hart.’

Dans en muziek vormen een twee-eenheid, gaan doorgaans – tijdelijk – een symbiotische relatie aan. Maar in het werk van Samir Calixto heeft het er soms de schijn van dat de muziek toonaangevend is. Zo entte hij choreografieën op de integrale Winterreise van Schubert, inspireerde Vivaldi’s Le quattro stagioni hem tot de choreografie 4 Seasons, en vorig jaar stelde hij liederen en fragmenten uit symfonieën van Mahler centraal in M. Het leidde onder meer tot een Zwaan-nominatie voor ‘meest indrukwekkende dansproductie’ 2013 en de BNG Bank Excellent Talent 2014.

Voor Summa neemt hij een octet aan composities van de 82-jarige levende legende Arvo Pärt tot leidraad. Op het eerste oor doet de muziek van de geboren Est verheven, kerkelijk en sacraal aan. Maar Calixto luistert er vooral met een open, verstild oor naar: ‘Muziek van de eenvoud in tijden van onrust en verwarring,’ reageert hij. ‘Maar ook onsterfelijk mooie muziek, puur van karakter. Emotionele muziek maar niet sentimenteel. En op die manier verwant aan mijn eigen werk.’

Pärts muziek getuigt volgens hem van een diep doorleefd ‘memento mori’-gevoel. Zoals bij Bach, meent hij. ‘Alle antwoorden liggen in hun muziek besloten.’ Van Pärts composities gaat voor hem ook een enorme intensiteit uit. ‘Die kracht wil ik benutten. Hoe? Door te proberen de onzegbare rust die uit de muziek spreekt over te brengen op het publiek, door te pogen volledige concentratie en toewijding op te wekken, het de positieve leegte van zijn muziek laten doorvoelen. Ik wil twee dansers zien die een zachte, innerlijke tegenstelling in hun bewegingen uitdrukken, een zachtjes wiegen en kronkelen. Het wordt mijn meest abstracte werk. Ik hoop maar dat het publiek met me meegaat. Want stilte dansen wijkt fundamenteel af, dat doen choreografen zelden. Van dans verwacht je dynamiek en hoge energieniveaus.’

Opvallend, want Calixto baarde vorig jaar nog opzien door in M met een levende boa constrictor op zijn lijf over het danspodium te gaan. Een wat exuberant gebaar, dat symbool voor de listige scheiding tussen goed en kwaad. In Summa, zijn nieuwe werk, zoekt hij juist de tegenkant op: ‘Ik wil rust en leegte overbrengen.’ Terwijl Pärts klanken de ruimte als een fluistering strelen, doorsnijdt de dans de ruimte als de wind.

Transcripties
Het waren componist Kate Moore en de musici van het Cello Octet Amsterdam die hem hernieuwd in aanraking brachten met de muziek van Pärt. Dat was ten tijde van de muziekopnamen voor Calixto’s choreografie Paradise Lost (2014/2015). De samenwerking beviel dermate dat al snel een nieuwe samenwerking werd geopperd. De musici vertelden hem toen dat Pärt enkele van zijn muziekstukken op hun verzoek aan het herschrijven was voor cello.

‘Een cadeau,’ zegt Calixto daar nu over. Daarna was de zaak tussen hem en het achttal snel beklonken. En opeens staat in Summa het Cello8ctet Amsterdam naast de twee dansers, op het podium. ‘Dat zijn opeens acht lichamen erbij. Zo maken de musici deel uit van de choreografie. Ik laat ze in een halve cirkel plaatsnemen, centraal op de vloer.’

Kriebelen
Dat Calixto zijn ‘dansmuziek’ met meer dan gemiddelde choreograaf met kennis van zaken kiest, bevreemdt niet heus. De Braziliaan van geboorte (São Paulo, 1978) heeft namelijk een dansante én muzikale beroepsakte op zak. Als choreograaf is hij niettemin grotendeels autodidact, maar zover gekomen ‘door als danser samen te werken’ met de choreografen die hij op zijn pad door Nederland en Europa ontmoette.

