De tijd durven stilzetten

Jeroen De Man maakt ‘Ondertussen in Casablanca’

Terwijl een wereldberoemd acteursechtpaar een interview geeft over het vak, dendert de werkelijkheid knalhard binnen. ‘De wereld staat in brand – en wij spelen toneel!’

‘Soms word je wakker en denk je: ‘Vanavond ga ik echt ontzéttend goed spelen.’ En, geen idee hoe, dat gebeurt dan niet. Een andere keer voel je je echt belabberd en misselijk,’ zo legt Jeroen De Man wereldster Alfred Lohman in de mond, ‘algehele malaise. En dan vindt een of andere chemische reactie plaats en ben je briljant. Wat dat dan is, weet ik niet. Je merkt het vooral met komedie.’

Pal voor de avondvoorstelling, een succesvolle herneming, voert gevierd interviewster (Anniek Pheifer) een vraaggesprek met een à la George en Martha bekend acteursechtpaar. Het zijn Lynne Fonteyne (Jacqueline Blom) en Alfred Lohmann (Hans Dagelet). Interviewster: ‘Er zijn geen kleine rollen, alleen kleine acteurs’. Ze vraagt het duo in de authenticiteit van de kleedkamer van de Amsterdamse schouwburg het hemd van het lijf. Tot opeens de actualiteit knetterhard op de deur bonst. Bij regisseur Jeroen De Man bestaat die uit ‘ondertussen’-scènes die zich afspelen in uiteenlopende werelddelen en die het drietal onontkoombaar met de neus op de feiten drukken. Vertwijfeling slaat toe: ‘De wereld brandt – en wij spelen toneel!’
Vakmanschap versus wereldnieuws. “Een interessante tegenstelling”, zegt De Man. “Het overkomt iedereen, in welke beroepsgroep dan ook, dat je zo goed of kwaad het gaat je werk doet, maar dan bij een kopje thee het gevoel je bekruipt dat er wezenlijker, fundamenteler zaken te doen staan in het leven.”
De Man (36) stond zelf als acteur veelvuldig op de toneelvloer, onder meer bij acteurscollectief De Warme Winkel, dus hij kan erover meepraten. Al heeft hij dan voorlopig het acteursjasje uitgedaan want voor de komende vier jaar is hij toegetreden tot het ensemble van Het Nationale Theater, als zijnde regietalent, zoals eerder Susanne Kennedy en Casper Vandeputte er een ‘ontwikkeltraject’ hebben doorlopen.

Pijnbestrijding
‘Ondertussen in Casablanca’ is volgens hem boven alles een ‘komische tragedie’ en ‘een portret van de hedendaagse, ploeterende mens in tijden van narigheid’. Het glas is bij De Man uiteindelijk eerder halfvol dan half leeg.”Ik ben niet negatief gestemd over de nabije toekomst. We weten dat er met zeven miljard mensen een voedselprobleem op ons afstevent en dat er te weinig zoet water voor iedereen is. Het leven wordt straks echt een survival. We moeten stilaan wel iets dóen.”
Hoe hijzelf de pijn van de wereld bestrijdt? Die vraag stemt hem in het repetitielokaal prompt tot enig denkwerk: “Door hard na te denken. We moeten niet alles meteen willen framen. Aan de andere kant: daar is misschien helemaal geen tijd meer voor. Toch moeten we in het theater het lef hebben de tijd even stil te zetten, verwarring durven stichten, bezoekers niet de kans geven onderuitgezakt in een stoel te gaan zitten, maar juist een actieve houding laten innemen en verwachtingspatronen doorbreken.”

Ode
Zijn eerste regie bij Het Nationale Toneel ‘Ondertussen in Casablanca’ noemt hij uitdrukkelijk ook een ode aan het ambacht toneelspelen. Maar is in stilte eveneens een eerbetoon aan de in mei overleden acteur, regisseur en theaterdocent Adrian Brine. Want hij kreeg uit diens handen het gewilde boekwerkje ‘Actors about acting’ van Funke & Booth uit 1961 aangereikt. Een klein bijbeltje dat voor De Man als leidraad dient. “Acteurs uit de jaren vijftig, de gouden eeuw van het toneel voor mij, doen daarin een boekje open over hun vak, onder wie Anne Bancroft, Vivien Leigh en Sydney Poitiers.”

Nieuw elan
“Door de fusie tot Het Nationale Theater stroomt hier momenteel veel nieuwe energie,”stelt De Man vast. “Onder collega’s als Eric de Voedt, Cees Debets en bijvoorbeeld Sadettin Kirmiziyüz is de rotsvaste overtuiging gegroeid dat we in staat zijn een nieuwe weg te kunnen inslaan.” Hij verklapt daarbij ter adstructie het plan voor een serie openbare inspiratieavonden onder acteurs en anderen, zoals die ook al in de jaren zeventig opgezet werden in Het Paradijs, de bovenzaal van de Koninklijke Schouwburg. Toen waren het de acteurs Bas ten Batenburg en Broes Hartman die oprichters en drijvende krachten waren. De Man: “De huidige acteurs willen de deuren opengooien en zichzelf laten zien, willen vooral uitzoeken wat theater nog meer is dan alleen repertoire en spelen in grote producties. Hopelijk lukt het om ‘project Paradijs’ jaarlijks te laten terugkomen.”

Vriendschap
Omwille van de nieuw verworven werkkring heeft hij zijn Amsterdamse gezinswoning eraan gegeven, is met vrouw en twee kinderen neergestreken in Duinoord. Den Haag is een stad vol maatschappelijk avontuur, zo heeft hij gemerkt. “Maar net zo goed een stad van eeuwenoude bossen en landgoederen, parken en pleinen, en natuurlijk zee, duin en strand.” Hij is er al flink opuit getrokken om vrienden te maken in de stad, heeft zijn oor gretig en bereidwillig her en der te luisteren gelegd, is lid geworden van de Vrienden van Den Haag en nu aan hun blad verbonden als columnist, heeft onder leiding van een gids stadswandelingen ondernomen en een speech voor de Vrienden van Nationale Toneel & de Koninklijke Schouwburg gehouden. Waarom? “Theatermakers moeten de ivoren toren uit. Ik wil dat mijn buurvrouw komt kijken naar mijn voorstellingen. En ik knoop dus met haar een gesprekje aan.”

‘Ondertussen in Casablanca’ van Het Nationale Toneel & Toneelgroep Oostpool is van dinsdag 10 tot en met zaterdag 14 januari 2017 (première) te zien in Theater aan het Spui. Aldaar ook van vrijdag 17 tot en met zondag 19 februari 2017. Meer informatie: nationaletoneel.nl. Tickets reserveren: (070) 346 52 72.

 

Advertentie

Advocatenshow over racisme en leugens

Het Nationale Toneel speelt Race

Je bent wit. Dus racist. Bewijs het tegendeel maar eens. De wereld kan heerlijk simplistisch zijn. Met Race maakt regisseur Eric de Vroedt zijn debuut als artistiek leider van het Nationale Toneel – en Romana Vrede als zwarte stagiaire.

