Anderhalvemetertheater als symbolische handreiking

Het Nationale Theater heropent op 1 juni (12.00 uur)

Theaters, bioscopen, filmtheaters en musea mogen weer. Joehoe, al is het nog altijd corona vóór en corona ná. ‘We missen jullie’, heet de win-back strategie. Het Nationale Theater (HNT) maakt van de nood een deugd: in een klap twaalf nieuwe voorstellingen erbij.

“We mogen vanaf 1 juni voor 30 man weer voorstellingen laten zien. Daar maken wij een mooi programma voor,” zegt marketingmedewerker Ilja Kievit van Het Nationale Theater, “waar we super trots op zijn. Bezoekers gaan een historische theateravond beleven, aangepast op deze tijd en bijzonder.”

Online zingen, spelen of dansen zonder enig weerklinkend applaus, dat hoeft niet langer. Het dak kan eraf, bij wijze van spreken dan, want wordt het aangemerkt als ‘evenement’. En is zingen levensgevaarlijk. Kapsalons, masseurs, nagelstudio’s – die gingen de sector qua ‘vitaliteit’ weliswaar vóór.

Theater als bedreigde diersoort. Het theatrale gebaar is, tot nader order, beperkt tot een (mis)entourage van maximaal 30, en na 1 juli tot 100 bezoekers per zaal. Voelt als: privétheater, aanwezigheid van personeel trouwens niet meegerekend en op voorwaarde dat er lokaal geen ‘veenbranden’ oplaaien, anders wordt alles mogelijk teruggeschroefd.

HNT is niettemin blij met de geboden opening, want: ‘Om juist nú over de toekomst te fantaseren, de afgelopen weken te beschouwen en zo het heden te begrijpen. Om juist nú verhalen te delen die troosten en aan het lachen maken,’ vermeldt de site van het gezelschap.

De nieuwe voorstellingen gaan volgens HNT ‘radicaal’ terug naar het wezen van het toneel: geen indrukwekkende decors en technische hoogstandjes, maar ‘drijvend op de kracht van de ontmoeting tussen publiek en een handjevol acteurs’.

Uur U
Het Haagse toneelgezelschap trapt op het Nieuwe uur U, maandag 1 juni, 12.00 uur, af met een nieuwe reeks die het ‘Het Nationale Theater speelt altijd’ heeft gedoopt, een programma van ‘korte, wendbare voorstellingen’ dat in ieder geval tot de wintertijd een aantal van eerder aangekondigde eigen producties vervangt en waarmee het na de zomer ook door het land trekt. In het openingsprogramma, eigenlijk een vitrine, zullen fragmenten (‘previews’) te zien zijn van die nieuwe producties.

Vanwege de beperkte bezoekerscapaciteit is in ieder geval de openingsmiddag ook via een ‘livestream’ online bij te wonen. Kievit: “We geven we een voorproefje van de vier teksten die als eerste op het programma staan. De acteur leest de tekst, of delen daaruit, de regisseur geeft een toelichting. Daarna praten we door met het publiek. Op woensdag, vrijdag en zaterdag wordt de preview voorafgegaan door een nieuwe tekst ‘Liefdesverklaring’.”

Programma
Op het nieuwe programma prijken klassiekers van onder meer Samuel Beckett (‘Krapps laatste band’) en Harold Pinter (‘Een soort Alaska’, met Yela de Koning en Mark Rietman; ‘Precies en Persconferentie’ , in wisselende samenstelling, waaronder Joris Smit en Emmanuel Ohene Boafo. Joeri Vos schrijft een ‘spinoff’ die is geënt op de eerder uitgebrachte HNT-productie ‘De wereld volgens John’ voor vaste HNT-acteurs Betty Schuurman, Hein van der Heijden en Joris Smit. Regisseur Eric de Vroedt maakt met acteurs Hein van der Heijden en Yela de Koning een project dat is geïnspireerd op sterfgevallen aan covid-19. Daarnaast zijn twee bestaande voorstellingen opnieuw te zien: ‘Language’ van Vanja Rukavina en ‘DOPE’ van Sadettin Kirmiziyüz. Vanaf de laatste week van juni wordt alles twee keer per dag gespeeld, in een matinee- en een avondeditie, vier dagen per week.

Er wordt gepeeld op alle drie de HNT-locaties: Koninklijke Schouwburg, Theater aan het Spui en Zaal 3 tot en met 18 juli. Kievit: “Na de zomer ontwikkelt het programma zich door: sommige stukken ontwikkelen we door tot volwaardige voorstellingen, titels verdwijnen, nieuwe titels komen erbij. Zo bouwen we een flexibele reeks korte en lange stukken om ons door de corona-crisis heen te spelen.

De vraag is ondertussen wat er zonder deze noodsprong dan wel gouden greep later, in september en de rest van het theaterseizoen, over zou zijn gebleven van de reguliere programmering. Sinds medio maart zijn immers geen nieuw producties uitgebracht, waar dan ook. Bovendien moeten producties die eerder dan medio maart wel het levenslicht hebben gezien, opnieuw gerepeteerd of ingestudeerd. In die zin is de ‘escape’ van Het Nationale Theater een huzarenstukje en weet het als vrijwel enige theaterinstelling in het land een volwaardig vervangend programma te bouwen met ‘Het Nationale Theater speelt altijd’.

Nog niet geheel duidelijk is wanneer welke productie waar speelt. Wel is duidelijk dat er hoe dan ook altíjd wordt gespeeld; bij ziekte van een acteur wordt een andere titel gespeeld.

Het Nationale Theater, ‘Het Nationale Theater speelt altijd’. Meer informatie: http://www.hnt.nl/speeltaltijd

Advertentie

‘Toneel is en blijft hoofdmoot’

550 voorstellingen bij Het Nationale Theater in 2018-2019

Bij Het Nationale Theater zijn tot nu toe zo’n 550 voorstellingen geboekt, en zijn de theaterzalen 325 dagen geopend. Alles bij elkaar zijn er 187.000 stoelen te verkopen.

Verwacht er cabaret, familievoorstellingen en jeugdtheater;  er klinkt geregeld (pop)muziek en muziektheater, bij tijd en wijle is er moderne dans, allerhande festivals strijken er neer, en nu en dan zijn er ook ‘theatercolleges’. Met drie programmeurs en drie programmamakers in dienst, vijf zalen van groot tot klein en nog eens drie incidenteel in te zetten zalen tot de beschikking, is HNT van vele markten thuis.“Toch,” zegt programmeur Marijtje Pronk van Het Nationale Theater (HNT) “is toneel de hoofdmoot bij ons. Dat maakt 60 tot 65 procent van ons aanbod uit.” HNT als oord van het woord? Pronk: “Ja, het woord voert bij ons de boventoon.”

De bandbreedte is dus enorm, kan eigenlijk ook niet anders gezien de zalen waar HNT de scepter zwaait: twee in de Koninklijke Schouwburg en twee in Theater aan het Spui. En met Zaal 3 aan het De Constant Rebecqueplein is er dan nog een theaterzaal voor jong talent. Nog afgezien van de goed geoutilleerde repetitiestudio’s waar soms voorstellingen plaatsvinden.

Van vlakke vloer  tot vertrouwd lijsttoneel: de ideale zaal heeft HNT steeds voorradig, ongeacht maker, theatergroep of voorstellingsgenre. Programmeur Miel van Teijlingen: “Leidraad in de programmering is naast de eigen producties die we uitbrengen ook een aantal terugkerende festivals en de voorstellingen van theatergezelschappen die we van nabij volgen. Dat samen vormt het hart van ons programma. We letten daarbij graag op actuele sociaal-maatschappelijke thema’s,” zegt Miel van Teijlingen, die bij HNT met name de vlakkevloerzalen van Theater aan het Spui programmeert. “Maar nog belangrijker is de vraag voor wie je programmeert. Het publiek staat voorop.”

Bij HNT, stadsgezelschap en stadstheater in een en dezelfde hand, zijn in 2018-2019 alle toonaangevende toneelgezelschappen en -makers te gast. Van de grote, landelijk opererende toneelgezelschappen en vrije producenten tot uiteenlopende middelgrote en kleine initiatieven. “Wunderbaum”,  zegt Van Teijlingen, “echt een van mijn favorieten. Het collectief legt de maatschappij onder een vergrootglas en weet daar lichtvoetige theatervormen voor te vinden. Op sluwe wijze verrassen die, leiden er soms toe dat je je mening over het vraagstukken dat ze aandragen nogal eens zult bijstellen.” Dit seizoen komen ze langs met ‘De geschiedenis van mijn stijfheid’, een zoektocht naar wat de Nederlandse identiteit is. Hij houdt van de voorstellingen van performance-collectief Urland en kijkt uit naar de talenten-tak van De Warme Winkel met ‘De halve Ring’. “Trouwens” zegt Marijtje Pronk, “De Warme winkel komt ook langs in de KS, met ‘Gesualdo’, een samenwerking met het Nederlands Kamerkoor. Van Teijlingen breekt ondertussen een lans voor theatermaker Lies Pauwels. “Zij maakt een voorstelling met zeven psychisch kwetsbare jongeren, drie ‘fashion models’ en … een priester.”

Marijtje Pronk programmeert met name de KS-zalen. Ze tipt ‘Scènes uit een huwelijk’ van Internationaal Theater Amsterdam, opvolger van Toneelgroep Amsterdam. “Het publiek verplaatst zich per scène. Hierdoor maakt regisseur Ivo van Hove verleden, heden en toekomst van een liefdespaar tastbaar. Ook ‘Driving Miss Daisy’ heeft bij voorbaat haar hart gestolen. “Over een bijzondere vriendschap in de zuidelijke staten van Amerika  tussen de oudere weduwe Miss Daisy, gespeeld door Anne Wil Blankers, en haar chauffeur.”

Benieuwd is ze naar ‘King Lear’ van Toneelgroep Maastricht, “Shakespeare gespeeld door onder anderen Huub Stapel, Porgy Franssen en Wilfried de Jong.”
Van ‘Laatste paar dagen’ heeft ze al een eerste schets gezien. Esther Scheldwacht en Kees Hulst delen het podium in deze vertelling over een man op leeftijd die op de intensive care van een ziekenhuis belandt. “Esther schrijft na de monologen ‘De Sunshine Show’, ‘Op een Mooie Pinksterdag’ en ‘Helga Maria Baumgarten’ voor het eerst een dialoog.” Daria Bukvić tekent voor de regie. En dan is er ook nog ‘Vasalis. Altijd vandaag’ met Bram van der Vlugt en Nettie Blanken, zegt Pronk.

Ook in de bovenzaal van de KS, Het Paradijs, is er geregeld toptoneel, vertelt Pronk. “Jeroen De Man, vaste regisseur bij HNT, wilde graag dat onze acteurs elkaar ook buiten werktijd zien. Hij heeft toen ‘Studio Paradijs’ bedacht, een soort ‘De vloer op’. Iedere eerste maandag van de maand, alles in een informele setting.  “Het publiek kan na afloop vragen stellen,” zegt Pronk.

