Citeren uit eigen werk

Van Waveren na 17 jaar het laatste ontwerp van Thomas Rupert voor Ro/Zandwijk

Decorontwerper Thomas Rupert en regisseur Alize Zandwijk vervolgen na 17 Ro Theater-jaren hun weg voortaan bij Theater Bremen. In hun ‘afscheidsvoorstelling’ citeert Rupert uit eigen werk.

Daar waar verbeelding en werkelijkheid elkaar raken. Met deze slogan gaat het Ro Theater dit theaterseizoen te lijf, slaat het de piketpaaltjes van haar repertoire. Maar die is net zo goed van toepassing, meer nog: op het lijf geschreven van Thomas Rupert.

Na zeventien intense jaren in een lange reeks van 35 producties, uitroepteken, die hij met de in Rotterdam terugtredend artistiek leider en regisseur Alize Zandwijk maakte, doet de decorontwerper er de deur achter zich dicht. Met Van Waveren, de allerlaatste grotezaalvoorstelling van Zandwijk bij het Ro Theater. En van Thomas Rupert dus.

In ‘hun’ afscheidsproductie, een verslag van én familiekroniek over de ondergang van een oer-Hollandse ondernemers- en bollenkwekersfamilie, schotelt hij een decor voor dat bestaat uit bestanddelen van voorstellingen die hij sinds 1998 met een vaste regelmaat van zo’n twee a drie per jaar voor Zandwijk bij het Ro Theater maakte.

Als het ware recyclet hij – noem het citaten – decorelementen uit Vuurvrouwen (2014), Bruiloft (2003), Leonce en Lena ( 2001), Hondsdagen (2010), Nachtasiel (1998), Onschuld (2007), Laatste Vuur (2009), Baal (2008), Vreugdetranen drogen snel (2013) en Kust (2012).

Maar van een ‘best of’ wil hij daarmee niet spreken: “Het gaat erom een toneelbeeld te maken dat werkt, dat klopt. Het moet functioneel zijn. Sommige decorelementen zijn zó sterk aan een specifieke productie uit het verleden verbonden dat het een statement zou zijn om die in Van Waveren terug te laten komen. Dat zou verstorend werken. Ja, ik citeer uit eigen werk, dat is waar. Maar niet uit nostalgisch oogpunt. En het moet zeker geen zoekplaatje zijn”.

Thomas Rupert wil dat zijn decors léven, een ‘ziel’ hebben. Wijzend op een scènefoto uit de productie Portia: “Zoals de ‘zoutlijn’ die met verf werd opgebracht op een echte houten boomstam. Die keert dus in Van Waveren terug. Die staat voor Holland, opgedroogd zeewater dat geweken is”.

Hij is na zo’n lange tijd van intensief samenwerken verknocht geraakt aan de samenwerking met Zandwijk. Hij weet: “Ze wil graag zo min mogelijke noviteiten, geen verrassingen. Een min of meer vaste opstelling werkt voor haar het beste. Ze beperkt graag haar eigen speelruimte, wil niet na hoeven denken over de plaats vanwaar een acteur opkomt”.

Op een gegeven moment is hij er met de technische ploeg van het Ro Theater ertoe overgegaan een vast ‘Alize-vak’ te construeren dat steeds opnieuw wordt gebruikt. De oude wanden van Macbeth dienden als basis. “Het is een opstelling waarvan ik weet dat Alize die prettig vindt, bijvoorbeeld door de vaste verhouding tussen vloer en wandpanelen, door de oversized deur die er een vaste plaats heeft. Het schept helderheid, ook voor mijzelf. Ik vind dat fijn. De uitdaging is om het spannend te houden”.

Recycling
De voorkeur voor recycling van materialen, panelen, rekwisieten komt niet uit de lucht vallen. “Daar zijn we al jaren mee bezig”. Het is niet louter een statement, want het handgemaakt vervaardigen van een decorbeeld is onnoemelijk duur geworden. In de theaterzaal aan de William Boothlaan wijst hij op het vloerdoek dat uitgevouwen en opgespijkerd klaarligt voor de repetities van Van Waveren.