Voor het eerst waagde hij zich op het pad van dansmaker in 1999, met zijn eigen solo Eros. Hij won er de eerste prijs mee van het Braziliaanse Nascente/Abril Festival 1999. Na vestiging als freelance danser in Europa rond 2004, ontdekte hij ‘dat ik het altijd beter wist, vond ik.’

Steevast had hij zijn woordje klaar op de choreografie die in de maak was. ‘En dan moet je het op een gegeven moment maar eens zelf doen.’ Dat moment brak aan ‘ergens rond mijn dertigste’ toen op een dag een ter sprake gebrachte choreograaf geen enkele notie bleek te hebben van wat zij met haar nieuwe werk wilde gaan overbrengen. ‘Ze liet ons domweg op goed geluk wat bewegingen maken. Ja, toen is het bij mij wel gaan kriebelen.’

Toen hij in 2009 opnieuw op eigen benen stond, met Wash Me Up, haalde hij er prompt de finale mee van de Best Dance Solo Competition in Leipzig, Duitsland. ‘Dat smaakte naar meer.’ Korzo productiehuis ging zich over hem ontfermen en inmiddels heeft hij in de hoedanigheid van choreograaf, danser én performer vaste grond onder de voeten verworven, tot ver buiten onze landsgrenzen.

Engagement
Het is onder choreografen tegenwoordig bon ton om bij wijze van gevoelde verantwoording te verwijzen naar boekwerken, de wetenschap of, zoals bij Calixto, naar filosofische overpeinzingen. De denkende danser, de zoekende choreograaf. Zo baseerde Calixto zijn choreografie M op werk en gedachtebeeld van Nietsche. Calixto’s beschouwende aard bracht hem er zelfs toe op zijn website tien ‘touchstones’ te formuleren.

‘Het zijn geen statements,’ verbetert hij meteen, ‘zie het als losse uitgangspunten, ankerpunten die op zichzelf een ‘work in progress’ vormen. Op de site zie je naast de oude daarom ook nieuwe ‘touchstones’. Voor mij is dans dus zeker geen statisch begrip en geen geïsoleerde bezigheid. Engagement? Ach, een choreografie die níet over politiek gaat is juist des te politieker.’

Uitnodiging
Voor het eerst ontbreekt hij als danser in zijn eigen choreografie. ‘Dat heeft te maken met een recente uitnodiging om in Duitsland een nieuwe choreografie te maken op Schuberts beroemde liederencyclus Die schöne Müllerin. ‘Voor tien dansers en met live uitgevoerde muziek! Buitenkansje natuurlijk. Alleen: daardoor kan ik niet zelf dansen in Summa, want de tourneedata vallen voor een deel samen. Maar ik heb in Quentin Roger en Chiara Mezzadri twee prima en doorleefde dansers tot mijn beschikking.’

Hij beoogt een synthese tussen Pärts muziek en ‘kennis die in ons lichaam ligt opgeslagen’. En aldus een ‘summa’ van menselijke complexiteit te tonen.

Ontmoeting
Eén keer had hij een bijna-ontmoeting met de bijkans heilig verklaarde Arvo Pärt. Dat wil zeggen: een paar jaar terug heeft hij vanuit de verte van de Westerkerk in Amsterdam een glimp van hem mogen opvangen toen het Cello8ctet er ter ere van diens tachtigste verjaardag een concert gaf. ‘Je kon daar toen een speld horen vallen,’ toont Calixto zich nog altijd onder de indruk. ‘Wat voor type hij is? Mij is verteld dat hij iemand van weinig tot geen woorden is. Voor hem volstaat een blik in zijn ogen of een manier van bewegen, daarmee drukt hij uit wat hij bedoelt.’

kader
Cello Octet Amsterdam
In 1989 opgericht onder de naam Conjunto Ibérico door Elias Arizcuren. Cello8ctet Amsterdam is het enige vaste ensemble in deze samenstelling ter wereld. Er bestaat daarom maar weinig origineel repertoire voor hun bezetting. Het octet speelt dan ook vaak stukken die speciaal voor hen werden of worden geschreven, naast bewerkingen van bestaande stukken. Hun repertoire omvat meer dan 70 werken.

