Terug naar de essentie van toneel

Rick Paul van Mulligen speelt ‘U bent mijn moeder’

Hij zou nu, ‘as we speak’, in de avonduren in de reprise van ‘The Nation’ op de planken hebben gestaan en overdag repeteren aan de voorstelling ‘Rebecca West’. Maar dat is nu ingeruild voor ‘U bent mijn moeder’, uit de reeks ‘Het Nationale Theater speelt altijd’.

‘Hoe oud ben je?’ vraagt ze. ‘Ik ben 44, moeder,’ zegt de zoon. ‘Hoe oud ben ík dan?’ ‘Wat denk je?,’ zegt hij. ‘Nou, veertig, dertig,’ zegt ze met broze stem. Dan maakt de zoon teder een einde aan deze illusie en vertelt haar dat ze tachtig is. Ze lijkt te schrikken: ‘Ben ik táchtig?’

Geen gepsychologeer, geen meewarigheid, geen pleidooi. ‘U bent mijn moeder’ is een dialoog-voor-één-acteur, weergaloos en schijnbaar moeiteloos opgetekend, in 1983, door Joop Admiraal (1937-2006), een van de ‘grands hommes’ van het Nederlandse toneel. Hij maakte het bekroonde kleinood voor Het Werkteater, in 1983.

Nadien werd het ook verfilmd. Naar waarheid geboekstaafd want het gaat hier om persoonlijke gesprekken met zijn eigen moeder, die in verregaande staat van dementie haar laatste levensdagen in een Delfts verpleeghuis sleet.

Rick Paul van Mulligen speelt Admiraals toneeltekst in de ‘corona-reeks’ die ‘Het Nationale Theater speelt altijd’ is gedoopt. Het bovenstaande tekstfragment is een van de ‘meest roerende passages’ van het stuk, vindt hij: “Opeens breekt dan bij haar het besef en de ontroering door dat ze iemand heeft, dat ze niet alleen op de wereld is. Een moment later is ze dat allang weer vergeten.”

Samen met regisseur Noël Fischer van HNTjong doet hij een poging het stuk ‘tijdloos te maken’. “Het stamt uit begin jaren tachtig en ademt soms wel heel erg die tijd. Dus zijn er hier en daar wat kleine tekstaanpassingen, verwijzend naar de coronatijd,” legt hij uit.

“Zo sluimeren in onze versie op de achtergrond actuele vraagstukken rond de bezoekersregelingen die verpleeghuizen kregen opgelegd.” Vertwijfeling klinkt in zijn stem door als hij zegt: “Wat hebben ouderen eraan in ‘lockdown’ te zitten terwijl er voor hen nog maar weinig tijd te leven over is?”

Het stuk staat hem dan ook nabij. “Mijn oma die tien jaar geleden is overleden, leed aan dementie. Ze verbleef in een zorginstelling.” Het besef dat het geheugen je in de steek laat en het leven uit de handen lijkt te glippen, dat lijkt hem een afschuwelijke gewaarwording en misschien meer nog dat je in een later stadium niet eens het geringste besef meer hebt van wat ook.

“Het is niet een levenseinde om naar uit te kijken nee, zo verdrietig. Zo vaak het kan ging hij bij oma op bezoek. Het enige dat ik nog kon bijdragen ter verbetering van de situatie waarin ze verkeerde, was het bieden van een moment van geluk of blijdschap.”

Van Mulligen zag voor het eerst iets van ‘U bent mijn moeder’ toen de filmversie te zien was tijdens een tv-reeks ‘Zomergasten’ allang geleden. “Ik was meteen erg onder de indruk door de ontroering die eruit naar voren kwam. Maar ook doordat Admiraal zijn eigen moeder speelde en de rol van een vrouw zo serieus benaderde. Je ziet dat hij oprecht en zonder effectbejag een poging deed om in contact te komen met zijn moeder.”