“Overgeschilderd, met de hand bewerkt, dat zie je nog zelden. Toch effe anders. Tegenwoordig wordt bijna alles geprint, ook achterdoeken. Dat zie je. En door steeds ‘dezelfde’ vloer te leggen creëer je eenheid in het toneelbeeld: ‘Alize-producties’. Want deze vloer zie je dus telkens weer terug in haar stukken”.

Hij heeft het ontwerpwerk zienderogen zien veranderen. Geen punt, maar: “Een trailer door het land sturen is duur. Twee kan überhaupt niet meer. Eén bouwdag kan, twee niet. Dus moet je compact ontwerpen. Er zijn strenge arbo-eisen verbonden aan de vervaardiging en het reizen. Changementen ja of nee. In ieder geval  weiger ik een opdracht als een productie met een ‘boedelbak’ door het land moet”.

Veelzijdig
Rupert is wat je een veelzijdig scenograaf noemt: van opera tot jeugdtheater en dans tot toneel. “Iedere samenwerking is weer anders, ieder genre heeft zijn eigen productieproces, ieder land zijn eigen mores. In Duitsland mag ik het vloerdoek niet eens áánraken”. Opvallend zijn zijn ontwerpen voor Conny Janssen Danst: vaak een veredeld soort hindernisbanen voor dansers, vloeren vol obstakels, bijvoorbeeld 30m3 papier, of een formatie touwen  boven de speelvloer die de choreografie stuurt of beperkt. “Het daagt Conny uit, beperkingen zorgen voor inspiratie bij haar”.

De vertaalslag van toneeltekst naar voorstelling evenwel, of beter: naar toneelbeeld, dat is voor hem nog altijd geen eenvoudige stap. “Mijn vriendin, Conny Janssen, laat ik vaak hardop de tekst van een toneelstuk voorlezen. Vaak krijg ik er dan gelijk een beeld bij. In de beslotenheid van jezelf een toneeltekst lezen werkt niet half zo goed”.

Signatuur
Van een eigen ontwerpsignatuur wil, kán hij niet spreken. Hij is geen autonoom kunstenaar, hoor. Wel een kameleon, die op zijn eigen manier ontwerpt. Of toch: “Mijn signatuur is de diversiteit.

Denken vanuit de dramaturgie, niet vanuit de esthetiek.

Mijn decors zijn in ieder geval geen ‘Versweyvelds’. Dierbaar zijn hem met name de decors van Bruiloft (‘uitpakken!’), Branden (‘de mooiste, ik heb erbij zitten janken’) en Leonce en Lena (‘Mijn meest doordachte decor’).

Uniek
Hannover, Bremen, Düsseldorf, Berlijn, Rotterdam, Arnhem, Den Haag, Amsterdam: decorontwerper Thomas Rupert is er kind aan huis. Introdans, Orkater, Nationale Toneel, Toneelgroep Amsterdam, Het Toneel Speelt, BuhneBilder bij onze oosterburen – hij draait er zijn hand niet voor om. Maar mét voorkeuren: zowel Conny Janssen Danst als het Ro Theater zijn hem heilig.

“Het Ro Theater voelt als een familiebedrijf. Het fijne vind ik de teamprestatie. Ik kan hier echt met iedereen lezen en schrijven. Maar verandering is goed, niet alleen voor het Ro maar ook voor mijzelf. Ik ben met Alize nu aan de slag bij Theater Bremen, Schauspielhaus Zürich en het Deutsches Theater Berlijn. Plekken en oorden om naar uit te kijken. En Alize? Zij is uniek om mee samen te werken. Met trots werpt hij een denkbeeldige blik op hun verleden. “Ik vind wel dat we een oeuvre hebben gevestigd”.

In het Ro-thuishonk aan de William Boothlaan wordt intussen verder gewerkt en gebouwd aan Van Waveren. Hoofd techniek John Thijssen werkt aan een uit aluminium opgetrokken Panamarenko-achtig, haast Joost Conijn-achtig, vliegtuigje dat het toneelbeeld van Van Waveren gaat sieren. Er moeten nog wat propellertjes op de vleugels. Maar hoe?

Ro Theater: Van Wabveren. Première: oktober 2015, Rotterdam.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s