Klassiek ballet in eigentijds toneeljasje

Het Zwanenmeer: theaterfun voor de hele familie

De traditionele kerstproductie van Theaterschool Rabarber is dit jaar opnieuw een familiespektakel. Dit jaar een geheide balletklassieker … in een gloednieuw, eigentijds toneeljasje.

Tsjaikovski’s klassieke noten voor Het Zwanenmeer zijn oorwurmen, zo heet dat tegenwoordig. Beter gezegd: muziek voor miljoenen. Balletmuziek inderdaad. Toch zijn er bij Rabarber in de verste verte geen Anna Pavlova, Tamara Karsavina, Uliana Lopatkina of prima ballerina’s van Het Nationale Ballet zoals Anna Tsygankova of Igone de Jongh te bekennen.

Neen, bij Rabarber is van het van origine oud-Russische sprookje De Witte Eend een toneelstuk in de maak. Met straks veertig man op de vloer inclusief een afvaardiging van jongelingenmusici van het onvolprezen Hofstad Jeugd Orkest. Maal twee voor de hele voorstellingenreeks, want er zijn twee aparte casts: een ‘witte’ en een ‘zwarte’. Stuk voor stuk leerlingen van de eigen theaterschool, in leeftijd van pakweg 6 tot 20 jaar. Straks zijn er ook nog 3D ‘mapping’ projecties en videoanimaties. Jeroen de Graaf, regisseur: “Ik wil dat deze voorstelling een breed publiek raakt.”

Het Zwanenmeer is een gelaagd verhaal met welzeker 1001 verschillende balletversies, uitvoeringen en vertellingen. En ook films, zoals die met Nathalie Portman in de dubbelrol van witte én zwarte zwaan (‘Black Swan’, 2011). Er zijn vast ook tig toneelversies. Toch?

Regisseur Jeroen de Graaf krabt even achter het rechteroor als ik het hem, pal voor het begin van een repetitie, voorleg: “Tekstschrijver Marcel Roijaards en ik hebben ons ondergedompeld in de geschiedenis van ‘Het Zwanenmeer’. Voor zover wij hebben kunnen achterhalen is dit de allereerste toneelversie.” Al durft hij zijn handen niet in het vuur te steken voor wat zich sinds 1877 in Rusland en China ooit heeft afgespeeld op dit vlak.

Zoek jezelf, vind jezelf
Iedereen kent de titel. Maar ook het hele verhaal? “Eigenlijk is het een vertelling over jezelf vinden, je eigen weg gaan, keuzes maken,” legt De Graaf uit, die na Baron von Münchhausen’vorig jaar nu opnieuw gestalte mag geven aan Rabarbers kerstproductie.

De plot in een notendop: prins Siegfried (Freek Kunz / Christophoor Ram) krijgt voor zijn achttiende verjaardag van zijn koningin-moeder een kruisboog ten geschenke zodat hij liefdespijlen kan afvuren, en aldus snel een levensgezellin aan de haak kan slaan. Op een nachtelijke escapade met vrienden in een bos bij een meer maakt hij kennis met de mooie Odette (Noa ten Hof / Lois Vecchi). Probleempje: door toedoen van de sinistere tovenaar Von Rothbart (Roger Nievaart) mag zij slechts twaalf minuten per etmaal meisje zijn, voor de rest van de tijd moet ze door het leven als gevederde zwaan, net als een aantal andere gevangengenomen meisjes.

Totdat ooit op een dag de betovering wordt verbroken. Von Rothbart blijkt zelfs zijn bloedeigen dochter Odile (Anna Bisschop / Yasmina Abdelmoumen) verzwaand te hebben. Door Siegfried een toverdrank in te laten nemen weet hij deze zover te krijgen dat Siegfried kiest voor Odile. Als het bedrog later uitkomt volgt bij Rabarber een verrassende ontknoping.

“Een positieve twist,” verklapt De Graaf. Toch is het echt niet alleen meisjesroze en jongetjesblauw wat hier de klok slaat. “Eerder zwart en wit. Want snoodaard Von Rothbart heeft een duister randje, precies als in het ballet. Terwijl Siegfried – bij ons ‘Ziggy’ – onder bonkende beats juist een kwetsbare kant laat zien.”

Notes
Na de repetities, tijdens de ‘notes’, toont De Graaf zich ten overstaan van de spelersgroep kritisch over hun verrichtingen: “Jullie zitten onder je energie. Ik wil meer focus zien.” Onder vier ogen toont hij zich na afloop echter behoorlijk tevreden: “Rabarber is een theaterschool. Je moet verschillende spelniveaus integreren. En iedereen moet door deze kersproductie persoonlijk kunnen groeien. Het is mooi om te zien dat dat vaak ook lukt. Gedurende de jaren zie je dat ze zich in het dagelijkse verkeer ook vaak zelfverzekerder voelen, zelfbewuster. Mede dus door Rabarber.”

Theaterschool Rabarber: ‘Het Zwanenmeer’. Van 26 december tot en met 5 januari n Theater aan het Spui. Meer informatie: rabarber.net.

