Oude garde moet problemen Korzo oplossen

Het rommelt bij Korzo. Zakelijk directeur Aukje Bolle zit sinds maart ziek thuis en een opvolger voor scheidend artistiek directeur Leo Spreksel blijkt niet te vinden. Een extern deskundige moet de boel vlottrekken. Bovendien is het subsidiegeld voor het jaar 2018 lang niet zeker.

Door Eric Korsten en Hester Heite

Danstheater en productiehuis Korzo kampt met organisatorische en financiële problemen. Artistiek directeur Leo Spreksel, die per september met pensioen wilde, blijft voorlopig nog even aan. Spreksel: “Aukje Bolle (zakelijk directeur van Korzo, red.) is ziek en zal niet op korte termijn weer aan het werk kunnen. Ard van Rijn (voormalig voorzitter van bestuur, red.) helpt ons nu zakelijk-financieel. De Raad van Toezicht heeft mij gevraagd te blijven totdat er een goede opvolger voor mij gevonden is: iemand waarbij iedereen het gevoel heeft dat het de juiste man of vrouw is.”

Maar Spreksel zit met nóg een probleem: financiële onzekerheid. Dat was voor hem de reden om per 1 september af te zwaaien. “Het is door de bezuinigingen op de kunsten een spannende tijd geweest voor Korzo en voor komend jaar is het opnieuw afwachten of er geld is,” aldus Spreksel. Het Fonds Podiumkunsten heeft een positief advies uitgebracht voor subsidiëring van Korzo, maar onvoldoende budget om dit waar te maken. “Vorig jaar is er op het laatste moment een voorziening getroffen door de Tweede Kamer. Je hoopt dat de fout ook voor komend jaar hersteld wordt. Ik ben daarover positief gestemd, want de argumenten om vorig jaar in te grijpen, gelden nog. Maar er moet nu wel eens een structurele oplossing komen.”

Toen Spreksel zijn vertrek aankondigde, had zakelijk directeur Aukje Bolle al een andere oplossing bedacht: een reorganisatie. “Dat toegekende geld is voor de duur van slechts één kalenderjaar, en bovendien een druppel op een gloeiende plaat,” aldus Bolle. Een soortgelijk scenario dreigt zich voor 2018 te herhalen, dus volgens haar was ‘een pad van intern bezuinigen onontkoombaar’. Ze leek te willen wachten op een nieuwe kandidaat waarmee ze haar plannen samen wilde uitvoeren, maar de sollicitatieprocedure leverde geen geschikte kandidaat op. En zo lag de bal opnieuw bij Bolle en de Raad van Toezicht. Sommige leden van het toezichthoudende orgaan gooiden daarop het bijltje erbij neer. Bolle: “Er is inderdaad een wisseling van de wacht geweest.” Ze bleef leeggeknokt achter. Even later meldde ze zich ziek. Bolle: “Het zijn vanaf 2013 tropenjaren geweest.” Volgens Ard van Rijn kampt Bolle met een burn-out en blijft zij in ieder geval tot september thuis. Bolle: “Wanneer ik terug kom? Dat weet ik niet.”

Toekomst
“Korzo bezint zich op zijn toekomst,” legt Ard van Rijn uit. Hij moet Korzo namens de ‘werkvloer’ en de Raad van Toezicht onbeschadigd het jaar 2018 binnenloodsen. Van Rijn was tot 1998 bestuurslid bij Korzo en is tegenwoordig onder meer vicevoorzitter van de PvdA-afdeling Den Haag. Hij werd, zegt hij, ingehaald om de ‘Korzianen’ nieuwe geestdrift te ontlokken en anderzijds juist bestuurlijke rust te kweken. “Ik bespeur in Korzo vooral nieuw elan,” merkt hij op. “We zijn bezig om de missie van Korzo te herformuleren.” Hij verwacht dat in september meer duidelijk wordt over de inhoudelijke richting waarin productiehuis en theater zich nu ontwikkelen.

Spreksel, die op dit moment dus de enige directeur is van Korzo, blijft ‘tot nader order’, aldus Van Rijn. Spreksel zelf: “Het is beter om voor continuïteit te zorgen in deze onzekere tijd.” Eind dit jaar zal blijken of er opnieuw geld kan worden vrijgemaakt op de rijksbegroting. Onder het gesternte van een kabinetsformatie die voor de kunsten niet per se de goede kant op hoeft te gaan, is dat ook voor Korzo een zorgelijke ontwikkeling. Van Rijn: “Maar we verkeren niet in doodsnood hoor. We krijgen na dit jaar nog drie jaar subsidie van de gemeente Den Haag voor onze programmering en het theater. Voor de eigen producties kunnen we een beroep doen op projectsubsidies. Die route kennen we helaas maar al te goed.” Voor Korzo is het dus opnieuw afwachten of er straks geld genoeg is voor eigen producties. Nog belangrijker is of er tijdig een adequate opvolger voor Spreksel kan worden gevonden. En of Bolle zakelijk de kar opnieuw kan of wil trekken.