Iets nieuws: ‘De Alles Komt Goed Zondagmiddag Show’ met Peter Heerschop. Heerschop belooft van december tot en met medio mei met regelmaat ‘een zondagse vertaling van seks, drugs en rock ’n roll in geloof, hoop en liefde’ in de foyer van Theater aan het Spui.
Nog zo’n speciaal programma zijn de ‘… is HOT’ -avonden. Daarin legt HNT een koppeling met de staat van de dag en de eigen producties.

Naast toneel is ook strooigoed in de vorm van cabaret (onder anderen Tim Fransen, Youp, Freek, Brigitte Kaandorp, Claudia de Brey, Arjen Lubach en Rayen Panday), muziek en liedjesprogramma’s (Ellen ten Damme, Spinvis, Janne Schra, Raymond van het Groenewoud, Di-rect en Herman van Veen).

Voor jeugd en familie zijn er festival ‘De Betovering’ (najaar), een serie met theaterschool Rabarber en een ‘Monstermania’ met Meneer Monster (rond kerst) en ‘Lentekriebels’ (voorjaar). Ten slotte is HNT festival-spot. Voor Today’s Art, dat er terugkeert Afrovibes, Dag in de Branding, Crossing Border, Winternachten en uitlopers van CaDance.

Maar eerst is er de aftrap. In beginmaand september zijn er, net als vorige seizoen, topvoorstellingen bij elkaar gebracht, soms uit eigen vat, zoals ‘Boedlink’ (NTjong, 14+) en ‘The Nation’. Ook hebben de YoungGangsters in september een vast plekje in de buitenruimte van het Spuiplein veroverd. Dit jaar komen ze met ‘Disasterlicious’. Van Teijlingen: “Zij hebben een heel vette, spectaculaire en Amerikaanse, actiefilm-achtige stijl.”

hnt.nl

Stad en land ondersteboven zetten

Het Nationale Theater zoekt ‘best of both worlds’

Ze doen iets volslagen nieuws, in theatraal Den Haag – en daarom moet en gaat het roer er zeker zes maal om. Inspireren, daar draait het om. Cees Debets en Eric de Vroedt, twee mannen die de inhoud graag voorop stellen, leggen het graag uit.

Het Nationale Toneel, NTjong, de Koninklijke Schouwburg en Theater aan het Spui zijn bij elkaar op schoot gekropen. In andere woorden: Een van Nederlands grootste en gezichtsbepalende toneelgezelschappen met daarin heel wat kloeke acteursnamen, dat Den Haag en het land tot in alle hoeken en gaten bespeelt, is nu in één organisatie samengebracht met een van de mooiste schouwburgzalen die het land rijk is, plus daaromheen ook nog eens een aantal fijne vlakkevloerzalen. Gooi dat alles in een hoge hoed bij elkaar en zie: we noemen haar Het Nationale Theater! Het resultaat moet een ‘verdubbelaar’ worden, zoiets als een en een drie kan zijn. Iedereen van 2 tot 80 kan er terecht, van maker tot bezoeker.

Op een manier die uniek is in de vaderlandse theatergeschiedenis werden in de aanloop tot Het Nationale Theater uiteenlopende barrières geslecht, want theater en gezelschap bijeengevoegd. ‘Ontschotten’ noemt Debets het. Maar waarom moest dat eigenlijk? ‘Zovéél redenen,’ zegt Cees Debets, directeur programmering. ‘We kunnen nu veel dichter op de polsslag van de tijd en op de actualiteit programmeren, en we kunnen dat in perspectief doen en zo samenhang creëren.’

Hij ziet nog een voordeel: ‘Er zijn veel nieuwe mensen hier in huis gekomen, dat zet deuren en ramen open. We willen een ontmoetingsplein zijn dat midden in de samenleving staat, een rotonde waar je zelf bepaalt welke afslag je neemt. We willen inspireren en voeden. Maar wel met steeds ‘het woord’ dat centraal staat. Dat gaat van cabaret, toneel en jeugdtheater tot theatercolleges, discussieavondjes en debatten. Zo hadden we in november rond de voorstelling RACE het programma … is HOT. Met sprekers, ‘scènes des vaderlands’, een fragment uit die voorstelling, stand-up comedy en muziek door onze fonkelnieuw geformeerde huisband; en alles in een losse sfeer. Zulke … is HOT-avonden komen er meer, want er moet meer reuring komen. Op maandag 20 februari is de tweede HOT-avond, Idealisme is HOT, rond de verkiezingen.’

Oud én nieuw
We kunnen nu, zegt hij, veel sneller schakelen ‘want we hebben zelf alle mogelijke koppelstukken in huis, van jong talent tot de top. We kunnen zo nodig meteen aan de slag.’ Voorbeeld dan maar? ‘Actrice Romana Vrede speelde in RACE van Eric de Vroedt.
Zij maakte vorig jaar zelf de indringende voorstelling  Who’s afraid of Charlie Stevens over haar autistische zoon. Die voorstelling is hernomen. Dat kan nu dus probleemloos.’ Nóg een winstpunt: ‘Bij iedere voorstelling zoeken we steeds de zaal die er het beste bij past, of dat nou een van de beschikbare acht (!) zalen ‘binnenshuis’ is, dan wel een locatie elders in de stad of in het land. Maar, zo geeft Debets een voorlopige winstwaarschuwing af, ‘de veranderingen zijn niet van de ene dag op de andere zichtbaar’. Voor de vele vaste bezoekers blijft gelukkig sowieso veel bij het oude, haast hij zich te zeggen. Want: ‘Ook Jochem Myjer staat volgend seizoen als vanouds in de Koninklijke Schouwburg, hoor.’

De stad centraal
Eric de Vroedt, nu artistiek directeur en later opvolger van Theu Boermans als directeur producties, ziet Den Haag als een stad die overloopt van drama en tegenstellingen: ‘Van Binnenhof en Paleis Noordeinde tot Schilderswijk en Laak, en van zand tot veen’. In zijn nieuwe voorstellingenreeks The Nation verwerkt hij de indrukken die hij opdeed uit de stad, momenten en situaties die bij hem opborrelen of frapperen, en bereid tot een liefst zesdelige theaterserie die zich de komende maanden voltrekt. Een hedendaags epos, dat volgens hem ‘niet zachtzinnig’ wordt, en wel wat weg heeft van de tiendelige theaterserie mightysociety die hij in het verleden maakte: ‘Geëngageerd toneel, maar dan niet-cynisch. En het wordt ook een ‘whodunnit’. Zo houdt hij de spanning erin.

Dat brengt De Vroedt op de nu al illustere ‘strategische tafel’ van Het Nationale Theater. Daar worden alle programmavoorstellen in gezamenlijkheid tegen het licht gehouden. ‘Vroeger ging het vooral om voorstellingen in- of verkopen,’licht De Vroedt toe, ‘maar wij, Het Nationale Theater, zijn veeleer op zoek naar ‘programma’s’, naar concepten. Waarmee we verder pogen te reiken dan een op zichzelfstaand avondje toneel alleen.’

Al zijn en blijven die er natuurlijk ook. Zo brengt NTjong in maart Lord of the Flies uit. ‘Daarvan kun je zonder omwegen van genieten, maar er zijn ook uiteenlopende educatieve projecten omheen bedacht. Of neem Jeanne d’Arc. Daarmee kiezen we ervoor om met onze poten middenin de geloofsrichtingenstrijd te staan die de wereld van vandaag de dag splijt. Die voorstelling kun je ‘los’ zien, maar we presenteren er ook een heel randprogramma omheen, met als centrale vraag: Hoe ver ben jij bereid te gaan?

Ten slotte is er Ondertussen in Casablanca van regisseur Jeroen De Man. ‘Daarin wordt een gevierd acteursechtpaar over hun vak geïnterviewd, terwijl de nietsontziende werkelijkheid-van-alledag aan hun poorten rammelt.

Vuurdoop
Met RACE heeft De Vroedt als regisseur inmiddels zijn vuurdoop in Den Haag beleefd. The Nation is zijn volgende project. Hij ging er als volslagen nieuwkomer voor woelen onder tal van maatschappelijke organisaties in de hofstad, van voedselbank tot Des Indes, en van bewonersorganisaties tot boksschool. Net als Debets is De Vroedt overtuigd van de winst die van de kernfusie uitgaat. ‘De ene medewerker heeft er een gezelschap bij, de ander een ‘huis’. De deurtjes staan open en dat zorgt bij ons meteen al voor een sterke impuls.’

Meer weten? Kijk op nationaletoneel.nl, ntjong.nl, ks.nl en theateraanhetspui.nl.

 

‘Verder kijken dan neus lang is’

2015-2016: Theater aan het Spui opent met ‘best of’

Toneel vindt hij na dertig jaar in het metier nog altijd ‘ongelóóflijk leuk’. En hij maakt graag deel uit van de dynamiek van de stad. Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui.

Niet eens zo lang geleden, het afgelopen seizoen nog, gebeurde het. Aan de bar in de foyer van Theater aan het Spui stond actrice Manja Topper uit te hijgen van haar rol als Lady slash Courtney Love in Macbain, een voorstelling waarin het leven van rocklegende Kurt Cobain werd gemixt met dat van Shakespeares Macbeth. Een bezoekende scholiere wendde zich tot Topper. Of zij en haar medescholieren haar even konden spreken over de voorstelling. Zeker wel, was het antwoord van Topper. ‘Maar kennen jullie Macbeth’, vroeg Topper daaropvolgend. ‘Jawel hoor, dat stuk hebben we laatst zelf gespeeld’.

Cees Debets wil maar zeggen. Hij is trots dat jongeren de weg naar zijn vlakkevloertheater steeds beter weten te vinden. “Dit is het publiek van de toekomst”. Debets reikt verder dan de doorsnee meet & greet. “Tuurlijk kunnen ze hier met Nasrdin Dchar, bekend van Shouf Shouf en Rabat, op de foto. Maar het is wél zo leuk als er een inhoudelijk gesprek tot stand komt. Acteurs vertellen me meer dan eens dat zo’n gesprek stof tot nadenken heeft gegeven”. Hij treedt volwassenen trouwens net zo tegemoet. Zijn Dans- en Toneelkijkers, heavy users, zien vijftien voorstellingen en schrijven recensies. “De mening van de kijkers is belangrijk voor de gezelschappen. Maar ook voor ons, want het is goed je vaste publiek te kennen. En het is de basis voor onze jaarlijkse Publieksprijs, een van de weinige in Nederland”. Die prijs werd in juni gewonnen door Kunsthart van Mugmetdegoudentand. De winnende voorstelling prijkt in oktober opnieuw op het programma van Theater aan het Spui.

