De Appel dient niet een, maar twee overlevingsplannen in

Toneelgroep De Appel heeft niet één, maar twee overlevingsplannen ingediend bij wethouder Wijsmuller (HSP, cultuur). Naast een kleine formatie met een vaste kern van Appelacteurs onder leiding van David Geysen, ziet de Raad van Toezicht ook een samenwerking met het Zuiderstrandtheater en het Koninklijk Conservatorium zitten.

Opeens heeft De Appel twee overlevingsplannen uit de hoge hoed getoverd. Tijdens een bijeenkomst van de Vrienden van Toneelgroep De Appel, afgelopen zondag, bleek dat naast het eerste voorstel: verder in afgeslankte versie met acteur/regisseur David Geysen als artistieke spil, nog een ander alternatief op tafel te liggen: een samenwerking met het Zuiderstrandtheater en het Koninklijk Conservatorium.

In een volledig ‘bezet’ Appeltheater sprak Chris van Overbeeke als nieuwe interim-manager namens de toneelgroep wiens subsidie bedreigd wordt, de Vrienden toe. “Wijsmuller spreekt in zijn concept van het nieuwe kunstenplan de wens uit voor de vorming van een interdisciplinair productiehuis in de stad. Daar willen we op inzetten. We hebben samen met het Zuiderstrandtheater en het Koninklijk Conservatorium een plan opgesteld. Bedenk dat De Appel een traditie heeft van cross-overs tussen teksttheater, muziek, muziektheater en bewegingskunst.”

Ook in dat voorstel zou er een rol voor David Geysen zijn weggelegd. Welke is nog niet duidelijk. Daarnaast is de vraag wat er in die constructie met genoemde twee partijen van De Appel overblijft. De kans is groot dat als het Zuiderstrandtheater zich wil verbinden aan een dergelijk multidisciplinair productiehuis, directeur Henk Scholten vooral wil inzetten op community art-projecten á la Harde Handen en De Vloek van Scheveningen. Het Koninklijk Conservatorium wil daarentegen juist meer aan talentontwikkeling doen, en -in de opmaat naar het Onderwijs en Cultuurcentrum aan het Spui- meer studenten in de stad houden. Voor het productiehuis heeft Wijsmuller op papier geen cent beschikbaar, maar door het huis te verbinden aan De Appel, hopen de drie dat er alsnog een half miljoen euro binnen te hengelen valt. Intussen heeft ook de combinatie Theater aan het Spui en Korzo een oogje laten vallen voor het opvullen van de leemte in Den Haag voor een interdisciplinaire productiehuis.

Politieke weg
Ondertussen bewandelt Van Overbeeke ook de politieke strijdbaan. “De gemeenteraad moet nog een besluit nemen over het intrekken van de subsidie van twee miljoen euro die we tot nu toe jaarlijks ontvingen. Daarom blijven we strijdbaar. We gaan de komende tijd publieksacties op touw zetten, van een acteur op een zeepkist in het Atrium van het stadhuis, tot speldenprikjes her en der in de stad.”

Anderzijds heeft Van Overbeeke van de Raad van Toezicht ook de opdracht gekregen om de ontmanteling van De Appel alvast in gang te zetten. “Frictiekosten moeten we straks uit eigen zak ophoesten. Vooruitlopend op een eventuele negatieve afloop moeten we daar dus nu al goed naar kijken.”

Op de genoemde bijeenkomst voor Vrienden werd tevens bekendgemaakt welke productie de in juli afgelaste voorstelling Kersentuin/Na de crash gaat vervangen. Dat wordt Hamlet, en David Geysen gaat de herfstproductie regisseren, die ook zomaar de afscheidsproductie zou kunnen zijn. “Deze voorstelling hebben wij niet uitgekozen,” laat Geysen zeggen in een persbericht. “’Hamlet’ dringt zich aan ons op. Is dit het einde of gaan we door? To be or not to be. Het is het stuk der stukken. Heilig verklaard door de geschiedenis. Maar wij gaan de voorstelling van Shakespeare kapotscheuren en uitbenen. Als er een stuk bestaat dat de ziel en zaligheid van het theater blootlegt, dan dit stuk wel.”