Het lijstje is lang – en groeit gestaag aan: O.J. Simpson, Ruud Lubbers, Bill Cosby, Johan Derksen, Dominique Strauss-Kahn. In Race van het Nationale Toneel blijft geen steen op de andere. In mij zien heel wat minderheidsgroeperingen zich verenigd,” schatert Romana Vrede de in ontvangst genomen, voor de zekerheid met kerst- in plaats van Sint-papier omwikkelde doos politiek-correcte ‘zoenen’ weg die ze daarnet cadeau kreeg.

Met het hart op de tong: “Allochtoon, lesbisch, alleenstaand, moeder van een gehandicapt, autistisch kind en subsidieslurpende actrice. Feministe. Heb je dat laatste ook?,” vraagt ze op lichtelijk provocerende toon. En vervolgens: “Ík ben de schuld van de economische crisis.” Er is geen ontkomen aan wervelwind Vrede. “Ik hou er van om boven tafel te spreken en schrijven.”

De in 1972 in Suriname geboren, maar op haar vierde naar Nederland gekomen actrice speelt de rol van Susan in Race van het Nationale Toneel. In het stuk loopt ze stage als advocate bij het ‘zwart-witte’ advocatenkantoor Lawson & Brown, gespeeld door respectievelijk Mark Rietman en diens partner Werner Kolf. Daar heeft zo-even de stereotype want puissant rijke, witte Charles Strickland (Hein van der Heijden) zich aangediend. Hij vraagt het kantoor de verdediging te voeren op de volgens hem valse beschuldiging dat hij in een hotel een zwarte vrouw heeft verkracht – en de bewijzen stapelen zich daarbij op. Moeten ze de zaak aannemen? Kan het kantoor dit winnen?

Wegduiken
De rol van Susan is volgens Vrede ‘fair, rauw en gewaagd’. En spookt de hele dag door haar hoofd, veel intenser dan bij eerdere rollen het geval was. “Je wordt met de neus op de feiten gedrukt. Er is geen kans om weg te duiken. Het is erg confronterend voor ons om dit stuk te spelen. We zijn al discussiërend tot wat ‘openbaringen’ gekomen. Voorbeeld? De term ‘blanke’ gebruiken we niet meer, dat begrip drukt te veel onschuld en reinheid uit. We hebben het over ‘wit’ en ‘zwart’. Dat is nu het uitgangspunt voor ons denkframe.”

Of neem de Schoorsteenpieten-discussie. “Het thema heeft zo’n sterke focus nu,” zegt Vrede “dat het voor alle partijen bijna obsessief wordt. Trouwens alles wat je in de discussie over openlijk of ingesleten racisme of seksisme te berde brengt, kan zomaar een onbedoelde uitleg krijgen. Olie op vuur.”

Ondanks eerdere samenwerking met regisseur Eric de Vroedt in de voorstellingenreeks ‘mightysociety’, plaatst de rol haarzelf ook keihard voor een gewetensvraag van een ander type. Vrede: “Waarom mag ik deze rol spelen? Is het typecasting? Word ik hier positief gediscrimineerd? Ik wil geen plaatje zijn,”zo merkt de ex-kooidanseres op. “Wat een lef dat De Vroedt dit stuk als zijn debuutvoorstelling heeft gekozen. Ik zie het echt als meer dan een statement. Hij gaat echt met de billen bloot. Dat belooft wat voor de jaren die komen.”

Cocktail
Race is een stuk over vooroordelen, in uitdagende en soms expliciete en minstens net zo vaak politiek-incorrecte bewoordingen, in 2009 door toneelschrijver, regisseur en filmmaker David Mamet opgeschreven. Het is een verslag van een razendsnelle en vlijmscherpe strijd waarbij schuld, seks, leugens en ras een venijnige cocktail vormen.

“Mamet heeft die benoemd in snedige en geregeld bijtende humor à la Hans Teeuwen of Louis C.K.. Je moet je bij dit stuk wat ongemakkelijk voelen. Misschien ga je straks wel met meer vragen weg dan je gekomen bent.”

Nederland is gezakt op de ‘gelijkheidslijst’ en moet nu Afrikaanse landen als Burundi, Namibië en Zuid-Afrika voor zich dulden. Afrikaanse landen wenden zich af van het Internationaal Strafhof. Mitch Henriquez. Etnisch profileren. Tja. Er is inderdaad nog een lange weg te gaan.

Eric de Vroedt
Eric de Vroedt (1972) maakt met Race zijn debuut als regisseur en artistiek leider van het Nationale Toneel. Per 2018 neemt De Vroedt de functie van artistiek directeur Theu Boermans over. Hij maakte naam met zijn tiendelige project mightysociety, geëngageerd theater over brandende, actuele kwesties. De voorstellingenreeks werd bekroond met diverse prijzen, zoals de Prijs van de Kritiek, de Amsterdamprijs en de Toneelkijkersprijs van Theater aan het Spui.

De laatste jaren werkte De Vroedt als freelance regisseur onder meer bij Toneelgroep Amsterdam en Schauspielhaus Bochum. Van David Mamet regisseerde hij eerder Glengarry Glen Ross.

Over Race: “Ik maak er een show van met visueel spektakel en dubbelzinnige acts, rauw en recht voor zijn raap gespeeld. Dat kan prima want het stuk loopt over van scherp, puntig en doordringend speelmateriaal. Een advocatenshow met visueel spektakel en dubbelzinnige songs. Een ‘mindfuck’.”

Race van het Nationale Toneel gaat zaterdag in première in de Koninklijke Schouwburg. Ook daar van woensdag 16 tot en met zaterdag 19 november en vrijdag 23 tot en met donderdag 29 december 2016.

Zoekplaatje in knellende maskerade

Warmbloedige Haagse familievete in IJS&VIS

Verona is ingeruild voor puur Haagse bodem. Prachtig idee om Romeo & Julia, de Montague versus de Capuletti, om te smeden in een stadslegende met de plaatselijke families Talamini en Simonis als twintigste-eeuwse blikvangers. Maar een prachtplan is niet per se een puike voorstelling. Ontroering blijft uit.

In IJS&VIS is Shakespeares liefdestragedie gemixt met feit en fictie rond twee op en top Haagse ondernemersfamilies, dat hier uitmondt in een verhaal rond Giulieta en Danny, naar het bekende eeuwige maar ‘verboden’ liefdeskoppel. Volgens MES is het een verhaal ‘dat echt bestaan had kunnen hebben’. Bij MES staan denkbeeldig daarom ijslikkers tegenover schollenkoppen, Maar  net zo goed is IJS&VIS als ADO contra Holland Sport, Den Haag tegen Scheveningen. Maar IJS&VIS is ook zand en veen, en allochtoon jegens autochtoon.