Het decor blijft rudimentair, zoals steeds het geval is in de voorstellingenreeks ‘HNT speelt altijd’. “We houden het heel simpel. Stoeltje, kleding, tafeltje. Terug naar de essentie van toneel. Voordeel is daarbij dat het eventueel ook elders dan makkelijk te spelen is.” De enige twijfel die er nu nog is, gaat over het gebruik van muziek. “In de verfilming klinkt bijvoorbeeld het liedje ‘Mama’ van Heintje Simons. Dat doet gedateerd aan. Maar muziek heeft op dementie-patiënten vaak een therapeutische uitwerking, zo is gebleken uit onderzoek. We onderzoeken daarom nog of en welke muziek we gaan gebruiken.”

Na maandenlang thuiszitten heeft hij nu veel zin om weer de planken op te gaan, al kan dat nog maar voor maximaal dertig bezoekers. “Maar na 1 juli mogen dat er honderd zijn – al vergroot dat de afstand tot het publiek, want in de Koninklijke Schouwburg moeten dan de balkons open. Anders kun je geen anderhalve meter afstand aanhouden.” Het is een heel ander gevoel om zo te spelen, weet hij, ‘dat merkte ik al tijdens een preview’. “Voor het publiek is het ook best lastig, omdat je maar weinig mensen om je heen hebt. Een lach werkt dan minder aanstekelijk. Maar ik ben wát blij dat we weer wat kunnen doen.”

‘Het Nationale Theater speelt altijd’ met Rick Paul van Mulligen in ‘U bent mijn moeder’, woensdag 24 t/m zaterdag 27 juni 2020; ook op vrijdag 17 en zaterdag 18 juli 2020, 12.30 uur. Meer informatie: www.hnt.nl

 

Advertentie

Een verenpak voor iedereen

Mini-compendium voor succesvol Paradebezoek

Op één enkele dag kun je er uitersten beleven. Van ontroering, verrassing, verdriet en geluk tot verliefdheid, ontrouw en verleiding. Zie dat maar eens te weerstaan, te doorstaan of soms: te verstouwen. De Parade is ‘back in town’.

Zweven is leven. Zegt De Parade. Stadsparken worden omgetoverd tot pittoreske culturele dorpjes. Je kunt er op goed geluk al lummelend of huppelend de spiegeltenten langs, bij avond of bij dag. Je kunt ook van tevoren een blokkenschema opstellen met de optredens en theatervoorstellingen die je per se niet wilt missen en de kaartjes vooraf ‘thuisprinten’. Al heb je in dat geval wellicht drie festivaldagen nodig, want het programma verschilt van dag tot dag.

Hoe dan ook: rosénippend, bierslempend of de keel smerend met eerlijk water: het is er goed toeven, ook al zou het regenen. En omdat er heel wat hippe eettentjes het festivalterrein omringen.

Op de kermis van de Parade vind je artiesten, noem ze kermisklanten. Ze zijn op doorreis, van Rotterdam via Den Haag naar Utrecht en eindpunt Amsterdam. In Den Haag is het Westbroekpark de vaste pleisterplaats. Net als voorgaande jaren onder het leiderschap van directeur/programmeur Nicole van Vessum voeren theater en muziek de boventoon in een mix van oud & vertrouwd en jong & veelbelovend. Ook is er weer een Kinderparade. Den Haag Centraal trok de teenslippers aan en doet verslag van enkele do’s en don’ts van dit jaar.

Theater
Fluisterstil hoeven de optredens op de Parade allang niet meer te zijn want de tijdslots zijn zó verdeeld dat de programma’s in belendende tenten afgelopen zijn of pas een uur later weer van start gaan. Ook is er niet veel geluidhinder van de parademakers die hun koopwaar aanprijzen of van de attracties elders op het terrein. Dat is trouwens minder belangrijk geworden, want puur teksttoneel zie je er niet of nauwelijks, op de Parade gaat theater hand in hand met een knipoog en met het nodige aan muziek.

Zoals in ‘Paradijsvogel’ van vaste Parade-klant Toneelgroep Oostpool, een aanrader. De theatertrip van gevleugelde vriend Rick Paul van Mulligen, geregisseerd door Alex Klaasen, geeft een kruising te zien: Freddy Mercury meets Wim Sonneveld. Volgens hem zijn er twee soorten paradijsvogels: monogame en polygame. De monogame is grijs van kleur, die vliegt toch niet meer uit. De polygame is uitbundig gekleurd want die moet van zijn genen steeds opnieuw scoren.

