Een politiek overgoten salsafestijn

Celia Cruz ontmoet Celia Sánchez.

In de muzikale voorstelling ‘Celia!’ ontmoeten twee Cubaanse iconen elkaar: Celia Cruz en Celia Sánchez.

1960, New York City. De kleedkamer van Celia Cruz na afloop van een concert. Cruz, salsakoningin, denkt erover staatsburger van de VS te worden als ze er een ontmoeting heeft met Celia Sánchez, Cubaans revolutionair en Castro’s rechterhand. Sánchez paait, bespeelt en manipuleert Cruz om terug te komen naar Cuba en zich in te zetten voor de revolutie: ‘Dan zijn we onverslaanbaar!’ Maar Cruz gelooft er niet in en heeft evenmin fiducie in het systeem dat de bevolking na het dictatoriale regime van Batista met Fidel Castro is opgedrongen.

Celia Cruz (1925-2003). Uitgeweken – want vóór vrijheid en tégen revolutie. Of beter: niet naar Cuba teruggekeerd van een buitenlandse tournee. Later werd ze formeel door het Castro-regime verbannen. Haar muziek werd op het eiland van rum en dans verboden verklaard, geen enkele staatszender zond nog nummers van haar uit. Maar haar populariteit bleef. De laatste twintig jaar van haar leven werd de muziek weer wel gedraaid. Toch bleven details over haar leven in New York verborgen voor het oog van de Cubanen. In New York had ze haar toevluchtsoord gevonden. Nimmer na haar vlucht zag ze, buiten een enkel verloren bezoekje aan Guantánamo Bay, VS-grondgebied immers, haar geboortegrond terug – ook niet na haar dood.

Haar tegenvoeter in de muziektheatervoorstelling ‘Celia!’ is dus Celia Sánchez (1920-1980, Susan Visser). Weinigen twijfelen aan de sleutelrol die zij als vrouwelijk revolutionair heeft gespeeld. Twintig jaar lang stond ze in het centrum van de Cubaanse revolutie, meer nog dan ‘Che’ Guevara. Fidel Castro (Eric Corton) noemde haar ‘de meest oorspronkelijk bloem van de revolutie’.

De levensverhalen van de twee staan centraal in een swingend salsafestijn met live muziek en een daar overheen gelegde diepmenselijke en gelaagde vertelling over idealen, vrijheid en bedrog. “Het is een fictieve ontmoeting, daar in New York City,” schetst Manoushka Zeegelaar Breeveld de beginsituatie van de muziektheatervoorstelling. Zij vertolkt daarin de rol van Cruz. “Maar die staat symbool voor zovele Cubanen die voor of tegen de revolutie waren, en die elkaar probeerden te overtuigen van hun gelijk.”

Twee sterke vrouwen, volgens haar. “Ze staan allebei voor een gelijkgestemd ideaal, namelijk het bevechten en het bereiken van een beter leven voor de bevolking van Cuba. Ik vind dat ze op hun eigen manier allebei gelijk hebben. Ze zijn beiden voor vrijheid, maar op een totaal verschillende manier. Het mooie is dat ze hier in dit verhaal elkaar vinden in wederzijds respect.”

Manoushka: “In een van de scènes twijfelt Celia Cruz of ze terug zal gaan naar Cuba. Ze heeft indertijd alles moeten achterlaten, en haar zieke moeder kan ze niet bezoeken. Ook is ze bang dat ze opnieuw mensen om haar heen gaat verliezen aan de revolutie, vrienden en anderen die het verlangen misschien niet weten te weerstaan.”

Het verhaal van Cruz raakt Zeegelaar Breeveld. Ze voelt zich verwant, allereerst omdat ze in Suriname opgroeide met Cruz’ salsamuziek om zich heen. “Die is me met de paplepel ingegoten, mijn ouders waren gek op haar muziek.” Meer nog raakt haar het gegeven dat zijzelf na haar studiejaren aan de Haagse Hogeschool besloot om Suriname de rug toe te keren. “Het ging in de jaren negentig slecht met Suriname. Nadat ik in Nederland mijn Surinaamse man leerde kennen, zijn we hier gebleven. Ik heb geen spijt.” Een permanent of langdurig verblijf aan de noordoostkust van Zuid-Amerika zit er niet in: “In Suriname kan ik niet van het theater leven. Wel gaan we nu ieder jaar terug.”