Een verenpak voor iedereen

Mini-compendium voor succesvol Paradebezoek

Op één enkele dag kun je er uitersten beleven. Van ontroering, verrassing, verdriet en geluk tot verliefdheid, ontrouw en verleiding. Zie dat maar eens te weerstaan, te doorstaan of soms: te verstouwen. De Parade is ‘back in town’.

Zweven is leven. Zegt De Parade. Stadsparken worden omgetoverd tot pittoreske culturele dorpjes. Je kunt er op goed geluk al lummelend of huppelend de spiegeltenten langs, bij avond of bij dag. Je kunt ook van tevoren een blokkenschema opstellen met de optredens en theatervoorstellingen die je per se niet wilt missen en de kaartjes vooraf ‘thuisprinten’. Al heb je in dat geval wellicht drie festivaldagen nodig, want het programma verschilt van dag tot dag.

Hoe dan ook: rosénippend, bierslempend of de keel smerend met eerlijk water: het is er goed toeven, ook al zou het regenen. En omdat er heel wat hippe eettentjes het festivalterrein omringen.

Op de kermis van de Parade vind je artiesten, noem ze kermisklanten. Ze zijn op doorreis, van Rotterdam via Den Haag naar Utrecht en eindpunt Amsterdam. In Den Haag is het Westbroekpark de vaste pleisterplaats. Net als voorgaande jaren onder het leiderschap van directeur/programmeur Nicole van Vessum voeren theater en muziek de boventoon in een mix van oud & vertrouwd en jong & veelbelovend. Ook is er weer een Kinderparade. Den Haag Centraal trok de teenslippers aan en doet verslag van enkele do’s en don’ts van dit jaar.

Theater
Fluisterstil hoeven de optredens op de Parade allang niet meer te zijn want de tijdslots zijn zó verdeeld dat de programma’s in belendende tenten afgelopen zijn of pas een uur later weer van start gaan. Ook is er niet veel geluidhinder van de parademakers die hun koopwaar aanprijzen of van de attracties elders op het terrein. Dat is trouwens minder belangrijk geworden, want puur teksttoneel zie je er niet of nauwelijks, op de Parade gaat theater hand in hand met een knipoog en met het nodige aan muziek.

Zoals in ‘Paradijsvogel’ van vaste Parade-klant Toneelgroep Oostpool, een aanrader. De theatertrip van gevleugelde vriend Rick Paul van Mulligen, geregisseerd door Alex Klaasen, geeft een kruising te zien: Freddy Mercury meets Wim Sonneveld. Volgens hem zijn er twee soorten paradijsvogels: monogame en polygame. De monogame is grijs van kleur, die vliegt toch niet meer uit. De polygame is uitbundig gekleurd want die moet van zijn genen steeds opnieuw scoren.

Maar Van Mulligen rekent buiten de waard want hij vergeet zichzelf: een hitsige, kleurrijke ondersoort. Hij poetst zijn veren op en etaleert ze in al hun pracht en praal aan ons, grijze muizen. In een gelikte retestrakke lokroep kietelt hij, beledigt hij met vuige genoegens, spuit hij vunzigheden gezellig in het rond, spuit hij wellustige woordenbraaksels en bijna-literaire spermatozoa in het rond, en spuwt hij vuur als ware hij een sissende krater. De glimpen van kwetsbaarheid die daar tijdens zijn spreekbeurt doorheen craqueleren maken hem nog mooier. De exuberantie is omlijst met live muziek van Jan en Keez Groenteman. Van die twee zijn ook de aanlokkelijke liedjes die Van Mulligen met veel gevoel voor show en pathos zingt. Een performance om van te watertanden. Dat vermoeden bestond al wel bij bezoekers van de voorstelling De zender van Het Nationale Toneel, waar hij vorig jaar immers flink huishield.