De maand daarvoor, september, opent het vlakkevloertheater met een maand lang ‘the best of the season before’. Amuses, noemt Debets het. “Waarvan de kwaliteit onbetwist is, voorstellingen die het afgelopen seizoen de toets der kritiek hebben doorstaan. Met prijswinnende acteurs en voorstellingen zoals die van Marjolein van Heemstra, Fahd Lahrzaoui en onze meervoudige Spui-Publiekswinnaar Jakop Alhlbom”. Met diens voorstelling Horror koestert Debets speciale plannen. “Ik ben van plan alle Toneelkijkers uit te dagen om iemand uit hun omgeving mee te nemen die nooit eerder in Theater aan het Spui is geweest. Die persoon mag er dan voor niks in”. De openingsmaand is zo een uitstalkast vol snoepgoed en bovendien een graadmeter voor wat verderop in het seizoen aan het Spui op stapel staat. Debets: “Want we presenteren ook de nieuwe voorstellingen van al die prijswinnaars van het vorige seizoen”.

Kruispunt
Breed. Dat is het enkelvoudige woord dat de programmering van Theater aan het Spui samenvat. Van erkende festivallocatie (Writer’s Unlimited, Holland Dance Festival en Movies that Matter) tot kindertoverplein voor jeugdtheater en familievoorstellingen (Festival De Betovering, en een zuigelingenconcert, voor baby’s tussen 5 en 15 maanden); van rotonde voor moderne dans (Nederlands Dans Theater is er kind aan huis) tot huis voor muziektheater en toneel. En Debets is graag ook letterlijk de spreekstalmeester voor nieuwe Haagse theatermakers, waaronder Firma MES en Sytze Schalk. Bijvoorbeeld.

Nu dan toch namen zijn gevallen: Hij gaat dus drie keer Toneelgroep Amsterdam ontvangen. “Uitroepteken!”, zegt Debets. “Halina Reijn in La Voix Humaine. Claus’ Een Bruid in de Morgen, geregisseerd door talent Maren Bjørseth. En Song From Far Away van Ivo van Hove. Op toneelgebied werkt Theater aan het Spui trouwens samen met de Koninklijke Schouwburg: “Een voorstelling moet daar te zien zijn, waar die het best tot zijn recht komt”. Waarvan acte, want een van de rode draden in zijn programmering is een aantal voorstellingen met en rond de wonderbaarlijke duizendpoot Josse de Pauw, auteur, acteur, regisseur en wat al niet meer. Een van die programma’s is te zien in de Koninklijke Schouwburg.
En dan Eric de Vroedt, medio 2016 aantredend artistiek directeur van het Nationale Toneel. Hij situeert bij Oostpool in Fresh Young Gods bankiers aan de rand van een tropisch zwembad terwijl een project van Shell in de Rotterdamse haven dreigt te ontsporen. En natuurlijk is het Nationale Toneel weer te gast. Met twee voorstellingen van regisseur Casper Vandeputte. “Als geen ander weet hij de tijdgeest te vatten”.

Actueel
Verder kijken dan je neus lang is. Het zou Debets’ in tegelwijsheid vervatte waarheid kunnen zijn. Hij wil graag actuele thema’s aan elkaar knopen. Identiteit & migratie, dat zijn volgens hem de vraagstukken van deze tijd. “Terwijl wij, Europeanen, waar dan ook naartoe kunnen, zijn velen daarbuiten daartoe niet in de gelegenheid. Ik kijk ernaar uit om pogingen tot een antwoord daarop te kunnen zien op het toneel, bijvoorbeeld door Wunderbaum”. De Rotterdamse theatergroep timmert al een tijdje aan een langjarig project, The New Forest, en verbindt dat aan verduurzaming. “We volgen ze al wat jaren. Dit jaar houden we een tiendaagse festivalweek met hun nieuwe voorstellingen. Die omringen we met debatten en randprogramma’s. Niet alleen hier in huis, maar ook op andere plekken in de stad. We trekken trouwens vaker de stad in, onder meer met The Summer of ’96, de Oerol-hit die Casper Vandeputte maakte bij het Nationale Toneel”.

In 2014 werd de drempel van Theater aan het Spui 111.000 geslecht. De ingezette groei voortzetten acht Debets als zijn voornaamste uitdaging. Hoe? “Het al nauwe contact met het publiek verder intensiveren”. Bijvoorbeeld met programma’s zoals hij dat in dependance Zaal 3 aan het De Constant Rebecqueplein nu al doet met het initiatief Buurtbewoners: “Een hapje eten en daarna samen een voorstelling bezoeken”. Zaal 3 is daarnaast een plek bij uitstek voor talentontwikkeling. “Een jonge garde theatermakers vindt er zijn plek”.

Met de sloopkogel en diepe bouwputten die het Spuiplein na deze zomer opwachten, lijkt de omgeving van Theater aan het Spui voor bezoekers minder aantrekkelijk te worden. “Weet je”, besluit Debets, “samen met het naastgelegen Filmhuis Den Haag zijn we goed voor 250 duizend bezoeken. We bekijken daarom heel goed en in samenwerking mét de gemeente hoe we het Spuigebied goed bereikbaar en plezierig voor bezoekers kunnen houden”.

Haagse theaters verder als Het Nationale Theater

De Koninklijke Schouwburg, het Nationale Toneel en Theater aan het Spui gaan vanaf 1 juli 2016 samen verder als Het Nationale Theater. De drie organisaties maakten deze week hun fusieplannen bekend.

Er  ontstaat een organisatie met ruwweg 140 arbeidsplaatsen en een omzet van zo’n 16 miljoen euro, waarvan op dit moment 12 miljoen uit subsidies van Rijk en gemeente afkomstig is. Het Nationale Theater krijgt een driehoofdige directie met Walter Ligthart (Nationale Toneel) als voorzitter en zakelijk directeur, Cees Debets (Theater aan het Spui) gaat de betrokken zes (!) zalen programmeren, terwijl Theu Boermans het repertoire van de eigen producties gaat bepalen. Boermans wordt in september 2018  opgevolgd door Eric de Vroedt. NTjong verhuist mee en Noël Fischer blijft aan als artistiek leider van het succesvolle jeugdtheatergezelschap.

Met Het Nationale Theater komt het maken en het presenteren van theatervoorstellingen in één hand en ontstaat volgens Ligthart en Debets een krachtige organisatie die, beter dan nu, in staat is een breed, divers en ‘nieuw’ publiek te bereiken in de stad Den Haag én in het land. Debets: “Meer mensen laten meedoen, dat is ons streven. In het belang van de stad moeten onze podia in Den Haag steviger voor het voetlicht komen”. Ligthart: “De ambitie is om een toonaangevende nationale culturele instelling te bouwen die stevig verankerd is in Den Haag, maar ook het grootste reisgezelschap is van Nederland”. De drie theaterorganisaties worden daartoe de komende tijd in elkaar gevlochten. Volgens Lighthart en Debets vallen daarbij geen gedwongen ontslagen, arbeidsplaatsen blijven behouden.

Het Nationale Theater zal zich vooral richten op toneel, maar ook andere theatergenres komen aan bod. Wel, zo zegt het tweetal, wil Het Nationale Theater meer samenhang in de programmering aanbrengen, die reikt “van grootschalige en spectaculaire voorstellingen tot actuele stadsdebatten, van educatieprogramma’s tot marketing, en van talentontwikkeling tot topproducties. Al die onderdelen zijn voortaan een gezamenlijke verantwoordelijkheid”.

Op korte termijn zal het publiek weinig merken van de op til zijnde veranderingen, menen Ligthart en Debets. Begin december 2015 zullen de eerste schetsen van de invulling van het programma, de organisatiestructuur en de naamgeving gepresenteerd worden. Maar pas in het seizoen 2017-2018 zullen de eerste zichtbare vruchten publiek zijn. “We gaan eerst de ideeën voor het komende Kunstenplan 2017-2020 uitwerken”zegt Debets. ”Dat is geen leeg schriftje hoor, maar er is natuurlijk een relatie met de subsidie die ons straks wordt verleend”. Voorts behouden de zalen de eigen signatuur en uitstraling. “Wel gaan we straks meer op thema’s programmeren, mensen proberen een andere dynamiek in de theaters te laten ervaren. Dat kan makkelijker door in een enkele organisatie samen te werken”. Ook beoogt het drietal podiumkunstinstellingen een kwaliteitsslag in de organisatie tot stand te brengen. Ligthart: “Straks zijn we nog beter in staat toptalenten aan ons te binden”.

Met Het Nationale Theater beschikt Den Haag binnenkort over een tweede grote podiumkunstinstelling. Samen met het Dans- en Muziekcentrum immers, de ‘paraplu’ die het Residentie Orkest en het Nederlands Dans Theater verbindt in het Zuiderstrandtheater en die het vanaf 2019 het Onderwijs- en CultuurComplex aan het Spui met vier theater- en muziekzalen gaat bespelen, lijkt Den Haag de komende jaren van een hoogwaardig theateraanbod verzekerd.

Een wereld op het toneel

Nieuwsgierige en meeslepende ontmoetingen

Actueel theater, wat is dat? Het woordenboek zegt : ‘Op het ogenblik bestaand of plaatsvindend’. Maar wat betekent dat dan in het theater, ‘actueel’ zijn. Drie opvattingen.

Wie betaalt de prijs voor ons geluk? Dat is de vraag die het Nationale Toneel over dit seizoen heen legt. “Eerlijk gezegd vind ik dat een ietwat ongemakkelijke vraag”, antwoordt Casper Vandeputte. “Toch moet die vraag gesteld worden, ook al word je van het antwoord niet vrolijk. Zeker niet als je eens echt ergens het naadje van de kous wilt weten. Het is echt niet altijd eenvoudig om rekenschap te geven, besef te hebben van wat er elders of aan de andere kant van de wereld gaande is, om tot je door te laten dringen tot welk effect globalisering en mediatisering kunnen leiden. Confectiefabrieken en naaiateliers in Bangladesh. De natuur die het af moet leggen. Als theatermaker zijn dat, onder meer, zaken die mij roeren”.

Casper Vandeputte, die met Summer of ’96, nog deze zomer op Oerol hoge ogen gooide, volgt sinds 2013 bij het Nationale Toneel een vierjarig coachingstraject voor talentvolle theatermakers. Dit seizoen maakt hij twee stukken over illegalen en gelukszoekers in Europa: Fit to fly en De gouden draak. Voor Vandeputte komt de keuze voor actueel theater niet voort uit modieuze opvattingen: “Het moet resoneren binnenin mij. Het is zeker geen kwestie van ‘shoppen’. Ik wil stukken die iets zeggen over de tijd waarin we leven. Ook meer filosofisch getinte stukken zijn relevant, een ‘klassiek’ stuk als Vrijdag of Elektra. Uitgangspunt is: het moet er op dat moment toe doen”.