Op Cuba is Manoushka nooit geweest. “Maar dat gaat vast nog gebeuren. Wel heb ik in de Bronx in New York het graf van Celia Cruz bezocht. Daar is een mausoleumpje voor haar opgericht met de Cubaanse vlag erbij. In haar grafkist ligt het handje Cubaanse aarde dat ze van Guantánamo had meegenomen.”

Urban Myth: ‘Celia!’ Met ook latinband Timbazo. Zondagmiddag 24 februari 2019 in de Koninklijke Schouwburg. Meer informatie en tickets: hnt.nl.

De Sjaak zijn

Op sekssafari met Sjaak Bral

Sex met Sjaak. Een swinging swinger. Wie wil dat nou (niet)? Waar onderbroekenlol eindigt begint  Bral. Hoogste tijd voor een hot date.

De Haagse cabaretier Sjaak Bral liet zichzelf, zijn jongeheer plus entourage wekenlang, beurt na beurt, van top tot teen en tot op de laatste draad ontkleed, geheel vrijwillig onderdompelen en verwennen. Resultaat? Een orgastisch genoegen. Op tournee langs lustoorden zoals darkrooms, kinky gangbangs, SM-kamers en gogo-bars. Nu ook in de theaterzaal. Tja. Sex sells.

Te oordelen naar dat afgetrainde koppie van je en het parelende zweet op je voorhoofd ben je onderweg aardig wat klotekilootjes kwijtgeraakt. Hoeveel ‘trainingsavondjes ’ heb je alles bij elkaar ‘ondergaan’?
‘Er zijn aardig wat sessies geweest om dit lichaam gereed te krijgen en te houden. Vergeet ook niet dat ik een personal trainer heb die altijd al hielp om wat calorietjes te verbranden. Je kan er alles van vinden, maar seks is de beste en leukste manier om af te vallen, da’s wetenschappelijk bewezen. Een uur joggen is 600 calorieën. Met een orgasme nadoen – niet eens het echte werk – verbrand je algauw 160 calorieen! En dat duurt maar 19 seconden. Tel uit je winst. Met een keer of vijf per dag ‘faken’ verbrand je al snel meer energie dan een pizza ansjovis. In die zin is het zeker goed voor lijf en leden.

Als je het in aantallen hebt: ik heb zo’n 15 tot 20 dingen gedaan die ik normaal niet zou doen. Ik bedoel: ik was nooit eerder door een meesteres afgerost. Ik ben al een jaar of vier, vijf bezig om deze voorstelling te maken. Je moet er de tijd voor nemen. Het was dus een intensieve, uitgebreide voorbereidingsperiode. Seks is het lekkerste dat er is. Als ze ooit iets uitvinden dat lekkerder is… blijf ik het er gewoon bij doen. Seks is te leuk om te laten liggen.’

Maar je bent er wel bij gáán liggen?!
‘Ha! Kijk, ik heb iets nieuws gedaan. We weten wat participerende journalistiek is. Maar dit is participerend cabaret! Ik durf te stellen dat ik de uitvinder van het genre ben. Alle gekheid op een stokje: er bestaat voor mij een innerlijke noodzaak om dit te doen, zoals bij al mij voorstellingen trouwens. In dit geval is dat: wat je nog niet hebt meegemaakt, dat wil je beléven, en daar moet je je lijfelijk geheel in storten. Ik ga niet bij een parenclub aan de zijkant toekijken, dan doe ik gewoon mee.’

Je lekkerste ervaring?
‘Een thuisfeestje. Het is een aanrader om met gelijkgestemde zielen in een groot bed te belanden.’

En de ervaring waar je broek spontaan van afzakte?
‘Ik had meer verwacht van de ‘gangbang’ die ik in een seksclub meemaakte.Het leek me spannend met al die mannen op een rij. Het waren trouwens vrouwen die het lekker vinden om met meerdere mannen te seksen, het zijn zeker geen hoeren. Maar toen ik me in zo’n rij van betalende mannen terugvond, was ik toch blij dat ik een bivakmuts op had. Ik ben er niet echt aan mijn trekken gekomen. Elders wel hoor.’

Wist je vrouw ervan?
‘Die is volledig op de hoogte. Ik deel alles met haar. Ze vindt het allemaal prachtig.’