Advertentie

De Appel gaat ten onder, een nieuw initiatief lonkt

Toneelgroep De Appel houdt op te bestaan en wordt opgevolgd door een nieuwe, jonge kern.

Sinds Toneelgroep De Appel twee weken geleden op de website meldde dat de aangekondigde voorstelling Kersentuin/Na de crash is afgevoerd, broeit en gist het in Nederlands oudste repertoire-ensemble. ‘De Appel vecht terug met een nieuwe verrassende voorstelling in oktober’ heet het strijdvaardig. Maar de vraag luidt of De Appel tegen die tijd nog bestaat. Zoals bekend verkeert De Appel in doodsnood toen in mei een adviescommissie voor kunst & cultuur namens de gemeente Den Haag openlijk twijfelde aan de artistieke en bedrijfsmatige opzet en toekomst van het ensemble. De toneelgroep zag zo twee miljoen euro jaarlijks in rook opgaan, ingaande per 1 januari 2017.

Momenteel onderzoekt de Raad van Toezicht onder leiding van Marleen Zuijderhoudt welke vluchtroutes er zijn, uitgaande van een half miljoen euro maximaal, het bedrag dat wethouder Wijsmuller aan het gezelschap als reddingsboei en uit piëteit heeft toegeworpen. Hij eist dan wel een steekhoudend nieuw plan – waarbij hij zelf bepaalt wat dat begrip inhoudt.

De eerste optie is het ensemble formeel op te heffen, dan wel tot op het bot af te slanken om vervolgens als erfgenaam een nieuwe theatergroep in het leven te roepen. Dat betekent na nog geen twee jaar ‘exit’ voor de huidige artistiek directeur Arie de Mol en zakelijk directeur Fred van de Schilde, al was het maar omdat ze dan te duur zijn. Belangrijkste gegadigde voor het verwezenlijken van die optie is Appel-acteur en regisseur David Geysen. Hij solliciteerde twee jaar geleden al op de functie van artistiek directeur, als opvolger van Aus Greidanus – maar werd toen nog te licht bevonden door de Raad van Toezicht. Pikant is dat Geysen (40) momenteel in het Appeltheater repeteert voor Polonium 210. Voor deze productie heeft hij onlangs met compagnon Carl Beukman het ‘label’ Dégradé opgericht. De première vindt half september plaats in… Korzo theater.

Een andere optie voor De Appel is volledig op eigen benen staan, met zeer beperkte middelen. Maar het is de vraag of de toneelgroep dan nog op financiële steun kan blijven rekenen van de Vrienden. Ook met een grote vriendenclub achter de hand (die van De Appel is een van de grootste in het land) is het moeilijk om geld buiten het subsidiecircuit te vergaren. Cijfers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevestigen dat. In 2014 maakten landelijk gezien de inkomsten uit private bronnen als sponsors gemiddeld slechts voor vier procent van de begroting uit.

Ook het bewandelen van een zijweg zoals een koppeling aanbrengen tussen De Appel en literair theater Branoul van Appel-acteur Bob Schwarze, dat zich graag meer wil toeleggen op talentontwikkeling, heeft nauwelijks kans van slagen. Al is het maar omdat daarin in Den Haag is/wordt voorzien door Het Nationale Theater (in oprichting).

Implosie
Het heeft er alle schijn van dat het Appel-ensemble op het punt staat van binnenuit te exploderen, temeer omdat geld voor een goede afvloeiingsregeling of sociaal plan voor de medewerkers er (nog) niet is. De vraag is daarom gewettigd of de aangekondigde productie, of het nu een statement of afscheidsvoorstelling is, wel doorgang kán vinden.