Voor Nieuwspoort, vorig jaar zijn eerste voorstelling bij het Nationale Toneel, mocht hij drie weken ongehinderd in het Kamergebouw kijken en luisteren. Dat leidde tot een voorstelling die als een collage was opgebouwd. “Ik wilde verder gaan dan die eerste indrukken. Ik wil verder komen dan het werpen van een eerste naïeve blik en die op het podium gestalte geven. Verder reiken dan een Calimero-effect. Voor mij is het nu de uitdaging om voorstellingen te maken met inbreng van deskundigen, zoals nu voor Fit to Fly. Daarin werk ik samen met een onderzoeksjournalist van het online platform De Correspondent. Waarom? Als ik een voorstelling maak over zoiets complex als vluchtelingenproblematiek wil ik zoveel van dat onderwerp afweten dat ik er ook echt iets nieuws over te zeggen heb.”

Teneinde een voorstelling goed te laten ‘landen’ is informatieoverdracht cruciaal. “Zeker, inleidingen, nagesprekken, debatten: die zijn belangrijk. Maar ik ben er wel vanaf gestapt om als ter zake ‘deskundige’ aan te schuiven. Ik heb de wijsheid niet in pacht. Wél kan ik een kijkje in de keuken geven of de weg schetsen die heeft geleid tot een productie. De essentie ligt in de ontmoeting. Dat is meteen ook dé kracht van theater”.

Actueel theater in een stad, domein van de politieke macht beschouwt hij als een voorrecht, een buitenkans. “Den Haag is een boeiende stad. Inspirerend. Koloniale reminiscenties, immigratievraagstukken, de politieke waan van de dag en een uitgesproken Hollandse volkscultuur en volksaard: je vindt het allemaal op een kluitje. Het ligt er allemaal ruim voor het opscheppen. Een machtig speelveld voor een theatermaker”.

‘Stradivarius-zaal’
Wat betekent ‘actueel’ programmeren voor de Koninklijke Schouwburg? “Het theater is een plek van de verbeelding. En een plaats waar je sámen met anderen een ervaring ondergaat: met medebezoekers, maar ook met de mensen op het toneel. Daarmee onderscheidt theater zich van digitale media: het is de ultieme gedeelde ‘live ervaring’, waarbij je met een beetje geluk het zweet van de acteurs kunt ruiken. Theater kan je aan het denken zetten, provoceren en inspireren en verbindt mensen, het houdt je een spiegel voor of prikkelt je fantasie”. Marijtje Pronk neemt wat voorbeelden bij de kop. “Toneel, dat is het hart van onze programmering. Maar met open armen verwelkomen we ook nieuwe presntatievormen: een live krant op het toneel zoals NRC Handelsblad dat afgelopen seizoen deed, of het journalistieke programma Babel van het Nationale Toneel. Maar ook een theatercollege waarin een bekende wetenschapper, kunstenaar of schrijver over zijn vak en passie vertelt. Denk aan het theatercollege van André Kuipers dat we hadden.”

Op toneelgebied is in het komende seizoen Richard III van Oostpool een voorbeeld van een onorthodoxe presentatie. Daarbij gebruiken vijftig bezoekers voorafgaand aan het stuk een diner, óp het podium en mét de acteurs uit de voorstelling. Later maken zijzelf deel uit van de voorstelling, want ze blíjven op het toneel. “Dat combineren we met een kijkje achter de schermen en een verhaal over macht en leiderschap, de essentie van Shakespeares Richard III. Kijk, dat is een interessante aanpak. Of Borgen van het Noord Nederlands Toneel. Veertien afleveringen in een doorlopende voorstelling, die zich ook in andere delen dan alleen de ‘Stradivarius-zaal’ van de Koninklijke Schouwburg afspeelt. Crossing Border Festival, ook zo’, voorbeeld waarbij het hele gebouw met zijn vele foyers optimaal wordt bespeeld”.

Neem ook het Brainwash Festival. Een nieuw festival met filosofische, ook al door het hele gebouw, waarbij je met een biertje in de hand talks en workshops bijwoont van spraakmakende (inter-)nationale denkers van dit moment. “Zij gaan in op grote vragen van nu, bijvoorbeeld: is het tijd voor een empathie-revolutie? En: hoe raken we onze onrust kwijt? Er is een filosofic dark room. Het is een nieuw programma voor onze schouwburg en een manier om het theater als ‘gebouw’ anders in te zetten. Dat zegt óók iets over de plaatsbepaling van de Koninklijke Schouwburg”.

Waar theaters soms nog als bastion werden, ervaren trekt ook de Koninklijke Schouwburg er tegenwoordig graag op uit. “Met Circus Treurdier presenteerden we vorig seizoen hun voorstelling op het Binckhorst-terrein. Daar komen andere mensen op af dan ons vaste publiek. Dat willen we vaker gaan doen: een pop-up schouwburg zijn. Wie weet bij jouw om de hoek. De boodschap: theater kan zich manifesteren in vele vormen en is dichterbij dan je denkt”.

Portretten
“Alles wat je doet”, aldus Arie de Mol, “moet een bron, een oorsprong hebben in de wereld van nu, door de actualiteit zijn gedreven. Dat geldt voor Op hoop van zegen,”vervolgt de artistiek directeur van Toneelgroep De Appel, “maar ook voor de manier waarop je als gezelschap in de samenleving staat. De komende tijd gaan we daarom naast de ‘normale’ voorstellingen andersoortige programmaformules ontwikkelen. Serieprogramma’s met debatten en optredens rond bijzondere politiek-maatschappelijke spanningen. Kwesties die de kranten en de journaals bepalen, bepaald hebben of juist vergeten zijn. Voorbeeld? Albanië. Je kunt het dan hebben over wat er in tien jaar van communistische samenleving naar een open economie heeft voorgedaan. Je kunt muzikanten uit dat land uitnodigen of acteurs met wie je tijdelijk samenwerkt. Een uitwisseling, precies. Door de maanden, door de jaren ontstaat zo een portret van de wereld en mensen om ons heen, van landen die ons omringen. Het is ook een manier om onze seriebespeling te kunnen afwisselen. De Appel in beweging. De boodschap is dan: Je kunt hier altijd binnenstappen voor iets nieuws, iets anders”.

Nationale Toneel
Summer of ’96: 26 t/m 28 augustus en 2 t/m 4 september 2015, op locatie
De gouden draak: 6 t/m 10 oktober 2015, Theater aan het Spui
Fit to fly: 19 t/m 30 april en 2 t/m 4 juni 2016, NT Gebouw
De revisor: 12 t/m 31 januari 2016 en 1 t/m 2 maart 2016, Koninklijke Schouwburg

Koninklijke Schouwburg
De Zwarte Doos van Circus Treurdier van 16 t/m 18 oktober 2015, op locatie
• Crossing Border festival van 12 t/m 14 november 2015
• Oostpool met Richard III op 3 en 4 oktober 2015
• Brainwash Festival op 27 februari 2016
Borgen van Noord Nederlands Toneel op 7 en 8 mei 2016

Kader
Wunderbaum: The New Forest Fest in Theater aan het Spui
Theater aan het Spui is de plaats van handeling voor vele festivals in de stad. Van 9 t/m 19 december 2015 zijn er drie nieuwe voorstellingen van Wunderbaum te zien uit de New Forest-reeks, verpakt in een heus Fest! Het zijn Unser Dorf soll schöner werden (i.s.m. Münchner Kammerspiele), de locatievoorstelling Helpdesk, en We doen het zelf wel, een punkrevue met een bont spektakel van lokale figuranten en muzikanten. Inclusief een uitgebreid randprogramma.

Kader 2
Babel: Wie betaalt de prijs van ons geluk?
Parallel aan de voorstellingen van het Nationale Toneel gaat Babel op zoek naar onze hedendaagse blinde vlekken. In talkshows, debatten en discussies praten gasten en publiek met kunstenaars, wetenschappers en journalisten, op zoek naar antwoorden in NT Gebouw, Koninklijke Schouwburg en Theater aan het Spui.

Kader 3
Theu Boermans regisseert bij het Nationale Toneel dit seizoen De revisor. Deze komedie over corruptie en het plezier van het graaien, had in 1836 een tumultueuze première in Petersburg. Het stuk is tijdloos en ook nu nog steeds actueel.

‘Wie faalt is een loser’

Talentontwikkeling op het toneel

Een laboratorium, microkredieten en ondernemersmentaliteit. Talentontwikkeling is voor jonge theatermakers een kronkelig pad dat al te vaak leidt langs boekhouders, evaluatieformulieren en bedrijfsplannen.

Toen in 2012 rücksichtslos de bijl aan de wortel in het bestel van productiehuizen ging, was vooral het weerloze jonge talent de klos. In een tijd van ongebreidelde vrijemarkteconomie en Volkskapitalisme waren vrijplaatsen voor theaterexperimenten kennelijk te dure ondernemingen.

“Mijn naam is Naomi Velissariou. Ik maak theater. Dat is een kunstvorm waarbij mensen zich verkleden, verf op hun gezicht smeren, teksten vanbuiten leren en in het onmisbare bijzijn van anderen het bodemloze gat induiken waarboven wij als mens een beschaving hebben gebouwd.” Zo opende de jonge actrice en theatermaakster medio februari van dit jaar haar met collega-kunstenaar Michaël Bijnens opgestelde statement Vlammend betoog tegen de bureaucratische behandeling van kunst. Ze sprak op het openingsfeest van BesteBuren, waarin tot februari 2016 de langdurige Vlaams-Nederlandse creativiteit en culturele samenwerking wordt gevierd. En, zo stelde Velissariou vast: “Hier theater maken leek mij onmogelijk. In plaats van theater serveer ik u daarom op boekhouding”.

Crowdfunding
Jonge theatermakers zijn, meer dan vroeger, genoodzaakt zelf hun boontjes te doppen, zo goed of kwaad als dat gaat als je net een beroepsopleiding tot acteur of regisseur hebt afgelegd. De gelukkigen haken aan bij de grote toneelgezelschappen, worden er artist in residence of volgen er een coachingstraject.

De minder gelukkigen moeten de boer op, door op goed geluk een aanvraag te doen bij een van de fondsen bijvoorbeeld. Of door aan te kloppen bij een theater of een (niet structureel) gesubsidieerd gezelschap dat – soms met gevaar voor eigen rendement – talent een kans biedt. Wat ook kan: meedeinen op de hype van crowdfunding, sponsoring door de particuliere markt zogezegd, met voor beide partijen een per saldo ongewis ‘verdienmodel’.

Freewheelen
In het wekelijkse radioprogramma Kunstlicht (Den Haag FM) vond 12 april een discussie plaats over talentontwikkeling voor toneelmakers in Den Haag. Daar biedt stadsgezelschap het Nationale Toneel structureel een vierjarig coachingstraject aan een jonge, talentvolle regisseur, zoals Casper Vandeputte: “Dat is geweldig natuurlijk. Volop kansen, ik mag veel doen en ik steek veel op.”