Wat bracht jou tot dit ‘empirische’ onderzoek?
‘Ik irriteer me aan de Nieuwe Preutsheid van nu. Onder de douche is het tegenwoordig normaal om je onderbroek aan te houden. Pubers hebben op steeds latere leeftijd seks, en later dan wij, en die seks is ook nog eens minder van kwaliteit. Ze zitten kennelijk liever eindeloos op hun mobiel te staren dan dat ze aan elkaar zitten te plukken.

Ik vind seks de kern van het mens-zijn, een oerkracht. Niemand is geboren zonder dat er seks aan te pas is gekomen, we komen er allemaal vandaan. Seks mag omgeven zijn door schaamte, maar is toch het ware leven. Ik ben een fervent beoefenaar van seks, altijd geweest en, het klinkt misschien wat pedant, ik heb verschillende vrouwen bevrijd.

Wat een vrouw goed maakt in bed? Dat is een man die goed is in bed! Deze voorstelling is wat mij betreft vooral een pleidooi voor emancipatie van de vrouw, de man mag wel eens een stapje terug doen. Het is tijd voor feministische seks! We moeten op gelijk speelveld komen, en wereldwijd. En ga nou als man niet teveel aan de Tarzan en al die viagra-dingen hangen.’

Heel iets anders dan de oudejaarsconferences die we zo goed van je kennen, of de revueachtige musicals die je in Den Haag maakt.
‘Zo houd je het spannend voor jezelf! En dat is meteen ook precies de kern van seks. Ook qua schrijven is dit zo leuk om te doen. Alleen: Je kan niet opeens een jaar lang alleen met seks bezig zijn, niet op deze manier. Dus je moet het allemaal spreiden en langzaam opbouwen. Ik ben met de voorbereidingen op dit programma al een paar jaar bezig en ben er zelfs voor in Berlijn geweest.’

Vast opgegroeid met Turks Fruit?
‘Dat was smullen, klopt. Maar daarvóór hadden we al De Stille Kracht, met de naakte borsten van Pleuni Touw! Ik kan me ook nog iets herinneren van pornoboekjes die ik vond in de bosjes. Dat zijn mijn eerste porno-ervaringen geweest, rond mijn dertiende. Ook waren er de prikkelende previews in de bioscoop waar mijn vader mij en mijn broer mee naartoe nam. Rode konen. Mijn pa heeft dat nooit geweten,want hij ging al voor aanvang van de hoofdvoorstelling weg. Het oeverloze gestuntel dat je wel in pornofilmpjes ziet heeft me evenwel nooit kunnen raken.’

Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen en trends in sexland?
‘Er is een inhaalslag van de vrouw gaande. En er wordt in het circuit veel drugs, met name GHB, gebruikt. Ik heb niks met drugs; het is juist de realiteit die me tot een hoger bewustzijnsniveau brengt. Als iemand aan de ‘wappies’, zo heet dat, gaat dan ben ik dus meteen vertrokken. Bovendien kan ik niet presteren als ik ‘kasje om’ ben, niemand kan dat trouwens. Veel jongeren gebruiken GHB voor hebt bereiken van totale ontspanning in dat drukke leven van ze – terwijl seks van zichzelf  geestverruimend genoeg is! Seks is ook tien keer sterker dan valium, dat is onderzocht. Seks is goed voor de mens. Maar niet het allerbelangrijkste in het bestaan, want een maandje zonder seks kan best, maar van niet poepen ga je dood. Seks is misschien niet alles, maar zonder seks is alles niks.’

Nog een geheimtip?
‘Mijn ervaring is: probeer je grenzen verleggen. Uitstellen is waar het om gaat. En ga met seks zover je kan en wil. En eroverheen. Seks moet je doen. Niet lullen maar poetsen. Als de harten van jouw en je partner écht verbonden zijn dan kom je er over seks-met-anderen-erbij ook wel uit.’

Kader
Marcel van der Heijden (Den Haag, 1963) gaat door het leven als Sjaak Bral. Hij verwierf bekendheid door interviews in het televisieprogramma RUR en in het radioprogramma van Frits Spits.

In 1995 begon hij met stand-upcomedy. Sinds 1996 maakt Bral ieder jaar een oudejaarsconference. Maar hij maakt ook regelmatig solo theatervoorstellingen, zoals in 2016 Blonde Dolly, over de nooit opgehelderde moord op de gelijknamige Haagse prostituee. In dat jaar maakte hij ook De Vloek op Scheveningen, een opera voor het Residentie Orkest in het Zuiderstrandtheater.

