Met het driemanschap Christopher Wheeldon, Wayne McGregor en David Dawson treedt met Cool Britannia het neusje van de zalm aan van het Britse ballet. Ook artistiek leider van het NDT, Paul Lightfoot, en NDT-gastchoreograaf Hofesh Shechter, hebben Engeland als geboortegrond. Engeland geeft in Europa mede de toon aan als het gaat om vernieuwing van de academische dans. Wat maakt Engeland tot een van de brandpunten in de moderne dans?
Met de bekendmaking van de nominaties voor de jaarlijkse National Dance Awards blijkt de omvang van de Britse danswereld pas echt. Liefst 50 recensenten dienden per categorie vijf namen in. Kom daar hier in ons kikkerlandje maar eens om: hier wordt het überhaupt nog even zoeken naar het dat aantal, dan wel kenners die uit journalistieke motieven en met autoriteit over dans kunnen oordelen.
In tegenstelling tot Nederland is in Engeland liefde en deskundigheid voor ballet en dans niet een zaak van vandaag of gisteren. Sterker: Het land kent een eeuwenlange traditie die, net als in Frankrijk en Italië, terug gaat tot de zeventiende eeuw. Doordat in de negentiende eeuw danspedagogen uit allerlei landen balletstudio’s in Londen leidden, konden Britse danskunstenaars in verschillende stijlen worden geschoold. Aldus is de Engelse balletstijl ontstaan uit een smeltkroes van Franse, Deense, Frans-Russische en Italiaanse danstechnieken, zo is te lezen in Van hofballet tot postmoderne dans, Luuk Utrechts (on)volprezen bijbel van de dans. Volgens hem kenmerkt de Engelse stijl zich door grote nadruk op helderheid en zuiverheid ten aanzien van vorm én inhoud. De vereiste precisie die een danser aan de dag moest leggen werd naast een meetlat gelegd – en ook vandaag de dag wil dat nog wel eens gebeuren.
Voedingsbodem
Deze als eigenzinnig te omschrijven benadering van ballet ten spijt, en ondanks een trits beroemde grondleggers en choreografen die aldaar in de twintigste eeuw opstond, zoals Ninette de Valois, Marie Rambert, Frederick Ashton, John Cranko en Kenneth MacMillan, stond Engeland niet a priori te boek als ‘gidsland’ voor vernieuwingsontwikkeling. Pas de laatste paar decennia is Engeland tot een bloeiende voedingsbodem uitgegroeid voor het doorontwikkelen van ballet en moderne dans. Hoe dat komt? Als we ons bepekerken tot Nederland: Terwijl hier dans als vak in het basis- en voortgezet onderwijs in de kinderschoenen staat is in Engeland dansonderwijs – evenals muziekonderwijs, maar dat terzijde – sinds 1988 opgenomen in het verplichte onderwijssysteem.
Invulling
In Engeland heeft iedere basisschool de mogelijkheid om zelf te bepalen hoe zij het dansvak invult. Dansles betekent hier niet alleen dat een dansdocent pasjes voordoet en dat leerlingen die nadoen, want volleerde theoretici en experts met praktijkervaring hebben zich over het fenomeen ‘dansles’ gebogen. Dat heeft niet alleen tot nieuwe onderwijsvormen geleid, maar ook tot meer variatie in dansstijlen die onderwezen worden. De meerderheid, met name de basisscholen, hebben het presenteren van dansvoorstellingen in het schoolprogramma opgenomen. Toch is deze positie van dans, lees: de gymlessen, niet onomstreden. Want al jaren woedt de discussie of dans een fysieke is, dan wel een esthetische, kunstzinnige, culturele activiteit. De kritiek is dat door dans expliciet onder het vakgebied van de lichamelijke opvoeding te plaatsen de creativiteit en de artistieke waarde van dans intrinsiek wordt ontkend. Langs die lijn van rekkelijk- en preciesheid stellen tegenwoordig de voor- en tegenstanders in Engeland zich tegenover elkaar op.
National Primary Curriculum
Het National Primary Curriculum is een vast onderdeel van de lessen lichamelijke opvoeding op basisscholen. Liefst 96 procent van alle Engelse scholen in het primair en voortgezet onderwijs biedt dans aan, na voetbal de meest populaire activiteit, zo blijkt uit onderzoek. Als zoveel jonge mensen binnen en buiten school met dans in aanraking worden gebracht dan kan het niet anders dan dat de vraag naar dans toeneemt, door makers én belangstellenden. Dat betekent dat daardoor ook meer mogelijkheden ontstaan voor jongeren die van dans graag hun beroep maken.