Het Cello Octet Amsterdam heeft dertien CD’s uitgebracht. De nieuwste CD Arvo Pärt bevat transcripties die de Est speciaal voor het octet schreef of bewerkte. De CD is medio oktober uitgekomen.

kader
Arvo Pärt
Arvo Pärt (1935) is geboren in Tallinn, Estland. Daar volgt hij een opleiding compositie aan het conservatorium. Hij experimenteert met verschillende compositiestijlen tot hij uitkomt bij een geheel eigen minimalistische klank, geïnspireerd op Gregoriaans gezang, meerstemmige zang uit de Renaissance en het geluid van klokken. Zelf noemt hij deze werken ‘tintinnabuli’ (Latijn voor klokjes).

Zijn bekendste werken zijn Spiegel im Spiegel, Für Alina, Tabula rasa, Cantus in memoriam Benjamin Britten, Fratres en Magnificat. Muziek van zijn hand werd gebruikt in films als onder meer Heaven, Gravity en Touching the void.

kader
Samir Calixto & Cello Octet Amsterdam: Summa.
Première: vrijdag 26 januari 2018, Holland Dance Festival, Korzo theater Den Haag. Aldaar ook op zaterdag 27 en zondag 28 januari 2018 met daaropvolgende landelijke tournee tot en met begin mei 2018.

Satyagraha: Ontmoetingsplaats voor een betere wereld

Mix van Indiase met moderne dans in operawerk Satyagraha van Philip Glass

Sinds 2011 is oktober in Den Haag tot ‘Indiase maand’ gedoopt. Hoogtepunt op het aanstaande India Dans Festival is Satyagraha, een inspirerende totaalhappening van dans, zang en muziek. De opera wordt voor het eerst integraal uitgevoerd als dansvoorstelling.

Nadat in de voorgaande edities twee van de drie delen afzonderlijk werden uitgebracht, breekt dan nu het moment aan dat deze Satyagraha in volle glorie en omvang kan worden getoond tot een unieke voorstelling over kracht en geweldloosheid, waarin de Indiase cultuur versmelt met hedendaagse opera.

Voor het eerst zijn de drie aktes in een enscenering voor dans als marathonvoorsteling te zien. Indiase meets moderne dans. De componist zelf gaf hoogstpersoonlijk toestemming aan de producenten om het zo te doen. Zestig westerse en Indiase koorzangers, operazangers, Indiase en moderne dansers en live muzikanten geven Glass’ operawerk uit 1979 nieuwe allure.

Het ligt niet voor hand om uitgerekend een operawerk van een componist die seriële muziek schrijft, tot brandpunt te nemen voor een festival dat draait om Indiase dans.

Niettemin: allereerst is ‘satyagraha’ een Indiaas begrip, het wees Mahatma Gandhi letterlijk de weg naar geweldloos protest. En dan is voor Glass, die dit jaar 80 is geworden, de kennismaking met Indiase muziek doorslaggevend geweest voor zijn ontwikkeling. Hoofdvakdocente Nadia Boulanger bracht hem als twintigjarige Parijse conservatoriumstudent in 1966 in contact met de toen 54-jarige Indiase sitarvirtuoos Ravi Shankar. Glass: ‘Mijn muzikale vader’. Boulanger droeg Glass op om de Indiase muziek van Shankar om te zetten in westerse muzieknotaties.

Hij reisde daarop af naar Noord-India en bleef het land ook daarna veelvuldig bezoeken. Tel daarbij op dat Glass altijd veel voor dans heeft geschreven, zo was al in zijn baanbrekende opera Einstein on the Beach een choreografe van Lucinda Childs opgenomen. Tot op de dag van vandaag componeert Glass nog geregeld voor deze kunstdiscipline.