Bral was van 2001 tot en met 2004 ook panellid in het tv-consumentenprogramma Ook dat nog. Momenteel presenteert hij op Radio West elke werkdag tussen de middag het programma Broodje Bral.

De wereld in handen van een CEO

NTjong & HNT spelen ‘Revolutions

De toekomst? Die is allang begonnen. Hoogste tijd dus om jongeren daarvan te doordringen, vindt NTjong. De theatergroep maakt met ‘Revolutions’ een activistische sciencefictionthriller voor ‘young adults’ en roept op verder te kijken dan de neus lang is.

Drie achttienjarige scholieren. Ze hadden zo-even meegelopen in de Klimaatmars en deden nu hun lunch-inkopen – bij AH after all, toch koning plastic. ‘Meer bloemen’, stond bij de een met watervaste zwarte viltstift in koeienletters op het voorhoofd, ‘meer bloemen’ bij de ander, en de derde had gekozen voor: ‘meer beter.’

“Jongeren die massaal de straat op gaan met supersnedig geschreven protestborden en vrolijkheid, daar word ik gelukkig van,” zegt Daan Windhorst (28), bekend als schrijver van, onder meer, ‘Gifjes’. Hij is de tekstleverancier van ‘Revolutions’, het nieuwe ‘coming of age’ theaterstuk van NTjong, het derde op rij na ‘Lord of the Flies’ (2017) en ‘Bloedlink’ (2018).

“Eigenlijk gaat ‘Revolutions’,” zegt hij, “vooral over hoe je het bezig zijn met jezelf verlegt naar het om je heen kijken – maar dan in de constructie van een sciencefiction-actiethriller.”

Star trek, de originele serie, daarna War of the Worlds van H.G. Wells & Jeff Wayne – en nog wat later de dystopieën Brave New World (1932) van Aldous Huxley en George ‘Big Brother’ Orwell’s 1984 (1948), zijn dat inspiratiebronnen? “Zeker,” zegt Windhorst, “maar dat geldt ook voor de serie Black Mirror (2012) van Netflix en de HBO-tv reeks Westworld (2016),” zo vertelt hij over zijn fascinatie, op jonge leeftijd ingezet, voor het genre van de sciencefiction. “En niet te vergeten: De Cirkel (2013) van Dave Eggers.”

Het grote verschil met 1984, zo vertelt Windhorst, is dat bij Orwell angst voor het communisme en gelijkschakeling van mensen het uitgangspunt was.

“Bij ons is dat de waarschuwing voor het monopolie dat grootkapitalistische technologieën communicatiemultinationals als facebook en twitter straks op communicatie en informatievoorziening hebben. De enige manier om in onze dystopie aan nieuws te komen is via sociale media. Het logaritme daarvan bepaalt hoeveel en welk nieuws je krijgt voorgeschoteld, en de makers daarvan hebben dus heel veel macht. Maar welke dingen gebeuren er in een wereld die je niet ziet?”

“We schilderen een beginwereld als een gelukstoestand voor iedereen, waarin alles 24/7 voorradig is en succes een keuze. We volgen in het stuk drie personages die gaandeweg ontdekken dat de wereld wreder, ingewikkelder en moeilijker is dan ze dachten. We laten ze uit hun bubbel stappen en kritisch nadenken, zodat ze dóórzoeken en niet alles wat ze krijgen voorgeschoteld klakkeloos aannemen. Revolutions gaat dus ook over het proberen te verbreden van het blikveld.”

Privacy
Juist vorige week werd duidelijk dat meer dan de helft van de Nederlandse ouders de telefoon en 80 procent het internetgedrag van hun kind of kinderen nagaat. Ouders zijn vooral bang voor oplichting en cyberpesten. “Natuurlijk blijven kwesties rond privacy niet onbesproken. Het stuk gaat ook over in de gaten gehouden worden en dat je slachtoffer bent van de wereld zoals die aan jou via algoritmes voorgehouden wordt.”

Windhorst geniet naast het genoemde Gifjes bekendheid door onder meer Watsekburt?! en It’s My Mouth I Can Say What I Want To. Voor de Haagse theatergroep Firma MES schreef hij in 2015 het toneelstuk BOT. Als journalist maakt hij deel uit van De Correspondent.

