Een pot met goud

NTjong viert vijf jaar met goud

Molières De Vrek door de gehaktmolen.

De Vrekkin is bij NTjong een hilarische klucht over materialisme, bol van geheimen, stiekeme verlangens en foute vriendjes. Een zuurstokroze, visueel spektakel voor iedereen van 8 tot 88.

Stinkt geld? Wie droomt er nou niet van om overdadig rijk te zijn? In een supermateriële wereld waarin kinderen vanzelfsprekend opgroeien met de nieuwste gadgets, dure merkkleding en ‘funny trips’, is het voor ouders lastig om grenzen te stellen.

NTjong biedt uitkomst met een knotsgekke bewerking naar de zeventiende-eeuwse (!) satirische komedie van Molière. De familievoorstelling markeert vijf jaar NTjong.

Billy de Walle maakt als stagiair zijn toneeldebuut. Later dit studiejaar hoopt hij als acteur af te studeren aan de HKU in Utrecht. De 22-jarige speelt de rol van de armzalige Valerio. In de ogen van de gefortuneerde moeder uit het stuk, gespeeld door Betty Schuurman, is hij een ‘loser’. Maar ja, wél de ‘love interest’ van haar dochter.

Wat hij nu, bij zijn allereerste interview ooit aan heeft, noemt hij zelf een ‘kloffie’: “Ik reken me niet tot een subcultuur, ben geen beatnik, hipster, gabber of nerd – of het moet zijn dat ik er uitzie als een kunststudent.”

Géén prijzige merkkleding. Nike’s noch Puma’s aan de voeten, en bling-bling schittert van afwezigheid. Geen tatoeages; alleen een pril en ‘cosy’ Italiaans ringbaardje ter decoratie. “Ik studeer niet om het geld, zoals sommigen van mijn leeftijdsgenoten wel. Anders dan ik, hebben zij meteen door wat imitatie is en wat echt. Ik houd juist van ‘vintage’, struin graag tweedehandsmarkten af. Da’s ook lekker economisch. Ik ben niet materialistisch ingesteld. Al is het natuurlijk wel fijn om zonder geldzorgen te kunnen leven.”

Door families als die van de Trumps en de Kardashians denken velen dat rijkdom onuitputtelijk is. De Walle kan zijn oren nauwelijks geloven als hij het hoort: “Melania Trump goes Afrika?! Niet waar! Echt? Het is bizar! Idioot!”

Deze ‘overhaul’ van De Vrek scharniert om een ‘modern family’ met schaamteloos veel te veel geld en omgekeerd evenredig realiteitsbesef. Onder de superstrakke regie van de moeder en haar ‘personal assistant’ leiden zij en zoon, dochter, ex-man plus een onmisbare ‘life coach’ (haar BFF) een leven van megalomane uitzinnigheid. Totdat ze besluit niet langer een wandelende creditcard te zijn.

“Thuis hadden we geen luxeleventje,” stelt de zoon van Stefan de Walle en Esther Scheldwacht vast, “al kregen mijn broer en ik wel alles wat we nodig vonden.” Mijn eerste ‘mobiel’? Hij lacht: “Tja, pas toen ik vijftien was.”

Zou hij miljonair willen zijn? “Het moet angstaanjagend zijn om de jackpot van een loterij te winnen. Je leven verandert drastisch. Dat kan eenzaam uitpakken. Er zijn miljonairsbegeleiders, wist je dat?”

Greenfield
Vrijwel gelijktijdig met De Vrekkin loopt in Fotomuseum Den Haag een tentoonstelling over de ‘rich & famous’ van deze aardkloot, met werk van Lauren Greenfield. “We hebben met de cast haar documentaire Generation Wealth bekeken. Daarvan is me vooral een fragment bijgebleven met een jonge vrouw uit Los Angeles. Haar leven was een aaneenschakeling van decadente, exuberante feesten, opgezet door een fulltime ‘party girl’. Ze sleepte haar zoon mee naar al die dure feesten. Maar hij vertelde zich erg ongelukkig te voelen, zou het liefst dierenverzorger worden. Dat is dus wat rijkdom met je kan doen.” Televisieprogramma’s als Say yes to the dress en My super sweet sixteen? “Ik word daar treurig van.”