MES maakt springlevend, jong toneel; speelt naar eigen zeggen geen ‘dode’ tekststukken uit het wereldrepertoire. De Haagse groep put liever uit persoonlijke ervaringen.

Maar nu dus even niet. Dus: Hoe pak je dan een briljant toneelstuk uit anno 1590 aan, dat echter zo uitgekauwd is dat clichés er als ijs bij dertig graden in straaltjes uit het hoorntje lopen? Hoe blaas je het nieuw leven in?

Het twistgebied is bij MES erg Haags: een leegstaand pand nabij broedplaats MOOOF aan de Binckhorstlaan. Daar, in alle mogelijke hoeken en gaten, spelonken en nissen heeft MES kans gezien het aloude liefdesverhaal van twee elkaar naar het leven staande families uit de doeken te doen. Na de nodige instructies worden we gelanceerd op een gemaskerd bal à la Eyes Wide Shut en La Grande Belleza.

Buitenissig aandoende, filmische beelden, Italiaans vuur .

Vervolgens kijken we in een toer door het gebouw langs verschillende ruimtes, waar uiteenlopende tableaux vivants als kijkdozen aaneen zijn geregen. Dat werkt vervreemdend, temeer omdat je er aldoor met een – soms knellend – masker op de neus rondstruint. Pas aan het einde wordt het warmbloedig, als in de slotdialoog de dromerig-gepassioneerde moeder (Betty Schuurman) van Giulieta het heeft over ‘de fonkelende ijskristallen in haar ogen’. Daarmee bedoelt ze, meer nog dan die van haar dochter, die van zichzelf. De tegenover haar staande noest werker en vader (Jaap Spijkers) van Danny, beschouwt dat als pathetische prietpraat. Maar hij geeft zich uiteindelijk gewonnen – al blijft het koudbloedige begrip ‘efficiëntie’ voor hem de boventoon voeren. Da’s mooi, want in een eerdere scène liet hij zich al even ontvallen: ‘Vis koel je met ijs.’ Uiteindelijk roken ze samen de vredespijp. En laten zo zien dat IJS&VIS verder reikt dan de omlijsting van een aloud liefdesverhaal.

Onderdompelen
MES doet het meer dan vierhonderd jaar oude origineel uiteenspatten, blaast het op, doet het in de versnipperaar, scheurt het aan flarden – en zet het ondertussen naar haar hand, speelt en danst ondertussen wel het hele stuk, en zorgt er ook nog voor dat het allemaal weer netjes landt.

IJS&VIS is niet allereerst teksttoneel, an sich niet puur een dansvoorstelling of muziektheater te noemen. Maar al die ingrediënten zijn wel stuk voor stuk aanwezig. Wat is het dan wel? Het amalgaam heet bij MES immersief (‘immersive’) theater. Daarin kun je je als toekijker volledig onder (laten) dompelen.

Maar MES haalt zoveel overhoop dat het er een beetje diffuus van wordt. Het onderdompelen is gelukt, al had meer invoelbaar pathos op zijn plek geweest. Dat kwam er niet altijd uit. Misschien zijn er wat teveel ‘loops’ en ‘cues’ voor spelers én publiek om lekker te kunnen gaan. Maar dat gaat vast nog verbeteren. Het is op de avond dat ik de voorstelling zag misschien allemaal wat teveel hooi op de vork geweest, want de grootste productie ‘by far’ voor MES. Het is vooral de vorm die verbaast en verrast. Het stuk blijft daardoor wat hangen aan de oppervlakte. Toch: De ingrediënten zijn  in ieder geval voorradig. Wat nu beklijft is: Tikkeltje vreemd, maar wel lekker. Ik verloor in ieder geval ieder tijdsbesef. Al is het wat teveel een zoekplaatje geworden.

IJS&VIS door Firma MES i.s.m. het Nationale Toneel, Korzo producties en Theaterschool Rabarber is tot half oktober te zien. Meer informatie: firmames.nl.

Tikkeltje vreemd, maar wel lekker | Foto: Joris-Jan Bos

Dertig ‘Shakespeares’ op 1 avond

Boermans met het verzamelde werk van William (ingekort)

Het Nationale Toneel brengt in het Shakespearejaar 2016 een hommage aan de grote bard die de wereld met zijn werk al zo’n 400 tot 450 jaar zoveel mooier maakt. Bereid u voor op een lichtelijk anarchistische trip langs ál zijn stukken. Exclusief in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag!

Theu Boermans (o.a. Midzomernachtdroom, Hamlet, Soldaat van Oranje, Midzomernachtdroom) regisseert Het verzamelde werk van William Shakespeare (ingekort). De rollen in de beroemde komische crash course, die al negen jaar in Londen op de planken stond, worden gespeeld door Jappe Claes, Vincent Linthorst en Bram Suijker.

Dertig Shakespeare-stukken op één avond? Onmogelijk!
Theu Boermans: “Toch niet! Natuurlijk is het een rollercoaster en soms wordt het plot er in een minuut doorheen gejaagd, dan wel in een enkele zin beschreven. Belangrijk is dat het werk van Shakespeare in deze voorstelling van zijn doorgaans zwaar klassieke ballast wordt ontdaan en de spannende en herkenbare verhalen toegankelijk worden. Naast schrijver was Shakespeare acteur en regisseur. Hij schreef zijn stukken zowel voor het volk als voor de bovenklasse. In zijn tijd hadden acteurs  bij het spelen de grootste lol. Dat lees je in de stukken. Dat alles moeten we in het theater terug zien te krijgen. Door humor dus. Het startpunt is de lezing van een professor, een optreden dat natuurlijk gierend uit de hand loopt.”

Dat wordt vast geheel avondvullend…
“In ieder geval geen marathon voor het publiek. Je hebt te maken met een spanningsboog die je wilt opbouwen, dat geldt ook voor de drie acteurs. Ik mik op maximaal twee uur zonder pauze. Maar we moeten het nog maken, dus zeker weten doe ik het niet.”

Welke is jouw favoriete ‘Shakespeare’?
“Appels kun je niet met peren vergelijken, zijn werk is niet over één kam te scheren. Ik heb ze als regisseur  noch als acteur trouwens lang niet allemaal ‘gedaan’. Hamlet, De Koopman van Venetie, Midzomernachtdroom, Koning Lear, De Storm: Stuk voor stuk fascineren ze. Het mooie is dat je bij Shakespeare steeds een andere toon, een andere atmosfeer ziet. Bovendien: stel je mij die vraag als acteur of als regisseur? Dat maakt verschil. Het fascinerende van zijn stukken is dat ze als regisseur  een beroep doen op het je hele artistieke en vakmatige vermogens . En het gaat nóg dieper: je kunt als regisseur van zijn stukken  niet zelf buiten schot blijven, je móet , onvermijdelijk, zelf stelling nemen.”