De eerste steen
Satyagraha is Glass’ meest ‘Indiase’ opera,  twee jaar na het succes van zijn baanbrekende Einstein gecomponeerd. De kiem ligt in een reis naar Kalimpong (India) in 1969, schrijft Glass in het standaardwerk Words Without Music.

‘Op ochtendwandelingetjes ging ik gewoonlijk langs bij een tapijtenhandelaar aan de Tienmijlenweg. Met Mister Sarup, de eigenaar, dronk ik geregeld een kopje thee. Op een dag troonde hij me mee naar het plaatselijke filmzaaltje, waar hij een vertoning geregeld had. Het was een bioscoopjournaal uit 1930 over de Zoutmars. Daar viel me toen een klein mannetje op die werd omstuwd door een mensenmassa. Tuurlijk, ik was bekend met Gandhi, maar mijn god, was het dat in een dhoti gehuld ventje? Op dat journaal liep hij het water in, deed zijn lendendoek af en doopte die in het water. Zo omzeilde hij het verbod van de Engelsen om zout te winnen. I was on fire.’

Satyagraha (1979) vormt met Einstein on the Beach (1976) en Aknaten (1983) een ‘portrettrilogie’ over wereldhervormers – al zijn het muzikaal compleet verschillende werelden – met Gandhi in de eerstgenoemde opera als spilfiguur.

Samen vormen ze een drieluik over mannen wier leven en werk het aanzien van de wereld hebben veranderd: Einstein als man van de wetenschap; Gandhi, de man van de politiek; en Akhnaton, de man van de religie. Ze veranderden de wereld niet met geweld, maar met de kracht van ideeën. Satyagraha is op zichzelf ook een drieluik met in elk van de drie bedrijven een verwijzing naar een historisch figuur.

Glass: ‘Het verleden wordt vertegenwoordigd door Tolstoi, die met Gandhi correspondeerde en hem ‘broeder in Transvaal’ noemde. Het heden staat in het teken van de Indiase dichter en Nobelprijswinnaar Tagore, een tijdgenoot van Gandhi, die hem op marsen vergezelde en met hem vastte. De toekomst wordt verbeeld door Martin Luther King, die in zijn strijd voor burgerrechten in de VS Gandhi’s geweldloze aanpak overnam.’

Satyagraha als Koyaanisqatsi, die Glass eind jaren zeventig componeerde, waren zijn eerste werken waarin maatschappelijke kwesties centraal stonden. ‘Dit was een onderwerp waarover ik al geruime tijd met componisten in heel Europa in discussie was. (…) Het rode boekje van Mao was destijds heel populair onder Europese kunstenaars en sommigen waren zelfs maoist. Ik was daar verbaasd over omdat ik niet begreep waar het vandaan kwam.’

‘Ik was toen al tien jaar met Satyagraha bezig; ik las over Gandhi, dacht veel na over het Amerika van de jaren zestig en hoe zich dat verhield tot het Zuid-Afrika rond 1890, de tijd dat Gandhi zijn beweging voor geweldloze maatschappelijke verandering begon. Ik had ontdekt dat toen hij in Zuid-Afrika aankwam, gekleed in krijtstreeppak en bolhoed op, met zijn eersteklaskaartje in de trein stapte, hij er meteen weer uit werd gegooid. Het bracht Gandhi zelfinzicht: ‘O! Ik ben niet degene die dacht te zijn, ik ben de persoon die zij van mij maken, en wat mij overkomt is verkeerd.’’