Op zijn derde werd hij al naar toneelrepetities meegetroond, kreeg het acteursvak dus letterlijk met de paplepel ingegoten. Toch koos hij eerst voor de Haagse academie voor lichamelijke opvoeding. “Heb ik niet afgemaakt. Ik ben daarna gaan ‘studieshoppen’. Toen pas ontdekte ik dat een toneelopleiding mij goed paste.”

Hij mag dan weliswaar beschikken over acteursgenen, toch blijft het hard werken, vindt hij. “Ik wil me eerst ontwikkelen. Ik merk dat het hier bij NTjong al heel anders toegaat dan ik van school gewend ben.”  Als beroepsacteur wordt hij later vast niet badend als een Dagobert Duck in gouddukaten wakker. “Dat geeft niet, zolang je maar voor rollen gevraagd wordt.”

NTjong & HNT: De Vrekkin. Zaterdag 20 en zondag 21 oktober 2018 en van woensdag 2 tot en met vrijdag 4 januari 2019 in de Koninklijke Schouwburg. Onderdeel van De Betovering, internationaal kunstfestival voor de jeugd. Meer informatie: hnt.nl.

Advertentie

De lust van het boosaardige

NTGent en Toneelgroep Amsterdam in klassieker van Molière

Een kleurrijk feest van schijnheiligheid, dat is de Tartuffe van NTGent en Toneelgroep Amsterdam. Wim Opbrouck speelt de rol van Orgon, bankier én slachtoffer, een dezer dagen op zijn minst opvallende combinatie.

In Shakespeares Romeo en Julia is het de befaamde balkonscène. Ook in Molières Tartuffe zit zo’n legendarisch moment. Dat is wanneer de stinkend rijke bankier Orgon zich onder de tafel verschuilt en prompt even later lijdzaam moet toezien hoe de door hem hooggeachte maar in wezen schijnheilige avonturier Tartuffe de kat in het donker knijpt door zijn vrouw Elmire het hof te maken – en hem trouwens en passant zijn hele bezit afhandig maakt. Molières Tartuffe laat zien hoe blind mensen kunnen handelen en anderen daar zonder wroeging profijt van proberen te trekken.

Bij de Haagse Comedie tekenden in 1981 Willem Nijholt als Tartuffe, Wim van Rooij (Orgon) en Arda Brokmann als Elmire onder regie van Pierre Laroche voor een daverende versie, die gespeeld werd in het toenmalige en inmiddels legendarische HOT Theater.

“Tartuffe, ja, dat is de man die met weldadig plezier en genoegen de lust van het boze botviert”, antwoordt Wim Opbrouck. “Hij is voor velen de belichaming van het kwaad, maar niet per se van het slechte. Met een beetje goede wil kun je in hem een ‘Robin Hood’ zien. Het is Orgon die Tartuffe als een messias aanbidt, hem in huis haalt en hem overstelpt met liefde, die hem bepaalde kwaliteiten toeschrijft en hem wat dan ook ten geschenke geeft. Zelf vraagt Tartuffe nergens om. En als Orgon, die deftige bourgeois-homme van vijftig jaar, met welstand gezegend door een vooraanstaande positie aan het hof, de behoefte heeft om gerustgesteld en gekoesterd te worden, en iedereen die hem omringt ertoe dwingt zijn angsten te delen, ja, dan maakt Tartuffe al te graag misbruik van diens naïviteit. Dan ontstaat gelijktijdig van twee kanten een ideologisch en affectief terrorisme. Uiteindelijk kan de devote Orgon slechts als lamgeslagen toekijken hoe Tartuffe een vermetele poging doet diens vrouw te schaken”.

Volgens Opbrouck is er in de Tartuffe van NTGent en Toneelgroep Amsterdam sprake van een omgekeerde werkelijkheid. “Met de ogen van de actualiteit kun je in Tartuffe de belichaming zien van de arrogante bancaire beleggingsinstellingen en financiële markten, terwijl de bankier Orgon juist een indignado is, een krokodillentranende, verontwaardigde burger, die zich tot machteloos slachtoffer waant. Hij heeft zichzelf stroop om de mond gesmeerd”. Door Tartuffe te zien, verstrikt in zijn eigen manoeuvres, brengt Molière ons ertoe de anderen te bekijken door zijn ogen. Het ging Molière er met Tartuffe niet om op het toneel morele of religieuze problemen aan te kaarten, eerder om oplichterij en goedgelovigheid aan de kaak te stellen. Plaats van handeling is nota bene het huis van Orgon zelf, in Parijs.