Wellicht is het geld voor het bekostigen van die productie nodig voor het aanwenden van een afvloeiingsregeling en het beëindigen van allerhande lopende verplichtingen. Het laten doorgaan van de productie kan trouwens riskant uitpakken voor de Raad van Toezicht omdat de leden juridisch hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld in het geval van een achteraf geconstateerde ondeugdelijke afwikkeling. De contouren van het slagveld die nu het einde markeren, hoe bitter voor betrokkenen en doorgewinterde Appel-fans ook, tekent zich dus keihard af. Naar verluidt roept de Raad van Toezicht het huidige ensemble binnenkort opnieuw collectief bij elkaar. Tot eind augustus wordt de telefoon niet opgenomen en geen van de betrokkenen is tot het geven van commentaar bereid. De reden: de vakantieperiode.

De Haagse gemeenteraad heeft dit najaar het laatste woord over (meer) subsidiegeld voor Toneelgroep De Appel na 1 januari 2017. Maar áls de boel straks daadwerkelijk implodeert, kan de gemeenteraad niets meer uitrichten en zich niet anders dan feitelijk neerleggen bij de dan ontstane situatie. Het is de vraag of wethouder Wijsmuller dan nog geld wil fourneren voor een sociale regeling.

Appeltheater
Bijkomend vraagstuk is of het Appeltheater in handen van Toneelgroep De Appel kan blijven. Een mogelijkheid is om de voormalige paardentramremise uiteindelijk, dan toch minstens deels, een andere bestemming te geven, gezien de jaarlijkse lasten van het eigen pand die bijna twee ton bedragen. Waarbij De Appel dan eventueel de huuropbrengst op eigen rekening kan bijschrijven – maar het wel grotendeels de eigen stek aan de Duinstraat kwijt is.

En dan is er nog de Appelloods, de dependance in de duinen bij de Bosjes van Poot. Het gebouw wordt gehuurd van de gemeente. Mochten de huurkosten meevallen, dan zal bij het eventueel opgeven van het Appeltheater een verbouwing moeten volgen teneinde publieksstromen brandveilig in goede banen te leiden, nog afgezien van mogelijke bezwaren die omwonenden koesteren.

Legende
Toneelgroep De Appel werd in de herfst van 1971 opgericht door regisseur Erik Vos. Volgens de legende gebeurde dat in een appelboomgaard in de Betuwe. Het gezelschap wilde werken vanuit improvisatie en zich richten op de integratie van verschillende kunstvormen als theater, dans en opera. Uitgerekend dit najaar neemt dezelfde Vos afscheid als theatermaker met de productie Het verhaal van Hester. En in Den Haag te zien in… Theater aan het Spui.

Blind vertrouwen

Het Heijermans Festival

De zee: onze afkomst. De Appel bruist, als nooit eerder, en stelt in Het Heijermans Festival Nederlands beroemdste toneelschrijver en de zee centraal.

Duinstraat. Op een steenworp afstand van het Scheveningse Appeltheater brult de branding zich onvermoeibaar stuk, uur na uur, op het vers opgehoogde zandstrand. De zee. Onze navelstreng. En toch kent het gezelschap de hoofdrol bijna letterlijk voor het eerste toe aan de zee sinds de oprichting in 1972.

Op hoop van zegen. Met Kniertje als boegbeeld. Tot medio maart volgend jaar presenteert Toneelgroep De Appel in de voormalige paardentramremise Het Heijermans Festival. Een theaterfeest met Herman Heijermans als gewetensvol maar vreugdevol middelpunt – en de zilte zee als rode draad.

‘De vis wordt duur betaald’. Zeker, maar Heijermans is zoveel meer, in ieder geval meer dan die ene briljante soundbite. Zo probeerde de in Rotterdam geboren toneelschrijver zijn personages psychologisch diepte te geven door ze in realistische woorden te vatten. Ook publiceerde hij onder het pseudoniem Samuel Falkland – zoals hij tientallen pseudoniemen voerde – anno 1880 haarscherpe columns en journalistieke stukjes die bol stonden van sociaal-maatschappelijk analyses en schetsen waarin hij het kwalijk riekende loontrekkersleven van toentertijd grondig analyseerde – en in zijn hart afkeurde. In Op hoop van zegen speelt Appel-acteur David Geysen de ondergewaardeerde rol van scheepstimmermansknecht en ‘klokkenluider’ Simon, de ‘man-met-voorzienende-blik’. Een kleine, maar saillante rol. Geysen: ‘Ik speel een dronkenman. En overtuigend dronken zijn op toneel, da’s pas echt moeilijk!”