Als je een naam uit de groten van de toneelbibliotheek moet kiezen, wie is dat dan en waarom?
Shakespeare staat bovenaan bij mij. En meteen daarna de Grieken, op de voet gevolgd door Goethe, Schiller, Tsjechov, Strindberg, Ibsen. Waarom? Omdat ze midden in hun eigen tijdsgewricht stonden en op weergaloze wijze eeuwigdurende thema’s wisten te beschrijven. Hamlet, Oresteia, De Meeuw: ze lijken in wat ze beschrijven op elkaar, maar zijn toch uniek in hoe ze de thematiek aansnijden.”

Het verzamelde werk van William Shakespeare (ingekort) door het Nationale Toneel is van vrijdag 30 september tot en met zaterdag 2 oktober 2016, en van 29 november tot en met  zaterdag 3 december 2016 te zien in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: ks.nl en nationaletoneel.nl. Telefonisch tickets reserveren: 0900-3456789.

‘RACE’: Stand-up comedy voor toneelspelers

Nationale Toneel brengt een ‘mindfuck’

Regisseur Eric de Vroedt zet zijn debuut bij het Nationale Toneel kracht bij met RACE, een actuele komedie tussen zwart en wit.  

RACE. Een ronkend stuk over Max Verstappen of Dafne Schippers? “Nou nee”, lacht regisseur Eric de Vroedt een tikkeltje verbaasd. “Maar wel een verbále autorace, een wedstrijd die veel spannender, sneller en scherper is.”

Het debuut van Eric de Vroedt als aantredend artistiek leider in 2018 bij het Nationale Toneel, is RACE (2009) van de Amerikaanse toneel- en scenarioschrijver David Mamet. Het is een vinnige en venijnige komedie over de vernietigende gevolgen van (positieve) discriminatie en vertelt het verhaal van twee gehaaide topadvocaten, de ene zwart (Werner Kolf), de ander wit (Mark Rietman). Zij worden bij de verdediging van een rijke, witte zakenman (Hein van der Heijden) die ervan verdacht wordt een zwart kamermeisje te hebben aangerand, bijgestaan door een zwarte stagiaire in de ‘overdrive stand’ (Romana Vrede).

Dominique Strauss-Kahn! De Vroedt: “Dit stuk is geschreven voordat de affaire rondom de Franse politicus aan het licht kwam. Mamets stuk heeft daardoor een zekere voorspellende waarde gekregen. Maar voor mij gaat dit stuk net zo goed over Zwarte Piet of Sylvana Simons. Zwarte Piet? Ik ben van mening dat hij moet veranderen. Maar ja, ik heb makkelijk praten, ik heb geen kinderen die ik moet uitleggen hoe het zit. Het is vreemd dat hier in Nederland de discussie over racisme pas sinds enkele jaren volop is gaan woeden. Het goede is dát het debat gevoerd wordt, al is het onderwerp te lang gemeden. Opeens blijkt nu dat onder invloed van Zwarte Piet en eerder Geert Wilders de discussie een open zenuw in onze samenleving raakt. In de Verenigde Staten ligt het vraagstuk al meer dan vijftig jaar op tafel, wat je van het debat daar inhoudelijk gezien dan ook mag vinden.”

Zwart-wit
Hoe zwart-wit is deze rechtszaak eigenlijk? “Het origineel speelt zich af op een advocatenkantoor, maar dat is me te schetsmatig. Wel maak ik dankbaar gebruik van juryrechtspraak die in Amerika trouwens een grote maatschappelijke rol speelt.” Klinkt wat zwaar op de hand allemaal.

“Maar RACE wordt geestig!,” antwoordt De Vroedt, die eerder Mamets stuk Glengary Glen Ross regisseerde en de liefst tiendelige reeks Migthy Society tot een enorm theatersucces maakte.
“Ik maak er een stand-up comedyshow voor toneelspelers van, rauw en recht voor zijn raap gespeeld. Dat kan prima wat het stuk loopt over van scherp, puntig en doordringend speelmateriaal. Een comedyshow met visueel spektakel en dubbelzinnige songs. Witte mensen die zwarte muziek spelen en andersom. Vergeet niet dat rassendiscriminatie in het Amerika van de jaren vijftig juist in de muziek een issue was, onder meer bij grootheden als John Coltrane en Miles Davis. Kijk, het debat wordt hier met een grimmig-zware ernst gevoerd, dat vind ik jammer. Ik wil er de nodige humor tegenover stellen.”

De Vroedt noemt Mamets stuk niettemin een ‘mindfuck’. “Je moet als kijker steeds op je hoede zijn. Je wordt meegelokt in een valstrik waar je niet zonder kleerscheuren uit bevrijd raakt.”

RACE door het Nationale Toneel. Landelijke tournee, en van dinsdag 1 tot en met zaterdag 5 november 2016; van woensdag 16 tot en met zaterdag 19 december 2016; en van vrijdag 23 tot en met donderdag 29 december 2016 in de Koninklijke Schouwburg, Den Haag.

Meer informatie en tickets: nationaletoneel.nl. en ks.nl. Telefonisch tickets reserveren: 0900-3456789 (10 cpm).

Vechten om een been

Nationale Toneel brengt familiedrama over geld en geluk

Onverkwikkelijke intriges met oud geld als inzet. Een Amerikaanse familie die over de rug van slaven steenrijk is geworden met een katoenplantage, gaat in The little foxes over lijken. Actrice Antoinette Jelgersma: ‘Géén Primark voor mij!’

Addie. Niet meer dan een bediende; ze is slechts huissloof. ‘Wat?! Verstond ik het goed? ‘Slechts’?!?’, vraagt Antoinette Jelgersma. ‘Nou, schrap dat woordje maar’, zo gaat actrice en winnares van de Colombina 2015 in lichtelijk verbolgen toonaard verder, ‘want daardoor weet zij dus wel álles van de persoonlijke verhoudingen die spelen binnen de Giddens.’
Bij de vermogende maar nietsontziende familie is al haar leven lang in dienst. Jelgersma: ‘Rond haar uitspraak scharniert de hele voorstelling: ‘Er zijn nu eenmaal mensen die de aarde opeten, en mensen die toekijken hoe ze alles opeten’.’
In Huize Giddens worden liefdeloze familieverhoudingen verder op scherp gesteld wanneer de broers van Regina, echtgenote van bankier Horace, hardop denken te ruiken dat ze van een grote investering een fortuin kunnen maken. Voor de ontbrekende cashflow besluiten ze zus Regina (Anniek Pheifer) in te schakelen. Zij wordt geacht het benodigde geldbedrag te ontfutselen aan de doodzieke, volgens Regina onbetrouwbare echtgenoot.

Addie ziet het met lede ogen aan. ‘Want daarmee is het oorlog,’ zet Jelgersma uiteen. Door zijn bruuske dood vallen aan Regina de revenuen van zijn vermogen toe, het geld houdt ze vervolgens voor zichzelf. Eindelijk is ze rijk en vrij. Maar ook volkomen alleen: ze blijft moederziel alleen en emotioneel geruïneerd achter.

