‘Hier komt mijn werk perfect tot zijn recht’

‘Buitenkunstenaar’ Dominic Brown betrekt binnenruimte

Beeldend kunstenaar Dominic Brown is het creatief brein achter vele ontwerpen voor muurschilderingen in Den Haag en verre omstreken. Hij voorzag met zijn onderneming Modern Murals onder meer de onderdoorgang van de Rijnstraat en de Anna van Buerenstraat, beide vlakbij station Den Haag CS, van een XL-formaat afbeelding. Maar ook elders in de regio, van Rijswijk en Voorburg tot Delft, Rotterdam, Schiedam en Leiden aan toe, bracht hij metershoge en -brede illustraties aan, van viaducten en pilaren tot elektriciteitshuisjes.

Dezer dagen heeft de geboren Rijswijker, gespecialiseerd in projecten ter verfraaiing van de openbare ruimte, zijn kampement opgeslagen in de binnenruimte, om precies te zijn die van ‘verzamelgalerie’ KV02 (Korte Vijverberg 2, korte kant). In de historische binnenstad van Den Haag was voorheen een vestiging van de Rabobank gevestigd.

Tijdens ‘corona’ kwam een aantal dingen bij elkaar, legt hij uit. “Ik heb een pop-up gallery gehad in winkelcentrum In de Bogaard in Rijswijk, vlak bij mij thuis. Ik merkte daar dat ik direct contact met mensen fijn vond, maar dat moest missen omdat ik aldoor binnenshuis op de computer werk. Toen deed zich opeens deze mogelijkheid voor, pal naast het Mauritshuis en de Tweede Kamer. Al langere tijd wilde ik naar Den Haag omdat hier het publiek veel internationaler is dan in Rijswijk. Al tien jaar droomde ik van een eigen galerie slash winkel ergens aan het Noordeinde of de Prinsestraat, maar die locaties zijn niet te betalen voor mij.”

De ruimte heeft hij betrokken via ANNA Vastgoed & Cultuur, een vastgoedbeheerder die tijdelijk leegstaande panden aanbiedt. Sinds de opening hebben er al ruim 250 exposities plaatsgevonden. Vanaf half juli kon Brown er neerstrijken, tot half september. Vorige week hield hij de officiële opening. “Ideaal voor mij,” verklaart Brown zijn intrek. “Van KV02 is dit de mooiste ruimte. Hier komt mijn werk perfect tot zijn recht.” Naast eerder geëxposeerde werken is er ook nieuw werk van zijn hand te zien.

Het begon voor hem rond 2004, toen hij computertechnieken ontdekte. “Toen zag ik dat je met behulp van een pc een tekening kon opblazen tot vrijwel ieder gewenst formaat. De ontwerpen ging ik op internet posten en er later ook mee exposeren.”

Door opdrachten die hij vervolgens verwierf voor werk in de buitenruimte kon hij zich toeleggen op eigen, autonoom werk en was hij in staat te investeren in de kunstenaar in zichzelf. “Het werk dat je hier ziet is de basis voor werk dat ik voor de buitenruimte heb gemaakt. Uiteindelijk maakt het niet uit of je iets voor tweehonderd of twee vierkante meter maakt.”

Als kunstenaar legt hij zich toe op ‘mixed media’, van werken op canvas of hoogwaardige prints op aluminium, tot stoffen (onder meer tapijt en shawls) en shawls. “Verbeterde printtechnieken en doorontwikkelde technologie en software hebben mij geïnspireerd.” Tegenwoordig is hij veel bezig met mogelijkheden die Virtual Reality hem biedt. “Je kunt als het ware tekenen in een zwarte ruimte. Het resultaat kun je vervolgens printen. Er zijn oneindig veel mogelijkheden.”

Hoe modern zijn werkwijze ook, de bakermat voor zijn werk ligt bij de kunst van oude beschavingen. Hij pakt er met glimmende ogen een koffietafelboek bij over de oude Egyptenaren. Hij gelooft dat de emotie of boodschap die een kunstenaar vele honderden of duizenden jaren geleden wilde afgeven, niet levendiger kon worden overgedragen dan door een schilderij, een tekening of een symbool. Door elementen uit de oudheid in zijn werk te incorporeren beoogt Brown met mensen over de hele wereld te kunnen communiceren. Kunst draagt volgens hem geen tijds- of taalbarrière.

De beweging die is ingezet naar Den Haag smaakt naar meer, zegt hij. “Graag zou ik in deze stad mijn eigen galerie vestigen en hier komen wonen. Als ik hier woon kom ik ook in aanmerking voor een atelierruimte van Stroom Den Haag.”

Galerie Dominic, Korte Vijverberg 2 (KV02), donderdag tot en met zondag, 12.00-18.00 uur. Meer informatie: www.dominicbrown.nl

Ontheemding werkt door bij twee miljoen Nederlanders

Nationale Herdenking voor einde van de Tweede Wereldoorlog

Met de Nationale Herdenking staat ons land komende zondag stil bij het definitieve einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Die dag worden de slachtoffers herdacht van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. In Den Haag zijn er velerlei gedenkmomenten.

Voor miljoenen was de Tweede Wereldoorlog nog niet voorbij in mei. Zo moest de bevolking van Nederlands-Indië volhouden, zonder te weten hoe lang het nog zou duren. En hoewel de Japanse bezetting van Indonesië op 15 augustus ten einde kwam was het daarmee niet gedaan met geweld in Nederlands-Indië: Twee dagen later riepen Indonesische rebellen de onafhankelijkheid uit, die pas in 1950 door Nederland formeel werd geaccepteerd.

In de onafhankelijkheidsstrijd en in de Tweede Wereldoorlog is er een diversiteit aan slachtoffers te betreuren, van burger tot militair slachtoffer, van bevolkingsgroepen zoals Indonesiërs, Molukkers, Indo-Europeanen, Europeanen, Papoea’s tot Chinese Indonesiërs. Hun oorlogservaringen, en ook de ontheemding die voor velen erop volgde, werken tot vandaag door bij, inmiddels, twee miljoen Nederlanders.

Traditiegetrouw heeft de Nationale Herdenking ook dit jaar plaats bij het Indisch Monument – het (graf)monument dat in 1988 werd opgericht. Vanwege corona draagt de bijeenkomst in de Scheveningse Bosjes dit jaar opnieuw een besloten karakter. Gelukkig wordt de herdenking live op tv uitgezonden.

Actrice en theatermaker Esther Scheldwacht verzorgt een voordracht, samen met haar zoon en muzikant Moos. Zij werd uitverkoren vanwege de hoofdrol die ze heeft in de theatervoorstelling ‘De eeuw van mijn moeder’ van Het Nationale Theater (HNT). Met deze marathonvoorstelling schreef regisseur Eric de Vroedt, artistiek leider van HNT, recentelijk een persoonlijk en gelaagd verhaal over de migratie indertijd van zijn moeder, die onlangs overleed, van Nederlands-Indië naar Nederland. Hij vertelt over de levenslange worsteling met identiteit die het gevolg was en de weerslag daarvan op de familie. De verfilming van deze voorstelling wordt juist dezer dagen in delen op tv uitgezonden.