Die geprivilegieerde bescherming is alleen eerder uitzondering dan regel. Vandeputte pleit daarom voor de ontwikkeling van een stelsel van microkredieten voor kunst en theater, en anderzijds voor een theaterlaboratorium in de residentie. Een plek waar ‘erkend’ talent zonder al te veel prestatiedruk kan freewheelen. “Ongeveer zoals Frascati in Amsterdam dat doet”.

Vlieguren
Ook de vanuit Den Haag opererende theatermakers Sytze Schalk en Marijn Brussaard pleiten daarvoor. Brussaard, die een jaar geleden afstudeerde, maakt onder de hoede van Theater aan het Spui binnenkort een nieuwe productie, na zijn eerste opvallende productie Rhythm of the Night van vorig jaar. Schalk, oud-student Writing for Performance in Utrecht, is één van acht jonge makers wier aanvraag als Nieuwe Maker in 2014 werd goedgekeurd door het Fonds Podiumkunsten.

Die nieuwe regeling houdt in dat subsidie beschikbaar is voor een tweejarig ontwikkelingstraject, zulks in samenwerking met plaatselijke gezelschappen, podia en festivals. Sindsdien werkt hij aan De Werelden van Schalk, een meerjarig theaterproject waarin hij online en offline theatervormen onderzoekt. Schalk doet dat onder de vleugels van de Toneelalliantie, een samenwerkingsverband van Theater aan het Spui, de Koninklijke Schouwburg en het Nationale Toneel.

“Een voorstelling moet mogen mislukken. Talent moet vlieguren kunnen maken”, brengt Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui, naar voren. Debets wil zijn rol als laboratorium voor jong theatertalent nadrukkelijker spelen, vooral in het tachtig stoelen tellende Zaal 3 – als daar de bijbehorende financiële ruimte voor wordt gevonden, linksom of rechtsom. “We willen hier nieuwe verdienmodellen testen. Het streven is om zonder subsidie voorstellingen te kunnen programmeren. Eigenlijk willen we in Zaal 3 álles op de schop gooien, ook waar het gaat om samenwerking met opleidingen voor theatertechniek en horeca.”

El Dorado
Met de oprichting van de Toneelalliantie in 2013 is de mogelijkheid aanwezig om in Den Haag het bestaande jonge-makersklimaat te optimaliseren: afgestudeerd theatertalent begint in Zaal 3, stroomt bij ‘geschiktheid’ door naar de vlakkevloerzalen aan het Spui en wordt ultimo geadopteerd door het Nationale Toneel. Een unieke keten van talentontwikkeling, bovendien aan de hand van een volwassen toneelgezelschap dat ook jeugdtheatervoorstellingen uitbrengt, dient zich aan.

Het is een nu nog utopisch klinkend plaatselijk toneelbestel, dat evenwel binnenkort extra reliëf kan krijgen als het onderzoek naar de voorgenomen fusie tussen deze drie instellingen uitwijst dat de fusie nuttig is voor alle partijen. Het aanbod aan voorstellingen kan bovendien vervolgens optimaal worden verdeeld en bezoekers van acht tot tachtig kunnen optimaal en op organische wijze worden bediend.

Den Haag als El Dorado, Voltaires gezochte gouden stad, binnen handbereik. Opmerkelijk voor een stad waar wel een hbo-opleiding voor dans, muziek en beeldende kunst gevestigd is, maar geen professionele hbo-theateropleiding. Dat kan een achilleshiel blijken. Of toch niet? Jan Zoet, directeur Theaterschool Amsterdam: “Een dependance in Den Haag? Het lijkt me beter om productieve manieren van samenwerking te onderzoeken door te speuren naar wegen om jong talent meer speelplekken te bieden dan nu vaak het geval is”. De Toneelalliantie biedt daartoe volgens hem een prima beginpunt.

Artistiek roer
Op de Theaterschool in Amsterdam krijgen studenten ter voorbereiding op een toekomstig bestaan als freelancer slechts sporadisch les in cultureel ondernemerschap. Brussaard: “Ik ben een eenmanszaak. Ook mijn werk als DJ kan ik onder die paraplu doen.” Schalk: “Ik heb een stichting opgericht en ben daar in dienst.”

Ook Casper Vandeputte moet, nadat de beschutting van het Nationale Toneel eind 2016 eindigt, weer zelf aan de bak. Vandeputte: “Mijn grote vraag is nu: wat hierna? Freelancen wellicht. Of ergens vast onderdak zien te vinden”. Hij is daarom in gesprek met Eric de Vroedt, die na 2017 het artistieke roer bij het Nationale Toneel van Theu Boermans overneemt.

“We blijven maar praten over kunst in termen van ondernemerschap en winst”, brengt Ninke Overbeek, toneelschrijfster bij De Kosmonaut, productiehuis voor toneelteksten en vaste columniste van Kunstlicht, daar tegenin. “’Is het project geslaagd?’, vraagt het fonds dat ons ondersteunt, en het antwoord ligt besloten in bezoekersaantallen en kaartverkoop. Wie faalt is een loser die zijn bedrijfsplan niet op orde had.”

Overbeek vergeet daarbij niet de hand in eigen boezem te steken: “Ook als jonge makers moeten we dat inhoudelijke gesprek voeren, en niet alleen netwerken om die ene succesvolle regisseur binnen te halen als visitekaartje voor je volgende project.”

Hét toneel
Maar er is hoop, altijd is er hoop, op betere tijden. Een kentering lijkt mogelijk sinds de publicatie van het advies dat de Raad voor Cultuur in april uitbracht. De Raad pleit daarin voor de terugkeer van productiehuizen, geschoeid op een nieuwe leest. Ook opteert de Raad voor meer mogelijkheden voor stedelijke regio’s en ziet zij graag een betere aansluiting van gemeentelijk op landelijk cultuurbeleid.

Het advies kan voor wind in de rug zorgen in het stedelijke Den Haag bij het verbeteren van het jonge-makersklimaat. Gevoegd bij alle lopende ontwikkelingen rond Spuikwartier, de Toneelalliantie en het voornemen van de Haagse cultuurwethouder Cultuur Joris Wijsmuller voor een sterkere positie van het ‘merk’ Den Haag als toneelstad, heeft de hofstad de potentie voor het grijpen om uit te groeien tot hét toneel voor beginnend én voor gevestigd talent.

En pas dan, als (net als voorheen) de juiste voorwaarden geschapen zijn, kan de toneelkunst weer doen wat zij altijd deed: puike voorstellingen maken. Ook Naomi Velissariou wil dan wel overstag. Haar hartenkreet? “Laat ons huizen bewonen, productieplatformen creëren, festivals doen leven, concertzalen vullen, bibliotheken bestormen. Plekken hebben we nodig, plekken waar een verhaal kan rijpen, een praktijk langzaam kan groeien, experimenten gewoon mogen falen, erfgoed kan worden geconserveerd, talent kan worden ontwikkeld en waar voor mijn part zelfs aan cultureel ondernemerschap kan worden gedaan.”

Kunstlicht, 12 april – 10.00-11.00 uur

Kunstlicht, 12 april – 11.00-12.00 uur

Krasse knarren naast jonge honden

Theaterkaravaan De Parade opnieuw in Den Haag

Voor de vierentwintigste keer op rij trekt het nomadisch reizende theaterfestival De Parade met diverse tenten, dansers, muzikanten en acteurs langs de vier grote steden van Nederland. Welke trends zijn er te ontwaren en welke optredens mag je niet missen op deze theater- en muziekkermis? Klein compendium voor de argeloze bezoeker.

Uit het stoffige, aloude handwoordenboek: Het begrip ‘parade’ kan verwijzen naar: optocht, een militaire stoet, balletmuziek van Erik Satie uit 1917, een term uit de schermsport, een film van de Franse komiek Jacques Tati uit 1976, een type autobus, en het afweren (pareren) van een aanval. Bij het theaterfestival De Parade verwijst het begrip vooral naar parademaken, het aan de man brengen van optredens door publiekelijk stampei, parade dus, te maken. En dus prijzen voor aanvang van ieder optreden theatermakers en bands vervaarlijk hun koopwaar als waren zij volleerde marktkooplui aan de man. Pitchen, wordt dat vandaag de dag genoemd.

Deze zomer belooft De Parade het opgetelde lieve sommetje van optredens in vier steden van 67 reguliere theatervoorstellingen, 16 speciale doorlopende voorstellingen, 37 bands en een uitgebreid Kinderparade-programma. Sedert enige jaren legt Nicole van Vessem, de artistiek directeur van De Parade, aldoor in op meer theater met roots in het reguliere circuit waar De Parade ooit een jonge-honden-uitstraling had. Dat beeld is wat gewijzigd: theatraal rijp staat er naast groen, krasse knarren naast jonge honden, terwijl muzikaal gezien oudgedienden zich precies zo naast rebelse jong talent nestelen. En dat geldt ook voor het publiek dat de theaterkaravaan bezoekt. Een vrijplaats noemt De Parade-organisatie het festival. Ehh, niet te letterlijk nemen a.u.b.

Met de theatertenten reizen ‘duurzame’ keukens en bars mee. De Parade hecht veel waarde aan de herkomst van de producten en noemt zich niet zonder trots geheel bio-industrievrij. Zo is de huiswijn op gegarandeerd van biologische druiven en wordt deze aan de man gebracht in een milieuvriendelijke verpakking. In samenwerking met de Join the Pipe wordt, net als vorig jaar, gekoeld kraanwater verkocht, naar believen met of zonder koolzuur. Terwijl gratis water op het terrein is verkrijgbaar bij het tappunt van Join the Pipe. In de strijd tegen akoestische decibelvervuiling is er opnieuw de volkomenheid van de Silent Disco. En Festina Lente Collective heeft een app ontworpen voor de Parade met handig en overzichtelijk blokkenschema, voorstellingen, plattegronden, info, menukaarten van de restaurants en last minute nieuwsberichten. Gratis te downloaden via de App Store.

Theaterprogramma
Als misschien wel de meest in het oog springende act zijn De Ashton Brothers met hun op magie, acrobatiek en halsbrekende toeren gestoelde kolderieke shows deze zomer terug van maar eventjes weggeweest op De Parade. De groep vindt er trouwens zijn oorsprong. Na jarenlang over de hele wereld spektakelshows te hebben gespeeld zijn ze dus terug waar ze ooit begonnen: in de luwte van de rustieke zweefmolen.
Oudgedienden Bram van der Vlugt, Nettie Blanken, Elsje Scherjon, Frits Lambrechts, Diana Dobbelman en Fred van der Hilst spelen Beschuit met Muisjes van Herman Heijermans. De ‘ouwe rotten’ zijn dit jaar te zien in een bewerking van een Nederlandse klassieker waarin een Amsterdamse familie een zieltogend pension runt. De vlag gaat uit als blijkt dat een verloren gewaande oom na een kortstondig wederzien een aardig kapitaal nalaat.
Janis Joplin, Jimi Hendriks en Jim Morrison vormen in de hemel Club 27. Dat zijn popsterren die op 27-jarige leeftijd zijn overleden. Vroeger liep daar de hemel voor uit, maar de laatste jaren zien ze hun populariteit afnemen. Ze zijn dolblij als Amy Winehouse zich bij de club komt voegen. Gerardjan Rijnders regisseert onder meer Johnny Kraaykamp (Jim Morrison), Gustav Borreman (Jimi Hendrix) en Anke van ’t Hof (Janis Joplin). Een ‘hemels’ genoegen met veel muziek.
Dit jaar zijn hier en daar ‘zwertfheatertjes’ te vinden, met name rondom de ‘Theatertoren’, waar doorlopend mini-voorstellingen van een kwartiertje te zien zijn. Miniatuurtjes, waaronder bijvoorbeeld dat van ‘would-be’ actrice Anna Hermanns, die zich met L’art c’est mon cul in een regie van Ari Deelder, de ‘dochter van’, afvraagt waartoe kunst whatsoever en überhaupt dient. De Parade is daartoe ongevraagd een ideale omgeving.