Tartuffe wordt gerekend tot Molières ‘serieuze blijspelen’, sociale satires met een menselijke zwakte als basis. ‘Ik wil me met de belachelijke trekjes van de mensheid bezighouden en de tekortkomingen van de wereld theatraal aangenaam verbeelden’, schreef Molière zelf eens. Na de eerste opvoering te Versailles in mei 1664 tijdens een hoffeest, werd het stuk onder druk van notabelen, en ondanks de gunstige houding van Lodewijk XIV, lange tijd verboden. Pas in 1669 kon een derde versie de goedkeuring van de bourgeoisie wegdragen. ‘De meest subtiele passages van een ernstige verhandeling over de moraal hebben maar al te vaak minder uitwerking dan de satire en voor de meeste mensen is er geen beter middel tot berisping dan hun fouten voor hen te schilderen: de meest effectieve wijze de ondeugd aan te vallen is die over te leveren aan de algemene spot’, becommentarieerde Molière indertijd eigenhandig de commotie rond het stuk. ‘Tegen berispingen kunnen mensen zich verweren, maar zij kunnen het niet verdragen te worden uitgelachen. Zij zijn bereid verdorven te zijn, maar verafschuwen het belachelijk te schijnen.’

Regisseur Dimiter ‘Mitko’ Gottscheff bewerkte de tekst, zoals Molière dat eigenlijk ook steeds opnieuw deed. “Het stuk eindigt nu met een scène waarin de familie en Orgon door een berg afval kruipen, op zoek naar het vermaledijde spaarbankboekje van de heer des huizes, terwijl deze jammerend van wanhoop uitroept: ‘Hoe kan het masker van zo’n godvruchtigheid / Een ziel verbergen met zoveel leugenachtigheid’”. Gottscheff, bijkans een levende legende en een van de fenomenale regisseurs uit het grijze theaterverleden van de jaren zeventig en tachtig, is opgegroeid onder het communistische (lees: anti-kapitalistische) juk van Bulgarije. Opbrouck: “Hij is nu bijna zeventig maar heeft nog niets van zijn wilde haren verloren. Als geen ander weet hij traditie en avant-garde te verbinden. Hij heeft van Tartuffe een feest van schijnheiligheid van gemaakt, een aanklacht tegen elke vorm van fundamentalisme. In Tartuffe verschijnt nu in wezen een revolutionair op het podium die ons waarschuwt voor de geluksmachine die bij ons ‘economie’ heet. Hij toont een maatschappij in de greep van de angst, angst voor het vreemde dat onze grenzen binnensluipt en onze waarden ondermijnt”. Toch wil Opbrouck met dit stuk niet spreken van een ‘wake up call’ die er van deze nieuwe versie van Molières klassieker zou uitgaan. “Het heeft eventjes geduurd maar er zijn nu opeens heel wat stukken over de wereld van kredietbeoordelaars en de bankensector. Gottscheff heeft zich eerder ten doel gesteld een verbinding tot stand gebracht tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur. “Zo is het stuk onder meer gelardeerd met tal van liedjes, beat poems en er klinken gesamplede geluiden.”

Opbrouck, eerder dit seizoen te zien als Nero bij NTGent, speelt met Orgon de tweede grote rol in een half jaar. “Ik sta bijna evenveel op het podium als Tartuffe. In die zin vormen Tartuffe en Orgon een uniek duo in de theatergeschiedenis. Het is een mooi gevecht tussen ons beiden, er zit een perfecte balans tussen ons tweeën, zoals dat jullie dat bijvoorbeeld wel kennen van het duo Johnny Kraaykamp en Rijk de Gooyer”. Wim Opbrouck voert ook nog eens de artistieke leiding over NTGent. Zijn gezelschap is komend seizoen veelvuldig te zien in Den Haag door een innige samenwerking met het Nationale Toneel.

Tartuffe door NTGent / Toneelgroep Amsterdam is te zien op 2 juni in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie op www.ntgent.be, www.toneelgroepamsterdam.nl en www.ks.nl. Telefonisch kaarten reserveren op 0900-3456789.