Maar Van Mulligen rekent buiten de waard want hij vergeet zichzelf: een hitsige, kleurrijke ondersoort. Hij poetst zijn veren op en etaleert ze in al hun pracht en praal aan ons, grijze muizen. In een gelikte retestrakke lokroep kietelt hij, beledigt hij met vuige genoegens, spuit hij vunzigheden gezellig in het rond, spuit hij wellustige woordenbraaksels en bijna-literaire spermatozoa in het rond, en spuwt hij vuur als ware hij een sissende krater. De glimpen van kwetsbaarheid die daar tijdens zijn spreekbeurt doorheen craqueleren maken hem nog mooier. De exuberantie is omlijst met live muziek van Jan en Keez Groenteman. Van die twee zijn ook de aanlokkelijke liedjes die Van Mulligen met veel gevoel voor show en pathos zingt. Een performance om van te watertanden. Dat vermoeden bestond al wel bij bezoekers van de voorstelling De zender van Het Nationale Toneel, waar hij vorig jaar immers flink huishield.

Bijna diametraal daartegenover staat ‘Sombersongs’ van Mugmetdegoudentand / De Tolhuistuin, al tappen ook zij uit het vaatje van theater met muziek. Zingend actrice Meral Polat heeft er een ontmoeting met de Amerikaanse Baby Dee. Hoe somber wil je het hebben, hoe somber kan het worden, met die aanprijzing word je de voorstelling ingelokt. Dee woont sinds een aantal jaren in Zeeland. Eerst dacht ze daar ongegeneerd hard te gaan musiceren, maar het liep anders. “Het is hier zo lekker rustig dat ik ben gestild.’ Op een goed liedje kun je drijven, vindt ze, en bewerkte daarom haar rauwe en heftige nummers tot ballades. Songs die volgens Dee pas gaan vliegen als zangeres Meral Polat ze zingt. Samen bezingen ze in hun muzikale ontmoeting ‘the belonging in a world where dark is allowed’, met Dee die beurtelings begeleidt op harp en accordeon – en ten slotte ook zelf zingt. Prachtige songs, al even prachtig gezongen door Polat – ik werd er in ieder geval goed somber van.

Maar het is niet alleen sombermans gemoed dat de klok slaat: er klinkt hoop door omdat aan het einde de dag zich theatraal laat aankondigen. De ravissante verschijning van Polat, die al eens door het land toerde met het muziekprogramma Meral’s Harem, doet de rest. Doen dus, al bestaat er enig risico op nachtschade.

Op papier veelbelovend, maar niet met eigen ogen gezien: Theater Utrecht met ‘Als je in Brabant een begrafenis plant tijdens carnaval komt er niemand’. Jan Rot en Edda Barends blazen de fameuze voorstelling uit 1982 van Joop Admiraal over zijn demente moeder nieuw leven in: ‘U bent mijn moeder’. Verder is de Theatertroep present met ‘Vaudeville’, een smeuïge ‘potpourri van smerige, grensoverschrijdende en schadelijke scènes voor iedereen’. Ten slotte kun je geheel en al mee De Afgrond in, want het zestigjarige (!) Roodkapje zaak gaat maken van haar opgelopen trauma.

Dans
Een ‘niet doen’ is iET & Davide Bellotta in samenwerking met Conny Janssen Danst. Onder voortdurend ijle gitaarklanken en het net zo ijle stemgeluid van multi-instrumentalist, vocalist en songwriter iET maakte choreograaf en filmmaker Bellotta een voorstelling rond iET’s album Clarity.

Wat we op de Parade te zien krijgen is een plichtmatig aandoend duet dat de loodzware muziek geen meerwaarde verschaft. Zelfs met de videobeelden erbij lukt het niet om zogezegd een snaar te raken, en vooral geen gevoelige. Mocht je toch dans willen zien, probeer dan eens op goed geluk de dansinstallatie ‘OK Future’ van Connor & Lucy.