Naast het avondvullende Op hoop van zegen, een stuk dat op kerstavond 1900 in première ging en nog steeds wereldwijd wordt gespeeld, schreef Heijermans ook tientallen bevlogen en emotioneel bewogen eenakters, stuk voor stuk onbekend gebleven pareltjes. Evenals Arie de Mol, artistiek leider van De Appel en regisseur van Op hoop van zegen, koestert David Geysen, geboren Vlaming, maar al dertien jaar woonachtig in Den Haag, bewondering voor Heijermans. Geysen is ook regisseur (o.a. Messen in hennen, Bacchanten en recentelijk Motel Detroit) en regisseert drie van de zes eenakters die tijdens Het Heijermans Festival onder de titel 6x Heijermans in première gaan.

Geysen koos eenakters die over blindheid gaan. David Geysen: “Hermans vader vreesde dat-ie blind zou worden. En Herman Heijermans zelf werd ooit zienderogen zo ziek dat-ie ervan overtuigd was dat hij volslagen blind zou eindigen”. Het verklaart meteen de preoccupatie van Heijermans met het onderwerp. Geysen buigt zich in het festival over de eenakters Brief in schemer (1914), Kwelling (1906) en Het kind (1903).

“Als regisseur zou ik er uit eigen beweging niet snel voor kiezen om ‘Heijermans’ te ensceneren”, licht Geysen toe. “Dat heeft met smaak te maken en met mijn idee over theater. In mijn hart geloof ik meer in het creëren van nieuw materiaal over thema’s die meer aansluiten op deze tijd. Maar nu ik enkele weken in zijn werk aan het wroeten ben, samen met de acteurs, en de wereld van Heijermans inmiddels weet te doorgronden en open te breken, heb ik ontdekt dat achter zijn werk een wereld van verbeelding en taalkundige schoonheid schuilgaat. Een wereld die eerst als een oester verscholen blijft vanwege de overduidelijke, zich opdringende situatieschetsen van de verhalen. Door deze ‘muur van anekdotiek’ neer te halen en het werk als een stijloefening in taal te zien, openbaart de verbeelding zich en ervaar je de diepe schoonheid en gevoeligheid van zijn trouwens zeer accurate taal”.

Geysen maakt in Het Heijermans Festival ook de ‘collagevoorstelling’ Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld! Het geheel nieuwe stuk, waarin de zee centraal staat, gaat over het verlangen naar de zee – maar ook over de afschuw die zij teweeg kan brengen. Het speelt gelijktijdig in de twee kleine zalen van het Appeltheater: na de pauze wisselt het publiek van zaal. Het zijn twee stukken die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Geysen: “Het wordt een logistieke puzzel. Dit kan alleen hier! Terwijl boven een acteur zich omkleedt zie je in de zaal beneden wat daarvan het effect is . En vice versa”.

kader:
Toneelgroep De Appel presenteert tot en met 24 maart Het Heijermans Festival. Naast Op hoop van zegen (regie: Arie de Mol) presenteren de regisseurs David Geysen en Annechien de Vocht in samenwerking met de spelersgroep zes eenakters in 6x Heijermans. De andere voorstellingen die in première gaan tijdens het festival zijn: Pitten (regie Pieternel Bollmann), Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld! (regie David Geysen) en 20.000 mijlen onder zee (familievoorstelling, regie Annechien de Vocht). Ook is er een uitgebreid randprogramma met o.a. lezingen, Op weg naar de zee, Waanzee avond en tentoonstellingen.

Volkstoneel zonder het volkse

Toneelgroep De Appel brengt Heijermans

Na zes jaar ‘Maastricht’ is het best even wennen geweest, aldus Arie de Mol, nu zeven maanden artistiek leider van Toneelgroep De Appel.