De Vroedt, die zich als ‘Ramses’ opvoert in zijn eigen stuk: “Mijn moeder vond dat ik ook films moest maken. En uitgerekend bij dit project – een monument voor mijn moeder – wordt haar wens werkelijkheid. Een theaterstuk, door zijn aard vluchtig van karakter, is door de videoregistratie voor altijd en iedereen terug te kijken.”

Het eerste deel van de voorstelling, met dertien acteurs op de vloer, is intussen al uitgezonden maar valt online terug te kijken op de website van NPO Start, met zoekwoord ‘eeuw’. Deel 2 wordt vrijdag 13 augustus en op vrijdag 20 augustus wordt deel 3 uitgezonden. Als theatervoorstelling keert ‘De eeuw van mijn moeder’ in het seizoen 2022-2023 terug in de theaters.

De Vroedt werd bij het maken en repeteren gevolgd door de makers van ‘Het Uur van de Wolf’ (VPRO). De documentaire daarvan werd ook al van de week al uitgezonden, maar eveneens terug te zien via NPO Start. Daarnaast besteedt de NOS zondag in de avonduren aandacht aan de herdenking middels een speciale uitzending, met De Vroedt daarbij als gast aanwezig.

Grote Kerk
In de Grote Kerk speelt zich vanaf 10.30 uur een dialoog af, gratis toegankelijk na aanmelding. De vraag die de organiserende instelling ‘Dialoog in Den Haag’ zich daarbij stelt is: ‘Wat betekent deze herdenking voor u?’ Vervolgens kan via een scherm de Nationale Herdenking op tv worden gevolgd in de kerk. Aansluitend is er een zang- en pianoconcert door Duo Merpati.

Museum Sophiahof
Ook Museum Sophiahof, het Indisch Herinneringscentrum in Den Haag, houdt in samenwerking met Stichting Pelita een besloten middag, met hier als thema ‘De oorlog dichtbij’. Daarnaast is het museum open voor publiek en staat die dag voor elke bezoeker een kop koffie met spekkoek klaar. Ook is de live tv-uitzending van de herdenking daar live te bekijken. Verder is er gelegenheid om bloemen te leggen bij het minimonument op het eigen terrein van het museum.

“Als Herinneringscentrum zijn we het hele jaar door gericht op de 15e augustus,” zegt directeur Yvonne van Genugten. “Maar met de datum in zicht merken we het altijd goed. Er worden dan veel ‘melati’s’, herdenkingssymbolen, verkocht en besteld. Ook het museumbezoek neemt dan toe.” Het is goed dat er afzonderlijk van de Dodenherdenking op 4 mei  wordt stilgestaan bij 15 augustus, zegt ze. “Het leeft enorm.”

Zomergast
Ten slotte is zondagavond de Haagse schrijver Alfred Birney de Zomergast bij de VPRO. “Als romancier hoop ik dat de fragmenten van mijn Zomergastenavond op de een of andere manier een multicultureel verhaal vertellen,” laat Birney weten. Hij is vooral bekend van de grotendeels autobiografische en bekroonde roman ‘De tolk van Java’. “Televisie als caleidoscopisch boek, om zo te zeggen. Mijn commentaren hangen af van het moment, het toeval, en dat kan spannend zijn, voor zowel mezelf als de kijker. Zo ben ik deel van de onvoorspelbaarheid, zoals het hele leven is.”

Den Haag: Weduwe van Indië
Meer dan 100.000 Nederlanders en Indische Nederlanders verkasten met name in de jaren vijftig uit het toen net onafhankelijk geworden Indonesië naar Nederland. Al geruime was de stad Den Haag nauw verbonden met het voormalige Nederlands-Indië doordat duizenden koloniale ambtenaren en andere ‘Indischgasten’ hier hun verlof doorbrachten. Ook voor ‘pensionado’s’ was Den Haag altijd een favoriete vestigingsplaats. De Hofstad wordt daarom vaak ‘Weduwe van Indië’ genoemd.

Meer informatie: https://www.4en5mei.nl/nieuws/nationale-herdenking-15-augustus-1945

‘We hebben ‘The Sound of Music’ eigenheid gegeven’

Musicalregisseur Carline Brouwer reist de wereld rond

De familiemusical vertelt het gedramatiseerde verhaal van een Oostenrijkse familie die de Tweede Wereldoorlog voorvoelt en daarom het geboorteland ontvlucht. ‘Stoute energie’ is, onder meer, wat Carline Brouwer toevoegde aan haar regie van alwéér een nieuwe versie van de ijzeren hit.

Nog maar eventjes op haar zelfverkozen levenspad als kloosterzuster ingetreden, wordt de nog jonge, springerige Maria uitgezonden als kindermeisje bij de familie Von Trapp. Ze weet daar het vertrouwen te winnen van de zeven kinderen en ook dat van haar opdrachtgever zelf, de ongenaakbaar ogende ex-zeekapitein en weduwnaar. Hun op waarheid berustende lotgevallen zijn vervat in een musical en later verbeeld in een iconische film – met Julie Andrews als eeuwigdurend droombeeld van Maria.

“Jeetje,” roept Carline Brouwer uit. “Toneelgroep De Appel en de Haagsche Comedie! Dat is meer dan twintig jaar geleden. Ik word oud!” Brouwer begon haar acteurscarrière aldaar met Ophelia, ze speelde Madame de Sade, in ‘Some Like It’ en in ‘Drie zusters’ met Sacha Bulthuis en Geert de Jong, ze zong in de ‘Driestuiversopera’ en roeide riemen in ‘Trilogie van een Zomerverblijf’, het waterballet van Carlo Goldoni. Om maar wat namen en titels te noemen. Ze maakte daarna de overstap naar het musicalgenre en in dat vakgebied is ze uitgegroeid tot een vakvrouw die de wereld rondreist, van Europa tot Amerika en Japan. Zo regisseerde ze Whoopie Goldberg in de Londense première van ‘Sister Act’. Volgende maand alweer is ze in Milaan te vinden; en net voordat corona toesloeg was ze in de weer in Japan.

“Als kind wilde ik zelf in een musical, maar ik kon en kan eigenlijk niet zo goed zingen. Eerst heb ik nog de kleinkunstacademie en de Nel Roos Academie geprobeerd – maar die benen van mij wilden nooit hoog komen. Toen ben ik naar de Toneelschool Maastricht gegaan en kwam in een bijzondere lichting terecht met klas- en generatiegenoten als Gijs Scholten van Aschat, Maria Goos, Peter Blok en Pierre Bokma. Een bijzondere tijd, de school stond toen ‘on fire’. Ik ben echt een zondagskind.”