Bijna diametraal daartegenover staat ‘Sombersongs’ van Mugmetdegoudentand / De Tolhuistuin, al tappen ook zij uit het vaatje van theater met muziek. Zingend actrice Meral Polat heeft er een ontmoeting met de Amerikaanse Baby Dee. Hoe somber wil je het hebben, hoe somber kan het worden, met die aanprijzing word je de voorstelling ingelokt. Dee woont sinds een aantal jaren in Zeeland. Eerst dacht ze daar ongegeneerd hard te gaan musiceren, maar het liep anders. “Het is hier zo lekker rustig dat ik ben gestild.’ Op een goed liedje kun je drijven, vindt ze, en bewerkte daarom haar rauwe en heftige nummers tot ballades. Songs die volgens Dee pas gaan vliegen als zangeres Meral Polat ze zingt. Samen bezingen ze in hun muzikale ontmoeting ‘the belonging in a world where dark is allowed’, met Dee die beurtelings begeleidt op harp en accordeon – en ten slotte ook zelf zingt. Prachtige songs, al even prachtig gezongen door Polat – ik werd er in ieder geval goed somber van.

Maar het is niet alleen sombermans gemoed dat de klok slaat: er klinkt hoop door omdat aan het einde de dag zich theatraal laat aankondigen. De ravissante verschijning van Polat, die al eens door het land toerde met het muziekprogramma Meral’s Harem, doet de rest. Doen dus, al bestaat er enig risico op nachtschade.

Op papier veelbelovend, maar niet met eigen ogen gezien: Theater Utrecht met ‘Als je in Brabant een begrafenis plant tijdens carnaval komt er niemand’. Jan Rot en Edda Barends blazen de fameuze voorstelling uit 1982 van Joop Admiraal over zijn demente moeder nieuw leven in: ‘U bent mijn moeder’. Verder is de Theatertroep present met ‘Vaudeville’, een smeuïge ‘potpourri van smerige, grensoverschrijdende en schadelijke scènes voor iedereen’. Ten slotte kun je geheel en al mee De Afgrond in, want het zestigjarige (!) Roodkapje zaak gaat maken van haar opgelopen trauma.

Dans
Een ‘niet doen’ is iET & Davide Bellotta in samenwerking met Conny Janssen Danst. Onder voortdurend ijle gitaarklanken en het net zo ijle stemgeluid van multi-instrumentalist, vocalist en songwriter iET maakte choreograaf en filmmaker Bellotta een voorstelling rond iET’s album Clarity.

Wat we op de Parade te zien krijgen is een plichtmatig aandoend duet dat de loodzware muziek geen meerwaarde verschaft. Zelfs met de videobeelden erbij lukt het niet om zogezegd een snaar te raken, en vooral geen gevoelige. Mocht je toch dans willen zien, probeer dan eens op goed geluk de dansinstallatie ‘OK Future’ van Connor & Lucy.

Muziek
Op muziekgebied gaat de aandacht dit jaar vooral uit naar Ellen ten Damme. Ze bezingt in ‘Je veux l’amour’ het Franse chanson in velerlei toonaarden. Ze laat het genre naar hartenlust herleven. Haar optreden in de Reizende Schouwburg wisselt ze af met eigen nummers. Een ‘do’, want podiumdier-bij-uitstek Ten Damme is als altijd bekoorlijk en attractief, zeker nu ze na ‘Berlijn’ haar rolkoffer vol Franse melancholie heeft gestopt.

Buiten Ten Damme zijn er Alex Klaasen & Henry van Loon featuring De Groentebroers, die voor het laatst met H.E.A.R. hun opwachting op de Parade maken. En niet te vergeten: ‘The Chet Baker Room’ met Marijn Brouwers, Hermine Deurloo, Anne Soldaat en Reyer Zwart. Mooie jazzklassiekers ingebed in een eerbetoon aan de zingende jazztrompettist die dertig jaar geleden uit een hotelraam in Amsterdam kukelde en daarbij het leven liet.

De Haagse connectie
Zaal 4 is op de Parade het verlengstuk van Zaal 3, op zichzelf een loot aan de boom van Het Nationale Theater. Daar fileren De Poezieboys (Joep Hendrikx en Jos Nargy) de dichter Brodsky, nadat ze vorig jaar Ginsbergs werk al eens afgraasden. Ze vieren hun haat-liefdeverhouding tot hem – en al doende tot elkaar.

In Zaal 4 ook Niko, de band die is geformeerd rond Nik van den Berg. Daar wordt energiek met rockmuziek gesmeten in een performance voor volwassenen en apart eentje voor de Kinderparade. Met daarin de nu al onsterfelijke ballade Mayonaise.