“Een hecht ensemble, noem het een familie. De medewerkers en acteurs hebben een lange geschiedenis met elkaar, een verleden van in gezamenlijkheid gecreëerde producties, en van onderlinge vriendschap. En daar kwam ik als ‘nieuweling’ opeens aan het roer”. De wederzijdse gewenning en waardering groeiden snel. “Het is een fijne plek om te werken. En ook heb ik veel steun en waardering van het publiek ondervonden. Bij Zie de mens was ik blij verrast over de superlatieven, de warmte die ervan uitging en de massaliteit. Sla de publieksreacties er maar op na op onze vernieuwde site”.

Daarmee zijn we meteen beland bij de eerste productie in het nieuwe seizoen. Vanaf 18 september start een nieuwe reeks van de marathonvoorstelling Zie de mens over de life and times van Jezus. De Mol heeft zich voorgenomen er niet te veel aan te sleutelen: “Ik ben er zeer tevreden over. En route hebben we eerder al wat kleine dingetjes aangepast”.
Als uitvinders van het genre zet De Appel hierbij de formule van marathon-met-diner voort, uiteraard, hoewel velen het Appel-concept inmiddels hebben overgenomen. “Zo’n gezamenlijk maal werkt, breekt het ijs en bindt, en zorgt bovendien voor saamhorigheid. En aan tafel wordt besproken wat ze gezien hebben en leren ze en passant elkaar kennen”.

De grote trekker dit seizoen moet Op hoop van zegen worden, Herman – de vis wordt duur betaald – Heijermans’ rake typering van het hardvochtige leven in een dorpsgemeenschap aan zee rond 1900. De thematiek zit volgens Katwijker De Mol diep geworteld in de Scheveningse ziel. “Juist daarom brengt De Appel dit prachtige stuk naar de plek waar het gespeeld hoort te worden”. Het vissersbestaan is door Heijermans perfect opgeschreven, zegt De Mol. Daarmee heeft hij recht van spreken, want hij kent diens werk en taal uit-en-te-na, na eerdere regies van Ora et labora en De opgaande zon. “Heijermans is een briljant observator en toneelschrijver. Zijn dialogen bezitten grote dramatische kracht en zijn geheel eigen schrijfstijl is op spreektaal gebaseerd, compleet met hakkelen en onaffe zinnen. Die puurheid laten we erin. Hij schreef zo dat acteurs er tot op de dag van vandaag heel goed mee uit de voeten kunnen. Verder vallen mij zijn enorme mensenkennis en zijn compassie op”.

Kniertje
“Geert de Jong. Voor mij is zíj de ideale Kniertje. Waarom? Het is een rol die geen gelatenheid duldt,  die stevig en onwrikbaar gespeeld moet worden, dan weer ruimte latend voor naïviteit. Ik ben zeer benieuwd naar haar invulling”. Volkstoneel zonder al te opzichtig het volkse te tonen, dat is zijn streven. “De hardheid van het bestaan en het kunnen dragen van tegenslag, die verlenen dit stuk extra urgentie”.
Op hoop van zegen is dit seizoen de ruggengraat van de programmering in het Appeltheater. Rond de voorstelling komen er op gezette tijden deelprojecten met de Scheveningse bevolking, en zijn er tal van inhoudelijke festivalgetinte randprogramma’s. Maar ook avonden met eenakters en andere korte toneelteksten van Heijermans, geregisseerd door acteurs uit zijn eigen ‘stal’ of jonge gastregisseurs, soms met ‘de zee’ als letterlijke inspiratiebron. Voorafgaand kan er dan, zekers, een buikdienst genoten worden in het Appeltheater. Hetgeen Kniertjes gevleugelde uitdrukking ‘De vis wordt duur betaald’ wie weet in een nieuw perspectief plaatst.