Ze is intussen al bijna twee decennia kind aan huis bij Stage Entertainment. “Toen Albert Verlinde me vroeg of ik ‘The Sound of Music’ wilde doen, ben ik me eerst gaan verdiepen, want ik ben er niet mee grootgebracht. Ik moest dus mijn geheugen opfrissen.” Het bleek leuk ‘materiaal’. “Ik werd hongerig om er een eigen geluid in te laten doorklinken. En dan gaat het kriebelen bij mij. Nu ben ik een echte Sound-of-Music-addict!”

De laatste jaren is ‘The Sound of Music’ al verschillende keren gedaan. Wat is dan nog de uitdaging? “Ik wilde de dreiging van oorlog naar voren halen, van vluchten en van vluchteling zijn, en de weigering om te passen voor een regime. Want doe het maar eens om met je gezin te verkassen naar een ander land. Ook wilde ik dat Maria de eigen fantasie van de kinderen meer zou aanzetten. Hoe? Door van de gedrilde kinderen die we uit de film kennen levensechte, moderne jonkies te maken die ook stout en vervelend kunnen zijn. En bijvoorbeeld door de oudste dochter en haar geliefde, die heel zoet zijn in de film, aan elkaar te laten frunniken. Natúúrlijk gaat hij aan haar borsten zitten. Duh!” Verder heeft ze van Maria en de nonnen sterkere vrouwen gemaakt. “Ik heb iets met vrouwengroepen, misschien door ‘Sister Act’. Ook nonnen zijn in de kern een gemeenschap van meiden en vrouwen die roddelen en die ook gewoon de was doen. Zo heb ik het beeld van het kloosterbestaan en het nonnenleven willen ontheiligen. Want in het klooster kan het ook gewoon leuk zijn.”

De filmversie met Julie Andrews blijft ijkpunt, daar kun je niet omheen. “Daar kun je jezelf gek mee maken. Maar bij het maken vergeet ik die gauw want daar is niet tegenop te boksen. Je moet niet kopiëren maar je eigenheid erin leggen.” De speelruimte voor een herneming van een hitmusical is sowieso beperkt. Aan welke knoppen mag je eigenlijk draaien? “Je mag de tekst of het script niet veranderen. Maar we hebben met een hertaling geprobeerd alles meer naar het hedendaagse te trekken. Je mag de scènes niet lukraak omgooien of een lied op een ander plek inzetten. Je moet de voorgeschreven volgorde aanhouden. Maar conceptueel en wat de invulling van de karakters betreft ben ik vrij. In de emotionele lijnen, de onderteksten, de relaties, de liedinterpretaties en de choreografie kunnen we veel eigenheid aanbrengen, net zoals een toneelregisseur dat met teksten doet. Verder heb ik meer vaart ingebracht en mag je met het decorbeeld en de aankleding aan de gang. Ook hebben we nummers uitgebreid door choreografieën toe te voegen.”

Sinds enige tijd zit ze in de artistieke raad van MusicalMakers, gesubsidieerd ontwikkelhuis voor de musical in Nederland. “Het staat nog allemaal in de kinderschoenen, maar ik vind het geweldig om een nieuwe generatie tekstschrijvers en componisten ruim baan te kunnen geven. Het wordt hoog tijd om met nieuw materiaal te komen. De musical is erg in beweging, ook internationaal. Het palet is breed, van ‘Lazarus’, de rapmusical ‘Hamilton’ en ‘In the Heights’ die in New York spelen, tot evergreens als Disney-musicals, ‘42nd Street’ waarin wordt getapdanst, en ‘The Sound of Music’. Het bestaat allemaal naast elkaar. Er wordt in de musical meer durf getoond dan vaak gedacht.”

Binnenkort is ze in Milaan. Daar heeft ze slechts vijfenhalve week voor het instuderen van een nieuwe versie van ‘Pretty Woman’. Een snelkookpan dus. “Ik ben dat gewend. Bij MusicalMakers hebben we gelukkig wel de luxe van tijd en experiment.”

Stage Entertainment, ‘The Sound of Music’, Afas Circustheater Scheveningen, tot en met zondag 8 augustus 2021, daarna tournee door Nederland. Meer informatie: www.stage-entertainment.nl

‘Ideaal voor bewoners die in de stad blijven’

Zuiderparktheater met vernieuwd elan de zomer in

Het zomerprogramma van het Zuiderparktheater omvat muziek, cabaret, kunst, cultuur en plezier. “Er valt hier steeds iets nieuws te ontdekken.”

Nu het uitgaansleven opeens weer in het nachtslot is gegooid, tenminste wat nachtleven en meerdaagse festivals betreft, is het eventjes de vraag of openluchttheater nog wel kán. “We hadden gelukkig gegokt op concerten en activiteiten op anderhalve meter afstand,” beantwoordt Berend Dikkers die vraag, algemeen directeur van het Zuiderparktheater. “Ons programma mag gewoon doorgaan en zonder testen vooraf. Wij kunnen een aantal van maximaal 280 bezoekers per optreden toelaten.”

Bij medewerker Sanne Bakker van het openluchttheater bracht de eerder ongedacht geachte persconferentie geen enkele verrassing teweeg: “’s Middags hadden we al door dat het met name om het nachtleven zou gaan. Het Zuiderparktheater behoort daar niet toe. Ik heb de avond van de persconferentie daarom niet in de piepzak gezeten. Eerlijk gezegd heb ik er niet eens naar gekeken.”

In het Zuiderparktheater, het enige openluchttheater van Zuid-Holland, zijn alle plaatsen vaste zitplaatsen, duoplaatsen, dus met twee naast elkaar. “Als je in je eentje komt,” lacht Bakker, “heb je extra beenruimte!” Ook bij jeugdtheatervoorstellingen geldt die anderhalve meter-maatregel voor volwassenen, zegt ze, “maar kinderen tot 12 jaar mogen er tussenin.”

Een bezoek is veilig en verantwoord, vindt ze, want met vooraf een gezondheidscheck in de vorm van een vragenlijst, net zoals dat in de horeca gebruikelijk is, en op het terrein een parcours van eenrichtingsverkeer. “De enige beweging hier, is van zitplaats naar bar of toilet, en via de andere kant weer terug. Je ziet aan het afgelopen weekeinde dat iedereen zich prima aan de maatregelen houdt.”

Vernieuwd
Wie als trouwe bezoeker het terrein betreedt zal vernieuwingen aanschouwen. Er is bij de entree een nieuwe kassa-unit gebouwd en door snoeiwerk een intiem bosterras gecreëerd.

