Monet en de Blauwe Engel

Het Vijfde Bedrijf met ‘Monet en de Blauwe Engel’

Na De Dansende Madonna rond Piet Mondriaan laaft het Haagse theatercollectief Het Vijfde Bedrijf zich met de persoon van Claude Monet opnieuw aan een biografische theatervertelling rond een toonaangevend kunstschilder.

De langverwachte kaskraker Monet – Tuinen van verbeelding in Kunstmuseum Den Haag is een oneindig turen in het diepe, vooral naar waterlelies.

Waterlandschappen, zo noemde Monet zijn serie Grandes Decorations, doeken waarop heel gewaagd indertijd, geen horizon te ontwaren viel, maar hun reflecties de wereld letterlijk op de kop zetten. Kleurexplosies op linnen, in Nederland trouwens zelden gezien.

Maar wie was deze Claude Monet (1840-1926) in persoon? Gelijktijdig met de tentoonstelling krabt theatercollectief Het Vijfde Bedrijf met Monet en de Blauwe Engel met haar nagels onder de dikhuidige maar wereldberoemde kunstschilder, en toont de mens àchter de kunstenaar.

Voor de argeloze beschouwer is Monets levensverhaal voor een aanzienlijk deel een clichématig belopen pad: als jongeling verguisd, door beroepsgenoten en critici tot aan de bedelstaf toe veroordeeld, en pas op latere leeftijd een gevierd kunstschilder. Met sprongen in de tijd volgt Het Vijfde Bedrijf niettemin tamelijk lineair de omgekeerde volgorde. Gelukkig krijgen we naast weerspiegelingen in mooie zinnen ook via stiefdochter Blanche reflecties op de meester voorgeschoteld.

Kronkels
Acteur Dries Vanhegen kruipt onder de huid van Monet – en hij doet dat met verve. Hij mag hier een regenboog aan kleuren laten zien: van tomeloze woede-uitbarstingen tot immens fluisterstil uitgesproken woorden over de miskenning die hem, zichzelf als vernieuwer kunstenaar beschouwend, vaak honend en vooreerst wijd en zijd ten deel viel – terwijl hij bijna zijns ondanks onvermoeibaar bloemen, en vooral waterlelies schilderde, ‘want het samenspel van water, licht en planten is steeds anders.’ Wat in zijn late doeken abstracte kronkels en streepjes lijken, verbeeldt een uitgekiende vereenvoudiging van een zacht stromend water met blaadjes die glinsterend weerspiegelen in het oppervlak.

In Monet en de Blauwe Engel stappen we het leven van de kunstschilder binnen op het moment dat hij 74 is, en drie jaar eerder zijn tweede vrouw Alice gestorven is. Zijn stiefdochter Blanche ontfermt zich dan over Monet, hier mooi ingetogen, begripvol, dienstbaar en invoelbaar gespeeld door Annemarie de Bruijn. Zij, Blanche, tracht uit bewondering hem weer aan het penseel te krijgen – en via hem, haarzelf.

Monet voelde zich een ‘drager in dienst van het licht,’ zo laat regisseur en tekstschrijver Hans van den Boom hem hardop uitspreken. Hij heeft het dan, al komt dat niet letterlijk aan de orde in de voorstelling, over Rouen en de Rue du Grand Pont, hartje winter 1892/1893, als Monet voor het raam op de tweede verdieping zit en de façade schildert van de kathedraal aan de overkant – niet eenmaal maar vele malen, en op verschillende tijdstippen van de dag. Hij heeft gelijktijdig verschillende doeken onder handen en werkt er elke dag aan. Hij wil het kleurenspel van licht en schaduw en de versluierende atmosfeer van nevel rond de kathedraal vastleggen zodat hij de steeds veranderende aanblik bijna documentair kan vastleggen. De architectuur van de kathedraal interesseert hem niet.

Decorbeeld
In Giverny, nabij Parijs, verwierf Monet in 1883 een huis met een schuin aflopend stukje grond. Daarin situeerde hij een bloementuin, een grote vijver met waterlelies en een Japanse brug. Die laatste is door Het Vijfde Bedrijf in theatrale zin nagebouwd – en wijst vanaf de onaanzienlijke speelvloer van de aula van het Kunstmuseum, die slechts een armetierige vier meter breed bij twee komma vijf diep meet, pontificaal de zaal in. Daardoor weten de twee spelers dicht op de huid van de kijker te komen, ook letterlijk. Dat op zich vrij statische decorbeeld  van vormgever Reier Pos wordt doorbroken door mooie lichtbeelden en patronen op het achterdoek, door vijftien rijen van twintig centimeter hoge linnen repen die deels over elkaar heen te laten vallen, en aan te lichten met fluorescerend gekleurde lichtpatronen.

Al met al is Monet en de Blauwe Engel een mooie ervaring, ook door de muziek van Michael Varekamp, die zijn eigen ijle luchtklanken à la Miles Davis heeft gemixt met het impressionistische pianotouché van Jasper Soffers, dat pasteltinten aanreikt van Debussy tot Satie.

Het Vijfde Bedrijf, Monet en de Blauwe Engel, tot en met 2 februari 2020, Aula van het Kunstmuseum. Meer informatie: www.hetvijfdebdrijf.nl

Plaats een reactie