De tweede steen
‘Wat ik mooi vind aan zijn muziek is hoe die aansluiting vindt bij een breed publiek,’ zegt Rick Schoonbeek van Kwekers in de Kunst, voorheen Dario Fo. Hij was het die Leo Spreksel, artistiek directeur van Korzo, op het spoor van Satyagraha zette. ‘Na eerder een geslaagd project op het India Dans Festival 2014 te hebben gedaan, stelde ik voor Satyagraha te doen. Niet in de oorspronkelijke vorm maar met Indiase dans. Meteen al was duidelijk dat we geen orkest van 50 musici op de been konden brengen, daarom heb ik een bewerking gemaakt voor dubbel strijkkwartet en piano. Dat is een uitputtingsslag voor de musici, vooral de celliste heeft het te verduren want die moet geregeld de hand in het ijs houden om dit muziekstuk live tot een goed einde te kunnen brengen. Niet alleen uiterst inspannende muziek om te spelen, het is ook vernuftige muziek, met ritmisch verschuivende patronen en invloeden van Indiase raga’s.’

De derde steen
‘We kregen toestemming van Glass voor deze enscenering omdat hij bekend is met de moeder van Revanta Sarabhai, choreograaf van de eerste akte,’ vertelt Leo Spreksel. ‘Zij was een beroemde danseres. Glass stelde daardoor vertrouwen in ons project.’
‘Het verhaal van de opera volgen we inhoudelijk niet letterlijk, wel gebruiken we de thematiek uit ieder van de afzonderlijke aktes en vertalen die in dans. ‘In elk van de drie delen mixen we de traditionele Indiase dansvormen kathak en bharata natyam met moderne dans. In het laatste deel zit ook urban dance, daarvoor tekent de inmiddels gelauwerde choreograaf Shailesh Bahoran, die zich laat inspireren door zijn Hindoestaanse roots.’

‘Ik was meteen overtuigd van het belang van dit project: De emancipatie van dansculturen, de verbinding die het legt met de stad Den Haag en met de hindoestaanse gemeenschap.

Ook ben ik er trots op dat het een artistiek project is. Zonder uitzondering toont het publiek zich ontroerd. Daarbij is de muziek geweldig en actueel. En het laat de dans zien als een mondiaal verschijnsel. De invloed die het Oosten op het Westen heeft in het DNA van de dans, is razend interessant.’

kader:
Professionele operazangers, muzikanten en dansers.
Korzo producties en Kwekers in de Kunst brengen in Satyagraha 60 zangers van het Indiase koor Zangam en Theaterkoor Dario Fo bijeen.  De voorstelling is te zien tijdens het India Dans Festival.

kader:
India Dans Festival
Het India Dans Festival is uitgegroeid tot een van de belangrijkste manifestaties voor Indiase dans in Europa. Vernieuwing en traditie gaan er hand in hand, van kathak tot urban Indiase dans en van bharata natyam tot moderne dans.

Korzo is het podium voor toonaangevende en beginnende talenten van over de hele wereld. Tijdens het festival zijn er ook concerten, workshops en dansfilms. Daarnaast zijn er ontmoetingen met de artiesten in de Korzo bar.
indiadansfestival.nl

 

Oude garde moet problemen Korzo oplossen

Het rommelt bij Korzo. Zakelijk directeur Aukje Bolle zit sinds maart ziek thuis en een opvolger voor scheidend artistiek directeur Leo Spreksel blijkt niet te vinden. Een extern deskundige moet de boel vlottrekken. Bovendien is het subsidiegeld voor het jaar 2018 lang niet zeker.

Door Eric Korsten en Hester Heite

Danstheater en productiehuis Korzo kampt met organisatorische en financiële problemen. Artistiek directeur Leo Spreksel, die per september met pensioen wilde, blijft voorlopig nog even aan. Spreksel: “Aukje Bolle (zakelijk directeur van Korzo, red.) is ziek en zal niet op korte termijn weer aan het werk kunnen. Ard van Rijn (voormalig voorzitter van bestuur, red.) helpt ons nu zakelijk-financieel. De Raad van Toezicht heeft mij gevraagd te blijven totdat er een goede opvolger voor mij gevonden is: iemand waarbij iedereen het gevoel heeft dat het de juiste man of vrouw is.”