Ook staan er nieuwe picknickbanken en aan weerzijden van het podium zijn nieuwe barcontainers gekomen. De kilometers aan tribunebanken zijn eerst stuk voor stuk losgeschroefd en daarna geschuurd, gebeitst en teruggeplaatst. Het podiumdek is geëgaliseerd en opnieuw geverfd.

Programma
Bekende namen te over op het programma, zoals ‘Zuiderpark Live’, met komen weekeinde Milow en de Nederlands-Dominicaanse Rolf Sanchez. De week daarna is het bal met DeWolff en de Haagse band Son Mieux, die een thuiswedstrijd speelt, en is er de lachshow van cabaretier Guido Weijers. “En Sjaak Bral viert bij ons zijn 25-jarige jubileum in het vak,” zegt Bakker trots. Dan is er ’Den Haag Inside Out’ (voor 16+), een voorzetting van het programma dat ook in de kerstvakantie hoge ogen gooide, “met veel aandacht voor ‘urban’ en met workshops.”

Vanaf 20 juli is er op dinsdagen, woensdagen donderdagen het gratis te bezoeken programma ‘Zuiderpark Vakantiepark’. “Mensen uit de wijk gaan verschillende onderdelen van het programma organiseren,” vertelt Bakker, “met veel aandacht voor cultuur, maar ook met sport en spel. Ook zijn er Parade-achtige installaties, denk aan kunstzinnig relaxen in de enige echte mini-relaxerette, aan een Applausdouche en aan een Hamsterrad voor volwassenen. Zodra je daarin staat gaat een elpee spelen, en hoe sneller jij loopt hoe sneller de plaat gaat draaien! In de Supermoon kun je met een koptelefoon op een verhaaltje beluisteren.

Verder is het hele terrein aangekleed met hangmatten, is er een Parkbibliotheek, en een heuse caravan. En we krijgen een brugvlot dat ons eiland nog beter bereikbaar maakt. Voor Hagenaars die niet naar het buitenland gaan voor hun vakantie maar toch in eigen stad wat leuks willen doen, is dit programma geknipt.” Tot en met 5 september is het programma nu rond, besluit Bakker.

Meer informatie: www.zuiderpartheater.nl

Vermaak op afstand

De Parade zuchtend van opluchting de zomer in

Rondreizend theaterfestival heeft zich bijkans opnieuw uitgevonden. Dezer dagen is het neergestreken in het Westbroekpark. Verslaggever Eric Korsten schoof aan voor een voorproefje.

Op de plek waar de provisorische fietsenparkeerplaats was en is opgetrokken, nabij de brug aan de Cremerweg, is nu een als het ware kant-en-klaar schilderijtje opgekomen: een wuivend, roodbloeiend klaprozenveldje. Het ronde perkje dat daar in zijn eigen eenvoud en onschuld prijkt van romantiek is veiligheidshalve omheind met, nu nog blankhouten, paaltjes: het is een reservaat en dat moet beschermd worden.

Op microniveau illustreert het ook de gedaanteverandering die het rondreizende theatercircus De Parade het voorbije anderhalf jaar heeft ondergaan. Of beter: heeft moeten ondergaan.

Een terugkeer naar een uitbundige huidhonger laat op in het Westbroekpark nog even op zich wachten, want op het tijdelijke evenemententerrein wordt de stelregel van anderhalve meter onderlinge afstand tussen bezoekers gehanteerd: àlles voor een avondje uit op z’n veiligst. Je mág er rondlopen, maar omdat weinigen dat doen voel je je bekeken als je dat toch zou willen doen.

Bij binnenkomst oogt het terrein vertrouwd met de traditioneel voor de helft opengewerkte tenten, zoals De Reizende Schouwburg, Studio 7 en Hotel Vilé en, als culinair zenuwcentrum, het keukenkerkje van La Cantina. De antieke zweefmolen mag je pas na afloop van de voorstellingen in. Toch is het kermisveld in vergelijking met de laatste volwaardige editie (2019) met de helft gekrompen. In de afgeslankte versie staan minder tenten, onder meer Zaal 4, de extensie van Zaal 3 van Het Nationale Theater, is er deze editie niet bij.

Op een houten klapstoeltje en dito cafétafeltje zit de bezoeker tot aan het einde van het programma gekluisterd, waar je vroeger flanerend nog altijd wel wat bekenden tegen het lijf liep.

Maar ter verwelkoming en ophoging van de feestvreugde ligt daar wel alvast een verse Italiaanse bol geurend te pronken naast een kruidig botertje. Middels een ‘bestelapp’ op de telefoon te gebruiken kun je een keuze maken uit de drankenkaart. Zonderling is het aanzicht van af- en aanlopende geranten, obers en oberinnen die de verkozen drankjes in robuuste, stalen emmers aan de man brengen. Net als, later, de optocht die in een lange rij vanuit La Cantina het bidfood komt opdienen.

Ook de programmaformule van De Parade is onder handen genomen. Twee voorstellingen moeten online, vooraf, zijn geboekt. Ze spelen zich af in dezelfde tent. ‘Hoppen’ is er niet bij. Daarmee wordt de keuzestress van toen verplaatst naar de voorpret van de zitbank thuis. Je kunt kiezen tussen een ‘diner-programma’ dat om 17.00 uur begint, en voor ‘laatbloeiers’ is er het ‘late night’-programma (21.00 uur). De twee voorstellingen worden doorsneden door een diner, de beursvriendelijk bedoelde avondvariant biedt late-avondhapjes.

Als, na een poosje, de eerste voorstelling van start gaat, in dit geval die van stand-up philosopher en acteur Laura van Dolron, neemt ze, zoals alleen zij dat kan, haar gehoor (vooral grijzige bollen) mee naar enkele wondere en kwetsbare podiumervaringen die ze in het verleden had. Ze vertelt in haar drie kwartier durende eenvrouwsvoorstelling over bezoekers die haar onder werktijd hebben weten te inspireren.

‘Ik hou niet van theater,’ zo houdt ze het publiek voor, ‘maar van mensen die van theater houden.’ Gedurfde kwetsbaarheid in de toch doorgaans druistige atmosfeer van De Parade. Met een geconcentreerde luisteroefening naar ‘vallende stilte’ sluit ze haar sessie af.

De opmaat naar de tweede voorstelling bestaat uit canelloni gevuld met geroosterde aubergine en afgeblust met wilde spinazie, overgoten met gerookte mozzarella, Napolitaanse saus, parmezaan, pijnboompitten en een sliertje rucola. Een en ander is afkomstig uit de keuken van chef-kok Merijn van Berlo.

Het programma neemt met ‘KØT’ van mimegroep De Leedbewakers een luchtiger wending. Zodra op het kleine podium een grenswachterhuisje is ontsluierd, ontspint zich een tragikomische voorstelling. Drie robuuste grenswachters blijken daar, aan de rand van de wereld, te werken. In een vrijwel woordeloos en feest van absurdistische Tati-achtige slapstick laten deze Leedbewakers (Maurits van den Berg, Lisa Groothof en Steyn de Leeuwe) geregeld het buikje van bezoekers schudden van het lachen.