“Van kindsbeen ligt het fantaseren over toekomstige werelden me. Als schrijver ben ik sciencefiction gaan opzoeken omdat het genre me de mogelijkheid biedt om de wereld waarin we nu leven uitvergroot te kunnen tonen, zonder daarbij meteen een waarschuwend vingertje op te hoeven steken. Het is daar een mooie vorm voor. Dat gaat bij mij zo: Je maakt je ergens zorgen over en stelt jezelf dan de vraag hoe het zal worden als het zo doorgaat. Wat op het spel staat is veel groter dan nu te zien is. Daar komt bij dat de vijanden in sciencefiction zichtbaar zijn, in het leven van alledag zijn vijanden verstopt.”

NTjong/Het Nationale Theater: Revolutions. Regie: Noël Fischer. In Den Haag te zien in Theater aan het Spui van donderdag 21 t/m za 23 februari (première) 2019 en op zondag 14 april 2019. ‘Revolutions speelt ook diverse keren voor scholen. Meer informatie: hnt.nl.

‘Groovy’ dansende pianoklanken

Scapino Ballet Rotterdam meets Michiel Borstlap – in een dansconcert. Tweegevecht of twee-eenheid? Of juist dialoog, spel van vraag en antwoord, een loven en bieden?

De muziek laat je als vanzelf verder drijven, aangenaam, lichtvoetig, sereen en contemplatief. Als een kabbelend rivierstroompje op een zomerse lentedag. Water klotst lichtjes tegen de kademuur. Het is vergelijkbaar met wat Pas de Deux van Scapino Ballet Rotterdam en meesterpianist Michiel Borstlap geregeld teweeg brengt in de theaterzaal.
Michiel Borstlap en Ed Wubbe bewegen Scapino Rotterdam in Pas de Deux arm in arm en hand in hand richting voet. Met grand piano en pianist pontificaal op het podium en met Michiels meanderende muziek als motor.

Na een bescheiden tournee in 2016 is nu voorzien in een uitgebreide rondgang langs vaderlandse theaters. De reprise van het programma is een duet tussen twaalf tot in de toppen van hun tenen, lijf en leden klassiek geschoolde dansers en een tot in de toppen van zijn gevoelige vingers in de jazz gespecialiseerde concertpianist. Maar ook een duel tussen begaafd componist en gelouterd choreograaf.

Borstlap beweegt zich al vanaf zijn vierde gestaag tot de virtuoze, prijswinnende pianist en componist die hij vandaag de dag in binnen – en buitenland wordt gezien. Illustere voorgangers als Glenn Gould, Keith Jarrett en Herbie Hancock dienen en dienden hem daarbij tot bron van inspiratie. De laatste jaren heeft hij zich weg van pure, klassieke jazz toegelegd op subtiele, verstilde pianomuziek op solo-CD’s en -optredens.

Hoe maak je dan, met de hogeschoolnoten van volleerd geïmproviseerd musicus in gedachten, van jazz dans? En andersom: van dans jazz?

‘Nou,’ antwoordt Michiel Borstlap, ‘het gáát in Pas de Deux eigenlijk niet om jazz. Het is van a tot z uitgeschreven muziek. Het gaat om geselecteerde delen die afkomstig zijn van mijn CD’s Frames, Velvet en GEORG. Tijdens de voorstelling moet ik zeer bij de les blijven en me vrijwel noot voor noot aan de partituur houden, de opgenomen noten exact naspelen, anders is het voor de dansers bijna niet te doen. Dans gaat vooral over ritme.’

Hij verwijst naar Risonanza van zijn album Frames, het centrale duet in de voorstelling.‘Dat is op de toneelvloer een intens tweegevecht over leven, liefde en afgunst. Ed Wubbe heeft dat muziekstuk zo goed in dans vertaald dat danseres Jozefien Debaillie indertijd een nominatie voor een Zwaan kreeg.’

Twools
Er is nauwelijks muziek te vinden die choreograaf Ed Wubbe van Scapino in zijn carrière níet al eigenhandig heeft veroverd: van klassiek tot pop en van wereld- tot filmmuziek, een bandbreedte van pakweg John Cale en Nits tot Rameau, Bach, Händel en Schubert. Van wereldmuziek tot filmmuziek. Hij werd met Borstlap in contact gebracht dankzij een alerte manager die meende dat de som van ieders delen groter zou zijn.