The little foxes, bij het Nationale Toneel geregisseerd door Antoine Uitdehaag, is aangekondigd als een broeierig en meeslepend familiedrama over geld en geluk. En Jelgersma neemt daarin de rol van Addie voor haar rekening. ‘Ze heeft een antenne voor onderlinge verhoudingen, en zo haar eigen ideeën over het gedrag van de familieleden,’legt Jelgersma uit. ‘Maar zodra het over zaken gaat kan ze het niet helemaal volgen’. Het belet Addie er niet van om partij te kiezen in de draaikolk van intriges: ‘Ze is sociaal intelligent.’

Hebzucht
Voor Jelgersma is het rond 1940 door de Amerikaanse Lillian Hellman, -what’s in a name- geschreven stuk, vooral een voorstelling over ongecontroleerde hebzucht, over klassenverschil, en over de wereld waarin we op dit moment samenleven. ‘Addie voelt zich als dochter van een slaaf die op de katoenvelden werkte, uitgebuit door het rijken in de zuidelijke Verenigde Staten. Dat ondervindt ze als bediende aan den lijve. Ikzelf heb daarbij meteen de instorting van de kledingfabriek aan de Rana Plaza in Bangladesh op het netvlies, die immorele, monsterlijke, alleen naar winstmaximalisatie strevende kant van de kledingindustrie. En dan word ik ook boos op andere bedrijfstakken en multinationals.’ Voor Jelgersma persoonlijk betekent haar engagement veel aandacht voor arbeidsomstandigheden en ‘Schone Kleren’: ‘Dus géén Primark, en alleen koosjere labels. Bewust omgaan met de omringende wereld: Al toen het stuk werd geschreven was het duidelijk dat de aarde wordt leeggegeten.’ Met haar rol reikt ze nóg een stapje verder. ‘Addie is bij Hellmann zwart, maar in dit stuk is zij een Mexicaanse immigrante. Daardoor wint het stuk aan actualiteit en wordt het ook buiten de vertelde tijd van het Amerika rond het jaar 1900 getrokken.’

Film
‘The little foxes’ is onder de titel ‘Hyena’s’ ook een beroemde zwartwit-film uit1941, negen Oscarnominaties, met een onnavolgbare Bette Davids als Regina. ‘Ik ben ‘m expres niet gaan zien, heb ‘m ook niet wiílen zien’, bekent Jelgersma. ‘Ik wil niet bezwaard worden met beelden, In de eerste plaats wil ik me verbinden met de tekst van het stuk, niet met filminterpretaties of betekenissen die anderen aan de rol of het stuk toekennen. Ik ga m’n eigen weg. Misschien ga ik ‘m na de première eens bekijken.’
Ze wijst op Hellmann. ‘Ze veroverde de eervolle titel ‘Amerika’s meest vooraanstaande vrouwelijke theaterauteur’. Haar reactie was typerend: haar zo betitelen zou discriminerend zijn. Dat is ze ten voeten uit: strijdbaar en feministisch van toon. Dat is ook een element van The little foxes. En ze maakte handig gebruik van haar eigen familiegeschiedenis.’

Hellingbaan
Het strijdperk is een woonkamer, knal oranjekleurige zitbank de blikvanger. De toneelvloer loopt op, als een hellend vlak, een hellingbaan. ‘Symbolisch natuurlijk, maar dat bezorgt mij dezer dagen wel even wat rugpijn. Bijzaak, want door dit decor is het mogelijk tot dichtbij de eerste rij van de zaal te spelen. Lekker dichtbij. Sfeervol, strak en toch intiem.’
De rol van Addie is Jelgersma’s vierde optreden dit seizoen: ‘Best zwaar, zeker. Maar het leuke is dat deze rol de tegenpool te zien geeft van mij vorige rol, in De revisor. Die afwisseling houdt je op de been’.

Het Nationale Toneel speelt The little foxes in de Koninklijke Schouwburg tot en met zondag 17 april; donderdag 28 april tot en met zondag 1 mei; dinsdag 17 tot en met zaterdag 21 mei; en dinsdag 7 tot en met zaterdag 11 juni. Meer informatie op nationaletoneel.nl en ks.nl. Telefonisch tickets reserveren: 0900-3456789.

 

Dik voor mekaar

Nationale Toneel pakt uit met ‘De revisor’

VW, jazeker. Maar ook de harde schijf van de mens zelf zit vol sjoemelsoftware. “De mens is een geboren sjoemelaar. Het sjoemelen zit ons in de genen”. Hoe dik is eigenlijk het laagje boter op úw hoofd?

‘We’ staan op de elfde plaats. Neen, niet op de meest actuele FIFA-ranglijst maar volgens de laatste ‘Corruption perception index’, landen met de minste corruptie. Is dat een goede score? Tja. Heeft u onwillekeurig ooit inkomsten voor de fiscus verzwegen? Een flesje wijn aangenomen misschien? Knijpt u wel eens een oogje dicht? Of heeft u weleens iets door de vingers gezien?

Uit onderzoek blijkt dat we steeds strenger worden tegen frauderende bestuurders: waar iemand vroeger mee wegkwam is datzelfde nu onacceptabel. Boodschappen doen met de dienstauto, dat is nu volstrekt ondenkbaar.

Diefstal, fraude, stiekem lekken van informatie, corruptie, steekpenningen, gegevensmisbruik, spionage, misstanden en onregelmatigheden. Diezelfde FIFA kan er wat van. Sportbonden sowieso. En wat te denken van Berlusconi? Of dichter bij huis: de Vastgoedfraude, de Lockheed-affaire, bonnetjesaffaires, het declareren van flessen wijn à 127 euro? Of neem ‘een’ El Rey, alias de onderkoning van Limburg. Het handjeklap van laatstgenoemde is trouwens nog niet gerechtelijk bewezen.

De Oekraïense grootmeester Nikolaj Gogol (1809-1852, o.a. Dode Zielen, De Neus) smeedde in de autocratische tsarentijd de hierboven genoemde basisbestanddelen voor vuile handen samen tot een meesterlijk en kostelijk toneelstuk: De revisor. In zijn scherpzinnige komedie ontvangt een dorpsburgemeester het bericht van de komst van een revisor, een incognito inspecteur. De man zou zelfs al in de stad zijn gesignaleerd. Al ziende blind raken de machtsdragers en hun slippendragers vervolgens van de regen in de drup. Met een vermeende revisor als overwinnaar.

De première van De revisor in 1836 bracht grote opschudding teweeg in St. Petersburg. Hoewel de tsaar zijn tanden bloot lachte, zijn handen regelmatig stuk klapte en de burgerij ermee wegliep, noemden reactionaire critici het stuk algauw een platte klucht en een onsmakelijke, amorele karikatuur, waarin als klap op de vuurpijl ook niet eens een positieve held te ontdekken viel . De hetze maakte Gogol, die een tijdje als ambtenaar werkte en dus het wereldje van binnenuit had leren kennen, letterlijk ziek, en verdween daarop voor jaren van het toneel, naar het buitenland, zoals dat in die tijd trouwens sowieso bon ton was.