Muziek
Op muziekgebied gaat de aandacht dit jaar vooral uit naar Ellen ten Damme. Ze bezingt in ‘Je veux l’amour’ het Franse chanson in velerlei toonaarden. Ze laat het genre naar hartenlust herleven. Haar optreden in de Reizende Schouwburg wisselt ze af met eigen nummers. Een ‘do’, want podiumdier-bij-uitstek Ten Damme is als altijd bekoorlijk en attractief, zeker nu ze na ‘Berlijn’ haar rolkoffer vol Franse melancholie heeft gestopt.

Buiten Ten Damme zijn er Alex Klaasen & Henry van Loon featuring De Groentebroers, die voor het laatst met H.E.A.R. hun opwachting op de Parade maken. En niet te vergeten: ‘The Chet Baker Room’ met Marijn Brouwers, Hermine Deurloo, Anne Soldaat en Reyer Zwart. Mooie jazzklassiekers ingebed in een eerbetoon aan de zingende jazztrompettist die dertig jaar geleden uit een hotelraam in Amsterdam kukelde en daarbij het leven liet.

De Haagse connectie
Zaal 4 is op de Parade het verlengstuk van Zaal 3, op zichzelf een loot aan de boom van Het Nationale Theater. Daar fileren De Poezieboys (Joep Hendrikx en Jos Nargy) de dichter Brodsky, nadat ze vorig jaar Ginsbergs werk al eens afgraasden. Ze vieren hun haat-liefdeverhouding tot hem – en al doende tot elkaar.

In Zaal 4 ook Niko, de band die is geformeerd rond Nik van den Berg. Daar wordt energiek met rockmuziek gesmeten in een performance voor volwassenen en apart eentje voor de Kinderparade. Met daarin de nu al onsterfelijke ballade Mayonaise.

Zaal 4 is ook het domicilie van Loek & Yela die in ‘The very tired girl’ bekende maar doodvermoeide vrouwen aan het einde van een dag portretteren. Een bijzonder project is ‘Echte Matties’ van Studio Vrijgewillig, een initiatief van Den Haag Doet en Het Nationale Theater. De voorstelling laat zien hoe mensen met verschillende achtergronden elkaar inspireren. Mooi maat(jes)werk.

Haags is ook De Stimulerende Samenstelling in de MINItwee, gesitueerd rond de Theatertoren. De welhaast overkokende Djuna Couvée geeft in ‘100  ̐C’ in welgeteld tien minuten survivaltips: hoe te handelen bij paniekaanvallen.

Samen met Yannick van de Velde speelt Ton van Kalmthout de voorstelling ‘Wachstumsschmerzen’. Het duo, bekend van de populaire televisieserie ‘Rundfunk‘, gebruikt de voorstellingen van een half uur ter voorbereiding op hun avondvullende programma.

Parademuseum
Vorig jaar lanceerde de Parade het Parademuseum. Beeldende kunst in optima forma. Was toen het Nederlands Fotomuseum aan zet met een installatie rond Ed van der Elsken, nu is dat museum De Fundatie, dat er met de video-installatie ‘Shades of Silence’ een schep bovenop doet.

Maakster Elise van der Linden, talent van het jaar, laat er vier video-animaties zien, waarvan er een speciaal is gemaakt voor de Parade. Groei, verval en eeuwigheid. Je dwaalt er door haar wereld van eindeloze landschappen en architecturale scheppingen. Een reis door een imaginaire wereld. Fascinerend. Doen!

Faits divers
Nieuw is ‘Carcheologie’, een monument voor de (embryonale) staat en het wezen van de automobiel in een heuse graansilo.

In ‘Boekentherapie’ van Literaire Salon Parade kunnen boekenliefhebbers hun hart ophalen. Bekende schrijvers vertellen over de heilzame werking van de letteren.

Kees en Eddie zijn natuurlijk weer present, dit jaar met Rogier aan hun zijde. Tot besluit zijn er, als ieder jaar, weer de vertrouwde vaste acts die houvast bieden als je het even niet meer weet: de Silent Disco of de Levende Jukebox bijvoorbeeld.

Mocht dat alles niet baten, dan kun je je nog altijd tipsy en wel onderdompelen bij de Haute Friture, Hotmamahot, Soul Food of Wild van Wild. Op de Parade kun je het buikje weldadig vullen, weer of geen weer.