In de woekerwereld van het grote graaien

Hans Kesting als ultieme botterik Harpagon in De Vrek van Molière

Een krentenkakker à la Scrooge en Dagobert Duck, dat is Harpagon, Molières hoofdpersonage in De Vrek. Het tragikomische stuk uit 1668 wordt op dit moment gespeeld door Toneelgroep Amsterdam, met een sublieme Hans Kesting in de weergaloze rol van Harpagon. Kesting zet met de rol zijn nu 25-jarige carrière op het toneelpodium luister bij. En treedt hij letterlijk in de voetsporen van Molière, want de Franse schrijver plachte zelf de hoofdrollen in zijn eigen stukken te spelen.

Op het eerste oog staat in De Vrek Harpagons egoïstische liefde voor geld centraal. Dat gaat ten koste van zijn inlevingsvermogen en daardoor vervreemdt hij van zijn bloedeigen kinderen. Maar die  staat ook de relatie tussen zijn kinderen en hún geliefden in de weg. “Ik heb nooit eerder iets van Molière gespeeld”, zegt Hans Kesting, “en tot dusverre nooit een vaderrol. Dus het leek me een interessant stuk om te doen, ook omdat ikzelf inmiddels 51 ben. Daar komt bij dat deze voorstelling rijk is aan kleuren en schakeringen, mede door de regie Ivo van Hove. In dit stuk zitten eigenlijk verschillende drama’s verweven. Het is niet alleen lachen geblazen over de verwikkelingen. Er zitten ook verschillende kanten aan die het veel dieper doen reiken dan alleen een eendimensionaal verhaal over een met ijzeren vuist regerende man die een fascinatie voor een pot goud heeft, en geld als machtsmiddel gebruikt, bijvoorbeeld door zich op financieel gebied weigerachtig op te stellen als het op uitgeven aankomt.” Van gierigaard naar de woekerwereld van het grote graaien en de heiligverklaarde economie van vandaag de dag is maar een enkele, kleine stap. Een stap die óók uit het zeventiende-eeuwse stuk te destilleren valt: “Je zou in Harpagon de rol van Nederland in het Europa van nu kunnen zien”, antwoordt Kesting. Zelf ziet hij het slijk der aarde niet als belangrijk “maar niet anders dan voor jou of andere mensen.”  Ook het beschikken over eigendom zegt hem niet al te veel: “Ik woon in een huurhuis.” Hij zegt zich niet blind te staren op geld en acht zich het tegendeel van gierig.

Na een periode van liefst 25 jaar op alle belangrijke toneelpodia van het land te hebben doorgebracht, in uiteenlopende films te zijn verschenen en veelvuldig voor tv te hebben gewerkt, verklaart Kesting zijn grote liefde aan het toneel. “Het is mijn biotoop, mijn thuis, mijn veilige haven. Ik heb op het podium een professionele en persoonlijke ontwikkeling doorgemaakt. En heb er veel bijzondere avonden en memorabele voorstellingen beleefd. Toneelspelen is altijd spannend: iedere avond is anders omdat steeds de zaal, het publiek anders is.” Terugkijkend ziet hij als persoonlijke hoogtepunten zijn terugkeer bij Toneelgroep Amsterdam in 2003, toen hij Othello speelde, en Angels in America, waarvoor hij werd onderscheiden met een Louis d’Or, ’s lands hoogste toneelprijs. Na een kwart eeuw van vooraanstaand toneel en het spelen van talloze grote rollen uit het wereldrepertoire, koestert hij nog altijd een grote wens. “Ik zou graag eens spelen in een stuk van Thomas Bernhard. Naar mijn mening een bijzonder schrijver wiens stijl van schrijven ik erg bewonder. De kans dat Toneelgroep Amsterdam iets van hem gaat spelen is minimaal, want artistiek directeur Ivo van Hove vindt het wat lastig diens werk op het reperoire te nemen.”

De Vrek door Toneelgroep Amsterdam in de Koninklijke Schouwburg op za 3 en zo 4 december. Meer informatie: www.ks.nl en www.toneelgroepamsterdam.nl. Telefonisch reserveren: 0900-3456789.