Vergoelijken
Voor het eerst sinds 1980 zet het Nationale Toneel – toen nog onder de vlag van voorganger Haagse Comedie – zijn tanden in Gogols meesterwerk. Destijds waren het Kees Coolen als burgemeester en Jules Royaards als vermeende revisor, die in de huid kropen van Gogols geesteskinderen, met Pierre Laroche als regisseur. Bij het Nationale Toneel waagt Theu Boermans (ANNE, Soldaat van Oranje, Midzomernachtdroom) zich nu, anno 2015 aan de 1001 inventieve manieren die Gogols dorpsgenoten erop nahouden om wantoestanden breed lachend toe te dekken en gemelijk te vergoelijken, de stad naar eigen inzicht op te schonen en daarbij zichzelf en elkaar met genoegen hartelijkheden toestoppend.

Boermans maakt zelf een nieuwe bewerking van De revisor. Hij situeert het naar eigen zeggen in een ‘middenstadje in Nederland, ergens aan de landsgrens’. “Een plaatsje ver weg van Randstedelijke bemoeienis”, licht Boermans toe, “waar ondanks drugstoerisme en de mogelijke komst van asielcentra de bestuurlijke elite het er prima voor elkaar heeft. Links en rechts schuift elkaar baantjes en cadeaus toe”. “Totdat een circulaire bij de burgemeester op de mat ploft: een undercoverinspecteur uit Den Haag op komst! Of erger: Brussel!”

In de vertrouwde regisseurshanden van Boermans wordt daarmee de lokale politiek in Nederland tot het veelzeggende decor van De revisor. Toch is hij niet uit op een rol als moraalridder, zegt hij zelf. Voor de geboren Venlonaar is het stuk vooraleerst een actuele komedie over hebzucht en ijdelheid. “Noem het alsjeblieft geen pamflet of moraliteitenspel of zoiets. De revisor is en blijft wat mij betreft een zedenschets, precies zoals Gogol het bedoeld heeft: een staalkaart die aaneenhangt van kleinmenselijke onvermogens die aan de kaak worden gesteld. Over wat krom is recht praten, zogezegd”. Dat zegt ook wat over het mensbeeld van Boermans zelf. “Klopt. De mens is een geboren sjoemelaar, het zit ons in de genen.”

Hoewel de hoogwaardigheidsbekleders in het stadje het ‘voor elkaar’ hebben, vertrouwt niemand de ander. “Als iederéén corrupt is”,analyseert Boermans,”juist dan moet je waakzaam zijn, er altijd voor zorgen dat een netelige kwestie niet op je eigen bordje belandt”.

Hij maakt een gewaagde vergelijking met religie, met het katholicisme dat hij als Limburger zo goed kent: “Het is slim om God erbij te halen. Want iedereen weet al te goed dat hij zich wel eens ergens aan bezondigt. De mens is zwak. En dan kan God het voor je oplossen”.

Slapstick
Een van de hinderpalen voor een krachtige enscenering zit ‘m mogelijk in het soms opzichtige kluchtigheidsgehalte dat de overhand kan krijgen in Gogols satire. Zo ging André van Duin los in de film De Boezemvriend. En Danny Kaye in The Inspector General. “Als je al in de eerste akte de acteurs vol gas laat spelen, dan kun je daar naderhand niet meer overheen. Je moet dus goed gedoseerd laten spelen”.

Het toneelstuk De revisor was indertijd – en nog altijd – veelzeggend over het menselijk handelen zodra geld de overhand krijgt. Afgunst. Bij de buren is het altijd beter. Niemand blijft uiteindelijk buiten schot. “De mens is een sjoemelaar. Dat zit ‘m in de genen”. En hijzelf: “Bij het Nationale Toneel is de macht verdeeld. Malversaties krijgen hier geen kans. We handelen naar de cultural governance. Verder ben ikzelf vrij slordig, eerlijk gezegd, en op dat vlak ronduit vergeetachtig. Regelmatig krijg ik hier dan ook de vraag gesteld of ik niet toch wat te declareren heb”.

Kader bij Theu Boermans:
Artistiek directeur bij het Nationale Toneel, Theu Boermans, is de regisseur van De revisor. Hij heeft het bij tijd en wijle ronduit kluchtige stuk al jaren in het vizier, vooraan op zijn boekenplank staan. “Geweldig taalgebruik en een nog altijd voortdurende geldigheid wat de inhoud betreft”.

Boermans speelde in 1973 bij het Publiekstheater toen regisseur Jan Grossman het daar bracht, toen met Lou Landré en Max Croiset in de legendarische hoofdrollen van burgemeester en revisor”. Bij het Nationale Toneel worden die rollen gespeeld door respectievelijk Stefan de Walle en Joris Smit. De revisor is voor het Haagse gezelschap het ‘pièce de résistance’ van dit seizoen: zowat het hele ensemble maakt acte de présence.

De revisor van het Nationale Toneel is in de Koninklijke Schouwburg te zien van dinsdag 12 tot en met zondag 31 januari 2016.

Citaten uit De revisor:
“Wij nemen geen smeergeld aan. Dat is beleid. Toch?”
De burgemeester (Stefan de Walle)

“Hoeveel staat er eigenlijk op fraude met subsidiegeld?”
De vermeende revisor (Joris Smit)

 

Tandeloze tijgers

Nationale Toneel met ‘De gouden draak’

De hoofdingrediënten? Een menselijke snijtand. Een kom soep. En een geval van dikke keukenpech. Een inkijkje op de werkvloer van wereldkeuken De gouden draak.

Is het leed dat veel illegalen treft in de pijnmomenten van u en mij te vergelijken met een op het nippertje gemiste bus of de continue strijd tegen een hardnekkig computervirus? Of niet naar de tandarts durven, want door de eigen bijdrage misschien te duur. Dan wel omdat het systeem van zorgvergoedingen een zoekplaatje is geworden. Maar wát als je geeneens een zorgverzekering kunt, nee: mág afsluiten?

Spitsuur in Thais-Viëtnamees-Chinees restaurant De gouden draak. Terwijl een jonge Chinese drommel het in de keuken uitkermt van de pijn moet de ongenadige doch doeltreffende waterpomptang soelaas bieden. Operatie geslaagd. Maar patiënt overleden. Door een wonderlijke reis vliegt en vliegt de getrokken rechter snijtand door de lucht en komt daarna eerst in een wok en vervolgens in een kom Thaise kippensoep terecht. Nummer Zes, met kokosmelk, Thaise gember, tomaten, champignons citroengras en citroenblaadjes (pittig). En uitgerekend deze nummer Zes wordt direct opgediend, en wel aan twee stewardessen die er net een intercontinentale vlucht naar Chili op hebben zitten. Ondertussen. De bewoners van de flats boven het wokrestaurant zijn onbekend met wat zich in de keuken afspeelt. En weten ook niets van het leven van hun buren, al komen ze er op gezette tijden allemaal wel eens. Geleidelijk wordt het mogelijk in te zoomen op deze microkosmos, en rijst in alle eenvoud een schokkend beeld op.

