Jeroen De Man maakt ‘Ondertussen in Casablanca’
Terwijl een wereldberoemd acteursechtpaar een interview geeft over het vak, dendert de werkelijkheid knalhard binnen. ‘De wereld staat in brand – en wij spelen toneel!’
‘Soms word je wakker en denk je: ‘Vanavond ga ik echt ontzéttend goed spelen.’ En, geen idee hoe, dat gebeurt dan niet. Een andere keer voel je je echt belabberd en misselijk,’ zo legt Jeroen De Man wereldster Alfred Lohman in de mond, ‘algehele malaise. En dan vindt een of andere chemische reactie plaats en ben je briljant. Wat dat dan is, weet ik niet. Je merkt het vooral met komedie.’
Pal voor de avondvoorstelling, een succesvolle herneming, voert gevierd interviewster (Anniek Pheifer) een vraaggesprek met een à la George en Martha bekend acteursechtpaar. Het zijn Lynne Fonteyne (Jacqueline Blom) en Alfred Lohmann (Hans Dagelet). Interviewster: ‘Er zijn geen kleine rollen, alleen kleine acteurs’. Ze vraagt het duo in de authenticiteit van de kleedkamer van de Amsterdamse schouwburg het hemd van het lijf. Tot opeens de actualiteit knetterhard op de deur bonst. Bij regisseur Jeroen De Man bestaat die uit ‘ondertussen’-scènes die zich afspelen in uiteenlopende werelddelen en die het drietal onontkoombaar met de neus op de feiten drukken. Vertwijfeling slaat toe: ‘De wereld brandt – en wij spelen toneel!’
Vakmanschap versus wereldnieuws. “Een interessante tegenstelling”, zegt De Man. “Het overkomt iedereen, in welke beroepsgroep dan ook, dat je zo goed of kwaad het gaat je werk doet, maar dan bij een kopje thee het gevoel je bekruipt dat er wezenlijker, fundamenteler zaken te doen staan in het leven.”
De Man (36) stond zelf als acteur veelvuldig op de toneelvloer, onder meer bij acteurscollectief De Warme Winkel, dus hij kan erover meepraten. Al heeft hij dan voorlopig het acteursjasje uitgedaan want voor de komende vier jaar is hij toegetreden tot het ensemble van Het Nationale Theater, als zijnde regietalent, zoals eerder Susanne Kennedy en Casper Vandeputte er een ‘ontwikkeltraject’ hebben doorlopen.
Pijnbestrijding
‘Ondertussen in Casablanca’ is volgens hem boven alles een ‘komische tragedie’ en ‘een portret van de hedendaagse, ploeterende mens in tijden van narigheid’. Het glas is bij De Man uiteindelijk eerder halfvol dan half leeg.”Ik ben niet negatief gestemd over de nabije toekomst. We weten dat er met zeven miljard mensen een voedselprobleem op ons afstevent en dat er te weinig zoet water voor iedereen is. Het leven wordt straks echt een survival. We moeten stilaan wel iets dóen.”
Hoe hijzelf de pijn van de wereld bestrijdt? Die vraag stemt hem in het repetitielokaal prompt tot enig denkwerk: “Door hard na te denken. We moeten niet alles meteen willen framen. Aan de andere kant: daar is misschien helemaal geen tijd meer voor. Toch moeten we in het theater het lef hebben de tijd even stil te zetten, verwarring durven stichten, bezoekers niet de kans geven onderuitgezakt in een stoel te gaan zitten, maar juist een actieve houding laten innemen en verwachtingspatronen doorbreken.”
Ode
Zijn eerste regie bij Het Nationale Toneel ‘Ondertussen in Casablanca’ noemt hij uitdrukkelijk ook een ode aan het ambacht toneelspelen. Maar is in stilte eveneens een eerbetoon aan de in mei overleden acteur, regisseur en theaterdocent Adrian Brine. Want hij kreeg uit diens handen het gewilde boekwerkje ‘Actors about acting’ van Funke & Booth uit 1961 aangereikt. Een klein bijbeltje dat voor De Man als leidraad dient. “Acteurs uit de jaren vijftig, de gouden eeuw van het toneel voor mij, doen daarin een boekje open over hun vak, onder wie Anne Bancroft, Vivien Leigh en Sydney Poitiers.”
Nieuw elan
“Door de fusie tot Het Nationale Theater stroomt hier momenteel veel nieuwe energie,”stelt De Man vast. “Onder collega’s als Eric de Voedt, Cees Debets en bijvoorbeeld Sadettin Kirmiziyüz is de rotsvaste overtuiging gegroeid dat we in staat zijn een nieuwe weg te kunnen inslaan.” Hij verklapt daarbij ter adstructie het plan voor een serie openbare inspiratieavonden onder acteurs en anderen, zoals die ook al in de jaren zeventig opgezet werden in Het Paradijs, de bovenzaal van de Koninklijke Schouwburg. Toen waren het de acteurs Bas ten Batenburg en Broes Hartman die oprichters en drijvende krachten waren. De Man: “De huidige acteurs willen de deuren opengooien en zichzelf laten zien, willen vooral uitzoeken wat theater nog meer is dan alleen repertoire en spelen in grote producties. Hopelijk lukt het om ‘project Paradijs’ jaarlijks te laten terugkomen.”
Vriendschap
Omwille van de nieuw verworven werkkring heeft hij zijn Amsterdamse gezinswoning eraan gegeven, is met vrouw en twee kinderen neergestreken in Duinoord. Den Haag is een stad vol maatschappelijk avontuur, zo heeft hij gemerkt. “Maar net zo goed een stad van eeuwenoude bossen en landgoederen, parken en pleinen, en natuurlijk zee, duin en strand.” Hij is er al flink opuit getrokken om vrienden te maken in de stad, heeft zijn oor gretig en bereidwillig her en der te luisteren gelegd, is lid geworden van de Vrienden van Den Haag en nu aan hun blad verbonden als columnist, heeft onder leiding van een gids stadswandelingen ondernomen en een speech voor de Vrienden van Nationale Toneel & de Koninklijke Schouwburg gehouden. Waarom? “Theatermakers moeten de ivoren toren uit. Ik wil dat mijn buurvrouw komt kijken naar mijn voorstellingen. En ik knoop dus met haar een gesprekje aan.”
‘Ondertussen in Casablanca’ van Het Nationale Toneel & Toneelgroep Oostpool is van dinsdag 10 tot en met zaterdag 14 januari 2017 (première) te zien in Theater aan het Spui. Aldaar ook van vrijdag 17 tot en met zondag 19 februari 2017. Meer informatie: nationaletoneel.nl. Tickets reserveren: (070) 346 52 72.