Advertentie

Zwanenmeisjes, wolven en vuurvogels

Anna Tsygankova over Russische sprookjes

Er was eens … een tijd dat het vertellen van verhalen een kwestie van spreken en luisteren was. Sprookjes zijn daarvan een mooi voorbeeld. Anna Tsygankova: “Ze zijn de weerslag van de collectieve wijsheid en levenservaring van vele generaties”.

‘Ahh, Vasnetsov!’, slaakt ze. Reebruine ogen glinsteren als ik de catalogus van het Groninger Museum Russische sprookjes – volksverhalen en legenden in haar handen schuif. In het kloeke boekwerk staan talloze prachtige kleurenprenten afgebeeld. De voorliggende is getiteld Ivan de Tsarenzoon op de grijze wolf uit 1889. Aanleiding voor ons gesprek over het wezen van Russische sprookjes is De vuurvogel, onderdeel van het programma Fairytales dat het gezelschap in maart/april uitbrengt.

‘Ik kom uit een muzikaal nest. Mijn vader en moeder speelden piano. En mijn vader las steevast voor. Ik ben met deze sprookjes opgegroeid. Klassiekers. Kalenderprenten. Net als iedereen van mijn generatie. Dat verbindt  ons nu nog. Of dat onder kinderen van nu nog steeds het geval is, dat weet ik niet’. Anna Tsygankova, eerste soliste bij Het Nationale Ballet sinds in 2007 overkwam vanuit het Bolsjoi in Moskou, peutert graag in haar Siberische kinderjaren in het Russische Novosibirsk, waar ze is opgegroeid. ‘Mijn favoriete sprookje? Dat wisselt; ik houd van ze allemaal. Maar Vasilisa – dubbelgangster van Assepoester – is voor mij wel een all time favorite’, zegt Anna. ‘Natuurlijk, zo mooi als zij, zo beeldschoon, wilde ieder meisje zijn’.

Sprookjes overleven en blijven aanspreken. Sprookjes winden er geen doekjes om en stellen de wereld niet altijd voor als een zoetgevooisd Luilekkerland vol brave borsten van goede wil en deugdzame daden. Voor Anna spreken sprookjes zeer tot de verbeelding. ‘Ze laten zien waar je bang voor bent en je leert waar je naar verlangt. Door een sprookje kun je een eigen wereld om je heen optrekken. Een sprookje is kleurrijker dan tv ooit zal worden. Ik kijk geen tv, héb geen tv in huis.’ Maar sprookjes zijn meer dan een vertelde illustratie van een levenswijsheid of wandspreuk: ze zijn effectiever dan een rechtstreekse mededeling. Anna: ‘Sprookjes vertegenwoordigen ook de wens van de mens om een sprong te durven wagen, om vertrouwen te hebben’.

Verhalen (door)vertellen was ooit puur een kwestie van spreken en luisteren, ter veraangenaming van de arbeid, als tijdverdrijf tijdens een lange reis of rustend bij een vuur. Sprookjes zijn daarvan een mooi voorbeeld. Later in boekvorm uitgegeven en op grote schaal verspreid. Ze spelen zich af in een ver verleden van wouden en wolven. Net als elders werden ook in Rusland in de negentiende eeuw eeuwenlang mondeling doorvertelde verhalen verzameld, bewerkt en in druk uitgegeven. In Rusland vond die populariteit zijn oorsprong in het eind van de achttiende eeuw, toen Russische intellectuelen de denkbeelden van de Verlichting geleidelijk inruilden voor die van de Romantiek. Bij de nieuwe wereldvisie hoorde naast een zekere ‘verfransing’ ook een levendige interesse in de nationale geschiedenis en identiteit, en een van Duitse romantici afgekeken idealisering van ‘het volk’: De Russische elite hulde zich in de traditionele kleding van Russische boeren; Russische componisten lieten zich inspireren door een in 1790 verschenen eerste verzameling van Russische volksliedjes; en schrijvers – met Poesjkin als bekendste voorbeeld – bewerkten de volkssprookjes uit hun kindertijd tot teksten die algauw de status van literaire klassieker kregen.

Ook in Rusland raakten verhalen of verhaalmotieven van elders afkomstig, verknoopt met origineel Russische tradities. In Russische sprookjes verschijnen dus oude bekenden. Zoals de schone Vasilisa. De heks heet er Baba Jaga, die in haar doen en laten lijkt op ‘onze’ heksen. Maar ook allerlei nieuwe figuren duiken op, zoals de altijd en eeuwig boosaardige Kasjtsjej en de bijkans onsterfelijke knekelreus. Zeker de laatste is voor West-Europese lezers een geheel nieuwe, vreemde figuur. Russische sprookjes hebben dus een eigen karakter en ze spelen zich af tegen een Russisch decor. Koningen zijn er tsaren, prinsen en prinsessen tsarenzoons en -dochters.