Als ten slotte het toetje (cheesecake met aardbeien en compote van rood fruit) is verorberd, zit het avondje Parade erop. Je kunt dan nog wel naar de zweefmolen. Het doet aan alsof je hebt mogen proeven van wat De Parade ooit was; aan de nieuwe opzet hield ik een enigszins zoetzure smaak over, als een afdronk waaraan het bouquet ontbreekt, de integere inspanningen van organisatoren en makers ten spijt. Misschien dat zodra de voorstellingen wél zijn volgeboekt de sfeer vanzelf meegroeit. Tip: neem iemand met je mee, anders zit je je soms wel lang in je eentje te amuseren.

De Parade, Westbroekpark 17.00 / 21.00 uur, tot en met zondag 18 juli 2021. Meer informatie: https://deparade.nl

De Parade komt naar je toe deze zomer

De Parade roert wederom de trom en dat doet het bijna als vanouds. Theater, muziek én circus worden nu geserveerd in keuzepakketten. En testen? Dat hoeft niet.

Al voor de 30e keer maakt het festival ‘parade’, zoals dat heet, door het ganse land. In Den Haag is het Westbroekpark wederom de ‘place to be’. Het gaat dit jaar wel een tikkeltje anders toe dan de afgelopen 30 jaar. Zo is het programma per dag opgeknipt in twee totaalpakketten van theater plus tafelen, een ‘diner’-variant om 17.00 uur en voor de laatbloeiers een ‘late night’-variant om 21.00 uur.

“Toen we vorig jaar te horen kregen dat De Parade niet door kon gaan, hielden we onder de noemer ‘De Parade gaat door’ een mini-Paradetje, bij Zaal 3 in Den Haag,” vertelt Nicole van Vessum, artistiek directeur van het festival. “Dat blijkt achteraf de basis voor de formule van dit jaar, alleen is het met vier tenten allemaal wat omvangrijker dan toen.”

En dus kun je dit jaar kiezen tussen een bezoek in de late middag slash vooravond (vanaf 17.00 uur), of juist later op de avond (vanaf 21.00 uur). Je ziet steeds twee voorgeselecteerde voorstellingen en daartussenin wordt een driegangendiner geserveerd of, bij de ‘late Night- editie’, een uitgebreide borrelgarnituur.

Mocht je op een avondvullende belevenis uit zijn, dan kun je twee pakketten op een en dezelfde dag kiezen.

Van Vessum treedt de veranderingen positief tegemoet. “Het is allemaal wat anders dan normaal – maar als bezoeker doe je eigenlijk alles wat je anders ook doet op De Parade. Alle ingrediënten zijn er.”

Luxe, noemt Van Vessum de aanpak. “Een verwenpakket eigenlijk. Voorstellingen, drank en spijzen komen naar je toe. Je wordt helemaal bediend. Iedere bezoeker heeft straks een vaste plaats in een van de tenten.” Blijven hangen mag. “Je kunt na afloop naar een terras,” lacht ze, “waar ook onze zweefmolen staat.”

Het culinaire ‘bidfood’ komt uit de keuken van chef-kok Merijn van Berlo, bekend van Paraderestaurant La Cantine. Menu’s verschillen per theatertent en in de avond zijn ook snacks te bestellen. Er wordt gewerkt met bio-industrie vrije producten. Vlees en gevogelte komt van binnen Europa en vis moet voldoen aan bio-normen. Alles wat geserveerd wordt is duurzaam gekweekt en bereid.

De aandacht voor het inwendige van de mens is gekoppeld aan weldaad voor de geest. “We zijn natuurlijk allereerst op aarde voor theater,” lacht Van Vessum. “Op het programma staan, net als in het verleden, vertrouwde gezichten zoals ander anderen Dick van den Toorn, Kees & Eddie en Ellen ten Damme, naast de jonge(re) gezichten van bijvoorbeeld Tarik Moree en Annica Muller. Daarbij hebben we geprobeerd te programmeren voor iedere portemonnee. Groot en klein naast elkaar.”

Hoogtepunten in Den Haag zijn, wat haar betreft, een nieuw programma van de Poezieboys rond Fritzi, volgens de site een gulle en talentvolle vrouw die prachtig kon schrijven en tekenen, die van kleine weerloze diertjes hield, grassprietbrieven schreef en walnoten beschilderde.

Van Vessum: “Poëzie toegankelijk maken voor jong en oud, in tijden van ontlezing,” prijst ze het Haagse duo. De Poezieboys zijn gekoppeld aan ISH, dat vier hiphopdansers laat bewegen op strakke beats van deejay Irie. Haar eigen keuze gaat ook uit naar de burleske voorstelling ‘Eins Zwei Schweinerei’ van Het Zuidelijk Toneel, waarin vijf acteurs een klas leerlingen, hun ouders en het lerarenkorps spelen. Voor de vertaling tekende Elsie de Brauw, die zelf ook meespeelt.

“Toon Lobach van Nederlands Dans Theater II staat bij ons met De Nachtdieren te dansen in ‘Lost Love Prologue’, en ik ben trots op Frank en René Groothof die ‘Circus Charms’ voor ons maken, met het live-orkest Seasession. Maar ook voor de originele stand-up philosophy van Laura van Dolron en Lucky Fonz III kom ik graag naar De Parade.”

Terugkijkend is ze verheugd dat het nu allemaal weer een beetje kán. “Omdat we niet gesubsidieerd zijn, was overleven best moeilijk. Gelukkig zijn gemeenten bijgesprongen, ook Den Haag. Daardoor hebben we bijvoorbeeld onze zzp’ ers  deels kunnen doorbetalen.”

Ze is trots op het feit dat ze de artiesten per optreden een vaststaand bedrag kan uitbetalen, ongeacht de kaartverkoop. “Voorheen was het aantal verkochte kaarten de bron van inkomsten voor een groep. Minder kaartjes was altijd minder inkomsten. Ik ben blij dat we ze zo, op onze manier, kunnen ondersteunen.”

De Parade, Westbroekpark, vrijdag 2 t/m zondag 18 juli 2021, 17.30 / 21.00 uur. Meer informatie: www.deparade.nl

‘Ik heb de liedjes geschreven zonder enige beperking’

Albumpresentatie en live optreden Tess Merlot in Nieuwe Kerk

Het nieuwe, allereerste muziekalbum ‘Laissez-moi’ van de Haagse chansonnière Tess Merlot ziet binnenkort het eerste, prille levenslicht, live nog wel, in de Nieuwe Kerk. Met een indrukwekkende afdronk bovendien.