‘De muziekcomposities van Michiel Borstlap zijn niet gemaakt om op te dansen,’ licht Ed Wubbe toe, ‘zijn er ook nooit voor bedoeld. Als choreograaf is dat gegeven voor mij des te enerverender. Al dacht ik thuis wel eerst: wat moet ik met deze luistermuziek.’ Hij besloot het idee een kans te geven op Twools (2014), de jaarlijkse proeftuin van Scapino, doorgaans een kweekvijver voor jong talent. ‘Ik had drie nummers uit het veelomvattende pianorepertoire van Borstlap gekozen, waarvan in Twools ook nog eens één muziekstuk zonder dans ten gehore werd gebracht.’

Het experiment beviel, tot wederzijds genoegen, en daarop ging het tijdens Holland Dance Festival 2016 in première, aanvankelijk als locatieproject, in de enorme ontmoetingshal van het Haagse stadhuis. Het atrium is er wit en licht door het glazen dak. In ieder geval heel anders dan de beslotenheid van de theaterzaal.

‘We hebben Pas de Deux destijds nog wel in enkele theaters gedaan, maar nu staat een uitgebreide tournee op stapel. Sommige delen van de choreografie ga ik opnieuw zetten, ’ zegt Wubbe. ‘Noem het voortschrijdend inzicht. Het zijn trouwens niet dezelfde dansers als toen, dus wordt het sowieso al een ander stuk.’ Wel blijft de muziekkeuze van toen integraal gehandhaafd. ‘Michiel gaf me destijds de drie voornoemde CD’s mee,’ weet Wubbe nog. ‘Daar heb ik een vrije selectie uit gemaakt.’

Groovy
‘Het gevaar dat op de loer ligt,’vertelt Wubbe, ‘is dat met de keuze voor één instrument en één pianist de avond te eenduidig, te kabbelend van karakter wordt. Daarom heb ik ook wat pittige stukken gekozen, zodat het geheel complementair wordt.’ Hij ziet het keurslijf waarin Borstlap zich moet zien te wringen.

‘Hij heeft, hoe je het wendt of keert, zijn roots in de jazz. Al gaat het hier in eerste aanleg om klassiek gespeelde muziek, heeft Michiel hoorbaar de neiging daar soms uit te breken. Je hoort als het ware Keith Jarrett of dan weer Claude Debussy vanuit de verte doorklinken.’

Verstilling en dromerigheid vermengd tot een jazzy sfeertekening. Wubbe: ‘De ‘groove’ die hij aanbrengt maakt het juist zo mooi. Het gaat hier om een ander geluid dan gewoonlijk bij een theatervoorstelling klinkt. En dat het van begin live uitgevoerde muziek is, maakt het helemaal tot een cadeautje. Levende muziek op het theaterpodium is altijd bijzonder.’

Op het podium verwijzen witte kostuums en de, voor de vrouwen, witgeschminkte gezichten naar Scapino, de figuur uit de commedia dell’arte naar wie de 74-jarige groep werd vernoemd. Naar de tijd dat de witte clown nog bij elke voorstelling opdook. Dat is allang niet meer zo, maar in dit geval geeft Wubbe aan zijn dansers niet alleen het uiterlijk van een clown mee, maar zijn ook hun bewegingen regelmatig clownesk. Mensen ontmoeten elkaar, lopen tegen elkaar op, tasten elkaar soms vol verbazing af, of corrigeren elkaar in slapstickachtige ruzietjes. Soms gedragen ze zich als slappe poppen.

Het is een mooie samenwerking geworden, oordeelt Borstlap.’En een mooie combinatie. Muziek is abstract en dans is dat ook. Allebei zijn het kunstvormen zonder woorden. Anderhalf uur zonder pauze en precies op de tel spelen is voor mij toch ook wel zwaar. Maar ik heb er opnieuw veel zin in.’ Wubbe: ‘Ook de dansers vinden het leuk om dit te doen. Het is van alle kanten een pas de deux.’

Tournee van begin februari tot en met medio mei 2019. Meer informatie: scapinoballet.nl.

Sectie op de ziel

Caligula is in de alom bejubelde bewerking en regie van Thibaud Delpeut uit 2014 opnieuw uitgebracht, bij Theater Utrecht, nu diens eigen gezelschap. De toneelklassieker uit 1941 van Albert Camus (1913-1960) is daarbij en passant van het intieme vlakkevloertheater overgebracht naar de omlijsting van de grote zaal van het schouwburgtoneel.