Decamerone
Net als Heijermans heeft De Mol eerder figuurlijk zijn tanden gezet in Bocaccio. “Iedereen heeft weleens van de Decamerone en zijn naam gehoord – weinigen kennen het werk. Een reeks verhalen over liefde, geluk, leugen en bedrog, verstand, seks en de dood. Ondeugend van toon, soms grof en gruwelijk, dan weer hoffelijk en elegant; van alledaagse anekdotes tot wel heel wonderbaarlijke gebeurtenissen. Bij Toneelgroep Maastricht heb ik de Decamerone in een quasihistorische setting geplaatst. Ik vind het spannend om er nu een totaal andere enscenering van te maken, die speelt in deze tijd ”. De Decamerone wordt op een later te bepalen locatie in de stad gespeeld. “De stad in, het pand uit! Dat alleen al zorgt voor een nieuw publiek, en is alleen daarom al belangrijk. Er zouden in Den Haag meer grote producties op ‘buitenlocaties’ te zien moeten zijn”.

Nieuw elan
In zakelijk opzicht staat er voor De Appel een belangrijke verandering op til: ras-Appelaar Fred van de Schilde is inmiddels de ten dele teruggetreden Gerrit Dijkstra als zakelijk directeur opgevolgd. En er schijnen meer nieuwe horizonten bij het gezelschap dat na een kaalslag in podiumkunstenland rond 2012 nog dacht dat het over-en-uit zou zijn. Dat nieuwe zakelijke elan is ook doorgesijpeld tot Appels artistieke domein. De Mol: “Voor een rol als Barend in Op hoop van zegen heb je een jonge jongen nodig, en er komen meer jonge personages in voor. Onder de negen spelers in vaste dienst bij De Appel zijn geen acteurs van die leeftijd, daarom zijn we die gaan zoeken. Voor de jonge rollen zijn drie stagiairs aangetrokken. En op tijdelijke basis zijn de nieuwe talenten Jessie Wilms en Lore Dijkman aangetrokken. Aan Op hoop van zegen werken in totaal 14 acteurs mee”.
Lang niet slecht voor een gezelschap dat drie jaar geleden dacht het loodje te moeten leggen. Maar een nieuwe Kunstenplanperiode wacht. “Het worden vast spannende tijden, hoe dan ook. Opnieuw”.

toneelgroepdeappel.nl

Een wereld op het toneel

Nieuwsgierige en meeslepende ontmoetingen

Actueel theater, wat is dat? Het woordenboek zegt : ‘Op het ogenblik bestaand of plaatsvindend’. Maar wat betekent dat dan in het theater, ‘actueel’ zijn. Drie opvattingen.

Wie betaalt de prijs voor ons geluk? Dat is de vraag die het Nationale Toneel over dit seizoen heen legt. “Eerlijk gezegd vind ik dat een ietwat ongemakkelijke vraag”, antwoordt Casper Vandeputte. “Toch moet die vraag gesteld worden, ook al word je van het antwoord niet vrolijk. Zeker niet als je eens echt ergens het naadje van de kous wilt weten. Het is echt niet altijd eenvoudig om rekenschap te geven, besef te hebben van wat er elders of aan de andere kant van de wereld gaande is, om tot je door te laten dringen tot welk effect globalisering en mediatisering kunnen leiden. Confectiefabrieken en naaiateliers in Bangladesh. De natuur die het af moet leggen. Als theatermaker zijn dat, onder meer, zaken die mij roeren”.

Casper Vandeputte, die met Summer of ’96, nog deze zomer op Oerol hoge ogen gooide, volgt sinds 2013 bij het Nationale Toneel een vierjarig coachingstraject voor talentvolle theatermakers. Dit seizoen maakt hij twee stukken over illegalen en gelukszoekers in Europa: Fit to fly en De gouden draak. Voor Vandeputte komt de keuze voor actueel theater niet voort uit modieuze opvattingen: “Het moet resoneren binnenin mij. Het is zeker geen kwestie van ‘shoppen’. Ik wil stukken die iets zeggen over de tijd waarin we leven. Ook meer filosofisch getinte stukken zijn relevant, een ‘klassiek’ stuk als Vrijdag of Elektra. Uitgangspunt is: het moet er op dat moment toe doen”.