Sprookjes gaan over thema’s van levensbelang en weerspiegelen het karakter van een volk. Anna trekt het lijntje door: ‘Russen zijn ondoorgrondelijk en hardvochtig’, monstert Anna het innerlijke wezen van haar landgenoten. ‘Het zijn en blijven beren en wolven diep van binnen. Russen zijn onvoorspelbaar, onberekenbaar. Je weet nooit wat hun volgende stap zal zijn’.

Vuurvogel
Soms is niet goed meer na te gaan of sprookjesverhalen zijn geïmporteerd of geëxporteerd, of wellicht gelijktijdig zijn ontstaan en daarna doorverteld. Heel soms weten we wél wanneer, waar en hoe een nieuwe versie tot stand is gekomen. Dat is het geval bij het in Nederland bekendste Russische sprookje De vuurvogel. Dat heeft zijn populariteit vooral te danken aan de dans. Diaghilev cum suis wilden een echt Russisch thema brengen en origineel zijn – vanwege een hang naar exotisme indertijd. Het verhaal moest spectaculair zijn en een vrouwelijke en mannelijke hoofdrol hebben, met een flink aantal gevarieerde bijrollen. Het geheel moest zonder te veel scènewisselingen gedanst kunnen worden. Geen van de traditionele verhalen werd geschikt bevonden. Dus werd een nieuw sprookje gemaakt. Het oorspronkelijke ballet een merkwaardig mengsel van drie verschillende figuren uit de Russische folklore: de Vuurvogel, de goede, maar niet erg slimme Tsarevitsj Ivan en de boze tovenaar Kasjtsjej. En zo werden bekende thema’s en personages samengevoegd tot het nieuwe libretto van De vuurvogel. Volgens sprookjesonderzoekster Regina Bendix zijn er minstens vijf bronnen/personages: Ivan de Tsarenzoon, De vuurvogel, De grijze wolf, Marja Morevna en Kasjtsjej de Onsterfelijke. De hindernissen en de beproevingen die Ivan, de hoofdpersoon, moet doorstaan zijn in de balletversie sterk versimpeld. De vuurvogel fungeert als almachtige helpster die de gevaren en het risico voor de prins als een Superman bereidwillig en efficiënt bedwingt. De betekenis van de herhaalde dreiging, de mislukte pogingen, de bijna-ondergang van de held, is in de balletversie gemarginaliseerd.
De vuurvogel is feitelijk een Russisch exportproduct, gemaakt om het Parijse publiek te behagen, vol traditionele elementen en tegelijkertijd gloednieuw. Een fantasievolle vorm van recycling van cultuurhistorische bouwmaterialen.

Driesprong
Natuurlijk, de rode draad van een jonge prins die een prinses zoekt, en vindt, komt op veel plaatsen voor. In een klassiek sprookje zijn de omwegen en verwarringen van de hoofdpersoon geen versieringen of loze herhalingen. Zij bewerkstelligen juist het effect van herkenning: Het gaat in het echte leven immers ook niet meteen goed. Integendeel, volharding is essentieel. ‘Kijk’ zegt Anna, en legt eerst de palmen van haar handen bijeen, spreidt haar vingers naar buiten en vouwt met haar ellebogen uiteindelijk een driehoek: ‘In Russische sprookjes is vaak sprake van een driesprong. Vaak kiest de held van het verhaal de weg die op het oog het moeilijkste lijkt’. In Russische sprookjes moet altijd een reis volbracht worden, een tocht waarop een persoonlijk aspect moet worden overwonnen voordat een zeker doel kan worden bereikt: het kwaad bestrijden, betere vriendschap ontwikkelen, te zijn als een gids, of een hoger bewustzijnsniveau bereiken. Het verhaal van Ivan de Tsarenzoon, de vuurvogel en de grijze wolf zit vol beelden die de functie van het sprookje als spiegelverhaal, als levensles, uitbeelden’. Het bewijst dat klassieke sprookjes – ook in verknipte vorm – hun magische kracht behouden.

Kader: Ratmansky
Choreograaf Alexei Ratmansky wordt alom geprezen om zijn herinterpretaties van Russische balletten en verhalen. In Firebird (Vuurvogel) legt Ratmansky zijn eigen accenten in het verhaal. In de pers kreeg zijn productie bij de wereldpremière in New York, afgelopen juni bij het American Ballet Theatre, meermalen de topscore van vijf sterren.

Kader: Vuurvogel
L’oiseau de feu ging in 2010 in Parijs in première, geproduceerd door Sergej Diaghilev, in een choreografie van Michail Fokine, op muziek van Igor Stravinsky, en met decors van Aleksandr Golovin en Léon Bakst. Het was een van de eerste successen van Les ballets russes die Parijs in opwinding bracht. De eerste vuurvogel, gedanst door Tamara Karsavina, maakte meteen grote indruk.

Fairytales door Het Nationale Ballet is van 1 tot 16 maart 2014 te zien in Het Muziektheater Amsterdam. Meer informatie op http://www.het-ballet.nl. Telefonisch reserveren: (020) 6 255 455.