Zaal 4 is ook het domicilie van Loek & Yela die in ‘The very tired girl’ bekende maar doodvermoeide vrouwen aan het einde van een dag portretteren. Een bijzonder project is ‘Echte Matties’ van Studio Vrijgewillig, een initiatief van Den Haag Doet en Het Nationale Theater. De voorstelling laat zien hoe mensen met verschillende achtergronden elkaar inspireren. Mooi maat(jes)werk.

Haags is ook De Stimulerende Samenstelling in de MINItwee, gesitueerd rond de Theatertoren. De welhaast overkokende Djuna Couvée geeft in ‘100  ̐C’ in welgeteld tien minuten survivaltips: hoe te handelen bij paniekaanvallen.

Samen met Yannick van de Velde speelt Ton van Kalmthout de voorstelling ‘Wachstumsschmerzen’. Het duo, bekend van de populaire televisieserie ‘Rundfunk‘, gebruikt de voorstellingen van een half uur ter voorbereiding op hun avondvullende programma.

Parademuseum
Vorig jaar lanceerde de Parade het Parademuseum. Beeldende kunst in optima forma. Was toen het Nederlands Fotomuseum aan zet met een installatie rond Ed van der Elsken, nu is dat museum De Fundatie, dat er met de video-installatie ‘Shades of Silence’ een schep bovenop doet.

Maakster Elise van der Linden, talent van het jaar, laat er vier video-animaties zien, waarvan er een speciaal is gemaakt voor de Parade. Groei, verval en eeuwigheid. Je dwaalt er door haar wereld van eindeloze landschappen en architecturale scheppingen. Een reis door een imaginaire wereld. Fascinerend. Doen!

Faits divers
Nieuw is ‘Carcheologie’, een monument voor de (embryonale) staat en het wezen van de automobiel in een heuse graansilo.

In ‘Boekentherapie’ van Literaire Salon Parade kunnen boekenliefhebbers hun hart ophalen. Bekende schrijvers vertellen over de heilzame werking van de letteren.

Kees en Eddie zijn natuurlijk weer present, dit jaar met Rogier aan hun zijde. Tot besluit zijn er, als ieder jaar, weer de vertrouwde vaste acts die houvast bieden als je het even niet meer weet: de Silent Disco of de Levende Jukebox bijvoorbeeld.

Mocht dat alles niet baten, dan kun je je nog altijd tipsy en wel onderdompelen bij de Haute Friture, Hotmamahot, Soul Food of Wild van Wild. Op de Parade kun je het buikje weldadig vullen, weer of geen weer.

Stadspaleis met huiskamergevoel

Nieuw zomerfestival in Koninklijke Schouwburg

Festivallitis! Het kan niet op. Den Haag heeft er (alweer) een festival bij: Stadspaleis. Het vindt plaats in de foyers van de Koninklijke Schouwburg. De eerste editie duurt meteen drie weken lang. En iedere festivaldag is er een ander programma. SPQH.

In 1766 liet prins Karel Christiaan van Nassau-Weilburg, zwager van stadhouder Willem V, een paleisje aan het Korte Voorhout bouwen voor zijn 23-jarige echtgenote, prinses Carolina van Oranje-Nassau. Architect Pieter de Swart ontwierp in Lodewijk XVI-stijl een 77 meter breed en drie verdiepingen hoog gebouw rond een sterk gebogen halfronde cour. Dat paleisje heeft de tand des tijds niet ongeschonden doorstaan: na een crowdfundingactie onder Hagenaars kreeg het pand in 1804 een bestemming als theater: de Koninklijke Schouwburg (KS). Het is daarmee een van de oudste schouwburgen van Nederland. Cees Debets, spreekt er met ongespeeld ontzag over: “De stijlkamers, de prachtige theaterzaal, de allure die van het gebouw uitgaat: met recht een monument. Met Stadspaleis verbinden we traditie met de nieuwe tijd. Bovendien laten we een heel andere gezicht van de KS zien.”

Paleisheer van weleer Hans van Westreenen, alweer twee generaties geleden de bespeler en meest recentelijke renoveerder van de KS, zei het graag: ‘Er ligt goud aan het Voorhout’. En ook: ‘Het tapijt moet slijten’. Dat laatste gaat nu vrijwel letterlijk gebeuren met Stadspaleis. SPQH. Senatus Populusque Hagensis’: het Bestuur en het Volk van Den Haag heten u welkom. De medaillon met dat opschrift hangt fier boven de toneelmond van de bonbonnière. Maar ja, die is nu dus even gesloten. “Daar wordt deze zomer technisch onderhoud gepleegd,” vertelt directeur programmering bij Het Nationale Theater (HNT) Cees Debets, uit dien hoofde ook de bespeler van de KS. “Maar voor het overige staat tijdens Stadspaleis in elk hoekje van de KS wel wát te gebeuren.”