Tess draait, wat je noemt, op volle toeren. De Haagse leadzangeres (31) van voorheen Tess et les Moutons en liefdevol maar strijdbaar voorvechter van het Franse chanson heeft onlangs niet alleen (wederom) een singeltje uit dat als een tierelier loopt als een Thalys op hoge snelheid richting Parijs, maar ze heeft ook nog wat nieuwe singletjes in petto, een compleet liedjesalbum waarvan de release aanstaande is kant-en-klaar op de plank klaarliggen, én, als klap op de vuurpijl de voorbije tijd een videoclip opgenomen waarin ‘haar’ Den Haag als decor dient.

En dat alles terwijl een live optreden met een negenkoppige (!) begeleidingsband in de Nieuwe Kerk op de rol staat.

Het repertoire van het album, dat met behulp van ‘crowdfunding’ én de inleg van behoorlijk wat aan eigen spaargeld tot stand is gebracht, staat op dat optreden centraal, zegt Tess Merlot. Pardon? Eigen spaargeld? “Boven verwachting heb ik weliswaar 12.000 euro binnengehaald. Super. Maar daar heb je nog geen album voor,” zegt de van oorsprong Boskoopse kwekersdochter over het stukslaan van een deel van de eigen spaarpot. “En ik vind het belangrijk dat ook de muzikanten fatsoenlijk betaald krijgen. Zeker in deze tijden.”

Het poldermeisje dat mettertijd in Den Haag is neergestreken heeft voor de tewaterlating van het album, ‘Laissez-moi’ getiteld, daarbij refererend aan het lijflied van Ramses Shaffy, een drietrapsraket in gedachten.

“Op 25 juli, de releasedatum en van het optreden in de Nieuwe Kerk, komt het album officieel uit. Maar dan alleen in fysieke vorm, op CD en als vinyl. Pas in september, na nog eerst weer een single, komt het via streaming platforms beschikbaar.”

Op het repertoire van de set in de Nieuwe Kerk staan straks, onder meer, de nummers van haar album, uitgevoerd met een uitgebreide, liefst negenkoppige, bezetting. “Ik heb me voor de liedjes van mijn debuutalbum niet beperkt tot alleen bas, gitaar en accordeon. Ik heb de liedjes geschreven zonder enige beperking vooraf in gedachten. Daarom is het des te gaver dat ik het album nu live kan spelen zoals het bedoeld is. De arrangementen voor de plaat gaan we precies zo op het podium ten gehore brengen. Uniek dat ik deze muziek met werkelijk álle muzikanten die ook op de plaat te horen zijn, live ten gehore kan brengen. Dat gaat misschien niet heel vaak meer gebeuren.”

Niet alleen wordt op zondag 25 juli haar debuutalbum gepresenteerd. “Ook vieren we die dag in de Nieuwe Kerk de zomer, de revival van Franstalige muziek én de start van een coronavrij ‘belle époque’.”

Op het album staan vooral persoonlijke, kwetsbare nummers. “Als vroeger een artiest dat van zijn album zei dacht ik altijd: het zal wel. Maar deze nummers zijn echt particulier, gaan over mijn jeugd, over mijn vader en over mijn opa bijvoorbeeld. De bijbehorende videoclips zijn dat ook. Voor het nummer over mijn opa heb ik video-opnamen gedraaid terwijl we samen vissen. Dat deden we vroeger ook altijd. En het beeld bij het liedje ‘Les saisons de ma jeunesse’ bestaat uit een verzameling van oude home-video’s uit eigen doos.”

Voor haar zijn CD en album niet louter een tegenprestatie, een verplichtend cadeautje voor diegenen die de crowdfunding-actie steunden. Het is ook een visitekaartje. “Voor fans en bezoekers betekent het meer dan alleen een geluidsdrager. Mensen willen graag een artiest ‘supporten’, maar in ruil een fysiek souvenir als bewijs daarvan.”

Sinds kort heeft ze een hoogsteigen wijn, een ‘limited edition’, vertelt ze. Het is een wijn uit Arjolle in de Languedonc, gemaakt door de familie Teisserenc.”

Hoe zo’n dieprode Tess Merlot smaakt? “Heel lekker natuurlijk!”, lacht ze. “We hebben bij ‘Marius Jouw Wijnvriend’ voorgeproefd. De grap is dat ik niks van wijn af weet en vrijwel wijn noch überhaupt alcohol drink. Mijn vader is notoir bierdrinker, maar zelfs hij vond het prima smaken.”

Tess Merlot, ‘Laissez-moi’, zondag 25 juli 2021, 15.30 en 20.00 uur, Nieuwe Kerk. Meer informatie: https://tessmerlot.com

Boodschappen voor een mooiere wereld

Het Residentie Orkest laat jongeren het verschil maken

Radeloze blik. ‘Wat bén ik dan voor jou-ou’. Handen en armen rijzen ten hemel. ‘Laat me dromen over plaatsen zonder angst, zonder gevaren.’ Terwijl de blikken trommel van kersverse eerstedivisionist ADO Den Haag die middag zwaar aftekent tegen de loodgrijze lucht ter plekke, zingt Myrthe Hoorn (20) zowat de longen uit haar lijf voor een videoclip die geschoten wordt door het Residentie Orkest.

Dat geschiedt in de laatste van drie fietstunnels aan het Nieuweveensepad, ver voorbij Voorburg. Ze blijft onverstoorbaar in de lens van de cameraman kijken, al staat ze midden op het pad, als scooters, brommers, e-bikes en andere vrijetijdsracers vlak langs haar heen scheren en razen.

“Anders is de ‘take’ verloren,” legt ze later uit. “Even nog, even nog, houen zo,” roept de regisseur van de driemans-videocrew haar toe. “En: cut”. Na zo’n take of twaalf mag Myrthe haar hooggehakte gelegenheidsstiletto’s omruilen voor de instappers van haar eigen Nike’s Air.

De muziektrack die tijdens de opname voortdurend door de tunnel schalt is afkomstig uit een gettoblaster en is in een eerder stadium in een studio opgenomen. Haar gezang is dus, strikt genomen, fake, want alleen bedoeld voor het verkrijgen van beeldmateriaal. Dáár komt het hier op aan; en dan niet alleen beelden van Myrthe, maar ook van de vijf musici (bezetting: viool, cello, contrabas, hobo, cajón) van het Residentie Orkest die haar omringen – en die nu toch even stevig uit hun comfort zone moeten. Ook zij spelen hun partij hier ‘semi-live’.

”De tekst van het nummer heb ik zelf geschreven, de muziek heb ik samen met mijn pianodocent gemaakt. Daarna is het Residentie Orkest ermee aan de slag gegaan en is er een heel mooi arrangement bij gemaakt,” licht de studente van de Dutch Academy of Performing Arts toe, een allround MBO theater- en musicalopleiding aan de Prinsegracht in Den Haag, die opleidt voor een carrière als professioneel artiest.