De Duitse toneelschrijver Roland Schimmelpfenning schreef met Der goldene drache in 2008 het volgens onze oosterburen ‘stuk van het jaar’. In bitterkomische, fragmentarisch opgebouwde scènedeeltjes en soms hardop uitgesproken regieaanwijzingen schetst hij een nacht van mislukte dromen en tranen rond complexe kwesties als globalisering, uitbuiting en illegale immigratie, zonder daarbij te vervallen of te vervelen in sociale kitsch – vederlicht opgedist als was het een film; speels en toch ook poëtisch.

Welbewust onspeelbaar: 41 scènes, 18 (dubbel)rollen, vijf acteurs. Het lijkt slapstick – en dat ís De gouden draak bij tijd en wijle ook. Maar een allereerste, vermeend en broos GTST-vernislaagje craqueleert al snel in de wetenschap dat de jongen om wie het voornamelijk draait in De gouden draak ‘een illegaal’ is, – voor zover een mens tenminste ‘illegaal’ kán zijn. Tandartsbezoek zat er voor hem als ‘ongedocumenteerde’ niet in.

In De gouden draak knallen werelden frontaal op elkaar, krijgt de problematiek van oost west, noord zuid, hoog laag, en man vrouw een verontrustend maar menselijk formaat. ‘n Actueel gegeven in tijden van onbeheersbaar lijkende vluchtelingenvraagstukken en meer.

Ondertussen is Anniek Pheiffer in topvorm, zoals er over de gehele linie goed en met zichtbaar spelplezier wordt geacteerd. Daardoor krijgen de personages van alledag, mensen zonder applaus, een gezicht. En dat alles in een regie (van Casper Vandeputte) die én gloedvol én zeer communicatief is, ook door het opdissen van de parabel rond krekel en mier.

En die tand? Die belandt via de Thaise soep in de mond van een van de stewardessen. Ze neemt hem mee naar huis, sabbelt er wat op, om uiteindelijk in een rivier te belanden. Ondertussen drijft ook de keukenjongen daar ergens. En dat is al met een verstrekkend beeld. Korte pauze. Verstrekkend.

Nationale Toneel: De gouden draak. Nog te zien in Theater aan het Spui van maandag 23 t/m woensdag 25 november 2015. Meer informatie: nationaletoneel.nl.

 

Tankstation voor dorstige zielen

2015-2016: Nationale Toneel in stad en land

“We zijn de oudste én de eerste toneelgroep van het land, en willen ons meer wortelen in Den Haag. Ook gaan we het begrip ‘nationale’ sterker laden”, verklaart Theu Boermans.

In de brochure van het Nationale Toneel openen Boermans (artistiek directeur) en Walter Ligthart (zakelijk directeur) gezamenlijk het op stapel staande seizoen: ‘Een theater moet een tankstation voor dorstige zielen zijn’. Aan de telefoon preciseert Boermans: “Een theater moet een oord van reflectie zijn. Zoals de gelovige ziel naar de kerk, kan de moderne met dilemma’s worstelende mens in het theater op zoek gaan naar de zin van het bestaan”.
Aan zingeving bij het Nationale Toneel dit jaar überhaupt geen gebrek, want het gezelschap spant over al haar optredens en activiteiten een prikkelende vraag als een mottogevend cellofaantje: Wie betaalt de prijs voor ons geluk? Boermans: “Die vraag komt in iedere voorstelling die we uitbrengen terug, de kloof tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots’, of het nu gaat over inkomen, kennis of achtergrond. Actueel én zeer relevant, een weerslag van het politieke gewricht natuurlijk. We leven in een tijd waarin een veelheid aan migranten de voorspoed van de westerse wereld zoekt, terwijl zich in datzelfde Westen ondertussen allerhande aardverschuivingen voordoen”. Maar de vraagstelling is volgens Boermans ook dichtbij te ontwaren. “In onszelf, en in intermenselijke relaties. Voorbeeld? Neem Solness, over de val van de gelijknamige architect. Hij streeft zijn eigen geluk na ten koste van anderen. Of The Little Foxes, waarin een familie door de belofte van economisch geluk uit elkaar valt”.

Boermans, die na dit seizoen Eric de Vroedt verwelkomt als vaste regisseur en later het stokje van hem overneemt, kenschetst het komende seizoen als ‘inhoudelijk’ en ‘krachtig’. “Voorstellingen die hun kracht bewezen hebben, wisselen we af met spannende nieuwe producties waarin gevestigd en nieuw talent aan de bak komt, in de regie maar ook op het podium.”

Het gezelschap opent met Solness, in de regie die Boermans eind vorig seizoen van Ibsens meesterwerk maakte. De gevierde bouwmeester Solness ziet in Hilde een zielsverwante, het gigantische leeftijdsverschil ten spijt. “Hij heeft gebouwd aan zijn eigen illusie maar voelt dat hij een opkomende generatie in de weg zit”. Met Mark Rietman en de jonge Anna van Raadsveld in de hoofdrollen is dit toneel in een pure vorm. Van Boermans is ook de reprise van Shakespeares Midzomernachtdroom, een letterlijk bedwelmend spektakelstuk over de strijd tussen man en vrouw, waarmee Boermans zijn artistieke leiderschap bij het Nationale Toneel in 2011 luister bij zette. “Spektakelstuk?”, kaatst Boermans op vragende toon terug. “Het toneelbeeld is inderdaad spectaculair, maar die de kijker in een droom brengt. Spektakel dus omwille van de dienstbaarheid aan het stuk, aan het spel. Ik houd niet effecten”, licht hij toe. Midzomernachtdroom wordt gespeeld met zowat alle sterren uit het ensemble, met een absolute glansrol voor Pierre Bokma, die opnieuw tijdelijk kon worden gecontracteerd. “Sleutelen? Ach, als je opnieuw gaat monteren zie je altijd wel een schroefje dat los is gaan zitten, dat moet je dan opnieuw even aandraaien”, aldus de regisseur van wie bekend is dat hij graag ‘op de oren’ regisseert.