Voor Nieuwspoort, vorig jaar zijn eerste voorstelling bij het Nationale Toneel, mocht hij drie weken ongehinderd in het Kamergebouw kijken en luisteren. Dat leidde tot een voorstelling die als een collage was opgebouwd. “Ik wilde verder gaan dan die eerste indrukken. Ik wil verder komen dan het werpen van een eerste naïeve blik en die op het podium gestalte geven. Verder reiken dan een Calimero-effect. Voor mij is het nu de uitdaging om voorstellingen te maken met inbreng van deskundigen, zoals nu voor Fit to Fly. Daarin werk ik samen met een onderzoeksjournalist van het online platform De Correspondent. Waarom? Als ik een voorstelling maak over zoiets complex als vluchtelingenproblematiek wil ik zoveel van dat onderwerp afweten dat ik er ook echt iets nieuws over te zeggen heb.”

Teneinde een voorstelling goed te laten ‘landen’ is informatieoverdracht cruciaal. “Zeker, inleidingen, nagesprekken, debatten: die zijn belangrijk. Maar ik ben er wel vanaf gestapt om als ter zake ‘deskundige’ aan te schuiven. Ik heb de wijsheid niet in pacht. Wél kan ik een kijkje in de keuken geven of de weg schetsen die heeft geleid tot een productie. De essentie ligt in de ontmoeting. Dat is meteen ook dé kracht van theater”.

Actueel theater in een stad, domein van de politieke macht beschouwt hij als een voorrecht, een buitenkans. “Den Haag is een boeiende stad. Inspirerend. Koloniale reminiscenties, immigratievraagstukken, de politieke waan van de dag en een uitgesproken Hollandse volkscultuur en volksaard: je vindt het allemaal op een kluitje. Het ligt er allemaal ruim voor het opscheppen. Een machtig speelveld voor een theatermaker”.

‘Stradivarius-zaal’
Wat betekent ‘actueel’ programmeren voor de Koninklijke Schouwburg? “Het theater is een plek van de verbeelding. En een plaats waar je sámen met anderen een ervaring ondergaat: met medebezoekers, maar ook met de mensen op het toneel. Daarmee onderscheidt theater zich van digitale media: het is de ultieme gedeelde ‘live ervaring’, waarbij je met een beetje geluk het zweet van de acteurs kunt ruiken. Theater kan je aan het denken zetten, provoceren en inspireren en verbindt mensen, het houdt je een spiegel voor of prikkelt je fantasie”. Marijtje Pronk neemt wat voorbeelden bij de kop. “Toneel, dat is het hart van onze programmering. Maar met open armen verwelkomen we ook nieuwe presntatievormen: een live krant op het toneel zoals NRC Handelsblad dat afgelopen seizoen deed, of het journalistieke programma Babel van het Nationale Toneel. Maar ook een theatercollege waarin een bekende wetenschapper, kunstenaar of schrijver over zijn vak en passie vertelt. Denk aan het theatercollege van André Kuipers dat we hadden.”

Op toneelgebied is in het komende seizoen Richard III van Oostpool een voorbeeld van een onorthodoxe presentatie. Daarbij gebruiken vijftig bezoekers voorafgaand aan het stuk een diner, óp het podium en mét de acteurs uit de voorstelling. Later maken zijzelf deel uit van de voorstelling, want ze blíjven op het toneel. “Dat combineren we met een kijkje achter de schermen en een verhaal over macht en leiderschap, de essentie van Shakespeares Richard III. Kijk, dat is een interessante aanpak. Of Borgen van het Noord Nederlands Toneel. Veertien afleveringen in een doorlopende voorstelling, die zich ook in andere delen dan alleen de ‘Stradivarius-zaal’ van de Koninklijke Schouwburg afspeelt. Crossing Border Festival, ook zo’, voorbeeld waarbij het hele gebouw met zijn vele foyers optimaal wordt bespeeld”.

Neem ook het Brainwash Festival. Een nieuw festival met filosofische, ook al door het hele gebouw, waarbij je met een biertje in de hand talks en workshops bijwoont van spraakmakende (inter-)nationale denkers van dit moment. “Zij gaan in op grote vragen van nu, bijvoorbeeld: is het tijd voor een empathie-revolutie? En: hoe raken we onze onrust kwijt? Er is een filosofic dark room. Het is een nieuw programma voor onze schouwburg en een manier om het theater als ‘gebouw’ anders in te zetten. Dat zegt óók iets over de plaatsbepaling van de Koninklijke Schouwburg”.