Die is ze vorig jaar gaan volgen na een afgeronde studie aan de VWO voor muziek en dans in Rotterdam. “Dit is heel vet, een ervaring als deze heb ik nog nooit gehad,” gaat Myrthe verder.

De ongebruikelijke setting maakt deel uit van het project ‘Stage Your Voice’. Daarmee biedt het RO jongeren een podium om onderwerpen die zijzelf belangrijk vinden met publiek te delen. Het idee daarvoor ontstond na de bewogen klimaatdemonstratie op het Malieveld en de wereldwijde protesten van jongeren in 2019.

Het project maakt deel uit van ‘Symphony 2030’, waarmee het RO jong en oud, buurtbewoners en de stad wil verrassen met de kracht van muziek, vertelt Sanne Tieke, projectleider en nu, voor héél even, ook zowat een vriendelijk ogende politieagente. De jongeren worden gescout. “Het is geen voorwaarde om te kunnen zingen of schrijven. Na een auditie kunnen jongeren onder de vleugels van het orkest aan de slag. Ze krijgen onder meer workshops aangeboden en kunnen ze bepalen hoe ze hun hart laten spreken.”

Geweld
De clip van Myrthe gaat over geweld tegen vrouwen. “We filmen hier dat ik een stukje door de tunnel loop, een typische plek die ingericht lijkt voor straatintimidatie. Je kunt hier geen kant en je weet vanuit de verte niet wie er straks eventueel tegenover je staat. Dit nummer is daarom een boodschap aan mannen en jongens, maar eigenlijk ook aan iedereen die mensen lastig valt op straat. Het is een roep om verandering maar ook een oproep aan vrouwen om samen sterk te staan. Want vrouwen hebben het meeste overlast van straatintimidatie, al zijn er ook mannen die veel hinder ondervinden.” Ze beschouwt Stage Your Voice als een kans om verder te komen in het theaterbestaan. “Liedjes schrijven is één, en op deze manier zet je toch weer een stap.”

De gemonteerde beelden zijn straks, als onderdeel van nog zes andere clips, op de kanalen van het RO te zien, ‘en van de partners waarmee we hierin samenwerken,’ zegt Tieke. Stilaan wordt ook nog toegewerkt naar nog een live optreden dat ergens in het najaar gaat plaatsvinden. “Dit is de tweede editie. Door corona hebben we vorige keer helaas geen live optredens kunnen doen.” Volgend jaar start het RO een nieuwe editie op.

Meer informatie: www.stageyourvoice.nl

De roes van een feest

Nieuw theaterinitiatief brengt ‘trip’ door PAARD

Met Girls in Woods begonnen Nina Sondagh en Marjet Moorman hun eigen onderneming. Hun eersteling heet ‘The Afterparty’. Moorman: “Het uitgaansleven komt weer tot leven. Extra leuk dat wij dat mede kunnen aanzwengelen.”

Met de vorige week ingezette sprintgang terug naar ‘normaal’ en de deuren van uitgaansclubs die weer wagenwijd open zijn gegooid, lijkt het alweer eeuwen geleden dat eenieder van ons op puur de eigen belevingswereld werd teruggeworpen. De ketenen van mondkap en corona schudden we (tijdelijk?, tegen beter weten in?) van ons af. Daardoor komt de ‘ervaring’ van ‘The Afterparty’ door het nieuwe tweevrouws-initiatief Girls in Woods in het PAARD, daar waar de geur van verschraald bier altijd overduidelijk rechtop in de lucht staat, wellicht precies op tijd.

‘The Afterparty’ is een audiowandeling, legt Sondagh uit. “Je gaat een avondje uit stappen – maar dan in je eentje.” Moorman, aanhakend: “Je begint met een plek in de rij. Op je eigen smartphone en met koptelefoon op of oortjes in krijg je daarna van ons een soundscape bij de ingang mee. Een stem leidt je dan in een kleine drie kwartier langs hoeken en gaten van het gebouw. Daar spelen zich allerlei door ons geënsceneerde taferelen en ontmoetingen af.”

“Je gaat dus alleen op pad,” herhaalt Sondagh. “Dat heeft een vervreemdende uitwerking op deelnemers: een avondje stappen op de plek die je als je broekzak kent, maar dan zónder de gebruikelijke zee van mensen om hen heen.”

Moorman: “En wat doet dat gegeven met je? Daar gaat ‘The Afterparty’ over.” Wat Girls in Woods betreft levert het een andere blik op het fenomeen ‘feesten’ op. “Eigenlijk is de club de hoofdrolspeler,” vervolgt Sondagh.

Met Girls in Woods wil het duo het kunstenlandschap van Den Haag opschudden. De twee studeerden af aan de toneelacademie Maastricht, Sondagh in 2014 en Moorman in 2010. Ook deden ze gezamenlijk projecten bij onder meer theater De Nieuwe Regentes en theaterschool Rabarber in de stad. Ze werken als schrijver, theatermaker en docent. Sondagh is daarnaast afgestudeerd als fotograaf.

Ze kwamen op het idee voor dit project toen ze vorig jaar onder ‘corona’ bij De Nieuwe Regentes de audiotour ‘Nabeelden’ maakten, over de toen naargeestige toekomst(loosheid) van het theater. “We waren tevreden over die vorm, en wilden zoiets graag nog een keer doen, maar dan voor en met jongeren, en ook minder dystopisch van toonaard,” legt Moorman uit.

Het duo heeft meteen maar de koe bij de horens gevat en de vleugels uitgeslagen door geheel onder eigen vlag te gaan werken. “Dat biedt de beste garantie op artistieke vrijheid,” weet Moorman. Het tweetal mikt, ook voor toekomstige projecten, op jongeren en jongvolwassenen, “vanaf 12+”, zegt Sondagh, “al is dit eerste project van ons vooral bedoeld voor 16 tot 27-jarigen’.

De Girls gaan voor hun toekomstige producties vooral thematisch te werk. “Wij geloven in jongeren, als mens en als makers. Daarom dagen we ze uit om een thema aan te dragen en nodigen ze uit om dat samen met ons te onderzoeken.” Deze jonge onderzoekers-in spe kunnen wat haar betreft ‘overal’ vandaan komen. “Uit eerdere projecten die we samen deden blijkt het voeren van gesprekken steeds een vruchtbaar uitgangspunt.”

Naast producties voor en met jongeren maakt Girls in Woods ook projecten met professionele acteurs. De thema’s kunnen uiteenlopende invullingen krijgen, van podcast tot fotoserie of theatertekst. Ook rond ‘The Afterparty’ is er een podcast gemaakt met uitgaan als herkenbaar thema. “Ook voor onszelf, zoals de voorpret die soms groter is dan de live ervaring, over opgaan in de massa en je dan opeens toch helemaal alleen voelen. Of dat je niet wil dat de nacht afloopt.”