Revisor
Van Boermans hand is ook De revisor. Kunnen wij zelf de verleiding weerstaan als ons de kans geboden wordt, zo vraagt de Russische schrijver Gogol zich af. Zijn meesterwerk is een komedie over corruptie. In een provinciestadje waar smeergeld goed rondgaat, ontvangt de burgemeester het bericht dat een overheidsinspecteur onderweg is gestuurd naar zijn stad. De man wordt opgespoord en in de watten gelegd. Hij is echter een nietsvermoedende reiziger, die zich aan het eind van het liedje met zakken vol geld uit de voeten weet te maken: de bedriegers bedrogen. Griekenland versus Europa, de bankencrisis, de staat van de politiek? “Ik zie eerder verwijzingen naar machtsverhoudingen in de binnenlandse politiek. Want ook hier zijn er nog altijd politici, provincies en gemeenten die niet juist met de regels weten om te gaan, geen schuld zien in, bijvoorbeeld, het gunnen van bouwprojecten in ruil voor een verbouwinkje aan huis”. Heeft hij zelf altijd de verleiding weerstaan, schone handen? “Volgens mij wel, mijn belasting heb ik altijd keurig betaald”, lacht de Limburger van geboorte.

Het motto van het Nationale Toneel komt ook tot uiting in de stukken die regisseur Casper Vandeputte gaat maken. Hij volgt tot het einde van het aanstaande seizoen een vierjarig coachingstraject voor talentvolle theatermakers. In zijn regie van de tragikomedie De Gouden Draak spelen vijf acteurs (o.a. Antoinette Jelgersma, Anniek Pheiffer, Pieter van der Sman) achttien personages die een scherp licht werpen op het leven van illegalen in Europa en op de (neven)effecten van globalisering. Zijn Fit to fly is een monoloog voor Vincent Linthorst, waarbij Vandeputte samenwerkt met onderzoeksjournalist Karel Smout van De Correspondent. Centraal staat een uitgeprocedeerde asielzoeker die zich in brand heeft gestoken, terwijl een uur later het nieuwe jaar wordt ingeluid.

Zonder meer opvallend is Mariken. Daarin werkt het Nationale Toneel samen met het Haagse gezelschap Opera2Day. Hannah Hoekstra speelt in deze nieuwe opera van Calliope Tsoupaki te midden van een uitgelezen keur aan musici van Asko|Schönberg, Tetraktys Ensemble en Capella Amsterdam, de Nijmeegse dienstmaagd die zeven jaren met de duivel verkeerde. Ook is er een samenwerking met Toneelschuur Producties in De Zender met Stefan de Walle als nieuwslezer voor wie ontslag dreigt, maar daar een draai aan weet te geven door zelfmoord op tv aan te kondigen.

En dat is nog lang niet alles. Zo loopt in Amsterdam de coproductie ANNE, naar de dagboeken van Anne Frank, nog een tijdje door; er staan vele educatieve programma’s en discussieavonden met Babel op stapel. “En vergeet NTjong niet”, roept Boermans zijn jeugdtheatergezelschap in herinnering. Gevoegd bij de vele reisvoorstellingen door het land is het Nationale Toneel flink uit de kluiten gewassen: “We zijn niet alleen het oudste maar ook het eerste gezelschap van Nederland. We hechten aan een sterk makersklimaat en in de stad en beginnen we Urban Stories, een meerjarig project als een stadsbiografie”.

nationaletoneel.nl

 

Haagse theaters verder als Het Nationale Theater

De Koninklijke Schouwburg, het Nationale Toneel en Theater aan het Spui gaan vanaf 1 juli 2016 samen verder als Het Nationale Theater. De drie organisaties maakten deze week hun fusieplannen bekend.

Er  ontstaat een organisatie met ruwweg 140 arbeidsplaatsen en een omzet van zo’n 16 miljoen euro, waarvan op dit moment 12 miljoen uit subsidies van Rijk en gemeente afkomstig is. Het Nationale Theater krijgt een driehoofdige directie met Walter Ligthart (Nationale Toneel) als voorzitter en zakelijk directeur, Cees Debets (Theater aan het Spui) gaat de betrokken zes (!) zalen programmeren, terwijl Theu Boermans het repertoire van de eigen producties gaat bepalen. Boermans wordt in september 2018  opgevolgd door Eric de Vroedt. NTjong verhuist mee en Noël Fischer blijft aan als artistiek leider van het succesvolle jeugdtheatergezelschap.

Met Het Nationale Theater komt het maken en het presenteren van theatervoorstellingen in één hand en ontstaat volgens Ligthart en Debets een krachtige organisatie die, beter dan nu, in staat is een breed, divers en ‘nieuw’ publiek te bereiken in de stad Den Haag én in het land. Debets: “Meer mensen laten meedoen, dat is ons streven. In het belang van de stad moeten onze podia in Den Haag steviger voor het voetlicht komen”. Ligthart: “De ambitie is om een toonaangevende nationale culturele instelling te bouwen die stevig verankerd is in Den Haag, maar ook het grootste reisgezelschap is van Nederland”. De drie theaterorganisaties worden daartoe de komende tijd in elkaar gevlochten. Volgens Lighthart en Debets vallen daarbij geen gedwongen ontslagen, arbeidsplaatsen blijven behouden.

Het Nationale Theater zal zich vooral richten op toneel, maar ook andere theatergenres komen aan bod. Wel, zo zegt het tweetal, wil Het Nationale Theater meer samenhang in de programmering aanbrengen, die reikt “van grootschalige en spectaculaire voorstellingen tot actuele stadsdebatten, van educatieprogramma’s tot marketing, en van talentontwikkeling tot topproducties. Al die onderdelen zijn voortaan een gezamenlijke verantwoordelijkheid”.

Op korte termijn zal het publiek weinig merken van de op til zijnde veranderingen, menen Ligthart en Debets. Begin december 2015 zullen de eerste schetsen van de invulling van het programma, de organisatiestructuur en de naamgeving gepresenteerd worden. Maar pas in het seizoen 2017-2018 zullen de eerste zichtbare vruchten publiek zijn. “We gaan eerst de ideeën voor het komende Kunstenplan 2017-2020 uitwerken”zegt Debets. ”Dat is geen leeg schriftje hoor, maar er is natuurlijk een relatie met de subsidie die ons straks wordt verleend”. Voorts behouden de zalen de eigen signatuur en uitstraling. “Wel gaan we straks meer op thema’s programmeren, mensen proberen een andere dynamiek in de theaters te laten ervaren. Dat kan makkelijker door in een enkele organisatie samen te werken”. Ook beoogt het drietal podiumkunstinstellingen een kwaliteitsslag in de organisatie tot stand te brengen. Ligthart: “Straks zijn we nog beter in staat toptalenten aan ons te binden”.

Met Het Nationale Theater beschikt Den Haag binnenkort over een tweede grote podiumkunstinstelling. Samen met het Dans- en Muziekcentrum immers, de ‘paraplu’ die het Residentie Orkest en het Nederlands Dans Theater verbindt in het Zuiderstrandtheater en die het vanaf 2019 het Onderwijs- en CultuurComplex aan het Spui met vier theater- en muziekzalen gaat bespelen, lijkt Den Haag de komende jaren van een hoogwaardig theateraanbod verzekerd.