Live vastgelegde en daarna geüploade onthoofdingsexecuties op YouTube of andere internetplatforms, van de hand van de nu door westerse ogen gezien verslagen strijdgroepering IS, zijn wereldwijd aantoonbaar een regelrechte kijkershit. Ander voorbeeld: Toen in het Marokkaanse Atlasgebergte twee Scandinavische meisjes door extremisten beestachtig gedood werden, deed hun familie expliciet de vergeefse oproep om de bijbehorende internetfilmpjes níet op te zoeken. De gewisse dood rechtstreeks in de ogen kunnen zien is kennelijk sexy.

Door die bril bezien is Delpeuts regiekeuze om bij Caligula openlijk een camera te richten, sterker: ongegeneerd in te zoomen op van doodsangst doortekende gezichten van onschuldige mensen die hun ondergang onder ogen moeten zien, en zo onverbiddelijk richting levensloosheid worden gejaagd, een regelrechte vondst.

“Op de toneelvloer,” zegt acteur Martijn Nieuwerf, die toen en nu opnieuw de rol van Cherea speelt, in alles de tegenvoeter van Caligula, “wordt die camera op grootbeeldscherm in stelling gebracht en in close-up gericht op de gezichten van de spelers, precies het moment dat Caligula wil kunnen zien hoe de willekeurig gekozen mensen die door zijn toedoen ter dood zullen worden gebracht, zich houden”.

Wanneer zijn zus én minnares Drusilla komt te sterven, steekt een zandstorm op in het hoofd van de regerend keizer Caligula. Getergd door diepe gevoelens van rouw maar ook van een vurig verlangen naar het leven besluit hij de door hemzelf willoos gemaakte onderdanen aan een genadeloos, zelfs wreed experiment te onderwerpen. Hoe zou het voor ze zijn om naar zijn willekeur te moeten leven in het licht van een aanstaande dood. Als een chirurg, met videocamera’s als instrumentarium, verricht hij in de voorstelling zijn bedoelde minutieuze ‘sectie op de ziel’.

Nieuwerf: “Albert Camus dist geen politieke of historische waarheid in dit stuk op maar veeleer een filosofisch vraagstuk over leven, dood en macht. Hij laat Caligula denken: Als het leven dan toch zinloos gebleken is en liefde kennelijk niet kan bestaan, dan kunnen we er hier en daar best wat mee experimenteren. Zo komt hij tot het besluit om iedereen ter dood te veroordelen, want iemand die weet dat hij zal gaan sterven heeft niets meer te verliezen, hij wil zijn onderdanen de vrijmakende gedachte van de aanstaande dood te schenken, ten koste van massa’s onschuldige mensenlevens. Hij verplichtte hen er daarbij toe zijn of haar testament over te maken aan de staat. Zo probeert hij voor zichzelf zingeving te vinden en de kas van de staat te spekken. Zijn schrikbewind schakelde de logica uit en doen denken aan allerlei dictators anno nu.”

Destijds kreeg hij voor zijn rol een Arlecchino. Nieuwerf: “Dat was voor mij persoonlijk heel belangrijk. En de rol is heel interessant. Cherea staat model voor menselijkheid, daar waar Caligula staat voor het fanatiek doordrijven van een bepaalde logica van het ongezonde verstand. Hij is een ‘realpolitiker’ die onderzoekt hoe je met deze absurde man en zijn materie moet omgaan. Interessant om te spelen.

Caligula van Theater Utrecht is op vrijdag 8 februari 2019 te zien in de Koninklijke Schouwburg, met een ‘interactieve talk’ ter inleiding. Meer informatie: ks.nl.

Een pop als danspartner

Duda Paiva en Jong Nederlands Blazers Ensemble samen in De Sprookjeskoningin

Duda Paiva Company en Jong Nederlands Blazers Ensemble hebben de poppen aan het dansen, letterlijk. In De Sprookjekoningin koppelen ze een eigentijds sprookje bovendien aan muziek om van te smullen.

Op de klanken van Purcells ontroerend en ontluisterend mooie muziek uit The Fairy Queen (1692), live gespeeld door zeven jonge muzikanten, zorgen poppen voor een feestelijk, absurd komisch en soms sinister en duister universum. The Fairy Queen is Purcells persoonlijke muzikale twist op Shakespeares komedie Midzomernachtdroom.