Voor hun audiowandeling kunnen ze ook rijkelijk uit eigen ervaringen putten: clubtijgers waren zijzelf ook ooit. Sondagh, lachend: “Maar voor mezelf spreek ik dan over een x-aantal jaren terug. Voor het onderzoek bij dit project kwam ik nog een foto tegen uit 2006.”

Ze hebben Girls in Woods ook opgericht om ‘meer herkenbare personages, afkomstig uit het dagelijkse leven, aan een jong publiek voor te kunnen schotelen’. Daarnaast beogen ze meer aandacht voor het vaak nog ondermaats belichte vrouwelijke perspectief in kunst en theater(fotografie).

Sondagh vult aan: “Daar komt bij dat het theaterlandschap van Den Haag de laatste jaren kaler geworden. Voor makers in de ‘mid-career’ is hier buiten Het Nationale Theater en Firma MES geen duidelijk platform. Dus is er in de stad ruimte voor ons. Er ligt een gat, ook al omdat Alba Theaterhuis en bijvoorbeeld Toneelgroep De Appel inde loop der jaren van de toneelvloer verdwenen zijn.”

Girls in Woods, ‘The Afterparty’, donderdag 8, donderdag 9 en zondag 11 juli 2021, 19.00-22.00 uur (tijdslots), in PAARD. Meer informatie: www.girlsinwoods.nl  

‘Het boek is onverwoestbaar’

Groep Hagenaars in touw voor behoud Antiquariaat Colette

De tweedehands boekhandel als veredeld buurthuis. Buurtgenoten willen antiquariaat Colette nieuw leven inblazen.

Door Eric Korsten

Met Antiquariaat Colette dreef eigenaar Jogchum de Vries in veler ogen het charmantste boekwinkeltje van Den Haag. Daar, op nummer 45 van de Reinkenstraat, kwam je bij binnenkomst in Pisa-achtig hoge stapels opgetast een waanzinnige zee aan tweedehands boeken tegemoet. In zijn romantische doolhof annex magazijn viste hij zonder blikken of blozen bij slechts het noemen van titel, naam of onderwerp het gewenste boek in een oogwenk te voorschijn. Bergen, letterlijk bergen aan boeken.

Voor Jean-Pierre Geelen, (on)regelmatig bezoeker en afnemer bij de nering, was ‘Colette’ steevast een ommetje waard. “Altijd leuk om er te neuzen in die Babylonische stapels.” Op een dag viel zijn etalage weer eens in het oog. “Hij speelde altijd al in op de actualiteit. Maar meteen na de terroristische aanslag op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo in 2015, had hij de etalage vol liggen met exemplaren van het blad. Kennelijk had hij nog wat edities op een stapel liggen. Ik vond dat gewaagd, moedig in de hoogtijdagen van het terrorisme en van de vermeende Sharia-driehoek die er in Den Haag zou zijn. Opvallend ook dát hij een voorraad Charlie Hebdo had liggen. Sindsdien loop ik daar altijd langs,” zegt Volkskrant-journalist Geelen.

Op een van zijn recente stadse wandelingen trof hij op de etalageruit het opschrift ‘Overname gevraagd’ aan. Eigenaar De Vries werd 80 – dat verklaarde zijn wens tot overname. Geelen plaatste een Tweet over de helaasheid der dingen en onvermoed ontketende hij daarmee een golf aan reacties. In een mum van tijd kwam daarna een groep belangstellenden bijeen die zich de teloorgang van ‘Colette’ aantrok. “Stomtoevallig bleken het geestverwanten,” zegt Geelen, “allen werkzaam in de media en bovendien woonachtig in Den Haag: Kim Heijdenrijk, Edwin Koopman, Constantijn Roelofs, Marionne Maan, Istvan Kops en Linda Vermeulen. Een reddingsplan zonder winstoogmerk werd opgesteld, een vereniging opgericht, een bestuur samengesteld – en de taken voorlopig verdeeld.

Er is een startkapitaaltje benodigd van 20.000 euro voor overnemen van inboedel, vooruitbetaling van wat maandjes huur, het wegwerken van achterstallig onderhoud en een inwendige opfrisbeurt van het pand. Via website http://www.voordekunst.nl is een inzamelingsactie gestart om droom in daad te veranderen. Uit eigen zak is alvast een bodempje gelegd. Geelen hoopt boekenliefhebbers maar ook mensen uit de buurt in het plan mee te trekken door er een culturele buurtfunctie aan te verbinden ‘met interviews met schrijvers, voordrachten, optredens van singer-songwriters en het serveren van koffie en thee,’ legt hij uit. ‘Het moet een inlooppunt worden.’

Dan is het wel hoofdzaak eerst met een grofgebekte stofkam door de huidige collectie te gaan. Sisyphusarbeid. “Op de begane grond, de kelder en zelfs in de tuin onder een balkonnetje liggen, naar schatting, zo’n 50.000 boeken. Als we er, zeg 30.000 overhouden, dan schept dat hopelijk de nodige bewegingsruimte.” Daarna moet de collectie nog op online worden gezet.

Geelen ontwaart in het overnameplan niets minder dan een landelijke trend. “In Amsterdam hebben buurtbewoners een coöperatie opgericht om een bestaande boekhandel in het stadsbeeld te houden, net als in het Betuwse dorp Bemmel, en in het Overijssels Lettele zijn bewoners hun eigen buurtsuper begonnen.” Hij plaatst het als beweging ‘tegen privatisering, grootkapitaal en grootwinkelbedrijven die steden en dorpen volgooien met alweer een AH to go of Etos.’

Zuchtjes van lichte tegenwind, zoals online lezen en ander (online) vrijetijdsvermaak, kunnen nog roet in het eten gooien. Hij weet er alles van. Bij een verhuizing zo’n jaar of vier geleden besloot hij een deel van zijn boeken weg te doen, uit een oogpunt van ruimtebesparing. “Van een antiquair kreeg ik welgeteld een tientjes voor twee nog ongeopende dozen, waarvan de boeken vervolgens wél tegen 10 euro per stuk in zijn etalage belandden.” De andere dozen zeulde hij uit arren moede naar de nabije Kringloopwinkel. ‘Daar mocht je maximaal twee dozen achterlaten, werd me gezegd.’

Toch heeft hij geloof in het welslagen. “De boekenmarkt op het Lange Voorhout is nog altijd druk bezocht. In Amsterdam en Rotterdam is er weer een De Slegte! Ik geloof echt dat je met het boek mensen kunt overhalen een boekhandel binnen in te laten stappen. Het boek is onverwoestbaar. De minibiebjes her en daar aan gevels zijn een teken aan de wand.

Meer informatie: www. collette.red