Debets is met John de Weerd, zijn collega-programmeur van Zaal 3 – ook een standplaats van HNT – de aanstichter van Stadspaleis. Beiden hebben een informele setting, zelfs huiskamersfeer in gedachten, een weldadig ‘zomerfeestje’ voor oog, oor en tong waarop het dagelijks van vier uur ’s middags tot pakweg elf uur ‘s avonds goed toeven is. “Waar je je kunt wentelen in korte (muziek)theatervoorstellingen én beeldende kunst. Maar vergeet ook de inwendige mens niet. IJskoude drankjes staan klaar en er zijn Haags-Indische hapjes. Die kun je binnen nuttigen, maar ook op de ‘cour’, ons zomerse buitenterras De Rotonde, dat door de twee ‘vleugels’ van de KS is omsloten.

Met dit festival doorbreekt HNT, sinds begin dit jaar officieel de vaste bespeler van de KS, het gebruik dat theaters ’s zomers hun deuren wekenlang pleegden te verzegelen. Maar niks doen is niet langer optie, aldus Debets. “We willen meer dan vroeger een open huis zijn, een ontmoetingsplaats waar iedereen naartoe wil. Je begint dan door de deuren open te zetten. Al langere tijd waren we van plan om ook in de zomermaanden van betekenis te zijn voor stadsbewoners en -bezoekers. Stadspaleis is een nieuwe stap in dat streven.”

Interventies
Iedere avond zijn er vier programma’s, naast theateronderdelen zijn dat ‘interventies in de ruimte’, zoals een doorlopende installatie rond robots van Daan Couzyn en Joeri Woudstra in de Koning Willem ! –foyer, en in de Damesfoyer is de fascinerende video-installatie Slow Rise van theatermaker Karel van Laere.

De winnaar van de Piket Kunstprijs 2015 liet zich inspireren door de eindeloze choreografieën van mensen in straten van Taipei City. “Het laat het contrast zien tussen de mechanische gang van een roltrap en menselijke beweging,” licht John de Weerd de installatie toe. Er is op Stadspaleis ook aandacht voor boeken. Kees ’t Hart komt zijn programma-voor-graaglezers Over boeken toelichten, dat in plaats van schrijvers hun werk centraal stelt. Er is een nieuwe editie van Pecha Kucha, een avondje waarbij deelnemers een diavoorstelling van 20 afbeeldingen presenteren in een totale tijd van 6 minuten en 40 seconden. Elke afbeelding wordt dus precies 20 seconden getoond. Een dwingende eis om creatief en to the point te zijn.

Theater en meer
Natuurlijk is er ook veel (muziek)theater. Onder meer met Lindertje Mans en Joost Steltenpool, die hun steengoede Marktplaatsmuziek van stal halen, vrolijke en ook wrange liedjes, gebaseerd op posts van adverteerders. Acteurs en makers van Het Nationale Theater maken De Mantel, naar een verhaal van Nikolaj Gogol. Met niet de minste spelers uit het tableau: Hein van der Heijden en Jeroen De Man, en met muziek van Remco de Jong en Florentijn Boddendijk. De Weerd: “In het voorjaar was er Studio Paradijs in de KS.

Op kleine schaal konden daar de acteurs van HNT zelf experimenten doen. Daaruit is dit kleinood afkomstig.” Willemijn Zevenhuijzen presenteert als Pink Flamingoo samen met Tessa Jonge Poerink en Eva Zwart een sneak preview van Assholism, een voorstelling over de schaamte voorbij. Verder doet haar voornaamgenote Willemijn Haasken zich voor als Lady Godiva; lezen De Poezieboys uit werk van Beatnik-dichter Allen Ginsberg; en richt theatermaker, gamer en vlogger Sytze Schalk zijn eigen een schrijversatelier in (en zijn eigen wereldbeeld). En voor eens doet Rob Verhoeven buurtonderzoek in de KS, en vuurt ook daar zijn ongegeneerde vragen met graagte op zijn gasten af. Een talkshow die de tongen losmaakt. Ten slotte zijn er afstudeerpresentaties van de Maastrichtse toneelacademie.

De KS wordt ‘duh’ in rap tempo ‘teruggeven aan de stad’. Nu al wordt door Debets en consorten omgezien naar een tweede editie van het festival. Inderdaad: Goud aan het Voorhout.

Stadspaleis vindt plaats van 22 juni t/m 9 juli 2017 in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie: hnt.nl. Telefonisch tickets reserveren: 0900-3456789.