Waar theaters soms nog als bastion werden, ervaren trekt ook de Koninklijke Schouwburg er tegenwoordig graag op uit. “Met Circus Treurdier presenteerden we vorig seizoen hun voorstelling op het Binckhorst-terrein. Daar komen andere mensen op af dan ons vaste publiek. Dat willen we vaker gaan doen: een pop-up schouwburg zijn. Wie weet bij jouw om de hoek. De boodschap: theater kan zich manifesteren in vele vormen en is dichterbij dan je denkt”.

Portretten
“Alles wat je doet”, aldus Arie de Mol, “moet een bron, een oorsprong hebben in de wereld van nu, door de actualiteit zijn gedreven. Dat geldt voor Op hoop van zegen,”vervolgt de artistiek directeur van Toneelgroep De Appel, “maar ook voor de manier waarop je als gezelschap in de samenleving staat. De komende tijd gaan we daarom naast de ‘normale’ voorstellingen andersoortige programmaformules ontwikkelen. Serieprogramma’s met debatten en optredens rond bijzondere politiek-maatschappelijke spanningen. Kwesties die de kranten en de journaals bepalen, bepaald hebben of juist vergeten zijn. Voorbeeld? Albanië. Je kunt het dan hebben over wat er in tien jaar van communistische samenleving naar een open economie heeft voorgedaan. Je kunt muzikanten uit dat land uitnodigen of acteurs met wie je tijdelijk samenwerkt. Een uitwisseling, precies. Door de maanden, door de jaren ontstaat zo een portret van de wereld en mensen om ons heen, van landen die ons omringen. Het is ook een manier om onze seriebespeling te kunnen afwisselen. De Appel in beweging. De boodschap is dan: Je kunt hier altijd binnenstappen voor iets nieuws, iets anders”.

Nationale Toneel
Summer of ’96: 26 t/m 28 augustus en 2 t/m 4 september 2015, op locatie
De gouden draak: 6 t/m 10 oktober 2015, Theater aan het Spui
Fit to fly: 19 t/m 30 april en 2 t/m 4 juni 2016, NT Gebouw
De revisor: 12 t/m 31 januari 2016 en 1 t/m 2 maart 2016, Koninklijke Schouwburg

Koninklijke Schouwburg
De Zwarte Doos van Circus Treurdier van 16 t/m 18 oktober 2015, op locatie
• Crossing Border festival van 12 t/m 14 november 2015
• Oostpool met Richard III op 3 en 4 oktober 2015
• Brainwash Festival op 27 februari 2016
Borgen van Noord Nederlands Toneel op 7 en 8 mei 2016

Kader
Wunderbaum: The New Forest Fest in Theater aan het Spui
Theater aan het Spui is de plaats van handeling voor vele festivals in de stad. Van 9 t/m 19 december 2015 zijn er drie nieuwe voorstellingen van Wunderbaum te zien uit de New Forest-reeks, verpakt in een heus Fest! Het zijn Unser Dorf soll schöner werden (i.s.m. Münchner Kammerspiele), de locatievoorstelling Helpdesk, en We doen het zelf wel, een punkrevue met een bont spektakel van lokale figuranten en muzikanten. Inclusief een uitgebreid randprogramma.

Kader 2
Babel: Wie betaalt de prijs van ons geluk?
Parallel aan de voorstellingen van het Nationale Toneel gaat Babel op zoek naar onze hedendaagse blinde vlekken. In talkshows, debatten en discussies praten gasten en publiek met kunstenaars, wetenschappers en journalisten, op zoek naar antwoorden in NT Gebouw, Koninklijke Schouwburg en Theater aan het Spui.

Kader 3
Theu Boermans regisseert bij het Nationale Toneel dit seizoen De revisor. Deze komedie over corruptie en het plezier van het graaien, had in 1836 een tumultueuze première in Petersburg. Het stuk is tijdloos en ook nu nog steeds actueel.