Maar Spreksel zit met nóg een probleem: financiële onzekerheid. Dat was voor hem de reden om per 1 september af te zwaaien. “Het is door de bezuinigingen op de kunsten een spannende tijd geweest voor Korzo en voor komend jaar is het opnieuw afwachten of er geld is,” aldus Spreksel. Het Fonds Podiumkunsten heeft een positief advies uitgebracht voor subsidiëring van Korzo, maar onvoldoende budget om dit waar te maken. “Vorig jaar is er op het laatste moment een voorziening getroffen door de Tweede Kamer. Je hoopt dat de fout ook voor komend jaar hersteld wordt. Ik ben daarover positief gestemd, want de argumenten om vorig jaar in te grijpen, gelden nog. Maar er moet nu wel eens een structurele oplossing komen.”

Toen Spreksel zijn vertrek aankondigde, had zakelijk directeur Aukje Bolle al een andere oplossing bedacht: een reorganisatie. “Dat toegekende geld is voor de duur van slechts één kalenderjaar, en bovendien een druppel op een gloeiende plaat,” aldus Bolle. Een soortgelijk scenario dreigt zich voor 2018 te herhalen, dus volgens haar was ‘een pad van intern bezuinigen onontkoombaar’. Ze leek te willen wachten op een nieuwe kandidaat waarmee ze haar plannen samen wilde uitvoeren, maar de sollicitatieprocedure leverde geen geschikte kandidaat op. En zo lag de bal opnieuw bij Bolle en de Raad van Toezicht. Sommige leden van het toezichthoudende orgaan gooiden daarop het bijltje erbij neer. Bolle: “Er is inderdaad een wisseling van de wacht geweest.” Ze bleef leeggeknokt achter. Even later meldde ze zich ziek. Bolle: “Het zijn vanaf 2013 tropenjaren geweest.” Volgens Ard van Rijn kampt Bolle met een burn-out en blijft zij in ieder geval tot september thuis. Bolle: “Wanneer ik terug kom? Dat weet ik niet.”

Toekomst
“Korzo bezint zich op zijn toekomst,” legt Ard van Rijn uit. Hij moet Korzo namens de ‘werkvloer’ en de Raad van Toezicht onbeschadigd het jaar 2018 binnenloodsen. Van Rijn was tot 1998 bestuurslid bij Korzo en is tegenwoordig onder meer vicevoorzitter van de PvdA-afdeling Den Haag. Hij werd, zegt hij, ingehaald om de ‘Korzianen’ nieuwe geestdrift te ontlokken en anderzijds juist bestuurlijke rust te kweken. “Ik bespeur in Korzo vooral nieuw elan,” merkt hij op. “We zijn bezig om de missie van Korzo te herformuleren.” Hij verwacht dat in september meer duidelijk wordt over de inhoudelijke richting waarin productiehuis en theater zich nu ontwikkelen.

Spreksel, die op dit moment dus de enige directeur is van Korzo, blijft ‘tot nader order’, aldus Van Rijn. Spreksel zelf: “Het is beter om voor continuïteit te zorgen in deze onzekere tijd.” Eind dit jaar zal blijken of er opnieuw geld kan worden vrijgemaakt op de rijksbegroting. Onder het gesternte van een kabinetsformatie die voor de kunsten niet per se de goede kant op hoeft te gaan, is dat ook voor Korzo een zorgelijke ontwikkeling. Van Rijn: “Maar we verkeren niet in doodsnood hoor. We krijgen na dit jaar nog drie jaar subsidie van de gemeente Den Haag voor onze programmering en het theater. Voor de eigen producties kunnen we een beroep doen op projectsubsidies. Die route kennen we helaas maar al te goed.” Voor Korzo is het dus opnieuw afwachten of er straks geld genoeg is voor eigen producties. Nog belangrijker is of er tijdig een adequate opvolger voor Spreksel kan worden gevonden. En of Bolle zakelijk de kar opnieuw kan of wil trekken.