De Servische theatermaakster, performer en kunstenares Sanja Mitrović speelt een spel rond de teksten van politieke spindoctors, met als titel Speak!. Haar ‘interactieve’ voorstelling is gestoeld op legendarische speeches van wereldleiders, van onder meer Obama, Churchill, Hitler en Thatcher. Het publiek mag stemmen en daarbij vormt de strijd tussen man en vrouw een extra dimensie. Ook de Syrious Angels doen een duit in het zakje van het bewustmakende toneel met Holland redt Syrie. De voorstelling, die tot stand is gekomen met de ingeroepen hulp van Stroom Den Haag, beoogt op zijn beurt een hulpactie op te starten. Ondertussen lossen elders de Nederlandse Syriër George en de Israëliër Eran de wereldvrede op in hun gelijknamige conflictkomedie.

Theater aan het Spui is een brandpunt in het Haagse theater- én festivallandschap. Het presenteert onder meer een mobiel theater, genaamd Zaal 4, waarin op een aantal middagen en avonden Showponies langskomen. In de bloemlezing die dat onderdeel vormt is er de medewerking van David Veneman, Rob Verhoeven, Marius Gottlieb, Jasper Gottlieb en Hugo Kennis. Ook Pascal van den Berg trakteert op haar vertrouwde stemgeluid. En als het bekende duveltje uit een doosje kan het in de late uurtjes gebeuren dat de onvolprezen en onnavolgbare Hagenaar en Bowie-, Prince- en Alice Cooper-epigoon Nik van den Berg er een Parade-huiskamerconcert geeft. Het drietal Thomas Ouwerkerk, Sacha Muller en Jos Nargy speelt De Trein naar Pavlovsk (en Oostvoorne), vorig jaar een hit op De Parade. Het door Toon Tellegen opgeschreven en door Thomas, Sacha en Jos opnieuw vertelde verhaal gaat over de ontmoetingen tussen een grootvader en zijn kleinzoon in het oude Rusland. Zoals het verhaal over de niezende neushoorn die door de balzaal van het winterpaleis van de Tsaar denderde. Of dat het Russisch elf woorden voor schuld kent, zoals Eskimo’s dertig woorden voor sneeuw kennen. Grootvader vertelt verhalen over zijn familie, over eigenaardige gebruiken en levenswijsheden.
Een aantal middagen en avonden organiseert Theater aan het Spui iets ‘extra’s’ op De Parade. Het kersje op de taart wordt door Theater aan het Spui Showponies genoemd. In dat onderdeel is er de medewerking van David Veneman, Rob Verhoeven, Marius Gottlieb, Jasper Gottlieb en Hugo Kennis. Ook Pascal van den Berg trakteert op haar vertrouwde stemgeluid. En als het bekende duveltje uit een doosje kan het in de late uurtjes gebeuren dat de onvolprezen en onnavolgbare Hagenaar en Bowie-, Prince- en Alice Cooper-epigoon Nik van den Berg een concert op huiskamerproporties geeft.

In Rotterdam bepaald geruchtmakend – en dat wordt het stuk vast ook in Den Haag: de voorstelling Barbaren door Toneelgroep Oostpool. Een rabiaat en licht ontvlambaar toneelstuk over een pislink gezin dat Tokkie-achtig aandoet, maar die typering van zichzelf niet door lijken te hebben. Of juist wél. Bij wijze van een oudejaarsconference door een ‘gewone’ autochtone Nederlander wordt in een überexuberante aankleding vervat, politieke correctheid zonder kinderpardon radicaal overboord gesmeten, Fortuyn en Wilders en passant geschoffeerd en klinkt Hitler in de verte op. Hun zoon Jordi groeit in na enige aarzelingen in de klapkamelentaal probleemloos mee. Maar het blijven hoewel schuimbekkend, wél volksechte, ehh, rasechte Nederlanders. Barbaren is een abjecte tekst die als mitrailleervuur de lucht doorklieft. Met fenomenaal acteerwerk door een schier onnavolgbare Rick Paul van Mulligen en een vileine, zich ongenaakbaar wanende moeder door Kirsten Mulder, die nog verleden week een nominatie pakte als beste vrouwelijk bijrol van dit theaterseizoen in het bejubelde Who’s afraid of Virginia Woolf?.

Muziek
Muziek in overvloed op De Parade. Natuurlijk. Geen verzadigder combinatie is denkbaar dan puike muziek met roséwijn of gekoeld witbier. Naast het eerdergenoemde Club 27 zijn onder meer Ellen ten Damme en Jules Deelder te gast. Ten Damme neemt haar publiek mee op een onvoorspelbare avond uit die voert langs een vette dance party, de Moulin Rouge en een concert of een vaag feestje om hoe dan ook via club Der Blaue Engel te eindigen bij het alles ontnuchterende broodje shoarma. Ondertussen presenteert Jules Deelder echte jazz, met De Deelderiers, in Deeldelirium. Hij doet dat volgens een beproefd recept dat hij eerder in het theatercircuit ten gehore bracht. Leoni Jansen en Izaline Calister gaan gezamenlijk de barricaden op en zingen liedjes die verandering teweeg hebben gebracht: Waar was jij toen Free Mandela werd gezongen?
Deze zomer is Theater aan het Spui ook in de licht muziek present op De Parade, met Marktplaatsmuziek van Lindertje Mans (bekend van Firma MES) en Joost Steltenpool. Het is een voorstelling rond allerlei doodgewone dan wel exuberante Marktplaatsadvertenties, die in februari van dit jaar al werd gespeeld in Zaal 3, de recentelijk verworven dependance annex laboratorium van Theater aan het Spui, een muzikale voorstelling die daar toen een enthousiast onthaal kreeg.
Ook enfant terrible Nik van den Berg laat van zich horen – en zien! Dat laatste zoals je hem nooit eerder zag. Na eerdere onverbiddelijke androgyne glamourshows als My Momma Loves My Guitar Sound en God Have Mercy On My Funk is hij nu van de partij met N.I.K. In de verpakking van een nieuwe naam en een nieuwe sound bezingt hij de volgens hem ironische gang van het leven dat zich gevangen weet in de peilloze diepte van een bouquet-roman.
Ook met popband F is Van den Berg van de partij op De Parade. Als F in 2006 het levenslicht ziet, zijn de bandleden gemiddeld zo’n 17 jaar oud. F sleept als eerste band ooit drie Haagse Popprijzen tegelijk in de wacht. Daarna doet de groep in twee jaar tijd ongeveer 250 optredens. Met Fever zit F bij De Wereld Draait Door. Met hun ‘minuut’ blazen ze vele kijkers omver. De hit op De Parade was indertijd het nummer: Geen Fuck Om Jou. Anno 2014 maakt F met zijn voorman Van den Berg tegen het middernachtelijk uur De Parade volstrekt onveilig.
Last but not least: Marijke Boon, de ongekroonde koningin van het eenvoudige, maar betere Nederlandstalige kleinkunstlied. Zij vertoont zich als vanouds met een rode accordeon in een Mobiele Liedkraam die is volgestouwd met zeegezichten die zij chansons noemt, met smartlappenblues waarin voluit het woestijnledige leven wordt bezongen en met schilderijen vol grijze stopverf die voor je ogen opleven.

Jeugdtheater
Onder de vlag van Theater aan het Spui presenteren Thomas Ouwerkerk, Sacha Muller en Jos Nargy PARAIRIE, een niet eens verkapte ode aan Spui-directeur Cees Debets, die verzot blijkt op cowboyfilms, en als geschenk een remake krijgt voorgeschoteld van Ennio Morricones legendarische Italiaanse western Het gebeurde in het Westen. Het stuk is min of meer een vervolg op de jeugdtheatervoorstelling Paradio dat het trio vorig jaar in een ‘gekraakte’ Paradetent speelde.
In het genre van het jeugdtheater laat ook Rabarber zich gelukkig niet onbetuigd. In Plaag Graag, over een plaagheks die onzichtbaar is, krijgt het meisje Lily genoeg van haar plaagstootjes.
Er is ook klassieke muziek voorradig op De Parade, dit jaar met ons eigen hofstedelijke Residentie Orkest. In De Vergeten Droom gaat Joes op zoek naar het Droomrijk, op zoek naar een muziekstuk dat hem een droom doet herinneren.

Dans
Er is deze zomer op De Parade behoorlijk veel dans te zien. Die aandacht voor het genre is niet ten onrechte – al vormt De Haagse Parade op die hoeveelheid een uitzondering – want Nederland is in moderne én heden ten dage trouwens ook klassiek-romantische academische dans internationaal toonaangevend. Op De Parade is er dans in uiteenlopende verschijningsvormen: van de exuberante dans van Guy&Roni en de afgemeten lichaamsbewegingen van LeineRoebana, tot de bewegingstaal van Vanja Rukavina en Karel van Laere die op De Parade de media parafraseren, en de Medior Dans Company, die Ramses Shaffy aan de hand van diens vier vrouwen uit zijn leven naderbij beziet.

Varia
Er zijn op De Parade daarnaast talloze onderhoudende entr’actes. Naast de eerdergenoemde doorlopende minivoorstellingen die zich in een intieme setting voltrekken is het mogelijk om je bijvoorbeeld een decoiffure te laten aanmeten door de meiden en de machine van Coupe du Compres, op de Stones-editie van Pinkpop een doorslaande hit gebleken. En mocht je een aankomend delirium uit je kop willen laten waaien, dan is daar altijd de zweefmolen die je als in de kinderjaren alle zorgen voor even doet vergeten. In Den Haag, ten slotte, geeft de onvolprezen tv-recensent van De Volkskrant, Jean Pierre Geelen, voor de gelegenheid op een symbolische zeepkist geposteerd, live een column ten beste.

De Parade: van vrijdag 4 juli tot en met zondag 13 juli 2014 in het Westbroekpark. Let op: niet al de beschreven voorstellingen zijn alle festivaldagen te zien. Meer informatie en online kaarten boeken op www.deparade.nl.