The Royal Ballet School
De gekweekte belangstelling voor dans straalt ook af op balletscholen en, op getrapt wijze, vervolgens ook op onder meer The Royal Ballet School, als een van de vlaggenschepen van de dans. Aan concurrentie bij The Royal Ballet School totaal geen gebrek. Meer dan tweeduizen0d kandidaten deed er in 2013 auditie. En bijna duizend studenten namen deel aan de verschillende trainingsprogramma’s bij The Royal Ballet School, verspreid over geheel Engeland. Nog eens 928 junioren deden dat ook. Daarbovenop werden 1800 geïnteresseerden door The Royal Ballet School bereikt in talentontwikkelingsprogramma’s. En van de dansers die zijn verbonden aan The Royal Ballet is zeventig procent afkomstig van de eigen school.
Het kan niet anders dan dat bij zulke getallen en het schoolsysteem het talent als bijna ‘vanzelf’ komt bovendrijven. Dat is te kort door de bocht: natuurlijk moet iedere danser en iedere choreograaf nauwlettend in diens ontwikkeling worden gecoacht, voortdurend worden begeleid. En dan komen er pareltjes uit de oester. En dan te bedenken dat ook het muziekonderwijs in Engeland op een zelfde leest is geschoeid.
Kader:
Cool Britannia
Choreografen Christopher Wheeldon en David Dawson creëren ieder een nieuw werk voor Cool Britannia. Christopher Wheeldon nam de uitnodiging aan vanwege de speciale band die hij voelt met Het Nationale Ballet. Hij geldt als een van ’s werelds meest gevraagde choreografen van dit moment. David Dawson zoekt in Cool Britannia opnieuw de samenwerking op met componist Greg Haines. Het Nationale Ballet verleent hem daartoe een compositie-opdracht. Wayne McGregor maakt in dit programma zijn debuut bij Het Nationale Ballet. Van hem staat Chroma op het programma, dat hij in 2006 creëerde voor het Royal Ballet.
Kader:
Associate Artist David Dawson
David Dawson is met ingang van 2015 Associate Artist van Het Nationale Ballet. Dawson, internationaal geroemd als een van de belangrijkste vernieuwers van het klassieke ballet, zal de aankomende jaren exclusief voor Het Nationale Ballet een aantal nieuwe balletten creëren.
Ted Brandsen, directeur van Het Nationale Ballet: “David maakte zijn allereerste ballet in 1997 bij Het Nationale Ballet. Hij heeft hier zijn choreografisch talent tot ontwikkeling gebracht. Zijn talent is nu tot volle bloei gekomen en gezelschappen van over de hele wereld hebben werk van hem op het repertoire. Er is er altijd een samenwerking tussen ons geweest. Ik vind het belangrijk om een topchoreograaf als David Dawson, die inspireert en innoveert, een huis te bieden en vaster aan ons gezelschap te verbinden.”
Kader:
Sterke band
Het Nationale Ballet koestert vanaf de oprichting een sterke band met Engeland. Zo staat Sir Peter Wright’s versie van The Sleeping Beauty nog altijd op het repertoire en danste het gezelschap recentelijk nog Frederic Ashton’s Midzomernachtsdroom.
Andersom is er ook een relatie: Hans van Manen creëerde Four Schumann Pieces (1975) voor The Royal Ballet; en werk van huischoreograaf Krzystof Pastor wordt veelvuldig in Engeland uitgevoerd, onder meer bij het Northern Ballet en Birmingham Royal Ballet. Het Nationale Ballet gaat regelmatig op tournee naar Engeland. De Junior Company was eind mei 2014 en ook in juni 2015 in Londen te gast, terwijl het ‘grote’ gezelschap in een lange reeks optredens nog in 2011 en 2006 deze miljoenenstad aandeed. Omgekeerd waren in Nationale Opera & Ballet altijd veel Engelse dansgezelschappen te zien.
Van de dansers op het tableau van Het Nationale Ballet hebben de volgende een opleiding in Engeland gevolgd of daar gedanst: Matthew Golding, Igone de Jong, Maia Makhatelli, Vito Mazzeo, Anu Viheriäranta, (eerste solisten), Sasha Mukhamedov, James Stout, (tweede solisten), Peter Leung (coryphée), Skyler Martin, (corps de ballet), Maria Andrés Betoret (gast).