Vorig seizoen was De Sprookjeskoningin al eens in de theaters te zien, nu is er een versie die het hele gezin betovert. Ogen op stokjes, monden wijd opengesperd, hier en daar een geconcentreerde, verstilde glimlach. Gebiologeerd, ademloos kijken jong én oud toe hoe Titania en Oberon er alles aan doen om de echte liefde te vinden. Dat gaat gepaard met verwarring en misverstanden.

“Purcell was een libertijn,” legt Duda Paiva uit. “Hij geloofde heilig in gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Ook diens Dido & Aeneas, bijvoorbeeld, draait om de vrouw, niet om de man. In mijn versie van The Fairy Queen geef ik Titania de tijd en de ruimte om te kunnen overdenken wat Oberon met haar uithaalt, hij probeert haar immers naar zijn pijpen te laten dansen door haar een toversapje toe te dienen.”

Zo bezien is De Sprookjeskoningin een eigentijds verhaal over manipulatie in #metoo-tijden. “Het is belangrijk om kinderen dat te laten inzien, maar dan op een vriendelijke en poëtische manier gebracht. Het is stof voor discussies na afloop tussen kinderen en ouders, zo heb ik meer dan eens gemerkt.”

Voor de uitvoerende musici en acteurs is het gelijktijdig moeten musiceren, zingen, acteren en poppenspelen geen kleinigheid. Paiva: “Het is zwaar om dit te doen. Iedereen van de cast heeft een aantal nieuwe technieken moeten verwerven, zekerheden moeten opgeven. Dat is belangrijk want dat zet de ramen open naar nieuwe horizonten. Zoeken naar het compromis, bruggen bouwen, daar gaat het om.”

In het verleden heeft hij als danser zelf de brug gelegd naar poppentheater. “We werkten bij de dansgroep van Itzik Galili samen met poppentheatergroep Gertrude Theatre uit Israel. Ik was bevooroordeeld, dacht dat zoiets alleen voor kinderen was. Maar er ging een wereld voor me open.”

Tegenwoordig reist hij de wereld rond met zijn producties, heeft een bibliotheek aan producties op het repertoire staan. En staat hij ook op een dansfestival als CaDance. “Korzo en CaDance zijn voor mij altijd een belangrijke partner geweest. Dat we op een dansfestival als dit geprogrammeerd zijn vind ik betekenisvol omdat de moderne dans daardoor hopelijk wat meer ‘open minded’ wordt. En dat geldt ook voor het publiek. En vice versa voor ons publiek.”

Voor het maken van poppen is schuimrubber zijn favoriete materiaal. “Je kunt er heel makkelijk transformaties me maken,” legt Paiva uit.

“Tijdens een voorstelling is een deuk in een lijf of een kop zó gemaakt, maar plooit toch meteen flexibel terug in de oorspronkelijke staat. Je kunt het ook enorm uitrekken of juist samentrekken. Met schuimrubber kun je dus heel makkelijk allerlei effecten teweeg brengen. Met alleen één hand die je in de kop van een pop schuift is deze al tot leven gewekt. Daarbij is het een goede danspartner. Waarom? Omdat het materiaal ultralicht van gewicht is. Bovendien kun je er makkelijk mee op reis in een kist. De poppen bedenk en ontwerp ik zelf, maar op mijn atelier werken ook twee beeldend kunstenaars want in iedere pop zit drie tot vier weken en zes uur per dag aan werk.”

Eind deze maand is Paiva als regisseur en coproducent betrokken bij een voorstelling van de Haagse theatermaker Cat Smits. Zij is als poppenspeler verbonden aan de Duda Paiva Company. “Zeil wordt een beeldende en poëtische voorstelling over de kracht van de zee en de nietigheid van de mens.

Duda Paiva Company i.s.m. Jong Nederlands Blazers Ensemble: ‘De Sprookjeskoningin’ (8+). Te zien op CaDance festival in Korzo theater op zaterdag 26 en zondag 27 januari 2019.

Meer informatie: cadance.nl. ‘Zeil’ van PLAY Productions & Duda Paiva Company is op donderdag 31 januari en vrijdag 1 februari 2019 te zien in Branoul. Meer informatie: branoul.nl.