De schok van de val

Zaal 3 van Theater aan het Spui als huis- én kraamkamer van de kunsten

In februari speelt Jos Nargy in Zaal 3, de proeftuin van Theater aan het Spui aan het De Constant Rebecqueplein, proefvoorstellingen van De schok van de val, naar het boek van Nathan Filer: “Als acteur wil ik de stad mooier maken”.

Het boek in kwestie heet De schok van de val, de schrijver Nathan Filer. Het is het hartverscheurende, ontroerende en tegelijkertijd opbeurend en hartverwarmende verhaal over Matthew, een negentienjarige aan schizofrenie lijdende jongen die zijn overleden broer mist. ‘Ik zal je vertellen wat er gebeurde, want dat is ook een goede manier om mijn broer te leren kennen. Hij heet Simon. Je vindt hem vast leuk. Ik vind hem in ieder geval heel erg leuk. Maar over een paar bladzijden is hij dood. En daarna is hij nooit meer dezelfde geweest.’
De manier waarop Filer zijn boek inrichtte, doet denken aan een ooggetuigenverslag. Hij is psychiatrisch verpleegkundige en daardoor in staat feilloos inzicht te geven in de gedachteprocessen die een geesteszieke, iemand die lijdt aan een gespleten persoonlijkheid, beheersen. Jos Nargy, de acteur die Matthew gestalte geeft: “Ik was heel erg ontroerd door het boek, juist omdat het door de ogen van Matthew is geschreven. Hij gaat door allerlei ups en downs en probeert de dood van zijn broer Simon een plek te geven, een dood waaraan hij zich schuldig voelt. Matthew stelt zich daarop één doel: een dag organiseren ter nagedachtenis aan Simon, waar een handvol familieleden aan deel mag nemen en die Simon moet laten voortleven”. Voor Nargy is het hartverscheurende, fragmentarisch opgebouwde boek een weerslag van het rouwproces waar Matthew doorheen gaat. “Maar ook een verslag van de manier waarop Matthew zichzelf, zijn eigen gevoelens weet te overwinnen”.

Nargy studeerde in 2011 af aan de acteursopleiding van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Van de zomer was hij op Theaterfestival de Parade te zien met Mijn Vader, een voorstelling die door recensenten hoge ogen toebedeeld kreeg. “Ik ben geboren en getogen in Den Haag. Als acteur wil ik de stad mooier maken. Maar het is niet eenvoudig om je als cultureel ondernemer staande te houden. Ik hoop te slagen, allereerst door mezelf te laten zien”.

Met John de Weerd, projectleider van het onder Theater aan het Spui ressorterende Zaal 3, die in deze productie als begeleider dienst doet, is Nargy op bezoek gegaan bij Parnassia. Ook zijn ze afgereisd naar museum SMAK in Gent om daar een tentoonstelling van videokunstenaar Javier Téllez te zien. Nargy: “Als zoon van twee psychiaters groeide deze Venezolaanse videokunstenaar op in een omgeving waar geesteszieken deel uitmaakten van het dagelijkse leven”.
Voor De Weerd komen met deze productie opeens heel wat lijntjes bij elkaar. “Toen ik het boek had gelezen, vroeg ik Jos of hij het ook eens wilde lezen – met meteen de mogelijkheid van een theatervoorstelling in het achterhoofd. Toen de schrijver van het boek op de laatste editie van het Crossing Border Festival geprogrammeerd bleek te zijn, heb ik hem verzocht om een interview. Dat lukte. En toen in november opeens Zaal 3 van start kon, was een en een drie”. Nargy: “Op die ontmoeting konden we Filer uithoren. Het is fijn dat bij bereid was om toelichtingen te geven”.

In de theatervoorstelling, een solovoorstelling, wordt het gebied van de schizofrenie weliswaar betreden, maar wordt vooral het gemis tot uitdrukking gebracht dat Matthew van zijn broer Simon voelt. “Het wordt een vertelling, realistisch gespeeld in een sober decor, met de taal uit het boek als leidraad”, aldus Nargy, die zelf de bewerking ter hand neemt. “Eerst lezen. Daarna ga je selecteren wat je belangrijk vindt om te vertellen en vervolgens wrik je daar als het waren een boeiend, samenhangend verhaal uit los”. Het is een werkwijze die hij inmiddels kent van eerdere boekbewerkingen, zoals Toon Tellegens Mijn Vader en Moskou op sterk water van Venedikt Jerofejev. “Grappig is dat ik door de videogames die Matthew in het boek speelt kan afleiden welke leeftijd hij had. Die spelletjes speelde ikzelf namelijk ook”.

De eenvoud van het toneelbeeld van De schok van de val beslaat naast een mechanische schrijfmachine (Nargy: ‘We weten niet of die straks in de voorstelling nog een rol speelt’) en een geheimzinnige kartonnen doos met inhoud, een batterijreeks dimbare, vlak naast elkaar geplaatste en elektrisch aan elkaar geschakelde tl-buizen, naar een ontwerp van beeldend kunstenaar Willem Marijs, die in het pand van de belendende broedplaats DCR een atelierruimte in gebruik heeft. “Dat is de meerwaarde van deze locatie”, vindt John de Weerd. “Kunstenaars die elkaar ontmoeten. We willen graag bruggen slaan. Het concept van Zaal 3 is dat we er alles aan doen om een verbindende schakel te zijn, dat we een spilfunctie innemen tussen beginnende theatermakers en andere kunstenaars. Als er een goed plan is kunnen zij hier hun gang gaan. We vragen hen daarbij wel om nieuwe financiële wegen te bewandelen, zoals dat tegenwoordig in goed cultureel ondernemerschap betaamt. Waar het in de kern om gaat is, bijvoorbeeld, dat Jos straks kan doorstromen naar Zaal 2 van Theater aan het Spui, en daarna naar Zaal 1”.

De sfeer van het voormalige Theater Zeebelt ademt nog immer de aloude gezelligheid uit, al is er het een en ander aan de inrichting verspijkerd, en zijn daarbij knipoogjes gegeven naar de locatie van de grote broer aan het Spuiplein. “Enkele wanden hebben we witgesausd, er is behangsel gekomen waarvan het motief refereert aan dat in de foyer van het ‘grote’ Theater aan het Spui, en ook de tapkast is er uit eerlijk hout opgetrokken. En niet te vergeten: er liggen gemoedelijke Perzische tapijten op de stortvloer. “Zaal 3 als plek voor talentontwikkeling is één”, vertelt De Weerd enthousiast, maar volgens hem behelst Zaal 3 meer: “Buurtbewoners wakker schudden. De omgeving mobiliseren en met kunst confronteren. In die zin willen we graag de huiskamer van de buurt rond de energiecentrale aan het de Constant Rebecqueplein zijn. Dat is ook af te leiden uit initiatieven als Het Gras van de Buren en de avonden van buurtbewoner Rob Verhoeven, die in Verhoeven doet buurtonderzoek maandelijks op de derde dinsdag bijzondere en getalenteerde buurtbewoners ontvangt. Van kunstenaars uit de DCR tot lokale zangkoren, van de buurvrouw met een goed recept tot een buurvrouw die vroeger een buurman was”.

Van donderdag 6 tot en met zaterdag 8 februari in Zaal 3 (Theater aan het Spui). Première op 26 april. Meer informatie: www.theateraanhetspui.nl. Telefonisch reserveren: (070) 346 52 72.

Klein compendium voor succesvol Parade-bezoek

Rotterdam trapte weliswaar af, maar met het Westbroekpark in Den Haag is de Paradekaravaan nu wellicht op mooiste tourneeplek neergestreken. De 74 theater-, muziek- en dansvoorstellingen, 19 kinderparadevoorstellingen en 37 bands trekken na tien dagen Den Haag door naar Utrecht en Amsterdam.

De jaarlijkse, vooral met lijvige kilo’s feelgood en liters kwieke roséwijn overgoten theaterkermis die trotse zomervakantieoverwinteraars van 5 tot en met 14 juli in Den Haag houdt, en aan Theaterfestival de Parade kluistert, heeft in de loop der jaren maar weinig van zijn oorspronkelijke warme karakter verloren. De ongedwongen sfeer is als vanouds, de antieke zweefmolen zoeft nog altijd en met gemak zijn rondjes meer dan rond, en het dwarrelt er van jukebox- en silent discomuziek tot akoestisch geweld van muziekbandjes die ongegeneerd – tropisch dan wel fris en opgetogen – opklinken. Het lekkerbekkende vertier ligt er nooit erg ver op de loer. Onder dat vernislaagje van ogenschijnlijk oppervlakkige oer-Hollandse gezelligheid is er op het rondreizende festival theater te ontdekken dat wat dieper dan de dag van vandaag reikt, en muziek die soms terecht de oren doet spitsen. Zowel door aloude coryfeeen (Freek de Jonge, Izaline Calister, Dominee Gremdaat, Roosbeef, Arend Niks, Tim Kamps) als door een hausse aan nieuwkomers. Van verhalensupermarkt en verantwoord Vis&Seizoen tot een buitenaards cosmic carnaval
Programadirecteur en directeur Nicole van Fessem: “Het programma loopt van jong naar oud, van heftig naar lief”. De duur van de programma’s in de loop van de tijd korter geworden. Met een tijdspanne van om en nabij 35 minuten is het mogelijk geworden meer dan een enkele voorstelling op een en dezelfde avond te zien. Advies: Kijk wel de gids of de site van de Parade eventjes goed na, want in vele gevallen zijn de in dit artikel beschreven acts maar enkele dagen te zien.

Duurzaam
Naast theatertenten reizen ook keukens en bars mee. Alle keukens werken met duurzaam vlees, vis en gevogelte. Alle vis voldoet aan de norm van Vis&Seizoen. Het festival is, vol trots, geheel bio-industrievrij. De Parade verkoopt dit jaar in samenwerking met Join the Pipe, als eerste festival, bij de bar gekoeld kraanwater met en zonder koolzuur, in plaats van bronwater. Van Fessem: “Door kraanwater te drinken wordt de enorme hoeveelheid plastic afval en CO2-uitstoot voorkomen die wordt veroorzaakt door de productie en transport van flessen bronwater”. Primeur: Er is gratis water af te halen bij een van de Join the Pipe tappunten op het terrein.

Veel afwisseling in theater en dans
Onder de kringelende rook van de oprukkende, niet per se onwelriekende en bijtijds culinair gedoopte haute friture en artistic creperie, valt er op het festivalterrein ook best en zelfs volop te genieten van volwassen theatervoorstellingen, gebracht door theatergroepen die ook in de reguliere theaters en schouwburgen te zien zijn – zij het wat minder in aantal dan in voorgaande jaren.

Een van hen is Club Guy en Roni, de trotse en kersverse prijswinnaars van de Publieksprijs Dans 2013 van Theater aan het Spui en verleden week genomineerd voor een Zwaan. Was buitenissige, moderne  dans altijd al een sterk punt van de groep, op deze Parade heeft de Groningse groep zich verbonden aan de Poetic Disasters Club. “De hedendaagse clubscene kan gezien worden als een nieuw soort religie: de eindeloze herhaling van krachtige beats brengt massa’s jongvolwassenen ‘s weekends in een ‘state of trance’. De spirituele vrijheid die zij daar vinden helpt hen om te gaan met de hectiek van alledag. Deleted Scenes gaat over de behoefte de geest te bevrijden van het fysieke keurslijf, door muziek en dans”, aldus de Club.
Theater Oostpool brengt met BAS een liedjesprogramma en een theatrale performance ineen, geregisseerd door Marcus Azzini, gespeeld door Bas van Rijnsoever. Deze Bas is een loner die ervan droomt rockster te zijn, ten overstaan van dampende zalen en met gierende gitaren in de aanslag. Maar hij schrijft steeds liedjes die verdrietig zijn. Dapper maar schijtend bang besluit hij in de spotlights te gaan staan.
Theater Rast komt met de conflict-komedie George en Eran lossen de wereldvrede op. Twee jongens, twee acteur s, een Nederlandse Israëliër en een Syrische Hollander. Met nieuw verworven inzichten concluderen zij dat het conflict opgelost moest worden. Niet alleen voor vrede in het Midden-Oosten, maar voor  de wereldvrede. ‘En dat is gelukt!’, consteert de groep bij voorbaat.
Theaterbureau Hummelick Stuurman presenteert zes ouwe rotten in een tijdloos stuk. Bram van der Vlugt, Nettie Blanken, Elsje Scherjon, Frits Lambrechts, Diana Dobbelman en Fred van der Hilst spelen een stuk dat al 55 jaar elke dag gespeeld wordt in Parijs: De Kale Zangeres van Eugène Ionesco. volgens het bureau is dit de bron van al het absurdistische theater na 1950. Over conventies, beleefdheden, burgermansfatsoen en vastgeroeste gewoontes.
Conny Janssen Danst neemt een nieuwe generatie dans- en muzikaal talent mee naar De Parade. MEER RUIS/compact is een energieke en ontroerende voorstelling voor jonge mensen, over jonge mensen, gedanst door jonge mensen. Conny Janssen selecteerde hiervoor eigenzinnige dansstudenten van dansvakopleiding Codarts Rotterdam. Janssen: “Geen tijd voor achteruitkijken. Het leven ligt voor je, spring de wereld in”. Met livemuziek van Ming’s Pretty Heroes.
Ook op de Haagse Parade te zien is Dette goes to Africa. Vorig jaar won Dette Glashouwer met Geld voor Beginners ‘de Mus’, de prijs voor de meest veelbelovende Paradevoorstelling. Ging het toen over haar trip door Amerika, nu trok ze naar Afrika en doet daar verslag van. Ze sprak daar met arme sloebers uit de sloppenwijken, visionairs en dealers in belminuten. Glashouwer belooft sexy oplossingen en ‘rumble in the jungle’. De voorstelling is gratis toegankelijk voor rode-aandeelhouders en complementair geld wordt geaccepteerd aan de tent.
Verrassend veel dans trouwens op deze Parade: in Next danst LeineRoebana op Toon Hermans, Ramses Shaffy en Nina Hagen. Het levenslied, jeugdige overmoed, breakdance en relativerende humor strijden om voorrang. Wat begint als een onweerstaanbare voorstelling over de pijnlijke kanten van de liefde, gaat over in hilariteit en verrassend absurdisme. Met een schrijnend randje trouwens.
Voorts is toneelgroep Dood Paard te gast, de toneelgroep met de meest eigenaardigste naam ooit uit het theaterlandschap. Hun wijze van theatermaken is dat vaak trouwens ook. Ze bouwen op de Parade een huisje, een vakantiehuisje, om te relaxen. Bij de barbecue bespreken ze wat de rest van het jaar onbesproken bleef. Behalve over elkaars gedeelde maîtresse, elkaars salaris, elkaars succes, elkaars handicaps, elkaars tics, elkaars geur, elkaars ecologische voetafdruk en elkaars toekomst. Het blijft gewoon eens een keer een gezellige bijeenkomst. Nieuwsgierigmakend theater.
Theater aan het Spui is als enige van de reguliere Haagse theaterzalen wederom en prominent van de partij op de Parade. Het ondernemende theater presenteert drie producties: een kindervoorstelling (zie elders) en twee volwassenvoorstellingen. In Radio Sentimo zien we de 70-jarige Mennie Bonte (Pascal van den Berg) die haar huis in de Haagse Schilderswijk heeft moeten verruilen voor een keurige seniorenwoning. Tijdens het inpakken komt ze een radioset tegen waarmee haar zoon Rob als tiener zijn eigen piratenzender had. Geïnspireerd door de vondst richt ze samen met Timo (John de Weerd) haar eigen zender ‘Radio Sentimo’ op. Nostalgie viert hoogtij in dit breekbare portret van een oudje dat nog voor een keer het heft zelf in handen neemt. Voor mensen die afgelopen zomer de succesvolle Paradevoorstelling Te Koop zagen, is dit een hartverwarmend weerzien met het eertijds aandoenlijke tweetal. Voor anderen is het een sfeervolle kennismaking met het duo Mennie en Timo.
De tweede voorstelling die onder de vlag van Theater aan het Spui uitkomt, Mijn Vader, is een beeldende, muzikale voorstelling voor iedereen die een vader kent, is of heeft gehad. Het gelijknamige boek van Toon Tellegen vormde voor theatermaker Jos Nargy de leidraad. Jozef vertelt over zijn vader die er niet is, maar door hem wordt ‘terugverzonnen’. Een vader die alles kan: praten met dieren, boeven over een meer keilen, en zo lang worden als hij wil. Maar ook heel gewoon zijn, soms. Het is een voorstelling geworden waarin met weinig rekwisieten veel wordt bereikt. De wondere denk- en gevoelswereld van Tellegen wordt benaderd, hoewel de poezie daar enigszins bij achterblijft. De dubbelrollen in dit stuk zijn van Jos Nargy, Thomas van Ouwerkerk en Sacha Muller.

Glittermuziek viert hoogtij
Op De Parade wemelt het van oorspronkelijke muziekinitiatieven, van selfmade singer/songwriters en bandjes tot geinspireerde hommages aan stromingen, bands en acts tot verfijnde optredens van werkelijke topmusici. De in Den Haag wonende Nik van den Berg houdt huis in de band: F en presenteert daarnaast God have mercy on my funk. Na het Parade-succes van de rockshow My Momma Loves My Guitar Sound acht hij de tijd rijp voor nietsonztiende funk, gebracht door een ‘white boy’ die met make-up, hakken en andere flamboyante uitspattingen geldt als sekssymbool, gevierd muzikant en componist. “Eén groot feest”, noemt hij zijn bijdrage aan De Parade. Van den Berg: “Het is een solovoorstelling waarin ik rockster wil zijn, een superster, Bowie, Jackson, Alice Cooper. Ik kleed me om op het podium en laat daardoor de glory en tragiek zien van iconische popsterren van toen en nu.Maar ik speel ook eigen werk”. Met de band F viert hij daarnet de release van de  single Geen Fuck Om Jou. Als F in 2006 het levenslicht ziet, zijn de bandleden gemiddeld zo’n zeventien jaar oud. F sleept als eerste band drie Haagse Popprijzen tegelijk in de wacht. Daarna doet degroep in twee jaar tijd ongeveer 250 optredens. Met Fever zit F bij De Wereld Draait Door. Met hun ‘minuut’ blazen ze vele kijkers omver. “Naast bekende liedjes uit wat we tot ons standaardrepertoire rekenen, spelen we ook covers, waaronder Born this way van Lady Gaga. Bovendien is er de traktatie van een knusse circustent waar we spelen, dus een feestje is gegarandeerd”. 

Onder de topmusici die aantreden zijn ook Eddie B. Wahr, Izaline Calister, Roos Rebergen, Theo Nijland en Arend Niks.

Kinderparade: voor jong en ouder(s)
Is de Parade voor sommige volwassenen bijkans een ‘rebirth’; voor kinderen is een bezoekje een ware snoepdoos, waar het een oneindig ogen uitkijken is. Zo zijn er vóór de tentjes de vreemdst uitgedoste snoeshanen te zien die parade maken voor hun voorstelling, is een ouderwetse zweefmolen nog altijd een heuse attractie, en zijn er iedere dag wel enkele voorstellingen voor kinderen. Hakim is een van de grote meneren die op de Kinderparade in Den Haag te zien is. De poepshow is volgens de van oorsprong Algerijnse mimeclown een onsmakelijke, grappige voorstelling over en met de rotzooi die we dagelijks produceren. Spelonderdelen als ‘Viezagie’ en ‘So You Wanna Be A Poepstar’ laten zien hoeveel afval we produceren, wie vieze handen maakt om het op te ruimen en wat je met de rommel nog kunt doen. Hakim hult zich in de kledij van een vuilnisman die met pension is, en die graag over zijn oude vak vertelt.

Ook te gast is ‘kindercabaretier’ Pieter Tiddens met een vrolijke voorstelling over echte familiepret. Tiddens vertelt over de reis van zijn dromen: in een bootje de wereld rond. Met behulp van spullen uit zijn wonderlijke kar maakt hij de reis net echt. Daarbij speelt hij ook vrouw, kind en een merkwaardig huisdier. Het publiek moet wel meehelpen om de storm te spelen, te vissen, te zwemmen en een fikkie te stoken. Kortom: Aanstekelijke familiepret.
Parade-debutant Peer de Graaf gaat in het liedjesprogramma voor 5-plussers Blote Ziel persoonlijke ontboezemingen doen en laat die hand in hand gaan met muzikale improvisaties en publieksparticipatie. Een koffer vol poëzie en een cajón zijn Peer de Graafs attributen voor diens ontmoeting met gastmuzikanten. “Meedoen, meezingen, meedansen”, zegt Peer, “daar draait het om. Ik vertel rare, autobiografisch getinten verhalen, bijvoorbeeld dat ik mijn hoofd ben kwijtgeraakt aan een buitenlandse meid. En daarop klinkt tangomuziek. Mijn voorsteling is ook een wat jazzy getinte maar bovenal muzikale wereldreis”.
De derde productie van Theater aan het Spui in de Parade is Paradio en is een succes gebleken op de Rotterdamse editie van de culturele vermaakstraat die de Parade is. In Paradio hebben drie vrienden een droom: radio maken. Er bestaan geen radioprogramma’s speciaal voor kinderen, want dat zou gevaarlijk zijn en ongeschikt. Thomas, Sacha en Jos denken daar heel anders over. Stiekem kapen zij een Paradetent en gaan, zoals dat heet, ON AIR. Voor iedereen tussen de 4 en 12 jaar. Ouders mogen, zij het onder streng toezicht, mee. Concept en spel zijn zoals in Mijn Vader wederom van Jos Nargy, Thomas van Ouwerkerk en Sacha Muller.